• No results found

Advies nr. 39/2019 van 6 februari 2019 Betreft:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Advies nr. 39/2019 van 6 februari 2019 Betreft:"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/2

Advies nr. 39/2019 van 6 februari 2019

Betreft: Adviesaanvraag over het wetsontwerp houdende wijzigingen aan boek I "Definities" en boek XV "Rechtshandhaving" alsmede vervanging van boek IV "Bescherming van de mededinging" in het Wetboek van economisch recht (CO-A-2019-048)

De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna "de Autoriteit");

Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikel 23 en 26 (hierna “WOG”);

Gelet op deVerordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna “AVG”);

Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna “WVG”);

Gelet op het verzoek om advies van Vice-Eerste Minister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking ontvangen op 16/01/2019;

Gelet op het verslag van de heer Willem Debeuckelaere;

Brengt op 6 februari 2019 het volgend advies uit:

. .

(2)

Advies 39/2019 - 2/2

De Gegevensbeschermingsautoriteit ontving een brief van 15 januari 2019 waarin de Minister van Werk, Economie en Consumenten het advies vraagt over de vogelende bepalingen van het voorontwerp : de artikelen IV.16, IV.32, IV.40, IV.41, IV.49, IV.59, IV.61, IV.65, IV.72§ 7 en IV.78.

De Gegevensbeschermingsautoriteit oordeelt dat de voormelde artikelen van het voorontwerp geen aanleiding geven tot bijzondere opmerkingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens. Het is zeker waar dat de toepassing van deze artikelen onder bepaalde omstandigheden aanleiding geven tot een verwerking van persoonsgegevens, waarbij dan de beginsels van de AVG en de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, in acht moeten worden genomen.

(get.) An Machtens (get.) Willem Debeuckelaere

Wnd. Administrateur Voorzitter,

Directeur Kenniscentrum

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de databank afstammingscentrum is uitdrukkelijk bepaald dat de persoonsgegevens noodzakelijk moeten zijn om de taken uit te voeren (artikel 4, §2 en 29 van

Hetzelfde geldt daar waar het ontwerp in artikel 6 §3 bepaalt dat (vrije vertaling) « De Regering de bepalingen goedkeurt die de relatie vaststellen tussen

3 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking

- de documenten vermeld in bijlage II, deel A, punt 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983. De Autoriteit stelt vast dat de verwerkte persoonsgegevens in het kader van de

21. De Autoriteit herinnert de aanvrager aan het belang van het transparantiebeginsel en het recht op informatie die daar voor de betrokkenen uit voortvloeit. Krachtens artikel

[1] Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking

Artikel 2 van voorontwerp 1 voorziet ook in een uitzonderingsclausule die de situatie omschrijft waarin technologische middelen ook op niet-zichtbare wijze door de politie kunnen

Tot deze vereisten behoort een uitdrukkelijke en precieze bepaling van het of de doeleinde(n) waarvoor een dergelijke databank wordt opgericht. Het doeleinde van een verwerking van