Vraag nr. 22 van 3 oktober 1996
van de heer JAAK GABRIELS
Studieopdrachten – Overzicht Zie :
Vlaams minister van Openbare We r k e n , Ve r v o e r en Ruimtelijke Ordening
Vraag nr. 35 van 3 oktober 1996 van de heer Jaak Gabriels Blz. 302
Gecoördineerd antwoord
Vraag 1, 2 ,4 , 5 en gedetailleerd antwoord op vraag 7 en 8
Eerder al werden vergelijkbare vragen gesteld door respectievelijk de heren John Taylor en Wa r d Beysen (vraag nr. 40 van 12 februari 1996 van de heer John Taylor en vraag nr. 120 van 6 juni 1996 van de heer Ward Beysen, Bulletin Vragen en A n t-woorden nr. 15 van 10 juni 1996, b l z . 831 en 842). Een gedeeltelijk antwoord op de thans gestelde vragen kan dan ook worden gevonden in het ant-woord op die vragen.*
De thans gestelde vragen vergen evenwel nog aan-vullend opzoekingswerk en coördinatie. Het gede-tailleerde aanvullende antwoord zal aan het secre-tariaat van het Vlaams Parlement worden bezorgd. Vraag 3 en 6
De meeste studieopdrachten worden vergund via een contract voor levering van diensten, waarbij de bestaande regelgeving, in het bijzonder de wet op de overheidsopdrachten voor aanneming van wer-k e n , leveringen en diensten, wordt gevolgd. R e wer-k e-ning houdend met het gespecialiseerde karakter van de meeste studieopdrachten, zullen die in regel onderhands worden toegewezen.
De interne controles van onder meer Controle van de Va s t l e g g i n g e n , Inspectie van Fi n a n c i ë n , R e k e n-h o f, worden strikt nageleefd, zoniet zal n-het V l a a m s Parlement via het Rekenhof in kennis worden gesteld van eventuele opmerkingen.
Vraag 7 en 8
Onderzoek wordt vooral uitbesteed omdat de knowhow niet aanwezig is of omdat er onvoldoen-de tijd kan woronvoldoen-den vrijgemaakt in onvoldoen-de administratie.
Bij het toewijzen van studieopdrachten wordt – zoals uit de gedetailleerde lijst zal blijken – reke-ning gehouden met de wetenschappelijke onder-l e g d h e i d , de reputatie of deskundigheid terzake van de geselecteerde instellingen en/of dienstverle-nende organisaties.
Studies en ook wetenschappelijk onderzoek vor-men een belangrijk hulpmiddel bij de vormgeving, de uitvoering en de evaluatie van het door de over-heid gevoerde beleid. Het is dan ook uiteraard de bedoeling dat alles in het werk wordt gesteld om met de conclusies van het onderzoek optimaal rekening te houden.
(* Dit antwoord werd , gezien de omvang, niet gepu -b l i c e e rd . Het ligt ter inzage -bij het secretariaat van het Vlaams Pa r l e m e n t , dienst Schriftelijke V r a g e n , waar ook een kopie kan worden verkregen – red.)
Aanvullend gecoördineerd antwoord
Als bijlage vindt de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger de tabellen die per departement de bijkomende elementen van antwoord verschaffen.
Het begrip "studieopdracht" werd ruim geïnterpre-teerd en bevat zowel het wetenschappelijk onder-zoek in opdracht van het ministerie, als juridisch advies (bv. in verband met decreten) en consultan-cy-opdrachten (bv. opdracht tot BAO - o n d e r z o e k van het ECWS).
De bijgevoegde tabellen bevatten het gecoördi-neerde overzicht van de studieopdrachten vanaf het jaar 1994. Voor het overzicht van de studieop-drachten van de jaren 1992 en 1993 verwijs ik naar het antwoord op de schriftelijke vragen van de heren John Taylor en Ward Beysen.
( B ovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het secre tariaat van het Vlaams Pa r l e m e n t , dienst Sch r i f t e l i j -ke Vragen – red.)