• No results found

Vraag nr. 50van 7 december 1995van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 50van 7 december 1995van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 50

van 7 december 1995

van mevrouw MARIJKE DILLEN

IJzeren Rijn – Vlaams verzoek en federale reactie Naar aanleiding van de ratificatie van Europese akkoorden met betrekking tot de spoorwegen, heeft de Vlaamse regering aan de federale regering gevraagd om onder meer de spoorverbinding IJzeren Rijn op te nemen in de lijst van de Europese assen. Tevens wordt gevraagd om deze as op te nemen in het investerings-programma van de NMBS.

1. Wat is de reactie van de federale overheid op de vraag de IJzeren Rijn op te nemen in de lijst van Europese assen ? Is de reactie positief ? Zo ja, heeft de federale overheid hiervoor een budget uitgetrok-ken op de begroting, en wat is de omvang ervan ? Ingeval van negatieve reactie, wat is de motivatie van de federale overheid hiervoor ?

2. Wordt deze as opgenomen in het investeringspro-gramma van de NMBS ? Is dit reeds gebeurd ? Zo ja, wat is het uitgetrokken bedrag hiervoor ? 3. ledereen is overtuigd van het enorme belang van de

IJzeren Rijn voor Vlaanderen. Heeft de Vlaamse regering reeds bepaalde budgetten daarvoor op haar begroting uitgetrokken ? Zijn er reeds ramin-gen voor investerinramin-gen voor het geval de beide Europese akkoorden, AGC en AGTC, een positief resultaat zullen krijgen ?

Antwoord

1 en 2. De vragen 1 en 2 betreffen een materie die niet tot mijn bevoegdheid behoort.

3. Op de Interministeriële Conferentie voor Verkeer en Infrastructuur (ICVI) van 7 juli 1994 werd afge-sproken dat het Vlaams Gewest een onderzoek zou uitvoeren naar de mogelijkheden van de IJzeren Rijn. Deze studie wordt voor de helft gesubsidieerd door de Europese Commissie (beslissing van het comité Vervoerinfrastructuur van 24 maart 1994). De studie werd, na een openbare offerte-aanvraag (Europese procedure) waarop zes combinaties van studiebureaus inschreven, toegewezen aan de Tijde-lijke Vereniging van Tractebel Development NV en Technum NV (België), met als belangrijke onder-aannemer Prognos AG (Zwitserland), voor een bedrag van 16 miljoen frank, exclusief BTW (19,36 miljoen frank inclusief BTW).

In de st udie z al een grondige analyse worden gemaakt van de potentiële vervoermarkt voor de IJzeren Rijn-verbinding. Tevens zullen een aantal verschillende tracémogelijkheden worden bestu-deerd en vervolgens geëvalueerd naar hun verkeers-kundige mogelijkheden (onder andere door simula-ties van het toekomstige verkeer). Ten slotte wor-den de verschillende plan-alternatieven eveneens onderworpen aan een financiële analyse (kostenra-ming) en getoetst op de gevolgen voor het milieu.

De studie wordt begin 1996 aangevat en zal 9 maan-den duren, zodat de resultaten normaal in het najaar beschikbaar zullen zijn.

Zoals afgesproken op de ICVI, zullen de resultaten besproken worden in het overleg tussen de gewes-ten en de federale overheid. Eventueel kan dan in een volgende fase door de NMBS een studie naar de technische aspecten van de IJzeren Rijn-verbin-ding worden uitgevoerd. Ook deze studie wordt door de Europese Commissie voor de helft gesubsi-dieerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik heb inderdaad reeds meer dan eens gepleit voor de vestiging van een Vlaams-Nederlands Huis in B r u s s e l , dat een meerwaarde zou kunnen beteke- nen voor de culturele

Het omvormen van het vak Leugenberg-Smalle Weg op de A12 tot een autosnelweg is belangrijk voor een betere toegankelijkheid van de A n t w e r p- se haven enerzijds en van

Bij beslissing van 1 oktober 1996 heeft de V l a a m s e regering de GIMV (Gewestelijke Investerings- maatschappij voor Vlaanderen) gevraagd een bij- komend onderzoek uit te

Tot eind november 1996 waren een zeventigtal aanvragen ingediend op de maatschappelijke zetel van het Vlaams Woningfonds, waarvan een dertigtal aanvragen reeds in

Leerachterstand mishandelde kinderen – Beleid Uit het recente jaarverslag van Kind en Gezin blijkt dat volgens de gegevens van de centra voor hulpverlening

De vraag naar de samenwerking tussen scholen en PMS-centra kan worden beantwoord vanuit verschillende invalshoeken : ten eerste vanuit een principiële benadering, ten tweede

Ik beschik niet over informatie over het aanal behandelde dossiers dat achteraf leidde tot een procedure voor de Raad

Gezien de hoge aankoopprijs van dergelijk voertuig wordt gepland dat het voertuig inhoudelijk naar believen kan worden ingevuld, zodat het gedurende een lange tijd zal kunnen