bron
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948. Uitgeverij van de Jongerenontspannings-club, z.p.
1948
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/worm007goud01_01/colofon.php
© 2010 dbnl / erven Piet Worm
Vol grote prenten en kleine plaatjes over het leven van onze lieve Koningin Wilhelmina die jubileert en 50 jaar regeert.
Aan alle kinderen van ons volk om dit boek vol goud en glans hun hele leven lang te bewaren. Dat is de wens van hen die het maakten.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
zijn warme stralen over Nederland uitgoot, maar ook omdat die millioenen Nederlanders meeleefden met het grote gebeuren op het koninklijk paleis in den Haag. Er zou een koninklijke baby geboren worden... Wat zou het zijn; een prinsje of een prinses? Die gedachte hield het hele Nederlandse volk in spanning al dagen lang. Totdat, op de avond van de 31
steAugustus 1880, het koninklijk telegram verscheen waar op te lezen stond:
Een Prinsesje is ons geboren en Wilhelmina is haar naam.
Zo is onze Koningin, die wij allen zo goed kennen, op de wereld gekomen. En blij dat het Nederlandse volk was! Ze hebben die avond gedanst en gesprongen tot diep in de nacht. ‘Lang leve onze prinses, lang leve Wilhelmien, lang leve het huis van Oranje!’
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Hier zien jullie de kleine Wilhelmina te midden van bloemen uit de hollandse tuin.
Haar grote baby-ogen begrijpen niets van al die vreugde Haar grote baby-ogen begrijpen nog niets van al wat haar als Koningin te wachten staat Ze ligt als een echte baby in haar wiegje, trappelt met haar blote voetjes en kijkt met haar grote baby-ogen vol verwachting naar de fles om haar gezonde baby-honger te stillen.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Na de dood van haar Vader moet Koningin Wilhelmina zijn opvolgster worden;
Koningin der Nederlanden. Maar... ze is nog geen 18 jaar Zo wordt haar Moeder Koningin-Regentes. Samen brengen zij bezoeken aan ons hele land, tot in de allerkleinste dorpen en gehuchten toe. Ook daar wonen mensen en een toekomstige Koningin moet haar land en volk leren kennen. In alle steden en dorpen worden Moeder en Dochter
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
hartelijk ontvangen. De vlaggen wapperen in de wind, de straten en pleinen zijn versierd en de Nederlanders juichen haar toe: ‘Lang leve Wilhelmina!’ De toekomstige Koningin vindt het heerlijk om onder haar volk te zijn. Zo kleedt zij zich dikwijls in de klederdracht van de streek die zij bezoekt. Omdat zij lief en jong is staan die kostuums haar uitstekend. Hier zien jullie haar als friezin gekleed.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Op een van die tochten is eens iets verschrikkelijks gebeurd. Luister! Een van de paarden schrok van het wapperen der vlaggen en beiden sloegen op hol. De koetsier is van de bok gevallen en zonder bestuurder holt het span verder in razende vaart.
Hoe moet dat aflopen? Maar Anton Kabelaar, een flinke jongen springt op de paarden af, hij laat zich meesleuren en zo brengt hij de wilde paarden tot staan.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Als aanstaande Koningin gaat Wilhelmina ook naar het buitenland om daar regeerende vorsten te beroeken.
En hier zien jullie Koningin Wilhelmina als 15 - jarig meisje, als de jongste Koningin, op visite bij de oudste Koningin ter wereld, Koningin Victoria van Engeland.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Zo vliegen de jaren om. De Koningin wordt 18 jaar. Nu zal haar kroning tot Koningin der Nederlanden weldra aanbreken. Het hele Nederlandse volk heeft mee Zij houden van haar en willen haar huldigen en dat gebeuren tot een onvergetelijke dag maken.
Hier boven zien jullie haar portret Het haar al opgestoken als een echte Vorstin.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Bij de gedachte aan haar aanstaande Kroning, denkt de kroonprinses dikwijls aan haar Moeder en aan haar Vader, die jullie hier boven ziet afgebeeld. Zij gaat in haar gedachten nog verder en ze denkt aan haar voorouders, haar Grootvader Willem II en haar Over - Grootvader Willem I, die hun volk altijd een voorbeeld zijn geweest.
Zo wil ook zij als een Oranje dit roemrijke geslacht trouwblijven.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
De herauten trekken door ons land, en voor het stadhuis van iedere gemeente blazen zij op hun trompetten, ontvouwen de perkament rollen en lezen met luide stem:
‘Boeren, burgers en buiten lui. Heden 31 Augustus 1898 is onze prinses Wilhelmina 18 jaar geworden en zij zal op 6 September aanstaande te Amsterdam worden gehuldigd als onze Koningin. Zegt het voort, zegt het voort!’ En de Hollanders zeggen het voort te-
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
gen ieder die het maar weten wil. Alle provincies vieren feest in hun versierde steden en dorpen. Ze houden optochten voor de grote mensen, maar ook voor de kinderen.
Ze zetten gekleurde mutsen op en dikke neuzen op hun eige neuzen en 's avonds branden de lampions en dansen ze rondom de Oranje-boom. Het is feest, het is feest zoals er nooit een feest geweest is. ‘Lang leve onze Koningin, hiep, hiep, hoera!’
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Jullie hadden natuurlijk ook wel een van die kinderen willen zijn, die langs de spoorbaan Den Haag-Amsterdam woonden, want zij konden in de middag op 5 September 1898 onze Koningin Wilhelmina, in haar koninklijke trein, naar Amsterdam zien rijden. Zij konden zo dicht als ze zelf wilden bij het hek gaan staan. Er was geen politie die hen op een afstand hield.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
In Amsterdam vindt in de oude statige Nieuwe Kerk de luisterrijke inhuldiging plaats.
Omgeven door koningen en koninginnen uit het buitenland, ministers, generaals, raadsleden en andere hoge persoonlijkheden uit de hofhouding zit Koningin op de troon waarop ook haar roemrijke voorouders als koningen gezeten hebben. Naast haar haar Moeder, Koningin-Regentes Emma.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
De enthousiaste Amsterdammers hebben hun stad prachtig versierd. Maar vooral de Dam, waar het koninklijk paleis en de Nieuwe Kerk vlak bij elkaar staan.
De Noordzee-vissers hebben van hun netten een dak gespannen vanaf de Nieuwe Kerk tot de ingang van het paleis. Daaronder loopt de jonge Koningin tussen een erewacht van militairen. Op dat moment komt een witte duif gevlogen en gaat zitten op de bal ustrade van het paleis.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
En 's middags maakt Koningin Wilhelmina haar eerste tocht als Koningin door Amsterdam in de gouden koets, precies als in een sprookje. Millioenen mensen staan langs de weg afgezet door politie in groot uniform. Ze zijn uit alle delen van ons land gekomen om hun Koningin toe te juichen. Af en toe kan de politie de enthousiaste menigte niet tegenhouden en ze dringen zich rondom het gouden rijtuig. ‘Lang leve onze Koningin, hiep, hiep, hoera!’
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Hier zien jullie de jonge Koningin nog eens, maar nu in het kostuum van haar huldiging. De hermelijnen mantel om en kost bare diamanten in het haar. In dit prachtige kleed is zij gehuldigd als Koningin der Nederlanden.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
De goede engeltjes, die iedere Koningin beschermen zeggen tegen elkaar: ‘Moet een Vrouw alleen zo'n land besturen? Dat kan toch niet, zij moet toch een steun hebben?’
En ze denken ernstig na, totdat één van die goede engeltjes opeen idee komt.
‘Kijk!’ zegt hij, ‘er staat een groot kasteel in Schwerin, in Duitsland. Daar woont een prins, zou... zou... die prins... niet...’
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
En ja hoor! Prins Hendrik wordt de verloofde van onze jonge Vorstin. Na een korte verloving volgt al spoedig het huwelijk. Een huwelijk zoals alleen een Koningin kan meemaken. Vol pracht en praal rondom twee gelukkige harten. Een huwelijk vol telegrammen, bloemen, de meest kostbare cadeaux, uit binnen- en buitenland.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Voor de huwelijks-vacantie trekt het jonge paar naar Het Loo. Daar rijden ze paard, daar wandelen ze in de prachtige parken, daar hebben zij een overgelukkige tijd.
En de Koningin-regentes wordt ook al een jaartje ouder. Haar taak is gedaan, zij verdient een rust en zo trekt zij zich terug op het Paleis Soestdijk.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Op het wapen van Den Haag, de stad waar Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik zijn gaan wonen, staat een grote ooievaar. En het is die ooievaar, die op 30 April 1909 op het paleis Noordeinde een lieve kleine baby komt brengen. Een prinsesje!
En hier zien jullie de kleine Juliana in de armen van haar Moeder. En jullie zien de wieg en Prins Hendrik als de trotse Vader en achter de wieg die ooievaar, die deze eer te beurt viel.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
5 Juni 1909 wordt Juliana gedoopt in de Willemskerk te Den Haag. Het is de Grootmeesteresse Mevrouw Groenincx van Zoelen, die de kleine prinses naar het doopvont mag dragen. De kerk is vol buitenlandse vorsten, ministers, generaals en dames en heren uit de hofhouding. De kleine Juliana heeft niet één keer gehuild en dat is heel flink voor zo'n kleine peuter tussen al die vreemde mensen.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Haar Vader is wel heel erg blij met zijn dochter Ze groeit als kool en is een zonnetje in het grote paleis. Zo kan ze lachen en kraaien, die kleine Prinses.
Bij haar Oma komt de Prinses wel heel graag op bezoek.
Juliana moet Oma altijd voorlezen en dat is leuk!
Maar de kleine Juliana is wel echt haar Moeders kind Hier laat de Koningin jullie haar baby dan ook met trots zien.
Wat vinden jullie wel van haar?
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
schaatsen? Prinses Juliana is heus wel gevallen ondanks de goed hulp en wijze lessen van de hofdames.
Zo gauw er sneeuw gevallen is gaat de Prinses met haar Moeder sleeën. Dan gaan ze Oma halen. En zo, dik ingepakt glijden ze door de witte toverwereld.
Hier zegt ze jullie, de lezers van dit boek, goeden dag! Wat wordt onze Prinses al groot en wat heeft ze al een lang haar.
Het wordt al een hele jonge dame.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Het leven van onze Koningin kan niet altijd vol zonneschijn zijn. De wereld oorlog 1914-1918 breekt uit. Een grote onweerswolk is over ons land gekomen en roept alle mannen naar de grenzen om ons land te verdedigen en buiten een verschrikkelijke oorlog te houden. Het is onze Koningin, die met de soldaten meeleeft en hen in hun loopgraven bezoekt.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Het is ook onze Koningin, die ons land open stelt om de duizenden Belgische vluchtelingen een veilige haven te bieden. De arme stakkers hebben door de oorlog hun huis moeten verlaten en moeten vluchten voor kanongebulder, alleen meenemend wat hun het dierbaarst is.
Het is onze Koningin, die de Hollanders oproept om deze mensen gastvrij op te nemen.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
‘Maar na regen komt zonneschijn!’ luidt het oude, Hollandse spreekwoord, want niet alleen eindigt in het jaar 1918 de oorlog, maar in 1923 viert Hare Majesteit de Koningin haar 25-jarig regerings jubileum. Vijf en twintig jaar heeft Zij ons land geregeerd in voorspoed en geluk.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
En de zon bleef schijnen, ook toen Prinses Juliana op haar 18
ejaar in de Staten Generaal gehuldigd werd als de toekomstige troon-opvolgster. Haar vlag wapperde fier boven het oude gebouw, het Binnenhof in den Haag.
Thuis moest zij 18 kaarsjes aansteken die op de taart stonden, die haar Moeder had laten bakken. 18 kaarsjes dat is veel, vind je niet?
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Wie reed met zijn Fordje op 8 September 1936 voorde ingang van het paleis
Noordeinde? Nu, wie was dat? Het was Prins Bernhard, de verloofde van de Prinses.
J-B schilderde men toen op de pleinen en straten op de huizen en overal. Juliana en Bernhard, twee harten die elkaar gevonden hebben.
Wij feliciteren U van harte!
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Het volgende jaar, op de 7
eJanuari 1937 vind het huwelijk plaats. Ook Zij rijden in de gouden koets zoals het bij konings. kinderen hoort. Ook Zij worden toegejuicht door alle Nederlanders op hun glorieuze tocht door Den Haag.
‘Lang leve Prinses Juliana, lang leve Prins Bernhard! Hiep, hiep, hiep, Hoera!’
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Wie deze vier lieve kinderen zijn behoeft niemand jullie te vertellen.
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Op 10 Mei van het jaar 1940 valt Duitsland ons kleine landje binnen.
Parachutisten worden door vliegtuigen uitgegooid,
soldaten trekken met tanks onze grenzen over. Hitler heeft ons de oorlog verklaard.
Al spoedig staat Rotterdam in brand en na enkele dagen blijkt dat ons kleine leger het tegen de overmachtige
vijand niet vol kan houden. Nederland capituleert op 15 Mei. Inmiddels is de gehele koninklijke
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
En de oorlog duurde voort 5 jaren lang. Onze vliegtuigen trekken er 's nachts op uit om met de Engelsen en
Amerikanen de vijand in zijn eigen land te vernietigen. Inmiddels ontvangt de Koningin iedereen die voor onze vrijheid vecht of diegene, die heimelijk in Engeland weten te komen. Wat waren wij blij toen
wij via de geheime radio hoorden, dat de prinsesjes Beatrix en Irene in Canada een lief zusje gekregen hadden. Wat een vreugde toen in
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Nu onze Koningin weer in ons midden is en Zij eerstdaags haar Gouden Jubileum met ons gaat vieren en wij ter gelegenheid van deze grote gebeurtenis haar leven in dit gouden boek met elkaar hebben doorgebladerd moeten wij op de laatste bladzijden van dit boek Haar onze dank betuigen. 50 Jaar lang heeft zij als een moeder over ons gewaakt, als een lieve moeder over haar kinderen. Als Koningin gaat Zij ons eerst-
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948
Piet Worm, Het gouden prentenboek 1898-1948