1/3
Advies nr. 46/2019 van 6 februari 2019
Betreft: Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol tot wijziging van het Verdrag betreffende een Europees voertuig- en rijbewijsinformatiesysteem (EUCARIS)(CO-A-2018-189)
De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna de “Autoriteit”);
Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikel 23 en 26 (hierna “WOG”);
Gelet op deVerordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna “AVG”);
Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna “WVG”);
Gelet op het verzoek om advies van Dhr. François Bellot, Minister van Mobiliteit, ontvangen op 26 november 2018;
Gelet op het verslag van de heer Willem Debeuckelaere;
Brengt op 6 februari 2019 het volgend advies uit:
. . . . . .
Advies 46/2019 - 2/3
1. De Minister van Mobiliteit vraagt de Autoriteit om een advies uit te brengen over Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol tot wijziging van het Verdrag betreffende een Europees voertuig- en rijbewijsinformatiesysteem (EUCARIS) (hierna “het Ontwerp”).
2. Het Protocol tot wijziging van het Eucaris-verdrag, hierna “het Protocol" brengt in hoofdzaak twee wijzigingen aan. Ten eerste voorziet artikel 5 thans in de mogelijkheid om verdere facultatieve gegevens via een geautomatiseerde procedure toegankelijk worden gemaakt door de centrale registratieautoriteiten voor zowel het centraal voertuigregister als het centraal rijbewijsregister. Deze gegevens moeten worden vermeld in een document dat (alsnog) door de Algemene Vergadering1 van Eucaris wordt goedgekeurd. De Autoriteit is bijgevolg op dit ogenblik nog niet in staat om de proportionaliteit van de beoogde (aanvullende) gegevensverwerking te evalueren. Zij neemt evenwel akte van het feit dat document waarvan sprake uitsluitend de gegevens bevatten die bijdragen tot de in deze inleiding vermelde doelstellingen van hel Eucaris-verdrag, zoals bepaald in artikel 2 van het Verdrag.
3. De tweede wijziging van het Eucaris-verdrag betreft het gebruik door “derde partijen”2 van het Eucaris-systeem voor de uitwisseling van gegevens op een andere rechtsgrondslag dan het Verdrag. Zo wordt reeds van Eucaris gebruik gemaakt voor de uitvoering van Europese richtlijnen.3 Het nieuwe artikel 2 voorziet thans uitdrukkelijk dat Eucaris door derden gebruikt kan worden om gegevens uit te wisselen krachtens hetzij een rechtshandeling van de Europese Unie, hetzij een bilaterale of multilaterale overeenkomst anders dan dit Verdrag.
4. De Autoriteit stelt vast dat zij niet om advies wordt verzocht over het Protocol tot wijziging van het Verdrag betreffende een Europees voertuig- en rijbewijsinformatiesysteem, maar enkel over het wetsontwerp houdende instemming met het Protocol.
1 Zie artikel 19 van het Eucaris-verdrag.
2 Het begrip “derde partij” wordt in deze context gedefinieerd als “elke Staat die geen Partij is zoals omschreven in artikel 1, eerste lid, of een publiek orgaan dat werkzaamheden verricht buiten de rechtsmacht van een Staat, dat gebruikmaakt van EUCARIS voor de uitwisseling van gegevens op grond van EU-wetgeving of een bilaterale of multilaterale overeenkomst”.
3 Zie Advies nr. 22/2018 van 21 maart 2018 met betrekking tot het Ontwerp van wet tot wijziging van de wet van 19 mei 2010 houdende de oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen.
Advies 46/2019 - 3/3
5. De Autoriteit meent dat het Ontwerp op dit ogenblik geen aanleiding geeft tot bijzondere opmerkingen.
(get.) An Machtens (get.) Willem Debeuckelaere
Wnd. Administrateur Voorzitter,
Directeur Kenniscentrum