Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

Zeegolven

5. x = 0 dan d = 3 _, 3

/ Op x = 0 is d dus ))))))) = 22291 keer zo groot.

x = 25 dan d = 3 @ 0,67 ²⁵ - 3 @ 0,67 ²⁵

6. Per 5 m diepte is de groeifactor 1,06))) , 5 dan is dat per 15 m ^{5 1 06}

5

3

⋅

 



,

Nu moet gelden: 5 1 06 . 0,048 hetgeen klopt.

5

3

⋅

 



,

Dus de gegevens passen bij een exponentieel model.

7. d = H @ e @ ^{– 2Bx / L}

d = 1,06 en H = 5 en x = 5 dus geldt: 1,06 = 5 @ e ^{– 10B / L}

1,06 – 10B 1,06 – 10B

e ^{– 10B / L} = ))) ! )))) = ln ( ))) ) ! L = )))))) . 20,25 meter

5 L 5 ln (^1,06/₅ )

Of met de GR: y ₁ = 5 e^(–10B/x) y ₂ = 1.06 Intersect x = 20,25

8. d = 0,01 mm = 0,00001 m ½ = 5 en L = 100

Dan geldt: 0,00001

0,00001 = 5e ^{– 2Bx /} 100 ! e –2Bx / 100 = ₎₎₎₎₎₎ 5 – 2 B x 0,00001

))))) = ln ( ₎₎₎₎₎ ) x = 208,85

100 5

Dus vanaf 209 m.

Of met de GR: y ₁ = 5 e^ (– 2Bx / 100 ) y ₂ = 0,00001 Intersect x = 208,85

9. d = 0,2 en x = 10 ! 0,2 = H @ e ^{– 20B / L} ! H 0,2 e

0,2 e

20 L

20

= _{− π} = L^π

www.havovwo.nl

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

© havovwo.nl