Alcohol en rijvaardigheid
100 a
5. B = )))) met a = 6 en m = 69 volgt:
7 m 100 @ 6
B = ))))) . 1,242 7 @ 69
Aflezen in de grafiek: R = 6,5
100 a
6. B = )))) met a = 0,02 @ m ( u – 0,5) 5 m
m = 65 en u = 6 volgt:
500
B – A = )))) – 0,002 @ 65 (6 – 0,5) . 0,823 5 @ 65
0,823 > 0,5 ! het meisje mag niet doorrijden
7. P ( alcohol gedronken ) = 0,88
P ( niet alcohol gedronken) = 1 – 0,88 = 0,12
P ( één van de twee alcohol gedronken ) = 0,88 @ 0,12 + 0,12 @ 0,88 . 0,21
Of met de GR: P( X = 1, n = 2, p = 0,88) = binompdf ( 2, 0.88, 1) . 0,21
8. 0,48 @ 0,88 + p @ 0,52 = 0,80 ! p . 0,73 ! 73% van de vrouwen boven 15 jaar gebruikt wel eens alcohol.
, www.havovwo.nl
Eindexamen wiskunde B1 havo 2005-I
© havovwo.nl