BROEDVOGELRAPPORT VAN DE NOORDWESTHOEK- EN MIDDENKUST IN 2014.
Bruno en Olivier Beyen
Deel 1. Teksten, tabellen en grafieken.
BROEDVOGELRAPPORT VAN DE NOORDWESTHOEK- EN MIDDENKUST IN 2014.
Bruno en Olivier Beyen
Inleiding.
Veel vogelliefhebbers stellen zich regelmatig de vraag hoe het is gesteld met de toestand van de broedvogels in de eigen streek. Ook wijzelf wilden deze vraag beantwoord zien als het ging om de broedvogelbevolking van de Middenkust- en de Noordwesthoek. In 2012 werd daarom het idee opgevat om in de komende jaren een éénmalig telproject aan de Midden- en Westkust op te zetten, om een actueel en beter zicht te krijgen op de aanwezige vogelrijkdom.
Na administratieve en praktische voorbereidingen is het ons gelukt om 2014 intensief broedvogels te tellen in het studiegebied. Een aantal gebieden hebben we zelf geteld.
Daarnaast hebben we onze gegevens van 2014 uit beide regio’s aangevuld met waarnemingen afkomstig van andere vogelaars.
Methode
Door de eerste auteur werden heel wat terreinen aan de West- en Middekust minimaal 3 keer bezocht. Uitzondering hierop vormden het merendeel van de gebieden in Alveringem, Gistel, Houthulst, Koekelare en Lo-Reninge, waar meestal maar 2 à 3 keer kon worden geteld.
Daarbovenop werden een aantal gebieden of soorten in 2014 door individuele tellers of werkgroepen geïnventariseerd (tabel 1). Van de minder bezochte gebieden werden tevens aanvullende gegevens verkregen van andere tellers of geplukt uit https://waarnemingen.be (de Blankaart, Broekelzen, Vicionia-kleiputten, Roksemput, enz.). Verder werd voor het maken van dit rapport van volgende mensen bijkomende waardevolle informatie bekomen: Diederik
‘d Hert, Kris Degraeve, Koen Devos en Eric Stienen.
Overzicht geïnventariseerde gebieden en volledigheid der waarnemingen.
Per vogelsoort werd een inschatting gemaakt naar de volledigheid van de gegevens. Van de meeste soorten hebben we van de broedvogelbevolking in de Noordwesthoek en de
Middenkust een gedegen kennis van het voorkomen in 2014. Naar volledigheid toe hebben we met 4 categorieën gewerkt.
1 = onvolledig 2 = vrij onvolledig 3 = vrij volledig 4 = volledig
Criteria bij de beoordeling van de cijfers 1, 2 en 3 waren onder meer: aanwezig maar soort werd niet opgemerkt, geschikte gebieden werden niet bezocht, ondertelling van de territoria, soort opgemerkt maar niet doorgegeven, onvoldoende kennis van zang en gedrag van een species, mogelijke achteruitgang van de soort terwijl men vermoedt dat ze nog aanwezig, enz.
Zo staat er bij Dodaars 2 à 4 vermeld, wat betekent dat over de ganse regio de volledigheid minimum 2 is en in bepaalde gebieden zelfs volledig. (Zeer) zeldzame soorten, die
tegelijkertijd opvallend gedrag vertonen, zullen meestal een 4 krijgen (bijv. Lepelaar). De
Braamsluiper krijgt dan weer de quotering 2 à 4 omdat de soort in de duingebieden volledig
werd geteld, terwijl dit in andere gebieden (als ze er nog voorkomt) niet altijd het geval was.
Ook soorten die in het kader van een telproject worden gevolgd zullen in de regel een hoge score halen.
In tabel 1 geven we een overzicht van (vrij) volledig getelde gebieden.
Locatie Oppervlakte
of afstand
Teller Details
Duinen tussen Franse grens en Ensorduinen
Circa 2000 ha. Beyen Bruno Inclusief binnenduinen en overgangszones
Cardinaelshoeve 23 ha. Beyen Bruno
IJzerbroeken Circa 5000 ha. Koen Devos en Wim Debruyne
Enkel meest interessante stukken en soorten opgevolgd
Viconia-kleiputten 22 ha. Beyen Bruno en
Koen Devos Percelen te
Nieuwpoort/Oostkerke/Pervijze
9,5 km. Dominique Verbelen
Diverse lengtetrajecten in totaal 9,5 km.
Noordwesthoek Werkgroep De
Kerkuil
Kerk- en Steenuil, Torenvalk, Bruine Kiekendief, Huis- en Oeverzwaluw, Geelgors Reservaat Puidenbroeken 14 ha. Beyen Bruno
Zwaanhoek 100-tal ha. Marc Deknock
’t Pomptje 100-150 ha. Dirk Vanhoecke
Roksemput 52 ha. Steven Dhaese,
Dirk Peene en Luc Vanpaemel Havengebied
Oostende/Spuikom
Eric Stienen en V.W.G. Oostende
In hoofdzaak meeuwen en sternen
Tabel 1. Overzicht van (vrij) volledig getelde gebieden in 2014 in de Noordwesthoek en aan de Middenkust.
Natuurtoestand in de regio.
De Middenkust en de Noordwesthoek behoren tot de rijkste vogelregio’s van Vlaanderen. Een aantal natuurgebieden in dit deel van Vlaanderen genieten van een (bijzondere) bescherming.
Zo vallen de Westkustduinen (1.116 ha.) en de IJzer- en Handzamevallei (5.136 ha.) onder de Vogelrichtlijn (Devos, K. & Anselin, A., 2017). Andere initiatieven tot bescherming van landschappen zijn het Kustpolderdecreet of S.O.S. Kustpolders. Jammer genoeg is papieren wetgeving niet steeds bestand tegen de dagelijkse realiteit, zoals het scheuren van historische graslanden en het dempen van poelen. Daarnaast worden jaarlijks ettelijke hectaren
opgeofferd aan industriële en ambachtelijke zones en woongebieden.
Niettemin zijn er de afgelopen decennia grote natuurinspanningen geleverd. Heel wat
natuurgebieden werden door natuurverenigingen en de overheid aangekocht. Soms werd de
natuur ook een handje geholpen door inrichtingswerken om verloren gegane biotopen te
herstellen of kwam er zelfs creatie van ‘nieuwe natuur’. Maar nieuwe uitdagingen, en dan
vooral de klimaatopwarming, komen op ons af. We krijgen in de toekomst daarom af te rekenen met zowel langdurige droogte als periodes met hevige regenval in een korte tijdsspanne. In dit kader is het positief dat de Provincie West-Vlaanderen, om plaatselijke wateroverlast te vermijden, waterbuffers aanlegt of indien noodzakelijk opteert voor het tijdelijk laten onderlopen van landbouwgebieden.
Rangschikking gebieden en waarnemers.
De resultaten van elk gebied worden alfabetisch per gemeente en per regio en zo veel als mogelijk weergegeven van west naar oost en van noord naar zuid. Per gemeente werd een kaartje bijgevoegd met vermelding van de (belangrijkste) gebieden. Voorts werden de tellers die een bepaald gebied op broedvogels inventariseerden als eerste vermeld bij de waarneming.
Eventueel werden andere waarnemers die een soort in hetzelfde gebied opmerkten ter bevestiging aanvullend vermeld. Bij de niet geïnventariseerde gebieden werden de eerste en/of meest nuttige waarnemers vermeld.
Selectie van de waarnemingen.
Het blijft soms lastig, zoals bij vroege waarnemingen, om uit te maken of het om broedvogels of doortrekkers ging. Dit geldt zeker wanneer men zelf de vaststelling niet heeft gedaan (zoals gegevens geplukt uit waarnemingen.be). Het is dus mogelijk dat er hier en daar een
vermelding is van een territorium, terwijl achteraf bleek dat het om een doortrekker ging. Het percentage hiervan is echter miniem omdat veel vroege waarnemingen niet werden
weerhouden. Een typisch voorbeeld is een vroege waarneming van een zingende vogel in een omgeving waar de soort normaal gezien niet broedt.
Zeker als er sprake was van broedindicaties werden gegevens die afkomstig waren uit waarnemingen.be weerhouden. Soms vermelden we minimum 1 koppel bij de waarneming, omdat bij waarnemingen.be niet steeds kon worden achterhaald hoeveel territoria er precies waren. Enkele voorbeelden om een territorium uit waarnemingen.be te selecteren waren opgave van het aantal pulli, het aantal waarnemingen op een bepaalde plaats, de geschiktheid van het biotoop, terreinkennis, het historisch voorkomen van de soort als broedvogel of een stijgende tendens als broedvogelsoort (vb. Putter).
Soms kon een waarnemer bij een soort niet worden vermeld omdat de waarneming was vervaagd (tot op heden), waardoor de precieze locatie niet gekend was. Vervaagde gegevens blijven geldig en men dient rekening te houden met de wens van waarnemers om dat zo te laten. Doch in een aantal gevallen waar we zelf het territorium vaststelden hebben we, na kritische overweging en gezien het feit dat het broedseizoen 2014 intussen verleden tijd is, de gebiedslocatie toch doorgegeven. Niettemin blijven een aantal gegevens (bijvoorbeeld Bruine Kiekendief) onder embargo staan. Wie alsnog meer details wenst, kan zich tot de
waarnemer(s) wenden of de verantwoordelijke van de werkgroep die de gegevens verzamelt.
De gebruikte afkortingen voor de status als broedvogel bij elke soort zijn:
m = mogelijke broedvogel
w = waarschijnlijke broedvogel
z = zekere broedvogel
Het weer in 2013/20141
De omstandigheden om te inventariseren waren in 2014 in het algemeen uitstekend, waardoor er intensief kon worden geteld.
Winter, lente en zomerweer in 2013/2014 te Ukkel.
1. De temperatuur
De winter 2013-2014 was uitzonderlijk zacht: de gemiddelde wintertemperatuur bedroeg 6,3 °C (normaal: 3,6 °C). De lente was uitzonderlijk warm: de gemiddelde temperatuur bedroeg 11,7 °C (normaal: 10,1 °C). De gemiddelde luchttemperatuur van de zomer lag binnen de verwachtingen met 17,3 °C (normaal: 17,5 °C).
2 De neerslag
Het neerslagtotaal van de winter was normaal: er werd in totaal 213,4 millimeter gemeten (normaal:
220,5 mm.). Daarentegen was het neerslagtotaal van de afgelopen lente uitzonderlijk laag: er viel in totaal 92,2 mm. neerslag (normaal: 187,8 mm.).
3. Zonneschijnduur
De totale zonneschijnduur in de winter was uitzonderlijk hoog met 217,5 uur (gemiddeld: 180,5 uur).
Ook de totale zonneschijnduur in de lente te Ukkel kwam met 572 uur ruim boven het gemiddelde te liggen (normaal: 464 uur). De totale zonneschijnduur over de zomer bedroeg te Ukkel 550,5 uur en lag hiermee slechts lichtjes lager dan het langjarig gemiddelde (normaal: 578,2 uur).
Seizoen Winter
2013/2014 Normalen Lente
2014 Normalen Zomer
2014 Normalen
Temperatuur °C 6.3 3.6 11.7 10.1 17.3 17.5
Zonneschijnduur
uren 217.5 180.5 572.0 463.9 550.5 578.3
Neerslag
mm 213.4 220.5 92.2 187.8 348.2 224.6
Neerslagdagen 60 54.8 34 49.0 49 43.9
Tabel 2. Weersoverzicht van de winter, lente en zomer 2013/2014 te Ukkel, België.
Oppervlaktes van de eigen en omliggende regio’s.
Regio Oppervlakte (km²)
Middenkust 204,08
Noordwesthoek 620,78
Noord-West-Vlaanderen 817,21
West-Vlaanderen 3.144
Vlaanderen 13.682
1 Basis van gegevens uit www.meteobelgië.be. De opgegeven gegevens worden telkens vergeleken met de ‘normale data’ uit de referentieperiode 1981-2010.
Regio Oppervlakte (km²)
Nord/Pas-de-Calais 12.414
Zeeland 1.796
Zeeuws-Vlaanderen 875
Legende: Middenkust = Middelkerke, Oostende, Bredene, Gistel en Oudenburg. Noordwesthoek = De Panne, Koksijde, Nieuwpoort, Veurne, Alveringem, Diksmuide, Koekelare, Lo-Reninge, Houthulst, Vleteren. Noord- West-Vlaanderen = De Haan, Blankenberge, Knokke-Heist, Zuienkerke, Brugge, Damme, Jabbeke, Ichtegem, Torhout, Zedelgem, Oostkamp, Beernem, Wingene.
Tabel 3. Overzicht van de oppervlaktes in km² van diverse regio’s.
Oppervlakten van de gemeenten en steden binnen het studiegebied.
Gemeente/Stad Oppervlakte (km²)
De Panne 23,90
Koksijde 43,96
Nieuwpoort 31,00
Alveringem 80,01
Diksmuide 149,40
Koekelare 39,19
Lo-Reninge 62,94
Vleteren 38,15
Houthulst 55,89
Middelkerke 75,65
Oostende 37,72
Bredene 13,09
Gistel 42,25
Oudenburg 35,38
Tabel 4. Oppervlaktes van de steden en gemeenten aan de Middenkust en de Noordwesthoek in km².
Overzicht van de genummerde telgebieden per gemeente/stad (zie kaarten 1 t.e.m. 16).
De naamgeving en gebiedsomvang kan verschillen van deze gebruikt op waarnemingen.be, bij andere vogelkijkers, op veld-of stafkaarten, plaatselijke gebruiken of in publicaties. Soms kunnen 2 gebieden met (min of meer) dezelfde naam in 2 verschillende gemeenten of steden liggen. Vb. de Zelte op grondgebied Nieuwpoort en de Zelteweiden gelegen te Middelkerke;
vb. De Moeren: stuk gelegen op grondgebied De Panne, maar grootste gedeelte grondgebied Veurne.
De Panne
1. Westhoekreservaat 2. Dynastiewijk/Vissersdorp 3. Zeecamping De Panne 4. Houtsaegerduinen 5. Krakeelduinen 6. Calmeynbos
7. Oosthoekduinen en Duinzoom 8. Drie Vijvers
9. Zwarte Hoek 10. Velden Oosthoek 11. Velden Cabour 12. Cabour 13. Jylweiden 14. Markey-putten 15. Koekuithof
16. Noordrand De Moeren Koksijde
1. Noordduinen 2. Belvedère 3. Fluithoek
4. Militair Vliegveld Koksijde 5. Schipgatduinen
6. Doornpanne 7. Sint-André 8. Witte Burg
9. Velden Vliegveld Koksijde 10. Plaatsduinen
11. Golf Ter Hille 12. Zeebermduinen
13. Ter Yde, Spelleplekke en Hannecartbos 14. Oostvoorduinen en Monobloc
15. De Zelte
16. Karthuizerduinen 17. Sunparks
Nieuwpoort
1. Simli-duinen 2. Simli-villawijk
3. Ter Duinen revalidatiecentrum en Groenendijk 4. Vakantiecentrum ‘Ysermonde’
5. Lenspolder
6. Voorhaven Nieuwpoort en stedelijk park met ‘Ideeëntuin’
7. Reservaat IJzermonding 8. Militair Domein Lombardsijde 9. Lombardsijdekreek/Hemmepolder 10. Sluizencomplex
11. Ambachtelijke Zone
12. Nieuwendammekreek en Spaarbekken 13. Groot-Noord-Nieuwlandpolder 14. Baarsputten Sint-Joris
15. Koolhofput (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Koksijde) 16. Grote Beverdijkpolder
Veurne
1. De Moeren (noordelijk deel ligt op grondgebied De Panne) 2. Velden Oosthoek
3. Sportpark Veurne 4. Wulpendam 5. Pistelhoek
6. Suikerfabriek Veurne/Decantatiebekkens
7. De Kleine Moeren/ ten zuiden ervan Dode Manhoek/Doorntje 8. Elzentap/Gouden Hoorn
9. Zwaanhoek en Nieuwpoortje 10. Presende
11. Velden Vinkem/Wulveringem (+ Beauvoorde)
12. Korte Keer en Landsheertje 13. Velden Steenkerke
14. Velden Eggewaartskapelle (inclusief natuurgebied Rode Poort)
15. Komgronden Zoutenaaie (de komgronden liggen verspreid over de steden Alveringem, Veurne, Lo-Reninge en Diksmuide)
16. Velden Booitshoeke
17. ’s Heerwillemskapelle (inclusief natuurgebied Cardinaelshoeve) Alveringem
1. Meulentje/Kruiske 2. Stalijzer
3. Bampoelhoek 4. Gijverinkhove 5. Eikhoek 6. Zuidhoek
7. Kapelhoek (Franse grens tot aan Roesbrugge-Haringe) 8. IJzervallei tussen Roesbrugge-Harenge en Beveren
9. IJzervallei tussen Beveren en Stavele (inclusief Broekelzen natuurgebied) 10. IJzervallei tussen Stavele en Elzendamme (= Sint-Eloois)
11. Oosthoek/Westhoek/Zuidhoek te Stavele
12. Velden tussen Stavele en Elzendamme (inclusief Eversambos) 13. Smishoek
14. Velden Oeren 15. Velden Fortem
16. Velden Alveringem/Sint-Rijkers/Hoogstade
17. Komgronden Fortem/Lampernisse (grootste gedeelte komgronden Lampernisse gelegen op grondgebied Diksmuide)
Diksmuide2
1. Velden Pervijze
2. Velden Stuivekenskerke 3. Kleine Beverdijk/Tervate 4. Viconia-kleiputten 5. Oud-Stuivekenskerke 6. Velden Kaaskerke 7. Waleweiden 8. Kasteelhoek 9. Beerst Blote 10. Vlakte Leke 11. Warande Keiem
12. Molenhoek/Langenhoek/Puidarmoed 13. Kadeshoek/Hoogveld
14. Praatbos
15. Broeken Beerst (A)
16. Bethoosterse Broeken Esen (B) 17. Esenbroek (C)
18. Zoutenaaie
19. Komgronden Lampernisse 20. Oostkerke
21. Oudekapelle
22. Nieuwkapelle en Put van Driekapellen 23. Sint-Jacobskapelle
24. Broeken Diksmuide (A) 25. Velden Diksmuide/Woumen
2 De hoofdletters tussen haakjes verwijzen naar de gebruikte indeling van gebieden in het Veldornithologisch Jaarboek van R. Debruyne & K. Devos, 1989.
26. Spaarbekken Merkem
27. Rhillebroeken/Kleine Blankaart (B) 28. De Blankaart en omgeving
Koekelare
1. Zande (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Middelkerke en Gistel) 2. Ooievaarsmolen/Kruishoek/Bisschopshoek
3. Leugenboom/Warande 4. Velden Koekelare/Pottebezem 5. Koekelare Staatsbossen 6. De Swal
7. Moskou
8. Velden Bovekerke/Populier/Molenhoek 9. Belhutte
10. Wijnendalekapel Kortemark
1. Edewalle bossen 2. Velden Werken
3. Muishoek/Bosschege/Koutermolen 4. Groene Spriet
5. Malhove/Vullenhoek 6. Broeken Werken (D) 7. Broeken Handzame (E) 8. Zarrenlinde
9. Amersveld/Luikhoek/Vierschaar 10. Voshoek/Elle/Leenbos
11. Talpe-putten
12. Bufferbekken/Spanjaardpark Lo-Reninge
1. Zandhoek/Lobrug 2. Kouseboom
3. Velden Pollinkhove
4. Complex Grote-Beverdijk Lo-Reninge (G)/Turkeyen
5. Westbroek Lo-Reninge (H) (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Vleteren) 6. Broeken Reninge (F)
7. Broeken Noordschote (E) 8. Kortenkeer/Molenhoek/Boshoek 9. Kemmelbeekvallei
10. Velden Noordschote/Ieperleekanaal Houthulst.
1. Merkembroek (D) 2. Weiden Steenbeek (C) 3. Ruiterhoek Klerken 4. Sint-Pieter/Pierkenshoek 5. Hoogkwartier
6. Smis/Terrist
7. Ronehoek/Nieuwstede/Kippe 8. Nachtegaal/Bultehoek/Draaibank 9. Bosjes Houthulst
10. Houthulstbos/Vrijbos Vleteren
1. Velden Westvleteren 2. IJzerdeurhoek/Eikhoek 3. Velden Sint-Sixtus
4. Sint-Sixtus-bossencomplex 5. Poperingevaart-Noord
6. Poperingevaart-Zuid
7. Westbroek Vletereen (H) (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Vleteren) 8. Velden Kortenkeer/Oostvleteren
9. Velden Woesten Middelkerke
1. Sint-Laureinsduinen 2. Boterdijk/Schuddebeurze 3. Warandeduinen
4. Graningate/Crocodille 5. Schapenduinen en –weide 6. Groot-Stort-Wilskerke 7. Reservaat Puidenbroeken 8. Puidenbroeken weiden 9. Lage weiden Leffinge 10. Cleyemeere
11. Rattevallekreek (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Nieuwpoort) 12. Zelteweiden Slype
13. Donkermaneschijn 14. Slype-verkaveling-zuid
15. Snipgatweiden (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Gistel) 16. Spermalie/Leeuwenhofhoek
17. IJzer Mannekensvere/Schore
18. Waleweiden (grootste gedeelte ligt op grondgebied Diksmuide) 19. Kapelleweiden
20. Bazelaar (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Gistel) 21. Zande (grootste gedeelte ligt op grondgebied Diksmuide) Oostende
1. Prins-Karel-Domein 2. Ensorduinen
3. Nieuwe Koerswijk
4. Raversijde vliegveld/Lage weiden (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Middelkerke) 5. Historische Polder (ligt grotendeels op grondgebied Gistel) en Sportpark Stene 6. Stadsrandbos
7. Zoutekreek/Sluiskreek/Oude Straatkreek/Magdalenapolder (laatste gebied grootste gedeelte gelegen op grondgebied Oudenburg)
8. Grote Keignaertkreek 9. Plassendalegebied 10. Voorhaven Oostende 11. Spuikom
12. Zwaanhoek (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Oudenburg) Bredene
1. Spanjaardduinen 2. Vicogneweiden 3. Paelsteenpanne 4. d’Heye
5. Blauwe Sluis Gistel
1. Bazelaar (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Middelkerke) 2. Rietbos
3. Sint-Godelieve 4. Moere-Blote
5. Historische Polder Snaaskerke (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Oostende) en kleiputten Snaaskerke
6. Snipgatweiden/-reservaat (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Middelkerke) 7. Zomerloos
8. Verloren Kost/Moerdijkvaart 9. Doornhoek
10. Bourgonjepolder Oudenburg
1. Magdalenapolder (ligt gedeeltelijk ook op grondgebied Oostende) 2. Zwaanhoek
3. Moerdijkvaart 4. Paddegat
5. Waarbrug/Reigerie Westkerke 6. Noordhoek/Ettelgemput 7. Hoge Dijken/Roksemput
8. Bourgonjepolder (grondgebied Oudenburg) 9. Velden Roksem
10. ‘Pomptje en omgeving
Foto’s van gebieden en/of biotopen.
De Noordwesthoek Alveringem
De Broekelzen, een nieuw natuurreservaat. De omgeving van Gijverinkhove De Panne.
Duinmoeras in het Westhoekreservaat De Drie Vijvers
Diksmuide
De Blankaart en de Broeken De Komgronden van Lampernisse
De Waleweiden De Viconia-kleiputten
Houthulst
Het Vrijbos in Houthulst Het landschap vanop de Vredesmolen te Klerken
Koekelare
Het Koekelarebos De omgeving van de Swal
Koksijde
Het Hannecartbos De ecologische Golf te Oostduinkerke Nieuwpoort
Reservaat De IJzermonding met natuurlijke dijk. De Grote Beverdijk te Ramskapelle
Lo-Reninge
Noordschotebroek De omgeving van de Fintelebrug
Veurne
De Suikerfabriek van Veurne De Moeren Vleteren
De Sint-Sixtusbossen. De vallei van de Poperingevaart met op de achtergrond het Eversambos.
Foto’s van gebieden en/of biotopen.
Middenkust Bredene
De Spanjaardduinen Het Stadspark van Bredene Gistel
De Kleiputten van Snaaskerke De Bourgognepolder Middelkerke
De Schudebeurze De IJzer te Mannekensvere-Schore
Oostende
De Zoutekreek Het Plassendalegebied
Oudenburg
De Roksemput Een onderdeel van ’t Pomptje: de Schorreweide, Soortenoverzicht en selectieve bespreking.
Bij de vogelsoorten zijn de tendensen en cijfers voor de regio’s, landen en gans Europa vooral uit de volgende werken gehaald.
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu lang: Eu kort: Vla: Regio: (Vermeersch, G. et al., 2013, 2014 en 2015) Vla status: (Devos, K. et al., 2016).
Populatie(-schatting)
Europa: Birdlife International, 2004 en 2015, EBCC, 2013. Frankrijk: Olioso, G. et al., 2010
Noord-Frankrijk: Tombal, J.C., 1996; Camberlein, P. et al., 2012 Wallonië: Jacob, J.P. et al. 2010.
Nederland: Boele, A. et al., 2015 Zeeland: Vergeer, J., 1994
Zeeuws-Vlaanderen: Buise, M. & Tombeur, F., 1988
België: Devillers, P. et al., 1988; Lippens, L. & Wille, H., 1972;
https://circabc.europa.eu/sd/a/8912c96b-d9ce-453f-bdaa-ee03de049914/BE_A12NatSum_20141031.pdf.
Vlaanderen: Vermeersch, G. et al., 2004
Noord-West-Vlaanderen: De Scheemaeker, F. & Cooleman, S., 2015
Bij soorten waar er een bespreking volgt werden de totalen van het eigen studiegebied
(Noordwesthoek en Middenkust) en die van Noord-West-Vlaanderen (Mergus) vermeld. Af en toe zijn er dubbeltellingen. Bijvoorbeeld Mergus geeft een totaal van 36 koppels Futen, waarvan 4 territoria in de Roksemput. Wij vermelden dan voor de Middenkust 17 koppels, waarvan 4 kp. op de Roksemput. In de tekst hebben we deze correcties enkel verricht voor de totalen van de Kustpopulatie en in de overzichtstabel 17. Dit was vereist om de relatieve verhouding ten opzichte van de Vlaamse populatie correct te berekenen.
Fuut Podiceps cristatus (z,3 à 4)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu lang - Eu kort – Vla: - Regio: + Vla status: niet in gevaar (Devos, K. et al., 2016)
Populatie(-schatting)
Europa:300.000-450.000 (Birdlife International, 2004)/330.000-498.000 (Birdlife International, 2015).
Noord-Frankrijk: 300-400 (Tombal, J.C., 1996; Camberlein, P. et al.,2012) Zeeuws-Vlaanderen: 55-75 (Buise, M. & Tombeur, F., 1988)
Vlaanderen: 1.100-1.500 (Vermeersch, G. et al., 2004)
In de jaren 1986-1989 waren er in Vlaanderen naar schatting 650-700 Futenparen, waarvan 73 in West-Vlaanderen (Ulenaers, P. & Van Vessem, J., 1991), Alhoewel er sprake was van een toename, bleef deze viseter in onze provincie een vrij zeldzame soort. In de Noordwesthoek werden in 1988 in totaal 11 zekere broedgevallen vastgesteld (Debruyne, R. & Devos, K., 1989). Enkele jaren later, tussen 1992 en 1996, waren er in de IJzerbroeken reeds 15-20 kp. De soort profiteerde hier van de eutrofiëring van waterplassen (Courtens, W., 2000). Ook de inname van nieuwe biotopen, het toegenomen aantal geschikte terreinen (ontstaan van vijvers, klei- en zandwinningsputten,…) en de aanpassing aan de mens hebben een rol gespeeld in de algemene toename.
De Fuut heeft na de Vlaamse broedvogelatlas van 2000-2002 in de Noordwesthoek en aan de Middenkust nog een lichte toename gekend. In Noord-West-Vlaanderen werd in 2014 een totaal van 36 territoria doorgegeven (De Scheemaeker, F. & Cooleman, S., 2015). Aan de Noordwesthoek en de Middenkust hadden we een totaal van 68 territoria. Op de ganse Vlaamse broedpopulatie van 500- 1.000 paren heeft de Kuststreek (Noord-West-Vlaanderen, Middenkust en Noordwesthoek) in 2014 een belang van 10-20% en is daarmee een belangrijke regio (tabel 17). De meeste Futen in de Noordwesthoek en aan de Middenkust komen voor langsheen de IJzer, de Blankaart, de Keignaertkreek en de Roksemput.
A. Noordwesthoek De Panne
Drie Vijvers: 1 terr. (bbey,cver,jcja,ckor) Koekuithof: 1 terr. (bbey)
Markeyputten: 1 terr. (mlef) – 1 kp. met 2 pulli.
Koksijde
Kanaal Veurne-Nieuwpoort: 1 terr. (diva) Nieuwpoort
Baarsputten: 2 terr. (bbey,pbas,)
IJzer t.h.v. Uniebrug: 1 terr. (bbey)
Koolhofput: 2 terr. (bbey)
Veurne
De Moeren: min. 1 terr. (bbey)
Lovaart t.h.v. Steenkerke: 1 terr. (bbey) Diksmuide
Blankaart Woumen: a) Vijver: 2 terr. (bbey,sdew,hsch,kgod, jlec, wilv) – 1 kp. met 2 p.
b) Kleine Blankaart: 2 terr. (bbey,hsch) c) Visputten: 1 terr. (bbey,idal)
Ieperlee tussen Knokkebrug en Grote Martjebrug: 4 terr. (kdev,bbey) Ieperlee tussen Grote Martjebrug en brug baan Diksmuide-Ieper: 1 terr.
met 1 juv. (bbey)
IJzer tussen Schoorbakkebrug en Tervatebrug: 3 terr. (bbey)
IJzer tussen Tervatebrug en Diksmuidebrug: 6 terr. (kdv, bbey,dbe, pive, siva)
IJzer tussen Diksmuidebrug en Knokkebrug: 2 terr. (bbey,dbe,hsch) IJzer tussen Knokkebrug en Reningebrug: 2 terr. (dbe) – 1 kp. met 4 p. en 1 kp. met 2 p.
Lampernisse komgronden: 1 terr. (ebie)
Pervijze (velden): 2 terr. (dver) – 1 kp. met 1 pullus Put Driekapellen: 3 terr. (bbey,sbey)
Viconia-kleiputten: 2 terr. (bbey,kaer,mmeu,jver,wroe,plef) Alveringem
IJzer tussen Beveren-aan-de-IJzer en Stavele: 1 terr. (wvan,mrog) IJzer tussen Stavele en Elzendamme: 1 terr. (wvan)
IJzer tussen Elzendamme en Reningebrug: 1 terr. (wvan,dbe) Lo-Reninge
Complex Grote Beverdijk: 1 terr. (kgod)
Ieperlee broeken Noordschote: 2 terr. (bbey,dver,dbe) – 1 kp. met 2 p.
Westbroek: 1 terr. (svan) Kortemark
Bufferbekken Spanjaardbeek: 1 terr. (wdec) Kleiputten Desimpel: 1 terr. (wdec)
Vleteren
Boezingegracht: 1 terr. (bbey) Totaal: 52
B. Middenkust Middelkerke
IJzer tussen Uniebrug en Schoorbakkebrug: 3 terr. (bbey)
Kanaal Nieuwpoort-Plassendale tussen Slijpe- en Leffingebrug: 1 terr.
(bbey,grap,sall) Oostende
Grote Keignaert: 3 terr. (bbey,rvan,hvan)
Plassendale: 1 terr. (bbey) Bredene
Noordede: 1 terr. (bbey) Gistel
Autostradeputten: 1 terr. (ptav)
Snaaskerke kleiputten: 3 terr. (bbey,sall,jmar) Oudenburg
Roksemput: 4 terr. (sdha,dpee,lvan,sall,mpot,mkae) Totaal: 17
Eindtotaal studiegebied: 69
Dodaars Tachybaptus ruficollis (z,2 à 4; kaart 17)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu lang: - Eu-kort: - Vla: - Regio: + Vla status: niet in gevaar (Devos, K. et al., 2016)
Populatie(-schatting)
Europa: 129.000- 208.000 (Birdlife International, 2015; EBCC, 2015).
Frankrijk: 8.000-10.000 (Olioso, G. et al., 2010)
Noord-Frankrijk: 350 (Tombal, J.C., 1996; Olioso, G. et al., 2010; Camberlein, P. et al.,2012) Vlaanderen: 700-1.100 (Vermeersch, G. et al., 2004)
Wallonië: 610-680 (Jacob, J.P. et al. 2010).
Noord-Frankrijk: 300-400 (Tombal, J.C., 1996)
Nederland: 1800-2500 (https://www.vogelbescherming.nl) Zeeuws-Vlaanderen: 55-75 (Buise, M. & Tombeur, F., 1988)
In de jaren 1970 werd de Belgische populatie geschat op 650 paren. Ook toen was de Kuststreek met 40 kp., al één van de belangrijkere regio’s waar de Dodaars broedde (Devillers, P. et al., 1988).
De Vlaamse populatie werd begin de jaren 2000 geschat op 700-1100 paren (Vermeersch, G. et al., 2004). Dat is een toename in vergelijking met vroeger en onder meer te danken aan de inname van nieuwe broedterreinen (zoals veedrinkpoelen) en de eutrofiïering van stilstaande wateren. Recenter echter laat de Dodaars in Vlaanderen een meer negatieve trend zien (Vermeersch, G. et al., 2013).
Daar is in Noord-West-Vlaanderen echter nog niets van te merken. Integendeel 2014 was met 51 koppels het beste jaar sedert 2006 voor deze kleine fuutachtige (De Scheemaeker, F. et al., 2015).
Door zijn geringe gestalte en het feit dat bepaalde geschikte gebieden niet of nauwelijks door
vogelaars worden bezocht werden her en der broedgevallen over het hoofd gezien. Gericht zoekwerk had het aantal territoria in de streek wellicht verhoogd. Ook grote vijvers in niet-publiek toegankelijke plaatsen herbergen vermoedelijk wellicht nog enkele Dodaarsparen. Een belangrijke verschuiving met het midden van de jaren 1980 is dat toen praktisch alle broedterritoria gesitueerd waren op en rond de IJzer (Debruyne, R. & Devos, K., 1989). Thans is dit minder of niet meer het geval. Het toegenomen recreatief gebruik van de IJzer zorgt voor veel verstoring en is nadelig voor deze soort.
Aan de Middenkust en de Noordwesthoek kwamen we voor 2014 aan zowat 50 paren. Een dergelijk aantal houdt in dat de Dodaars sedert de Vlaamse broedvogelatlas in het studiegebied is toegenomen.
Op de totale Vlaamse broedpopulatie van 700-1.100 heeft de Kuststreek (Noord-West-Vlaanderen, Middenkust en Noordwesthoek) voor de Dodaars een aandeel van 8-13% en is daarmee een belangrijke regio (tabel 17). Opmerkelijke broedplaatsen van de Dodaars aan de Westkust zijn het Westhoekreservaat in De Panne (4 kp.), de Decantatiebekkens van Veurne (7 kp) en de Viconia- kleiputten in Stuivekenskerke (3 kp). Aan de Middenkust de Puidenbroeken, waar er wordt gebroed in
brede sloten (3 kp.), de kleiputten van Snaaskerke (3 kp.) en de Roksemput (3 kp.).
A. Noordwesthoek De Panne
Duinzoom Oosthoek: 1 terr. (cver,fsch)
Westhoekduinen: 4 terr. (bbey,rbil,fsch,mbat,ckor,vdae) Koksijde
Doornpanne: 1 terr. (rbil)
Golf Ter Hille: 2 terr. (bbey) – nieuwe broedplaats Noordduinen: 1 mog. terr. (bbey)
Nieuwpoort
Groenendijk: 1 terr. (bbey,azwa) Veurne
Decantatiebekkens Suikerfabriek: 7 terr. (kdv,bbey) De Moeren: 3 terr. (bbey,vbre,ebie)
Diksmuide
Kleine Blankaart: 1 terr. (ksam,fiva)
Rhillebroeken: 2 terr. (wpac,hsch,cver,kgoe,dbe)
Viconia-kleiputten: 3 terr. (bbey,lver,wroe,fric,cver,ksam) Koekelare
Vijver Carrestraat: 1 terr. (bbey) Lo-Reninge
Ieperlee broeken Noordschote: 1 mog. terr. (wpac) Kortemark
Bufferbekken Spanjaardbeek: 1 terr. (wdec) Kleiputten Desimpel: 1 terr. (wdec)
Talpe-putten: 1 terr. (bbey) Houthulst
Broeken Merkem: 1 terr. (wpac,sglo) Totaal: 32 terr.
B. Middelkerke Middelkerke
Puidenbroeken: 3 terr. (bbey)
Schapenweide: 1 terr. – 1 kp. met 1 pullus, VII. Verschillende jongen vermoedelijk gepakt door grote meeuwen (bbey,sdew,lhos,dsch,bnef) Schuddebeurze: 1 terr. – 1 kp. met 2 pulli, V (bbey)
Snipgatweiden: 1 terr. (bbey) Oostende
Prins-Karel-Domein: 2 terr. - 1 kp. met 2 pulli, VII (bbey,sall,lhos)
Sportpark Stene: 1 terr. (bbey)
Stadsrandbos: 2 terr. (cvel,jvan,jmar,sall) Gistel
Snaaskerke kleiputten: 3 terr. (sall,jmar) Oudenburg
‘t Pomptje: 1 terr. (divh,bbey)
Roksemput: 3 terr. (sdha,dpee,lvan,mpot,jmyl) Totaal: 18 terr.
Eindtotaal studiegebied: 50
Geoorde Fuut Podiceps nigricollis (z,4)
A. Noordwesthoek Veurne
Decantatiebekkens: 18 kp., waarvan 16 met pulli (kdv,bbey,ddhe) Eén van de belangrijkste broedplaatsen in Vlaanderen.
B. Middenkust Oudenburg
Roksemput: 1 terr. (sdha,mkae,ptav,gdra)
Aalscholver Phalacrocorax carbo (z,4)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu: stabiel tot stijgend Vla: + Regio: + Vla status: niet in gevaar (Devos, K. et al., 2016)
Populatie(-schatting)
Europa: 401,000-512,000 (BirdLife International 2015)
Vlaanderen: 1084-1227 (Vermeersch, G. & Anselin, A., 2009).
Wallonië: 410-490 (Jacob, J.P. et al. 2010)
In Noord-Frankrijk werden in 2012 over een totaal van 10 Aalscholverkolonies 831 paren geteld. De 3 grootste broedplaatsen waren Romelaere met 267 kp., Grande-Synthe met 176 kp. en Les Moêres met 158 kp.
(Camberlein, P; et al., 2012). De grootste kolonies van de Aalscholver in Zeeland zijn de Middelplaten in het Veerse Meer met 219 paren en de Speelmansplaten met 146 paren
(https://www.sovon.nl/nl/actueel/nieuws/kolonievogels-d14-zeeland-2017). Aan de Vlaamse Kust verdwenen alle Aalscholverkolonies (Meetkerke, De Blankaart, Westkerke,…) vanwege vervolging in de jaren 1950-1960.
Pas in de jaren 1980 kwamen de eerste Aalscholvers zicht terug vestigen op de Blankaart (Vermeersch, G. et al., 2004). Deze populatie in de IJzerbroeken groeide tussen 1996 en 1999 met achtereenvolgens 70, 86, 126 en 185 paren. Terzelfdertijd waren er nog een 7-tal nesten in de Eendenkooi van Merkem (Courtens, W., 2000).
Tijdens de Vlaamse broedvogelatlas werden 573-853 paren van de Aalscholver in Vlaanderen vastgesteld.
Sedertdien werd de opmars verdergezet. In 2008 waren er in Vlaanderen 1277 bezette nesten, verdeeld over 18 kolonies (Devos, K. 2009). In 2014 werden in Noord-West-Vlaanderen 116 nesten geteld (De Scheemaeker, F.
& Cooleman, S., 2015). In onze regio kwamen we in totaal aan 408 bezette nesten. Recent is er een nieuwe grote kolonie ontstaan in de Monobloc te Oostduinkerke, met inmiddels een 300-tal paren. Het is daarmee één van de belangrijkste Vlaamse kolonies geworden. De ganse Kustregio (Noord-West-Vlaanderen, Middenkust en Noordwesthoek) maakt anno 2014 minimum 42-48% van het Vlaamse broedbestand uit (tabel 17).
Aantal getelde nesten Aantal pulli per nest Totaal
7 1 7
16 2 32
21 3 63
8 4 32
Totale aantal getelde nesten 52 (= 17,6%)
Gemiddeld aantal jongen per nest = 2,57
Tabel 5. Steekproef van een aantal bezette nesten met het aantal pulli per nest in de Aalscholverkolonie aan de Monobloc te Oostduinkerke in 2014.
Vergelijkbaar onderzoek is te vinden bij Devos, K. Aanzet voor een intergrale populatiemonitoring van aalscholvers in Vlaanderen: First steps towards an integrated population monitoring of great cormorants in Flanders, nothern Belgium. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek,
2018, nr. 50 (2018). Brussel, Inbo, 2018.
A. Noordwesthoek
Koksijde-Oostduinkerke
Monobloc: 296 bezette nesten (kdev) Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: niet aanwezig – pers. med. Koen Devos Eendenkooi Merkem: 108 bezette nesten (kdev)
Eindtotaal: 404 B. Middenkust
Oostende
Snaaskerke kleiputten: 4 bezette nesten (sall) – recente kolonie Eindtotaal studiegebied: 408
Roerdomp Botaurus stellaris (z,4)
B. Middenkust Oudenburg
’t Pomptje: 1 terr. (divh)
Blauwe Reiger Ardea cinerea (z,3 à 4)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu: stabiel tot lichte toename Vla: - Regio: - Vla status: niet in gevaar (Devos, K. et al., 2016) Populatie(-schatting)
Europa: 210.000-290.000 (EBCC, 2013).
Belgische populatie: 3.500-4100 (Jacob, J.P. et al. 2010).
In Wallonië merkte men in de jaren 2001-2007 zowel een toename van het aantal broedende Blauwe Reigers (1.060-1.079 p.) als van het aantal kolonies (Jacob, J.P. et al. 2010). In die jaren varieerde de koloniegrootte (n=41) tussen 25,8-26,3 paren. De aantallen van de Blauwe Reiger in Nederland dalen dan weer sedert 1990 en zelfs sterk vanaf 2005 (Vergeer, J. et al., 2013). Recent echter neemt het aantal broedende Blauwe Reigers weer toe en waren er in 2014 ruim 9.000-9.200 bezette nesten (Boele, A. et al., 2015). De Provincie Zeeland telde in 2014 over 19 kolonies amper 267 nesten (2,9%
van het Nederlandse totaal). Gemiddeld is dat per kolonie 15,6 nesten. In Noord-Frankrijk waren er in 2014 naar schatting 414-711 broedende paren (Camberlein, P. et al.,2012).
In Vlaanderen wordt op langere termijn ook een negatieve tendens vastgesteld (Vermeersch, G. et al., 2013, 2014 en 2015) 3. Tussen de jaren 2000-2002 waren er in Vlaanderen: 2.056-2.315 koppels (Vermeersch, G. et al., 2004). De gemiddelde koloniegrootte (n=91) schommelde tussen 22,6-25,4 broedende Blauwe Reigers. In ons studiegebied werden in de Noordwesthoek in 1988 over 4 kolonies (Merken, Blankaart, Presende en Cabourg) 209 nesten geteld
(Debruyne, R. & Devos
, K., 1989). In het verleden waren er in de IJzerbroeken in 1993 op de Blankaart 58 kp. en in de Eendenkooi van Merkem 10 kp. In 1999 was dat respectievelijk 70 kp. aan de Blankaartvijver en 54 kp. in de Eendenkooi van Merkem 1999 (W. Courtens, 2000).In Noord-West-Vlaanderen werden in 2014 over 7 kolonies 14 nesten geteld. Sedert 2006 is er in deze regio eveneens een daling van de aantallen broedende Blauwe Reigers vast te stellen (De
Scheemaeker, F. & Cooleman, S., 2015)4. Aan de Middenkust en in de Noordwesthoek werden 142 bezette nesten geteld (= gemiddeld 17,6 bezette nesten per site). Voor wat het Blankaartgebied betreft zitten de aantallen in vergelijking met vroeger op een laag peil. Misschien is er te weinig
voedselaanbod. Andere mogelijkheden zijn teveel voedselconcurrentie van andere soorten of her en der een gebrekkige waterkwaliteit. De ganse Kustregio (Noord-West-Vlaanderen, Middenkust en Noordwesthoek) heeft ten opzichte van gans Vlaanderen een aandeel nestelende Blauwe Reigers van 11-13%, waardoor het een belangrijke regio is (tabel 17).
A. Noordwesthoek
Koksijde-Oostduinkerke
Hannecartbos: 39 bezette nesten (bbey,wslo) Veurne
Presende: 33 bezette nesten (kdeg) Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 10 bezette nesten (dbe) Eendenkooi Merkem: 3 bezette nesten (kdev)
Viconia-kleiputten: 11 bezette nesten (bbey,kdev,fric) Totaal: 96
3 Het broedbestand van Blauwe Reigers is wel afhankelijk van de hardheid van de voorafgaande winters.
4 Het hoogtepunt lag in 2007 met 222 nesten.
B. Middenkust Middelkerke
Autostradebrug Slype: 9 bezette nesten (bbey) - in 2013 eerste 2 nesten, een nieuwe kolonie.
Gistel
Ten Putte: 6 bezette nesten. (kdes) Oudenburg
Reigerie Westkerke: min. 31 bezette nesten (bbey) Totaal: 46
Eindtotaal studiegebied: 142
Lepelaar Platalea leucorodia (w,4)
A. Noordwesthoek Houthulst
Merkem: 1 wsch. Broedgeval (wpau,kdev,wdeb,wdec,sbey,dbe) – nestindicerend gedrag!
Knobbelzwaan Cygnus olor (z,2 à 4)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu: + Vla: - Regio: stabiel tot licht toenemend Vla status: bijna in gevaar (Devos, K. et al., 2016) Populatie(-schatting)
Europa: 83.400-116.000 (Birdlife International, 2015).
Noord-Frankrijk: 50-75 (Camberlein, P. et al.,2012) Wallonië: 140-180 (Jacob, J.P. et al. 2010).
Zeeuws-Vlaanderen: 7-10 (Buise, M. & Tombeur, F., 1988) Zeeland: 7-10/50-120 (Vergeer, J. et al., 2013).
Voor wat betreft de Noordwesthoek is het opvallend dat in de IJzerbroeken de Knobbelzwaan een relatief recente nieuwkomer is, die er pas sedert 1977 voor het eerst broedde. Het legsel mislukte evenwel. In 1999 broedde 1 paar in de Vallei van de Kemmelbeek (W. Courtens, 2000). Intussen heeft deze sierlijke vogel zich overal in de IJzerbroeken verspreid, met minimaal een 10-tal paren. De totale Vlaamse populatie in het eerste decennium van 2000 fluctueerde tussen 300 en 500 broedparen (Vermeersch, G. & Anselin, A., 2009).
In Noord-West-Vlaanderen waren er van deze zwanensoort in 2014 een 14-tal koppels (De
Scheemaeker, F. & Cooleman, S., 2015). Aan de Middenkust en de Noordwesthoek kwamen minimaal 25 paren tot broeden. Hoewel het een opvallende soort is, zijn wellicht een aantal paren over het hoofd gezien. Op de totale Vlaamse broedpopulatie van de Knobbelzwaan is de Kuststreek (Noord-West- Vlaanderen, Middenkust en Noordwesthoek) in 2014 met een aandeel van 10%-14% een belangrijke regio (tabel 17). We kunnen niet echt van een geclusterd voorkomen spreken bij de Knobbelzwaan in ons telgebied. Enkel in De Moeren en De Blankaart zijn er meerdere koppels aan te treffen.
A. Noordwesthoek De Panne
Drie Vijvers: 1 terr. (bbey,ddhe,cver) Jylweiden/trp: 1 terr. (bbey,cver,rbil)
Oosthoekduinen en Duinzoom: 1 terr. (bbey,ckor) Totaal: 3
Veurne
De Moeren: 3 terr. (bbey,nroo) - 1 kp. met 4 pulli Suikerfabriek: 2 terr. (bbey,kdev) - 2 kp. met 2 pulli (IV)
Totaal: 5 Alveringem
IJzervallei Beveren-Stavele (Broekelzen): 1 terr.
(wvan,dbe,gorb,ebie,cwin,pboe,…) - 1 kp. met 1 pullus Stavele-Elzendamme: 1 terr. (wvan,ebie)
Totaal: 2 Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 1 terr. (bbey,wroe,omec,pboe,cver,idal,…) - 1 kp. met 5 pulli
Rhillebroeken: 4 terr. (bbey,mhen,czap,ndel,fiva,kdew,…) - 1 kp. met 2 pulli en 1 kp. met 3 pulli
Viconiakleiputten: 1 terr. (bbey,esla) - 1 kp. met 2 pulli Totaal: 6
Lo-Reninge
Broeken Reninge/Kemmelbeekvallei: 1 terr. (bbey,dbe) Westbroek Reninge: 1 terr. (bbey,svan)
Totaal: 2 Houthulst
Broeken Merkem: 1 terr. (hsch,jeva) Totaal: 1
Eindtotaal: 19 B. Middenkust
Middelkerke
Snipgatweiden: 1 terr. (bbey) Totaal: 1
Oostende
Keignaert: 1 terr. (sven)
Plassendalegebied: 1 terr. (bbey)
Zoutekreek/Sluiskreek: 1 terr. (jhug,jmar,hvan)
Totaal: 3 Gistel
Snaanskerke kleiputten: 1 terr. (bbey) Totaal: 1
Oudenburg
Zwaanhoek: 1 terr. (mdek) Totaal: 1
Eindtotaal: 6
Eindtotaal studiegebied: 25
Grauwe Gans Anser anser (z, 3 à 4)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu kort: - Eu lang: - Vla: + Regio: + Vla status: niet in gevaar (Devos, K. et al., 2016)
Populatie(-schatting)
Europa: 259.000-427.000 (Birdlife International, 2015).
Noord-Frankrijk: 10 kp. Pas-de-Calais; 30-70 kp. Baai van de Somme (Tombal, J.C., 1996;
Olioso, G. et al., 2010; Camberlein, P. et al.,2012) Wallonië: 10-12 (Jacob, J.P. et al. 2010).
Vlaanderen: 1.000-1.500 (Vermeersch, G. et al., 2004 Nederland: 25.000 (www.sovon.nl)
Zeeuws-Vlaanderen: 40-45 (Buise, M. & Tombeur, F., 1988) Zeeland: 40-80 (Vergeer, J. et al., 2013).
De Grauwe Gans is sedert 1980 één van de succesverhalen binnen de Vlaamse avifauna (Vermeersch, G. et al., 2004). Hetzelfde beeld, met een sterke stijging sedert 1990, is ook in Nederland vastgesteld (Vergeer, J. et al., 2013). In West-Vlaanderen wordt deze ganzensoort momenteel actief bestreden (eieren schudden, nestvernietiging, vangst en afschot). Op deze manier wordt het broedbestand de laatste jaren in toom gehouden. Tevens knaagt predatie door de Vos Vulpes vulpes aan het
reproductieresultaat. In Noord-West-Vlaanderen werden in 2014 toch nog 215 p. Grauwe Ganzen geteld (De Scheemaeker, F. & Cooleman, S., 2015). Aan de Noordwesthoek en de Middenkust werden 142 kp. geteld.
Op de totale Vlaamse broedpopulatie van de Grauwe Gans is de Kuststreek (Noord-West-Vlaanderern, Middenkust en Noordwesthoek) in 2014 een belangrijke regio met een aandeel van 25% à 33% (tabel 17). De meeste Grauwe Ganzen in de Noordwesthoek en de Middenkust komen voor in weilanden,
waterpartijen en moerassen. De belangrijkste kernen situeren zich langsheen de IJzer en de aanpalende gebieden, zoals de Viconia-kleiputten. Voorts zijn er belangrijke concentraties in het Blankaartgebied, de omgeving van Leffinge Vliegveld, de Snipgatweiden, de Historische Polder van Oostende, de Zwaanhoek en ’t Pomptje.
A. Noordwesthoek De Panne
Oosthoekduinen en Duinzoom: 1 terr. (bbey)
Totaal: 1
Nieuwpoort
Baarsputten Sint-Joris: 3 terr. (bbey, kdev) Groot-Noord-Nieuwlandpolder: 1 terr. (bbey) Grote Beverdijkpolder: 1 terr. (bbey)
Koolhofput: 1 terr. (bbey) Totaal: 6
Veurne
De Moeren: 1 terr. (bbey)
Kortewilde/Steenkerke: 1 terr. (bbey) Suikerfabriek: 1 terr. (bbey)
Totaal: 3 Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 4 terr. (bbey,dbe) - 1 kp. met 8 p.
Broeken Beerst: 1 terr. (bbey) Broeken Merkem: 1 terr. (bbey)
Broeken Woumen: 3 terr. (dbe,fvan) - 1 kp. met 6 p. (IV) Kleine Beverdijk/Tervate: 1 terr. (bbey,dver)
Kleine Blankaart: 6 terr. (bbey) Rhillebroeken: 4 terr. (bbey)
Viconia-kleiputten: 8 terr. (bbey,cver) - 1 kp. met 3 p. (IV)/1 kp. met 4 p.
(IV)/1 kp. met 7 p.
Totaal: 28 Lo-Reninge
Broeken Noordschote: 1 terr. (bbey) Totaal: 1
Kortemark
Broeken Handzame: 1 terr. (bbey) Totaal: 1
Eindtotaal: 40 B. Middenkust
Middelkerke
Graningatepolder: 3 terr. (bbey)
Lage weiden/Vliegveld Leffinge: 2 terr. (bbey) Mannekensvere/Schore: 6 terr. (bbey)
Puidenbroeken: 1 terr. (bbey)
Puidenbroeken reservaat: 3 terr. (bbey,tdet) Rattevalle: 1 terr. (bbey
Schapenduinen: 1 terr. (bbey) Schuddebeurze: 2 terr. (bbey)
Snipgatweiden: 5 terr. (bbey,dans,sall)
Totaal: 24
Oostende
Historische Polder: 2 terr. (bbey) Plassendale: 2 terr. (bbey)
Prins-Karel-Domein: 8 terr. (bbey,mder,sall,lhos) - 1 kp. met 10 p.
Vliegveld weiden: 5 terr. (bbey)
Zoutekreek/Sluiskreek: 7 terr. (bbey,hvan) - 1 kp. met 3 p. (VII)/1 kp. met 6 p. (VII)/1 kp. met 3 p. (VII)
Totaal: 25 Bredene
Blauwe Sluis: 2 terr. (bbey) d’Heye: 2 terr. (hvan)
Totaal: 4 Gistel
Historische Polder: 7 terr. (bbey) - 1 kp. met 4 p. (VI)/1 kp. met 3 p. (V) Oudenburg
‘t Pompje: 32 terr. (divh) Zwaanhoek: 17 terr. (mdek)
Totaal: 49
Eindtotaal studiegebied: 142
Grote Canadese Gans Branta canadensis (z,3 à 4)
A. Noordwesthoek De Panne
Drie Vijvers: 1 terr. (bbey,jcma)
Oosthoekduinen/Duinzoom: 1 terr. (bbey,rbil,cver) Totaal: 2
Koksijde-Oostduinkerke
Doornpanne: 1 terr. (rbil,cver) Monobloc: 1 terr. (bbey,kdev)
Vakantiepark Duindal: 1 terr. (bbey) - 1 kp. met 6 pulli (V) Wulpen polders: 1 terr. (bbey)
Totaal: 4 Nieuwpoort
Baarsputten Sint-Joris: 1 terr. (kdev, bbey) - 1 kp. met 3 pulli (IV) Reservaat IJzermonding: 1 terr. (hvan,cdev,rhuy,dels,kgod,acru) Vakantiepark Ysermonde: 1 terr. (bbey) - 1 kp. met 5 pulli (VI)
Totaal: 3 Veurne
‘s Heerwillemskapelle: min 1 terr. (bbey)
Suikerfabriek: 4 terr. (bbey)
Totaal: 5 Alveringem
Bampoelhoek: 1 terr. (bbey)
IJzervallei Beveren-Stavele (Broekelzen): 1 terr.
(dbe,sglo,hsch,glie,fher)
Kruiske/Meulentje: 1 terr. (bbey) Totaal: 3
Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 1 terr. (bbey,cver,mhen,ddav,czap) Kadeshoek Beerst: 1 terr. (bbey)
Kleine Blankaart: 2 terr. (bbey,fiva,hsch) Pervijze (velden): 1 terr. (dver)
Rhillebroeken: 1 terr. (bbey)
Viconia-kleiputten: 3 terr. (bbey,jver,dbe) Totaal: 8
Koekelare
Bisschopshoek: 1 terr. (pcla) Totaal: 1
Kortemark
Broeken Handzame: 1 terr. (bbey) Broeken Werken: 1 terr. (bbey)
Talpe-putten: 2 terr. (bbey) – 1 kp. met 5 pulli (VII) Totaal: 4
Houthulst
Draaibank-Bultehoek Merkem: 1 terr. (bbey) Sint-Pieter/Pierkenshoek Klerken: 1 terr. (wdec)
Totaal: 2 Vleteren
Poperingevaart-Zuid: 1 terr. (bbey) Totaal: 1
Eindtotaal: 33 B. Middenkust
Middelkerke
Graningatepolder: 1 terr. (bbey)
Lage weiden/Vliegveld Leffinge: 1 terr. (bbey) IJzer Mannekensvere/Schore: 2 terr. (bbey) Puidenbroeken reservaat: 1 terr. (bbey) Schuddebeurze: 1 terr. (bbey,edev) Snipgatweiden: 1 terr. (bbey,sall,ptav) Spermalie-Leeuwenhofhoek: 1 terr. (bbey)
Totaal: 8
Oostende
Achterhaven: 1 terr. (sall,kmor)
Hippodroom: 1 terr. (bbey) - 1 kp. met 5 pulli (IV) Keignaert: 1 terr. (bbey,sven)
Stadsrandbos: 1 terr. (jvan)
Zoutekreek/Sluiskreek: 2 terr. (bbey,kmor) Totaal: 6
Bredene
Blauwe Sluis: 1 terr. (wdes) Totaal: 1
Gistel
Rietbos: 2 terr. (bbey) - 1 kp. met 4 pulli (VI) en 1 kp. met 5 pulli (V) Snaaskerke kleiputten: 2 terr. (bbey,sall) waaronder 1 kp. met 3 pulli (V)
Totaal: 4 Oudenburg
Paddegat: 2 terr. (bbey)
‘t Pompje: 4 terr. (divh)
Roksem velden: 1 terr. (bbey) Zwaanhoek: 7 terr. (mdek)
Totaal: 14 Eindtotaal: 33
Eindtotaal studiegebied: 66
Brandgans Branta leucopsis (w,2 à 4)
A. Noordwesthoek De Panne
Drie Vijvers: 1 terr. (bbey,cver) Nieuwpoort
Baarsputten Sint-Joris: 1 terr. (bbey) Alveringem
IJzervallei Beveren-Stavele: 1 terr. (wvan,dbe,gorb,lder,gvan) Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 1 terr. (hsch,wilv,cmer,wroe) Viconia-kleiputten: 1 terr. (bbey,kdev)
Lo-Reninge
Complex Grote Beverdijk: 1 terr. (bbey) Eindtotaal: 6
B. Middenkust
Middelkerke
Graningatepolder: 1 terr. (bbey) Oudenburg
‘t Pompje: 1 terr. (divh,mkae,mrog,nbot,jvra) Paddegat: 3 terr. (bbey)
Zwaanhoek: 1 terr. (bbey,jlam) Eindtotaal: 6
Eindtotaal studiegebied: 12
Bergeend Tadorna tadorna (z,3 à 4; kaart 18)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu: stabiel Vla: + Regio: + Vla status: niet in gevaar (Devos, K. et al., 2016) Populatie(-schatting)
Europa: 50.800-68.900 (Birdlife International, 2015).
De Bergeend komt voor in de zachte maritieme klimaatzone van West- Europa waar het in hoofdzaak in de kustgebieden broedt. De belangrijkste broedpopulatie bevindt zich op de Britse eilanden met 50.000 p. Eén van de bijzonderheden van de soort is dat pas uitgekomen jongen, vergezeld van oudervogels, grote afstanden kunnen afleggen naar voedselplaatsen5. Bergeenden eten daarbij hoofdzakelijk kleine schelpdieren en slakjes (Van de Kam, J. et al., 1999). Een andere specificiteit is dat praktisch de ganse populatie in de ruitijd naar de Duiste Bocht trekt, waar de aantallen tot meer dan 100.000 dieren kunnen oplopen. Ook in het Deltagebied en de Nederlandse Waddenzee ruien vogels (Teixeira, R., 1979).
Voor Noord-Frankrijk wordt voor de Bergeend een marge opgegeven van 45-132 kp. (Tombal, J.C., 1996). In Wallonië komen vanwege het gebrek aan geschikte terreinen maar 48-57 kp. voor (Jacob, J.P. et al. 2010). Te Zeeuws-Vlaanderen komt het broedbestand op 500-750 kp. (Buise, M. &
Tombeur, F., 1988) en voor Nederland op 5.000-8.000 kp. (https://www.vogelbescherming.nl). Zowel in Zeeland als in Nederland is de Bergeendtrend sedert 1990 stijgend (Vergeer, J., 2013). In Zeeuws- Vlaanderen werden de hoogste dichtheden per 100 ha vastgesteld in brak water met 9,8 paren en in vochtig grasland met 9,6 paren (Vergeer, J. et al., 2013).
In Vlaanderen houdt de Bergeend het op 1.000-1.400 koppels, die vooral in de poldergebieden en langs de grote rivieren hun stek vinden. Sedert de jaren 1950 groeide de broedpopulatie gestaag. De toename is te danken aan de aanwas in de traditionele broedgebieden en de kolonisering van nieuwe broedbiotopen. Nieuw bezette biotopen zijn onder meer opgespoten terreinen, visvijvers, kleiputten en natuurinrichtingsprojecten. In de Kustregio is het broedbestand tussen de jaren 1970 (79-95 paren) en de jaren 2000 vertienvoudigd. Als voorbeeld in de eigen regio geven we de IJzervallei en
aangrenzende gebieden met een stijging van 55-60 paren in 1990 naar 140-200 p. in 2000-2002 (Vermeersch, G. et al., 2004).
Ook in Noord-West-Vlaanderen ging het hard met in de Zeebrugse Achterhaven een toename van 5 paren in 1975 naar 92 in 1996 (Vermeersch, G. et al., 2004). Voor de ganse regio kwam men in 2014 op 233 paren (De Scheemaeker, F. & Cooleman, S., 2015). In de Noord-Westhoek en de Middenkust werden in 2014 minimaal 192 territoria vastgesteld. Op de totale Vlaamse broedpopulatie van 1.000-
5 Vb. Er werd een verplaatsing waargenomen van een Bergeendenpaar met pulli van de Nieuwendammekreek, over het sluizencomplex van Nieuwpoort, naar het reservaat de IJzermonding eind mei 2014 - pers. obs.
1.400 Bergeendenparen heeft de Kuststreek (Noord-West-Vlaanderen, Middenkust en
Noordwesthoek) in 2014 een aandeel van 25-38% (tabel 17). In een aantal gebieden werd een geconcentreerd voorkomen vastgesteld: ten zuiden van Oostende (Historische Polder, Zoutekreek, Zwaanhoek, ’t Pompje), rond Nieuwpoort (Boterdijk/Schuddebeurze, reservaat IJzermonding, Spaarbekken Sint-Joris) en langsheen de IJzer (vooral rond de Blankaart)6.
A. Noordwesthoek De Panne
De Moeren noordrand: 3 terr. (bbey) Drie Vijvers: 1 terr. (bbey)
Duinzoom Oosthoek: 1 terr. (bbey) Totaal: 5
Koksijde-Oostduinkerke De Zelte: 3 terr. (bbey) Doornpanne: 1 terr. (bbey) Ter Yde (IWVA): 1 terr. (bbey) Wulpen polders: 4 terr. (bbey)
Totaal: 9 Nieuwpoort
Groenendijk: 2 terr. (bbey)
Groot-Noord-Nieuwlandpolder: 1 terr.
Bovendien aan het Spaarbekken van Nieuwpoort (een
verzamelplaats voor succesvolle broedparen uit het omliggende die met hun jongen naar deze waterplas trekken.) - 1 kp. met 11 p. (III) en 1 kp. met 12 p. (III) op 14/06 (bbey).
Grote Beverdijkpolder: 2 terr. (bbey,dver) IJzermonding: 3 terr.
Ook deze plaats is een verzamelplaats voor Bergeenden met jongen uit het reservaat en het omliggende: 1 kp. met 9 p. (VII), 1 kp. met 2 p. (IV), 1 kp. met 4 p. (IV), 1 kp. met 2 p. (III), 1 kp. met 6 p. en 1 kp. met 8 p. (bbey,gcre,hvan, cvan)
Koolhofput: 2 terr. (bbey) Lenspolder: 2 terr. (bbey)
Militair Domein Lombardsijde: 3 terr. (bbey)
Sluizencomplex/Nieuwendammekreek: 1 terr. – 1 kp. met 4 p. (III) (bbey) Totaal: 16
Veurne
De Moeren: 2 terr. - 1 kp. met 9 p. (VI) (bbey) Eggewaartskapelle polder: 1 terr. (bbey)
6 In 2013 werd tijdens de akkervogelinventarisatie in de Westhoek ook een verhoogd voorkomen vastgesteld langs de IJzer op het traject tussen de Franse grens en de baan Veurne-Ieper (Dochy, O., 2014).
‘s Heerwillemskapelle: 1 terr. (bbey,wpau)
Korte Wilde/Steenkerkepolder: 1 terr. - 1 kp. met 2 p. (kdew) Suikerfabriek: 3 terr. (bbey)
Totaal: 8 Alveringem
IJzervallei Beveren-Stavele: 3 terr. - 1kp. met 2 p. (bbey,wvan) Stavele-Elzendamme: 1 terr. (bbey)
Poperingevaart Elzendamme: 1 terr. (bbey) Totaal: 5
Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 5 terr. – 1 kp. met 6 p. en 1 kp. met 8 p.
(bbey,hsch,pvan,sbey)
Broeken Beerst: 1 terr. (bbey) Broeken Merkem: 3 terr. (bbey) Esenbroek: 1 terr. (bbey)
Kaaskerke weiden: 1 terr. (bbey)
Kleine Beverdijk/Tervate: 1 terr. (bbey) Lampernisse komgronden: 2 terr. (bbey) Pervijze (velden): 1 terr. (dver)
Rhillebroeken: 2 terr. (bbey)
Sint-Jacobskapelle weiden: 1 terr. (bbey)
Viconiakleiputten: 2 terr. - 1 kp. met 6 p. (III) + 1kp. met 8 p. (IV) (bbey) Waleweiden: 1 terr. (bbey)
Totaal: 21 Kortemark
Talpe-putten: 2 terr. (bbey) – 1 kp. met 3 p. (VII) Totaal: 2
Lo-Reninge
Broeken Noordschote: 1 terr. (bbey) Complex Grote Beverdijk: 3 terr. (bbey) Hazewind: 1 terr. (bbey)
Kortenkeer/Molenhoek/Boshoek: 1 terr. (bbey) Pollinkhove velden: 2 terr. (kgoe)
Westbroek: 3 terr. (bbey) Totaal: 11
Vleteren
Poperingevaart-Noord: 1 terr. (bbey) Poperingevaart-Zuid: 1 terr. (bbey)
Totaal: 2 Houthulst
Houthulstbos: 2 terr. (wdec)
Totaal: 2
Eindtotaal: 81 B. Middenkust
Middelkerke
Boterdijk: 3 terr. (bbey) Cleyemeere: 1 terr. (bbey)
Donkermaneschijn: 2 terr. (bbey) Graningatepolder: 4 terr. (bbey) Kapelleweiden: 1 terr. (bbey)
Mannekensvere/Schore: 2 terr. (bbey)
Puidenbroeken reservaat: 2 terr. (bbey,obey) Rattevalle: 1 terr. (bbey)
Schuddebeurze: 3 terr. (bbey) Sint-Laureinsduinen: 2 terr. (bbey) Slijpe weiden: 2 terr. (bbey)
Snipgatweiden: 3 terr. (bbey)
Spermalie-Leeuwenhofhoek: 3 terr. (bbey)
Wilskerke Groot Stort en omgeving: 1 terr. (bbey) Zelteweiden: 4 terr. (bbey)
Totaal: 34 Oostende
Historische Polder: 1 terr. (bbey) Keignaert: 1 terr. (bbey)
Magdalenapolder/Oude Straatkreek: 3 terr. (bbey) Plassendale: 1 terr. (bbey)
Prins-Karel-Domein: 1 terr. (jhug) Vliegveld weiden: 1 terr. (bbey)
Zoutekreek/Sluiskreek: 6 terr. - 1 kp. met 2 p. (VII) (bbey) Totaal: 14
Bredene
Blauwe Sluis: 1 terr. (bbey) Spanjaardduin: 1 terr. (dbot) Vicogneweiden: 3 terr. (bbey)
Totaal: 5 Gistel
Bazelaar: 1 terr. – 1 kp. met 6 p. (V) (bbey) Bourgogne-polder: 4 terr. (dans)
Rietbos: 1 terr. (bbey)
Snaaskerke Historische Polder: 5 terr. - 1 kp. met 11 p. (IV) en 1 kp. met 6 p. (bbey,jlam)
Snipgatweiden: 1 terr. (bbey)
Totaal: 12
Oudenburg
Ettelgem weiden: 1 terr. (bbey)
‘t Pompje: 35 terr. (divh)
Roksemput: 2 terr. (sdha,dpee,lvan) Zwaanhoek: 6 terr. (mdek)
Totaal: 44 Koekelare
Leugenboom: 1 terr. (bbey) Warande: 1 terr. (bbey)
Totaal: 2
Eindtotaal: 111
Eindtotaal studiegebied: 192
Casarca Tadorna ferruginea (m,3 à 4)
A. Noordwesthoek Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 1 terr. (bbey,kdev,czap,omec,bmoo,sdew) - 1 broedverdacht koppel
Nijlgans Alopochen aegyptiacus (z, 3 à 4)
A. Noordwesthoek De Panne
Drie Vijvers: 1 terr. (bbey,cver) Nieuwpoort
Koolhofput: 1 terr. (bbey) - 1 kp. met 5 pulli (V).
Reservaat IJzermonding: 1 terr. (cfer,cdev,mjan,ldav,cver) Alveringem
IJzervallei Beveren-Stavele (Broekelzen): 1 terr. (hsch,dbe,mrog,gvan) Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 4 terr. (bbey,sdew,wroe,cver,yveg,sost) - waaronder 1 kp. met 6 pulli
Kleine Blankaart: 1 terr. (bbey,hsch,dbe) Put Driekapellen: 1 terr. (bbey)
Rhillebroeken: 1 terr. (bbey)
Velden Woumen: 1 terr. (bbey) - 1 kp. met 8 pulli
Viconiakleiputten: 1 terr. (cver)
Kortemark
Talpe-putten: 1 terr. (bbey) Lo-Reninge
Broeken Noordschote: 1 terr. (sdew,dbe)
Broeken Noordschote (ten zuidoosten van dorp): 1 terr. (begg) Westbroek Reninge: 1 terr. (bbey,dbe,svan)
Vleteren
Poperingevaart-Zuid: 1 terr. (bbey) Eindtotaal: 19
B. Middenkust Middelkerke
Schuddebeurze: 1 terr. (bbey) Oostende
Zandvoorde Gipsterreinen: 1 terr. (sall) Zoutekreek/Sluiskreek: 1 terr. (bbey) Bredene
Vicogneweiden: 1 terr. (tvan) Gistel
Rietbos: 1 terr. (bbey)
Snaaskerke kleiputten: 1 terr. (sall) Oudenburg
‘t Pompje: 1 terr. (divh,bbey,mkae,mrog,sdew) Eindtotaal: 7
Eindtotaal studiegebied: 26
Krakeend Anas strepera (w,1 à 4)
Regio’s, omliggende landen en Europa.
Tendens: Eu: vermoedelijk stabiel Vla: stabiel Regio: + Vla status: niet in gevaar (Devos, K. et al., 2016)
Populatie(-schatting)
Europa: 75.400-125.000 (Birdlife International, 2015).
Hoewel er nieuwe sites worden ingenomen blijft deze grondeleend zowel in Noord-Frankrijk met 17 koppels in 2012 (Camberlein, P; et al., 2012) als in Wallonië met 8-39 kp (Jacob, J.P. et al. 2010) een zeldzame broeder. In Nederland is de soort als broedvogel wel goed ingeburgerd met 6.000-7.000 paren. Eutrofiëring van stilstaande wateren en het afsluiten van zoute wateren zorgden mede voor de opmars van Anas strepera. Zodoende is de trend in Nederland voor de Krakeend als broedvogel positief te noemen (Birdlife International, 2004; Boele, A. et al., 2016). In Zeeland werden in 1991 een 75-125 paren geteld. Maar West-Zeeuws-Vlaanderen werd toen nog niet bezet. (Buise, M. &
Tombeur, F., 1988; Vergeer, J. et al., 1994).
De totale Vlaamse broedpopulatie bedroeg in de periode 2000-2002 bij benadering 1.000-1.200 paren.
In Noord-West-Vlaanderen werden 77 paren doorgegeven in 2014 (De Scheemaeker, F. & Cooleman,
S., 2015). In ons studiegebied werd in de IJzervallei in 1988 voor het eerst een zeker broedgeval van de Krakeend geregistreerd (Debruyne, R. & Devos, K., 1989). In de jaren 1990 werden in hetzelfde gebied 1 à 3 broedparen opgemerkt (Courtens, W., 2000). Aan de Noordwesthoek en de Middenkust werden in 2014 in totaal 14 paren vastgesteld, wat een ondertelling is van de reële aantallen. Op een Vlaamse broedpopulatie van 1.000-1.200 heeft de Kuststreek (Noord-West-Vlaanderen, Middenkust en Noordwesthoek) voor de Krakeend een aandeel van 7-9% (tabel 17).
A. Noordwesthoek Veurne
Suikerfabriek: 2 terr. (bbey,ddhe) Alveringem
IJzervallei Beveren-Stavele (Broekelzen): 1 terr. (wvan,sbey,dbe,mrog) Diksmuide
Blankaartpark en omgeving: 1 terr. (bbey,jsrp,phva,hsch) Kleine Blankaart: 2 terr. (bbey,mdel,fver)
Rhillebroeken: 1 terr. (bbey,wpac,wdec) Viconiakleiputten: 1 terr. (cver)
Lo-Reninge
Westbroek Reninge: 1 terr. (bbey) Eindtotaal: 9
B. Middenkust Middelkerke
Schuddebeurze: 2 terr. (bbey) – vijvers in privé-terrein Oostende
Snaaskerke kleiputten: 1 terr. (bbey) Stadsrandbos: 1 terr. (sall)
Oudenburg
‘t Pompje: 1 terr. (divh,mrog) Eindtotaal: 5
Eindtotaal studiegebied: 14
Slobeend Anan clypeata (z,1 à 4)
Tendens: Eu: onbekend Vla: onbekend Regio: onbekend Vla status: bijna in gevaar (Devos, K. et al., 2016) Populatie(-schatting)
Europa: 170.000-233.000 (Birdlife International, 2015)
Het aantal territoria in Vlaanderen van de Slobeend draait rond de 800.1.000 paren (Vermeersch, G. et al., 2004). In Noord-Frankrijk is de omvang van het bestand met 60-100 paren gering, (Tombal, J.C., 1996). In Wallonië is hij nog zeldzamer met 1-9 paren en wordt er enkel permanent gebroed in de moerassen van Harchies (Jacob, J.P. et al. 2010). Te Zeeuws-Vlaanderen, met 42-68 paren en in de ganse Provincie Zeeland, met 450-700 paren is de Slobeend algemener als broedvogel (Buise, M. &
Tombeur, F., 1988; Vergeer, J. et al., 1994). De trend in Zeeland was vanaf 1990 dalend, doch sedert dit decennium is er terug een lichte opwaartse trend. Wel is het zo dat de Slobeend in Zeeland enkel
nog in beheerde (weidereservaten,…) of natuurlijke gebieden (kreken,…) een normaal broedbestand kent (Vergeer, J. et al., 2013).
Vermoedelijk is de Slobeend aan de Middenkust en de Noordwesthoek sedert de tellingen voor de Vlaamse broedvogelatlas (periode 2000-2002) achteruitgegaan. In de traditionele landbouwgebieden kan deze grondeleend zich bij waterpeilverlaging, het scheuren van historische graslanden en de intensifiëring van het grondgebruik moeilijk handhaven. Daarentegen is het zo dat wanneer er aan gericht natuurbeheer of –ontwikkeling wordt gedaan er een gezonde populatie kan gedijen.
Bijvoorbeeld aan ’t Pomptje te Oudenburg van 5 paren in 2006 naar 11 paren in 2014 (Vanhoecke, D., 2015). In de Noordwesthoek zit de kernpopulatie in de IJzerbroeken. In de jaren 1980-1990
schommelde het aantal broedende Slobeenden in de natte weilanden en hooilanden er tussen 58-138 paren (Becuwe, M. & Kuijken, E. 1985; Courtens, W., 2000). In 2014 kwamen we maar aan 18 koppels, wat veel lager is dan het werkelijk aantal territoria.
Begin de jaren 2000 bedroeg de Kustpopulatie 300-370 broedparen (Vermeersch, K. et al., 2004). De Kustregio had toen een aandeel van 30-46% in Vlaanderen. In Noord-West-Vlaanderen kwam men in 2014 op 133 territoria uit (De Scheemaeker, F. & Cooleman, S., 2015). Aan de Noordwesthoek en de Middenkust werden 58 territoria vastgesteld. Echter voor de IJzerbroeken ontbrak een goede telling.
Op de totale Vlaamse broedpopulatie van 800-1.000 kp. is de Kuststreek (Noord-West-Vlaanderen, Middenkust en Noordwesthoek) voor de Slobeend in 2014 belangrijk met een aandeel van 18-22%
(tabel 17). De kernen van de Slobeend in de Noordwesthoek bevinden zich in de IJzerbroeken tussen Roesbrugge en Diksmuide en in de komgronden te Lampernisse. Aan de Middenkust zijn dat de Zwaanhoek en ‘t Pomptje.