• No results found

Handschrift Hattem C 5 · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Handschrift Hattem C 5 · dbnl"

Copied!
776
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Handschrift Hattem C 5

Noor Versélewel de Witt Hamer

bron

Handschrift Hattem C 5. (ed. Noor Versélewel de Witt Hamer). Z.n., z.p. 2017

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_hat001hatt03_01/colofon.php

© 2017 dbnl

(2)
(3)

1

[1]

1

D

2

It sijn die verboden daghen die b[...]

3

[2-3]

4

¶ Laumaent

5

heefter vij Den [...] Den ijten [...] Den vten Den xten Den x[...]

[4-5] ¶ Sporkele

6

heefter iij Den iiijten Den xiij[...]

[6-7] ¶ Maerte

7

heefter iiij Den jten Den ijten Den [...] dach [8-9] ¶ April

8

heefter iij Den xten Den xvten Den

9

[...] dach

[10-11] ¶ Meye

10

heefter v Den iijten Den xvten Den x[...] Den xxvten dach [12-13] ¶ Wedemaent

11

heefter iij Den xiijten Den xi[...] dach

[14-15] ¶ Hoymaent

12

heefter iij Den iiijten Den xten D[...]

[16-17] ¶ Oestmaent

13

heefter iij Den jten Den xxten Den [...]

[18-19] ¶ September

14

heefter iij Den iijten Den xvijten Den x[...]

[20-21] ¶ October

1516

heefter iij Den iijten Den xvijten Den x[...]

[22-23] ¶ Nouember

17

heefter iij Den iijten Den xvijten [...]

[24-25] ¶ December

18

heefter iij Den vten Den xvten Den x[...]

[26] M

19

oghelic waert wort een kijnt ghebor[...]

[27] van dezen daghen het en soude niet la[...]

[28] Ende wort een mensche zieck hij en so[...]

[29] lic ghenezen Ende toghe een mensche b[...]

[30] hij en soude nemmermeer weder keeren [...]

[31] bij groter auenture Ende zo wat mann[...]

[32] malcandere namen of trouden sij souden [...]

[33] off langhe leuen in droefheden Ende [...]

[34] beghonste te doene daer macht a[...]

[35] van dezen daghen het zoude comen te[...]

1 1 Aan de rechterkant van de hele pagina is door beschadiging tekst weggevallen.

2 D Lombarde, 2 regels hoog (1 en in bovenmarge).

3 DIt sijn die verboden daghen die b[...] Rood onderstreept.

4 De regels 2-25 vormen een tabel met twee kolommen, waarin per maand telkens over twee regels aangegeven wordt welke verboden dagen er zijn (zie facsimile). Na de maandnaam volgt steeds een horizontale rode streep, die kolom a verbindt met kolom b. De paragraaftekens staan in de linkermarge. Voor de duidelijkheid zijn deze 24 regels per 2 regels afgeschreven, zodat de tekst in de juiste volgorde staat.

5 Laumaent Rood onderstreept.

6 Sporkele Rood onderstreept.

7 Maerte Rood onderstreept.

8 April Rood onderstreept.

9 Den Contemporaine doorhaling.

10 Meye Rood onderstreept.

11 Wedemaent Rood onderstreept.

12 Hoymaent Rood onderstreept.

13 Oestmaent Rood onderstreept.

14 September Rood onderstreept.

15 October Rood onderstreept.

16 October Achter 'October' staat een aanzet tot h.

17 Nouember Rood onderstreept.

18 December Rood onderstreept.

19 M Lombarde, 2 regels hoog (26-27).

(4)

[1]

20

[...] was een prophete jnden lande van [2] [...]rusalem die was gheheten Edras [3] [...]ant les[...]de jnde scrifturen dat de [4] [...]ch van laumaent es een nywe dach [5] [...] van vele virtuten ¶ Als jaersdach

21

[6] [...] dach

22

valt op den sonnendach soe salt [7] [...] g

23

groot wijntere Ende een wayende [8] [...]ne Ende een drooghe zomer Ende een [9] [...]oest Ende daer sullen sijn danne vele [10] [...]en Ende daer sal vallen vele honichs [11] [...] het sal sijn vervulte van alle goeden [12] [...] Als die nyewedach

24

coemt op den ma- [13] [...]ch soe salt sijn een soete wijnter Ende [14] [...]ede vasten Ende een goede wayende [15] [...]r Ende een nauwelic oest Ende dan sal- [16] [...]ijn honichs ghenoech Ende dan sullen [17] [...] luttel scapen Ende vele jongher lieden [18] [...]len steruen ¶ Als die nyewedach

25

coemt [19] [...]p den dijnsdach soe salt sijn een soete [20] wijntere Ende een zwaer vasten Ende

[21] een goede

26

zomer Ende een goede oest Ende [22] [...] fruits sal daer dan sijn Ende vele

[23] [...]ns Ende lettel honichs Ende lettel [24] [...]pen ¶ Als die nyewedach

27

coemt op [25] [...] woensdach soe salt sijn een starcke [26] [...]ter Ende een wayende zomer Ende een [27] [...]nde vasten Ende daer sal dan sijn vele [28] [...]ts Ende vele wijns Ende met veel ho- [29] [...]s Ende het sal sijn een goede oest Ende [30] [...]al vele beesten vijnden ¶ Als die nye

28

[31] [...]ls die ny dach

29

coemt op den donredach [32] [...]t sijn een goede wijnter Ende een warme [33] [...] Ende een goede zomer Ende een goede oest [34] [...] goede tijt Ende vele ouder lieden sullen [35] [...] ¶ Als die nyewe dach

30

coemt op den [36] [...]h soe salder sijn een wonderlic wijnter

20 1 Aan de linkerkant van de hele pagina is door beschadiging tekst weggevallen.

21 jaersdach Rood onderstreept.

22 dach Rood onderstreept.

23 g Contemporaine doorhaling (dichtgelopen g met aanzet tot r).

24 nyewedach Rood onderstreept.

25 nyewedach Rood onderstreept.

26 goede Aansluitend aan 'goede' staat een doorgehaalde aanzet tot een onbekende letter.

27 nyewedach Rood onderstreept.

(5)

[37] [...] goede vasten Ende een goede zomer Ende een [38] [...]est Ende wijns ghenoech Ende verblidende [39] [...] korsten hem hebben Ende vele scapen sullen [40] [...] Als die nyewedach

31

coemt op den

[41] [...]e salt sijn een stormende wijnter Ende een [42] [...] vasten Ende een goede somer Ende man [43] [...] sullen sijn ghesont etcetera

2. Prozavertaling 'Secreta Secretorum'

31 nyewedach Rood onderstreept.

(6)

[1] M

32

En vijnt vier manieren van [2] Coninghen ¶ Die eerste coninc es [3] milde hem ende zijnen ondersaten [4] ¶ Die ander es vrec ende ghie-

[5] rich hem ende zijnen ondersaten ¶ De derde es [6] hem zeluen vrec ende zijnen ondersaten [7] milde ¶ Die vierde es hem zeluen milde [8] ende zijnen ondersaten ghierich ende vrec [9] ¶ Hier wort gheuraecht wie van dezen

[10] coninghen vier meest te prijsen es ¶ Somme- [11] ghe hebben hier op gheandwoerdt dat- [12] tet gheen scande en es jn een coninc

[13] dat hij hem zeluen vrec es ende zijnen onder- [14] saten milde ¶ Andere hebben wederomme hier [15] jeghens gheseit dat die coninc niet te pri-

[16] sen en es die hem zeluen ende zijnen ondersaten [17] niet milde en es Maer onder alle die

[18] viere die voerghenoemt sijn zo es de [19] quaetste ende die onduegdelicste die hem [20] seluen milde es ende zijnen ondersaten ende [21] dienaren vrec zijn rike en sal niet lan- [22] ghe dueren maer gheringe salt vergaen [23] Maer wantet quaet al juust te ghera-

[24] ken es eenen hem duegdelic ende redelic te [25] hebben int gheuen niet te milde en zij noch [26] int houden te vrec Zo ist van node eenen [27] yeghelicken die hem hier jn duegdelic heb- [28] ben wille dat hij aenzie sijn macht den

[29] tijt wanneer. ende die zake ende die verdiente [30] wairomme h

33

dat hij yement beghiften

[31] wille Zoo zuldi dan uwee ghiften gheuen

[32] na uwer macht mit maten den ghenen

[33] diet behoeuen Want die bouen zijn macht

[34] gheuet den ghenen dies niet en behoeuen

[35] en heeft noch lof noch loon dair aff

[36] ende wat alzo ghegeuen es dat es verloren

[37] Deze die aldus sijn goet wech gheeft

(7)

4

[1] doet ghelijc als een die den strijt ghewon- [2] nen heeft ende dan zijnen vyanden victorie [3] gheeft Aldus dan die van zijn goet den [4] ghenen na zijn macht dies hebben te doene [5] gheeft die coninc es milde hem zeluen ende [6] zijnen ondersaten zijn rike sal voerspoet [7] hebben ende zijn ghebot zal onderhouden [8] worden Maer wie tgoet van zijn rike on- [9] manierlic gheeft den ghenen dies niet [10] van node en hebben ende den ghenen dies [11] onweerdich zijn ende niet verdient en [12] hebben die es een destrueerder ende verder- [13] uer zijns rijcks ende een ouerbringher [14] Ende ghelijc eenen coninc zeere onbequaem [15] es dese onmanierlike mildicheit zoo es [16] ooc noch hem vele leelicker ende onbequa- [17] mer de vrecheit ende ghiericheit Ende [18] waert bij alzo dat de coninc hem zeluen [19] van grooter ende onmanierlick mildicheit [20] ende van grooter vrecheit niet ghekeeren [21] en mochte ende hem int houden ende int ghe- [22] lonen als vooren gheseit es niet redelic [23] hebben zo es hem tghesienste ende tbeste [24] dat hij mit grooter neersticheit eenen [25] ghetrouwen wijsen man verkiese die zijn [26] rike regieren mach ende zijn goet wt [27] de name van hem houden ende gheuen als [28] hier voren verclaert staet

[29] A

34

lexander jck segghe v zekerlic [30] zoe wat coninc zoe dicwil gheeft ende [31] meer gheeft dan zijn renten verdraghen [32] moghen hij verderft ende hij wordt verdor- [33] uen. hij wort verdoruen want hij verarmen [34] moet ende hij verdarft dan dairomme zijn [35] ondersaten met scattinghen ¶ Nv hoert [36] de leere van Hermogenes

35

die groote [37] meester hij seyt dat de alder ouerste [38] warachtighe duegd el

36

edelheit vervult-

34 A Lombarde, 2 regels hoog (29-30).

35 Hermogenes Rood onderstreept.

36 el Contemporaine doorhaling.

(8)

[1]

37

heit vander wet ende een teyken van volmaect-

[2] heit jn een coninc es dat hij hem zeluen niet

[3] en stelle om tgoet ende tgelt van zijnen onder-

[4] saten te ghecrijghene met scattinghen want

[5] om dier zaken wille was eens een conincrike

[6] ghedestrueert ende verdoruen Want doe de costen

[7] de renten te bouen ghinghen ende de renten be-

[8] gonsten te falgieren doe begonste die coninc

[9] tgoet van zijnen ondersaten tot hem te trec-

[10] kene doen riepen die ondersaten mitds

[11] dat groote onghelijc ende onrecht gode

[12] an biddende dat zij van alsulcker onre-

[13] delicker scattinghen mochten ontslagen

[14] werden Ter stont quam in dat rijke eene

[15] warme fenijnde wijnt ende dode vele van

[16] de edelen van dien lande Ende dat volc

[17] stont op yeghens die coninc ende zijne

[18] edele ende verdreuense wt die lande. ten

[19] hadde gheweest de groote goedertierenheit

[20] gods dat rike soude al te male om dier

[21] zaken wille vergaen hebben Hier omme sal

[22] hem een yghelic heere wachten van grooten

[23] oueruloedicheit van costen ¶ Een coninc

[24] zal gheerne vergheuen den gheenen die hem

[25] misdaen hebben Eersame lieden zal hij

[26] eeren. Hij zal te baten comen dies an hem

[27] begheeren Hij zal veruollen de ghebreken

[28] vanden onnoozelen Hij zal gheerne weder

[29] omme groeten Sine tonghe zal hij be-

[30] dwingen Sijn leet zal hij een weynich

[31] tijts verdraghen Ende van alle onwijsheit

[32] zal hij hem keeren Dit scriue jc v nv

38

[33] Alexander ende dit pleech ic v altijt te

[34] leeren als jc bij v was ¶ O Alexander

[35] jc hope dat deze leere zal in alle uwee

[36] weghen ende jn alle uwee wercken wezen

(9)

6

[1] Ghij sult weten dattet verstant dat princi- [2] pael ende thooft es van allen regemente het [3] es ooc zake van duegden / ende ondersouc van [4] onduegden ende zalicheit der zielen Bijden [5] verstande weeten wij welc wij kiesen ende [6] welc wij vlien zullen Tverstant es oer- [7] spronc van duegden wortel van allen loue- [8] lijke ende eerbaerlike zaken ¶ Dat eerste [9] instrument vanden verstande dat es

[10] begheerte van goeden famen Goede fame [11] es tgheen wairomme datmen regement [12] zal willen hebben. want nyement en be- [13] gheert eenich rike dan om goede fame [14] te vercrighen met zijnen goeden regemen- [15] te. alzo es dat beghinzel vanden verstan- [16] de ende vanden wijsheit begheerte van goeder [17] famen diemen vercrighen mach met

[18] wel te regerene ¶ Ist dat zake dat

[19] yemant jn eenich rike regement begeert

[20] te hebben om ander zaken dan om goede

[21] fame te vercrighene die sal ghehaet

[22] werden Haet ende nijt maect onghelijc

[23] Onghelijc maect weerwroghen Weer-

[24] wroeghen maect weerspennicheit Weer-

[25] spennicheit maect viantscep Viantscap

[26] maect strijt Strijt doet alle wetten ende

[27] steden te nyente Daer omme Alexander zal

[28] uwee begheerte zijn om goede fame te

[29] hebbene Want wie goede fame mint

[30] die mint warachticheit De warachticheit

[31] es wortele ende materie van alle louelike

[32] ende duechdelike zaken. want zij es contra-

[33] rie de loeghene die wortel es van alle

[34] onduegdeliken zaken Begheerte vander

[35] warachticheit ende van rechtuaerdicheit

[36] maect goet ende gans betrouwen Betrou-

[37] wen maect mildicheit Mildicheit maect

(10)

[1] ghemeedsaemheit Ghemeedsaemheit [2] maect vrintscap Vrintscepe maec raet [3] helpe ende bijstant Ende dairomme zuldi [4] begheeren regement om goede fame te ghe- [5] crijghene op dat v rike mach ghedue- [6] rich zijn

[7] A

39

lexander dwinct uwee vleeshelike [8] begheerten want zij verganghelic [9] zijn ende zij trecken de redelicheit [10] et tverstant tot verganghelijker ghe- [11] noechten In welke ghenuechte de plom- [12] pe sinlicheit haer verblijt. ende die onster- [13] felike redelicheit jnt licht vanden verstan- [14] de haer ved

40

verdroeft Merct dat de [15] gheneghentheit tot vleescheliker begheer- [16] ten maec vleeschelike minne De vleesche- [17] like minne maect ghiericheit Ghie-

[18] richeit maect begheerte van rijckheit [19] Begheerte van rijckheit maect onsca- [20] melheit Onschamelheit maect ver- [21] waentheit Verwaentheit maect wan- [22] trou

41

trouwee Wantrouwee maect [23] diefte Diefte es versmaetheit der wet [24] ende es contrarie de naturen

[25] I

42

Nden eersten ende principalic jst eenen [26] coninc zeere bequaem dat zine name [27] ghebreet ende ghefameert wort jn loue- [28] liker wijsheit dat hij met sinen volke [29] wijselic spreke want hij dair mede [30] ghelooft ende gheeert wort. Dan zeg- [31] ghen die lieden van hem dat zij den coninc [32] ghesien hebben jn zine wijsheit wel- [33] sprekende ende in zine werken wijselic [34] doende ¶ Wildij weten off in een coninc [35] wijsheit off onwijsheit es Dat zuldi

39 A Lombarde, 3 regels hoog (7-9).

(11)

8

[1] hier an merken Ist zake dat hij zijn rike [2] voeght ende regiert na de wet gods zoe [3] es hij alder eeren waerdich wijs ende be- [4] quame om zijn rijke te regerene Maer [5] wie dat de wet gods wroeght

43

niet en [6] acht noch zijn rijke daer na rg

44

regeert [7] ende sijn selfs wet versmaet ende daer na [8] niet leuen en wilt die sal van eenen ye- [9] gheliken versmaet worden ¶ Die oude phi- [10] losophen zeggen dat een coninc jnden eersten [11] hem pooghen zal te leuene ende tonder- [12] houdene de ghescreuen wet met al zijn [13] macht op dattet volc daer wt meenen [14] mach dat hij gode ontsiet ende dat hij [15] de godlike moghentheit onderdanich

[16] es dan zullen hem die lieden eeren ende ont- [17] sien als hij god eert ende ontsiet Maer [18] trouwen ten ware niet ghenoech dat [19] hij hem den volke toogde off hij de wet [20] onderhouden woude ende god eeren ende ont- [21] sien. maer hij moet dat oec mette wer-

[22] ken bewijzen. want ist dat zake dat hij [23] hem anders wtwendelic den volke [24] toogt dan hij jnwendelic metter herten [25] meent ende zijn werken dat betughen zo [26] sal hij van gode versteken worden ende [27] vanden volke versmaet. zijn rijke zal [28] ghemindert worden ende zijn croone ghe- [29] blameert ¶ O alexander wat wil

[30] ic v zeggen het es een quaet loon ende [31] een quaet scat die zijnen heere berooft [32] van zine gode goede

45

fame Aldus dan [33] zuldij eeren ende waerdicheit bewijzen [34] duegdelike perzoonen die de wet onderhou- [35] den ende wettelic leuen De wijse zuldij [36] verheffen ende groot maken. ende van

43 wroeght Contemporaine doorhaling.

44 rg Contemporaine doorhaling.

45 gode goede Contemporaine doorhaling en deels uitgelopen (slecht leesbaar).

(12)

[1] zaken daer ghij off twiuelt zuldi mit [2] hem raets pleghen ¶ Eerbaerlic zudij

46

[3] vraghen Ghij sult wiselic andwoorden [4] ¶ Die v bouen gaen in wijsheit oft in [5] edelheit zuldi altijt eeren eenen ygheliken [6] na zinen staet ¶ Voort zo zal een coninc [7] verre zien ende toecomende zaken wiselic [8] ouerlegghen op dat hij hem dair na stel- [9] len ende regeren mach ¶ Voort zo zal

[10] een coninc goedertieren ende sachtmoedich [11] wezen zine gramscap ende zine toern zal [12] hij verhouden op dat hij zonder raet [13] ende voorzienicheit niet en doe dat hem [14] namaels rouwen mochte Die alder [15] meeste wijsheit die jn een coninc es dat [16] js dat hij hem zeluen

47

wel regere ende [17] bedwinghe ende dat hij ghebot hebbe ouer [18] hem zeluen ¶ Als een coninc eenighe zaken [19] ziet die profitelic ende goet gedaen

[20] waren zo zal hij dat doen mit wijsheit [21] ende mit voersienicheit niet te haestelic [22] ende niet te tragelic ¶ Een coninc zal hem [23] altijt eerbaerlic cleden ende schoone habiten [24] zal hij aen doen als hij hem den volke [25] tooghen wil. Sijn habijt zal scoonder [26] ende vreemder zijn dan yemans die bij [27] hem es ¶ Het verciert ooc te male [28] zeere enen coninc dat hij goet ghelaet [29] heeft bouen alle de andere ende zonder- [30] linghe gracie ¶ Het es oec zeere schoo- [31] ne jn een coninc dat hij wel sprekende [32] es. dat hij gaerne de lieden toe spreect [33] ende dat hij eene clare stemme heeft. wel- [34] ke clare stemme zonderlinghe wel dient [35] jnt striden

[36] A

48

lexander ghij zult weeten dattet

[37] zeere vercierlic es jn een coninc

(13)

10

[1] dat hij hem wachte van vele sprekene onder [2] zijn onderzaten alst gheene noot en es [3] wantet beter es dat de lieden begheeren [4] den coninc te hooren. dan dat zij zijnder [5] woorden als hij vele spreect al versaet [6] worden ¶ Ooc zal hem een coninc wachten [7] van dicwil gheselscap mit zijnen

[8] ondersaten te makene want groote ghe- [9] meenscap die een heere met zinen onder- [10] saten heeft maect den heere dicwil vanden [11] ondersaten versmaet Daer omme hebben [12] de lieden wt die lande van jndien eene [13] al te goede ghewoente want hare coninc [14] en toocht hem maer eens jnt jaer den [15] volke jn zijn coninclic habijt hebbende [16] omtrent hem veel volcs van wapene [17] zittende jn zine maiesteit tghemeen [18] volc doet hij verre van hem staen Op [19] die tijt handelt hij lasteghe zaken [20] dan worden daer veel voerleden zaken [21] vertooghen. dan bewijst hij wat naers- [22] ticheit dat hij om de ghemeenen oor- [23] baer ghedaen heeft Op dien dach [24] pleech hij groote ghiften te gheuene [25] De gheuanghene te verlossene vele [26] goeder werken pleech hij op dien dach [27] te doene Als de coninc al dit gedaen [28] heeft zo es daer een vanden princi- [29] palen de wijste ende de best sprekende [30] die staet op van des conincs zijde ende [31] spreect daer voer dat volc ¶ Inden [32] eersten danct hij ende looft gode dat hij [33] dat rijke van jndien alzoe wel ver- [34] zien ende verciert heeft mit alsulken [35] wijzen coninc ¶ Als hij god ghedanct [36] ende ghelooft heeft ende des conincs [37] eere ende duegd voer den volke ghespro

49

49 ghespro Contemporaine doorhaling.

(14)

[1] ken

50

gheopenbaert ende ooc duegd voer [2] den volke ghesproken zoo doet hij zoe [3] vele dat hij mit sine woerden mit exem- [4] pelen ende mit redenen dat volc bringt [5] tot oetmoedicheit tot onderdanicheit [6] tot eere ende minne vanden coninc. Hier [7] mede wort dat volc gheneycht om [8] lof ende eere vanden coninc te sprekene [9] hem in zijne duegdelike werken te lo-

[10] uene. ende god om langleuen vanden coninc [11] te biddene Aldus wort de wijsheit van

[12] hem alle steden ende alle landen dore ghespreet [13] zijn ondersaten leeren hare kijnderen van [14] joncs op den coninc eeren ende minnen onder- [15] daen zijn ende ontzien Dit es een

[16] zake waer mede de fame vanden coninc [17] gheopenbaert wort verre ende na jnt [18] heymelike ende jnt openbare ¶ Op dien [19] dach pleech hij ooc de misdadige te [20] justicierene om dat de quade daer an

[21] hem zouden spiegelen ende exempel nemen [22] ¶ Ooc pleech hij op dezen dach excinsen

51

[23] tributen tollen ende andere lasten te ver- [24] lichtene / ende de coeplieden gracie te doene [25] ende een deel van dat zij schuldich zijn [26] quijt te scheldene ¶ Ooc zoo es hij [27] altijt naerstich om de coeplieden ende [28] haer goet te beschermen ¶ Dit es de [29] zake dat jnt lant van jndien zoo [30] wonderlike veel volcs es want daer

[31] comen alrehande coeplieden van allen landen [32] Zij worden daer wel ontfanghen ende zij [33] hebben daer goet ghewin alle man hij [34] zij rijke of arm hij zij poerter off [35] lantman wint daer zeere wel zijn

[36] broot ende daeromme want daer zoe veel

[37] volcs es zoo worden des conincs cisen ende

[38]

52

tributen wederomme ghemeerdert

(15)

12

[1] E

53

En yghelic coninc zal hem wachten van [2] de cooplieden eenich onghelijc off

[3] onrecht te doene Want zij draghen de [4] fame vanden coninc alle die werlt dore [5] Maer men zal eenen yegheliken tzijne [6] gheuen ende tzijne laten Hier mede wor- [7] den steden ghesterct hier mede wassen [8] die renten Alsus wassen de landen Aldus [9] wort de fame ende dat loff vanden co- [10] ninc gheopenbaert Aldus wort een co- [11] ninc ontzien ende bedwingt zijn vianden [12] Aldus leeft de coninc zekerlic ende [13] vredelic Aldus vercrijcht hij zijn [14] wille ende zijn begheerte

[15] A

54

lexander en wilt niet begheren [16] dat verganghelic es ende dat ghij [17] gheringhe zult moeten laten ¶ Ver- [18] gadert onuerganghelike rijcheit. ende [19] om dat te vercrighene zoo zuldi altijt [20] uwee begheerte stellen int goede. ghij [21] zult v zeluen edelic houden Ghij en [22] sult niet navolghen de nature van [23] veel beesten Ghij en sult niet onghe- [24] nadich zijn Ghij zult zeere gheneycht [25] zijn om te vergheuene den ghene daer [26] ghij victorie ouer ghehadt hebt Ghij [27] sult altijt dinken op die toecomende tijt [28] ghij en weet niet wat v noch ouergaen [29] mach Ghij en zult ooc niet begheren [30] vele te brasserene off zeere vele te drin- [31] kene. oncuusheit te bedriuene. off lan- [32] ghe te slapene want daer al groote [33] onduegd in gheleghen js

[34] O

55

Alexander edel coninc en wilt v [35] zeluen niet gheuen tot oncuusheit [36] want oncuusheit es een condicie van [37] van

56

beesten wat eeren hebdy daer off [38] dat ghij een werc doet van onredelike

53 E Lombarde, 2 regels hoog (1-2).

54 A Lombarde, 3 regels hoog (15-17).

55 O Lombarde, 2 regels hoog (34-35).

56 van van Lees: van.

(16)

[1] dieren ende beesten. ghelooft my sonder twi- [2] uel Oncuusheit es verderuinghe des licha- [3] men Tleuen wort daer bij vercort zoo [4] wie oncuusch es die breect de duegden [5] bij ouerterd de wet. hij verliest zijn [6] manlic wezen ende noch voel meer ander [7] quaets coemt daer aff

[8] E

57

En coninc zal bij hem hebben die hem [9] ghetrouwee zijn mit wien dat

[10] hij zijn ghenoechte ende zijn solaes ma- [11] ken zal Ende wanneer als hij vermoeyt [12] es ende bezwaert van zinnen zoo zal hij [13] zijn ghenouchte nemen wt menegher [14] hande instrumenten van musike want [15]

58

natuerlic verblijt der menschen gheest [16] jn die melodie ende zoeticheit van dien [17] instrumenten de zinnen worden daer mede [18] gherust. men wort mit de instrumenten [19] der sorghen quijt ende al dat gheheel licha- [20] me wort daer bij zonderlinghe ghe-

[21] sterct ¶ In dese ghenoechte en zuldi

[22] niet zeere langhe blijuen bouen drie off

[23] vier daghen of min of meer na dattet

[24] v profijt dinct ¶ Deze ghenoechte van

[25] dezen instrumenten zuldi maken al jnt

[26] heymelike Ende als ghij zijt in v solaes

[27] zoo laet de andere drincken wat zijs

[28] moghen maer wacht v zonderlinghe

[29] van vele te drinckene zegt dat ghij

[30] niet meer drincken en moegt dan zul-

[31] dij vele heymelicheits vernemen ende

[32] verhooren / ghij zult bij v ende omtrent

[33] v hebben uwee zonderlinghe edele ende

[34] dienaren die v zegghen wat maren datter

[35] gaet ende wat men al v rike dore doet

[36] Als ghij onder uwee edele zijt zoo zul-

[37] di altijt den wijzen eeren / den eenen zuldi

[38] bidden nv bij v te comen ende den anderen

[39] morghen Ghij sult nv den eenen cleden

(17)

14

[1] ende morghen den anderen eenen ygheliken [2] na zijnen staet Laet nyement van uwee [3] edele zijn die uwee mildicheit niet [4] en gheuoelen Laet enen ygheliken van [5] v te bat hebben

[6] E

59

En coninc zal hem ooc wiselic heb- [7] ben. ende hem wachten van vele te lache- [8] ne want een die dicwil lacht die en [9] wort niet gheacht ende vele laechens [10] maect enen outlic ¶ Het betaemt dat [11] de lieden den coninc meer eeren bewijsen [12] jn zijn hof dan op andere plaetzen. ende [13] de coninc zal ooc jn zijn hof de lieden [14] meer eeren dan op andere plaetzen ende [15] wat daer misdaen wort dat zal hij [16] naerstelic corrigeren op dat dies hem [17] een yghelic wachte Hij zal anders een [18] edel man dan een onedel man corrige- [19] ren Zulken coninc zalmen eeren die es [20] ghelijc den aren die bouen alle voghelen [21] vliegt. alzo zal hij jn duegdelike wer- [22] ken alle zine lieden te bouen gaen ¶ Als ye- [23] mant wat misdoet jnde yeghenwoerdicheit [24] vanden coninc of jn zijn hof zoe salmen [25] naerstelic vernemen wt wat zin ende mit [26] wat opsette dat hij dat ghedaen heeft [27] Ist dat zake dat hij dat heeft gedaen [28] om den coninc te behaghen ofte hem daer [29] mede eeneghe ghenoechte te doene [30] ghelijc alst dicwil gheualt jnder

[31] heeren houen dat yement wt ghenoech- [32] ten een andere trect ende ter aerden worpt [33] om den heere te doen lachene Zoo salmen [34] dat lichtelic dore laten gaen. maer heeft [35] hij dat ghedaen wt versmaetheit vanden [36] conincliker moghentheit

60

zoo moet dat [37] scarpelic ghecorrigeert zijn

[38] E

61

En coninc es in zijn rijke ghelijck

59 E Lombarde, 2 regels hoog (6-7).

60 conincliker moghentheit Tussen deze woorden staat een woordscheidingsstreepje.

61 E Lombarde, 1 regel hoog (38).

(18)

[1] als den reghen es in de aerde Den reghen [2] es der gracien gods ghelijc De reghen es [3] dat weluaert vander aerden De reghen [4] es dat leuen vander aerden Den reghen es [5] helpsamich al datter leeft opter eerden [6] ¶ Hoe wel dat den reghen alle dese duech- [7] den doet nochtans valt den donder ende [8] blixsem metten reghen Den reghen doet [9] die riuieren wassen alzoo zeere datter [10] dicwil veel lants of onderloopt ende wort [11] verdoruen De zee wort vanden reghen [12] zeere beroert / ende veel meer ander quaets [13] coemt vanden reghen / Want veel menschen [14] ende andere dieren vanden reghen ghestoruen [15] sijn Nochtans en mach al dit quaet

[16] niet beletten god en moet altijt geloeft [17] sijn alsmen ziet die teykenen van zijnder [18] gracien ende de ghiften van zijnder ontferm- [19] herticheit. Want bijden reghen spruten [20] de crudekens ende zij begonnen te groeyene [21] Ende al dat leeft ontfanct groot goet

[22] vanden reghen. ende dairomme louen die lieden [23] gode ende vergheten alle dat quaet dat den [24] reghen mach ghedaen hebben ¶ Ooc mach [25] men den coninc ghelijcken bijden wijnde Want [26] bijden wijnde wassen die crudekens. de

[27] boom vruchten rijpen biden wijnde Mit [28] die wijnt vorderen die sciplieden haren [29] wech ende noch veel ander goets doet de [30] wijnt De wijnt doet oec veel quaets [31] jnde zee ende opter aerden Vele ziecten [32]

62

comen van wijnden Menichmans rijcheit [33] wort bijden wijnt al jn die zee verloren [34] De lucht wort dicwijl onzuuert

[35] vanden wijnt Ende veel fenijnts wort

[36] metten wijnde gheuoet Ende noch veel

[37] ander quaets doet de wijnt Nochtans roepen

[38] die lieden gode an ende bidden dat hi dit quaet

[39] van hen trecken wil Nyet te min noch-

(19)

16

[1] tans moet de wijnt sijn loop hebben ende [2] tgheen doen daer hij toe gheordineert es [3] ¶ Ooc mede soe heeft god die couwee [4] laten wezen jnde wijnter ende de hette jnde [5] zomer nochtans coemt daer veel quaets [6] off Aldus ist ooc mitten coninc want vanden [7] coninc coemt dicwil dat den ondersaten zeere [8] zware es daer sij groot meshagen in heb-

[9] ben ende zeere node liden Nochtans coemt hem- [10] lieden veel goets vanden coninc want hijze [11] bescermt van haren vianden Ende noch [12] veel anders goets coemt hem daer off [13] alst openbaer es

[14] O

63

Alexander ghij sult verkiesen [15] eenen wijsen gheleerden man die wel- [16] sprekende es / ende die vele spraken [17] can. die de rechtuaerdicheit lief heeft [18] op dat hij uwee stat verwaren mach

[19] ende v stedehouwere wezen ende v volc dueg- [20] delic regieren Hier mede blijft de coninc [21] staende Hier jn verblijt hem tvolc Dit [22] es den scepper alre creaturen zeere bequa- [23] me ¶ O alexander ghij sult veel coo- [24] rens vergaderen om v lant mede te spi- [25] sene op dattet van noode ware ende [26] daer diere tijt quame ¶ In diere

[27] tijden suldi uwee steden ende ghemeenlic [28] al v lant daer ghebrec es alzoo ver- [29] re als ghijs vermoecht te helpe comen [30] Dan zuldi uwee huzen open doen ende [31] openbaren doer uwen landen dat coren dat [32] ghij vergadert hebt. dan salmen seg- [33] ghen van uwee groote wijsheit ende van [34] v voersiennicheit v rike sal daer of ghe- [35] sterct worden. de steden sellen daer bi ver- [36] waert worden / tvolc zal daer bij verwaert [37] worden. dan sal v ghebodt onderhou- [38] den worden. dan sal v werck voer-

[39] spoet hebben ende van v schoone voersienicheit [40] zullen zij alle leuen. dan zullen zij merken

63 O Lombarde, 3 regels hoog (14-16).

(20)

[1] dat ghij verre siet. Dan zullen zij uwee [2] goedertierenheit hoghe prijsen Dan zullen [3] zij hem wachten teghens uwee coninclike hooc- [4] heit te misdoene

[5] A

64

lexander jc heb v dicwil vermaent [6] ende noch vermanic v dat ghij mijn [7] leere wel onthout want achteruolgende [8] mijn leere zuldi vercrighen wat ghij begeert [9] ende v rike sal gheduerich bliuen Mijn leere [10] es dat ghij niet begheerlic wezen en sult [11] om der menschen bloet te stortene want dat [12] alleene gode toebehoert te doene die dair weet [13] alle die heymelicheit ende alle dat secreet dat [14] de mensche in sijn herte heeft ¶ En wilt niet [15] pijnen te doene tghene dat

65

god alleene toebehoirt [16] te doene Daer omme als ic gheseit hebbe wacht [17] v van bloetstortinghe te doene anders dan [18] mit ripen rade ende mit rechte achteruolghende [19] iusticie die god zeere mint ¶ Hermogenes

66

[20] heeft gheseit Zoo wanneer een mensche den [21] anderen sonder iusticie ter doot bringt dan roept [22] dat bloet vanden verslaghen mensche wrake [23] ouer dien doot slaghere ende seit o heere o heere [24] dijn knecht wil dij ghelijc sijn. dan zoo

[25] andwoerd god wederomme ende zeit jc zal dat [26] wel wreken Ende alzoo langhe zal dat ver- [27] slaghen bloet wrake roopen tot wrake ouer [28] den dootslagher gheschiet es hij zal dair omme [29] ewelic ghepinicht worden

[30] O

67

Alexander wilt nv ouerdencken de faiten [31] van uwen ouders daer zuldi vele goe-

[32] der exempelen vijnden om dat ghij v dair na [33] te bet regeren moecht want wt zaken die voer- [34] leden zijn wort een gheleert hoe hij hem in [35] toecomende tijden regeren zal ¶ Wilt hem niet [36] versmaden. die minder es dan ghij want [37] hij mach alst dicwil ghebuert jn corter

[38] tijt op climmen tot grooter eeren ende rijckheit [39] ende dan zoude hij wederomme v machtich zijn [40] te cranckene ¶ Ooc en zuldi niet uwee

[41] gheloften breken want dat es een condicie vanden [42] jonghe roekeloeze ghesellen ende vanden ghe-

64 A Lombarde, 2 regels hoog (5-6).

(21)

18

[1] meenen vroukijns daer omme hout altijt uwee [2] belofte ende uwee verbant want wie hare be- [3] lofte breken comen al tot enen quaden eynde hout [4] ghelooue ende volbrinct v ghelofte dair me- [5] de zuldi veel volcs vergaderen Waermen tghe- [6] loue hout daer comet volc daer worden

[7] de steden bewoent. daer hebben de coninghen re- [8] gement Bij gheloue blijuen steden landen ende castee- [9] len behouden ¶ Ooc zuldi mit alle uwee macht

[10] veruullen wat ghij ghezworen hebt op dat [11] ghijt zonder sonde volbringhen moegt ¶ [12] Ghij zult weten ghelijc dat hermogenes [13] die groote meister seit dat ghij twee geesten [14] hebt de eene staet an uwee slinker zijde [15] ende de ander staet an uwee rechter zijde [16] deze bewaren v deze weten alle uwee werken [17] deze bringhen uwee scepper boetscap van alle [18] uwee werken ende van al dat ghij in die zin [19] hebt te doene Ende voerwaer dit zoude v [20] ende een yeghelic trecken van quaet te doene [21] Wie dwingt v zoe dicwil te zweeren Men [22] zal niet zweeren dan alst grootelic van noode [23] es Een coninc en zal niet zweeren dan als [24] hij dair toe ghebeden ende dicwil vermaent [25] es Ten betaemt uwee staet niet dat ghij [26] dicwil zweeren zult ¶ Is dat zake dat ghij [27] vraegt welc es de zake dat veel conincriken [28] vergaen zijn jc mach v antwoerden ende zeggen [29] dattet dairomme es dat de coninghen vele zwee- [30] ren ende dair mede de lieden bedrieghen Haren [31] eedt ende hare belofte hebben zij qualic ghe- [32] houden Hier mede hebben zij god alzoo ver- [33] toornt dat hijs niet en heeft langher connen [34] ghelijden aldus heeft hijze gheplaecht ende [35] doen vergaen

[36] O

68

Alexander ghij zult weeten dat veele [37] leeren zijn jn de ordinancie vanden coninc [38] die v te male wel dienen zullen om v ghesin- [39] ne ende om al v volc te regeren Maer ten es [40] hier gheen noot jnt langhe te vertreckene [41] Maer hier na zal ic v de leeren gheuen jn

68 O Lombarde, 2 regels hoog (36-37).

(22)

[1] dezen zeluen boeck Het zellen leeren wezen zeere [2] zalich cort ende profitelic Ist dat zake dat

[3] ghijse achteruolgt zoo zuldi groote voerspoet [4] hebben in alle uwee zaken die ghij te hande [5] trect Openbaert altijt uwee wijsheit

[6] ¶ Hout houescheit Ende poogt v altijt de [7] duegt te volghene daer mede zuldi v ri- [8] ke bescermen ende v vyanden verwinnen Ghij [9] zult vercrighen hooghe scholen in sommighe [10] steden van v rike Ghij zult v lieden beue- [11] len dat zij hare kijnderen ter schole setten [12] ende gheleert maken Ist dat zijs gheen macht [13] en hebben zoo zult ghijse daer toe helpen [14] Die naerstich zijn om studeren die zuldij [15] alsulc voerdel ende bijstant doen dat een [16] yghelic naerstich zal moghen worden om te [17] leerene Wanneer zij v toe spreken wilt se [18] altijt hooren. hare brieuen die zij v zeinden [19] zuldi goedertierlic ontfangen lezen ende wel [20] verstaen Ghij zult eeren die der eeren

[21] waerdich zijn Ghij zult prisen die te [22] prijsene zijn ende diet verdienen of ver- [23] dient hebben off noch verdienen willen ende [24] moghen zuldi ghiften gheuen Hier mede [25] zuldi die gheleerde mannen verwecken om [26] v loff v eere ende uwee schoone faiten te [27] bescriuene Een coninc die dit doet salmen [28] altijt prijsen ende eeren Aldus wort een rike [29] gheeert Aldus wort een rike verchiert [30] Aldus wort een hof ghepresen Hoe es dat [31] rike vanden grieken aldus verheuen ende ghefa- [32] meert Hoe zijn de schoone faiten vanden

[33] grieken alle de werlt dore ghespreet anders [34] dan bij de naersticheit vanden gheleerden [35] mannen ende de groote voersienicheit vanden [36] wijsen die bouen maten de conste ende de sciencie [37] lief hebben ghehadt Deze hebben groote ver- [38] holen consten gheuonden ende die in boeken ghe- [39] screuen daer noch heden sdaegs alle vni-

[40]

69

uersiteiten mede ghechiert zijn ¶ Hoort

(23)

20

[1] hier wonder daer was een jonc meesken [2] jn een huus jn grieken die alzoo ghestudeert [3] hadde dat zij wiste den loop vanden jare die [4] toecomende feesten De loop vanden planeten De [5] zake wair omme dat de daghen cort ende lanc [6] worden Sij kende de teekenen vanden hemele [7] ende dair wt wiste zij toecomende dinghen [8] te voerzeggene / ende noch veel meer andere [9] consten hadde zij gheleert die nv te lanc [10] waren te vertreckene

[11] O

70

Alexander alzoo lief als ghii v zeluen [12] hebt en wilt doch gheen betrouwen [13] setten jnder vrauwen dienst gheeft v de [14] vrauwen niet ouer Maer alst noot es ende [15] dattet wezen moet zoo zuldi v zeluen eene [16] vrouwee beuelen die v ghetrouwee es ende [17] die v lief heeft Zo wanneer als ghij v [18] de vrouwen beuolen hebt zo es v leuen in [19] haren handen Och hoe vele heeren hebben [20] alzoo fenijn ghedroncken

[21] O

71

Alexander in eenen meester van medi- [22] cinen alleene en zuldi gheen betrou-

[23] wen hebben want een medicijn es machtich [24] om quaet te doene ende het wair te duch- [25] tene dat hij onbehoerlike

72

zaken beghinnen [26] zoude ware hij alleene Maer macht zijn [27] laet daer x zijn off ende

73

niet mjn Alsulke [28] medicine zuldi nemen als zij v alle x ghe- [29] meenlic raden of de meeste ende de gheleerste [30] helft Die apoteker die deze medicine ma- [31] ken zal dat moet een gheleert ende een ghe- [32] trouwee man zijn die hem der crachten vander [33] medicijn verstaet ¶ O alexander ouerdenct

[34] alle de groote ende costelike ghiften ende juweelen [35] die v de coninghinne van jndien wt groter

[36] vrintscapen ghesonden heeft Onder all heeft [37] zij v eens ghesonden eene al te schoone ma- [38] ghet die al op gheuoet was metten fenijne [39] vander serpenten alzo dat de nature van de [40] maegt al verwandelt was jn der serpenten [41] nature Doen ghebuerdet teender tijt dat

70 O Lombarde, 2 regels hoog (11-12).

71 O Lombarde, 2 regels hoog (21-22).

72 onbehoerlike Tussen de e en de h is een onbekende letter (r?) half weggekrast.

73 off ende Contemporaine doorhaling (ff deels weggekrast); 'ende' bovengeschreven.

(24)

[1] icse wel basach

74

ende nauwee marcte wat van [2] dier maghet wezen mochte Ten laesten

[3] mit grooter subtijlheit zoo vant ic dat wt [4] heimelike consten dat zij al mit fenijn op- [5] gheuoet was Voerwair doen icse zach [6] zij hadde wel zoo veruaerlic ghesichte ende [7] ghebaer dat ic meende dat zij die lieden [8] zoude verslonden hebben als ghij namaels wel [9] gheware zout hebben gheworden haddic v [10] niet beteekent wat vander maegt geweest [11] hadde Want ghij zout met hare uwee wil- [12] le hebben willen volbringhen ende daer zoudi [13] claerlic omme ghestoruen zijn

[14] O

75

Alexander macht zijn zoo en zuldi [15] noch opstaen noch sitten gaen noch

[16] eten noch drincken. noch eenich ander zake [17] doen zonder raet vanden wijse meesters [18] jn astronomien Ghij sult weten dat god [19] inder natueren niet te vergheefs ghemaect [20] en heeft maer mids zonderlinghe zaken ende [21] zekere redenen heeft hij alle dinc ghescapen [22] ¶ Set gheen gheloue jnt gheen dat vele [23] lieden zeggen dat de conste vanden planeten [24] zwaer es ende dat dair nyement en zoude [25] moghen toe comen Deze en weeten niet wat [26] zij zegghen want inder naturen niet en es [27] ten es al den verstande onderdanich ende men [28] macht verstaen ende mit redenen machmen comen [29] ter kennissen van al watter natuerlic ghesciet [30] ¶ Andere segghen dat god alle dinc jn zijne [31] godlicheit voersien heeft ende jnde ewicheit [32] gheordineert alzoo meenen zij dattet al te [33] vergheefs es datmen eeneghe consten leeren [34] soude om toecomende zaken te wetene want [35] waer zijt weeten off niet en weeten eue wel

[36] comen alle zaicken als zij van gode inder ewicheit [37] gheordineert sijn Maer voerwair alexander

[38] deze die dit zeggen dwalen al te zeere jc zegghe

[39] al ist dat sommighe zaken toe comen moeten

[40] wantet alzo van god jnder ewicheit gheordi-

(25)

22

[1] neert es nochtans als wij weeten dat eeneghe [2] zaecken toecomende zijn daer ons yeghens [3] gruwelt wij lident te lichtelijker ende wij [4] verdraghent te bet. ghelijc als wij weten [5] dat de wijnter toecomende es wij weten [6] wel dattet cout zijn sal Ende hoe wel dattet [7] van god gheordineert es dat de wijnter [8] comen sal ende ooc comen moet. nochtans [9] deert ons de coude te min dat wijt weten [10] ende om dat wij ons dair na cleden ende [11] werm houden Dies ghelijke als de somer [12] coemt zoo houden wij ons coel op dat ons [13] de hette niet te na en ga ¶ Ooc mede [14] als wij wel voersien zijn van coren de [15] diere tijt deert ons te min daer omme [16] ist goet toecomende zaken te wetene Want [17] sij te lichter zijn te lijdene als zij comen [18] ¶ Ooc mede als wij wt die gheneghentheit [19] vander naturen meenen dat ons eenighe pla- [20] ghe nakende es zoo moghen wij gode bid- [21] den dat hij dore zijn groote goedertierenheit

76

[22] die plaghe van ons nemen wil Hoe wel [23] dat god alle toecomende zaken jnder ewicheit [24] gheordineert heeft nochtans heeft hij

[25] zijn volcomen macht behouden hij macht [26] noch al veranderen ende daer omme jst goet [27] gheweten dat eenighe zake toecomende [28] es want dan mach dat volc met jnnich [29] ghebet vasten almoessen om gode gheuen [30] ende veel ander goets doen ende bidden god [31] om vergheffenisse van harer mesdaet

[32] zeggende dat hem hare mesdaet leet [33] es Dan zoo ist wel ghelouelic dat de [34] almachtighe god van die lieden af nemen [35] zal die zware plaghen daer zij anxt

[36] voren hebben Hier wt zoo machmen claerlic [37] zien ende weten dattet zeere profitelic ende [38] nuttelic es den loop vanden firmamente [39] ende vanden planeten te wetene

[40] H

77

Et js te wetene dat die sciencie van [41] astronomien jn drien ghedeelt wort [42] dats te wetene jn die ordinancie vanden

76 goedertierenheit De eerste e is bovengeschreven, met verwijsstreepje op de bedoelde positie.

77 H Lombarde, 2 regels hoog (40-41).

(26)

[1] hemelen jn de loop vanden planeten. ende [2] jnt onderscheit vanden xij teekenen daer [3] de planeten haren loop jn hebben Maer eer [4] ic v hier aff besta te zegghene zoo wil [5] ic v wat heimelike leeren gheuen die [6] v zeere wel dienen zullen om v ghesonde [7] mede te houdene ende v met medicine [8] te regerene als ghijs van noode hebt [9] G

78

hij sult weten datter iiij humoren [10] zijn jn de mensche Sangwijn Cole- [11] rijc Fleumatijc ende Melancolijc Daer [12] deze iiij humueren wel ghetempert

[13] sijn daer es ghesonde ende goede complexie [14] ende waer zij onghetempert zijn daer

[15] es onghezonde ende quade complexie Ende [16] om deze humueren wel te temperen heeft [17] god de cruden mach ghegeuen ende conste [18] den menschen verleent om alle ongheson- [19] de te verdriuene ende om de ghesonde [20] te houdene

[21] D

79

E wijse natuerlike meesters zijn [22] daer jn al ouer een ghecomen dat

[23] de mensche ghemaect es vanden elementen

[24] ende dat hij in hem heeft iiij contrarie

[25] humueren als vooren gheseit es daer

[26] omme behoeft de nature altijt voetzel

[27] Als de mensche zonder voetzel es zoo

[28] vergaet zijn wezen. als hij te veel off

[29] te luttel voetsels neemt zoo wert hij

[30] ziec ende cranc. maer neemt hijt ma-

[31] nierlic

80

zoo wert de natuere daer of ghe-

[32] sterct ¶ Voert zoo zegghen de meesters

[33] vanden natueren Zoe wie bouen maten eet

[34] of drinct of wie te vele vast zoo wie

[35] te vele waect / of wie te vele slaept Zoo

[36] wie te vele arbeit. off wie te vele rust

[37] die es gheureest om zonderlinghe

[38] ziec te wordene ¶ Voert segghen zij zoo

[39] wie manierlic eet drinct ende vast slaept

[40] ende waect. arbeyt ende rust die zal ghe-

[41] sont zijn ende langhe leuen ¶ Al wat jn de

(27)

24

[1] werlt es het zij solaes ghenoechte rijcheit [2] edelheit off eere / men begheert al om [3] langhe te leuene daer omme zoo wie [4] langhe leuen wil die moet hem voeghen [5] tot zaken die langhe doen leuen Die lan- [6] ghe leuen wil hij en moet zijn lust niet [7] achteruolghen hij en moet deen spise niet [8] nemen op dandere ¶ Ic hebbe ghehoert [9] van ypocras dat hij te male zeere soberlic [10] leefde ende zeere luttel at om dat hij lan- [11] ghe leuen zoude dit mercte eenen van zijnen [12] discipulen ende vraechde Ypocras

81

ende seide [13] O ypocras

82

lieue meester wildet ghij wel [14] eten ghy en zout aldus cranc van liue [15] niet zijn doe sprac Ypocras wederomme [16] tot zijnen discipel ende seide Kijnt ic [17] ete om dat ic leuen zoude jc en leue [18] niet om dat ic eten zoude Tvoetzel [19] salmen nemen om leuende te bliuene [20] men sal tleuen niet begheeren om tvoetzel [21] te hebbene ¶ Ic hebber vele ghekent [22] die hem soberlic ghehouden hebben ende [23] ghewacht van vele te brassene die ghe- [24] sont van liue waren ende langhe leefden [25] O

83

Alexander een die zijn ghesonde hou- [26] den wil die moet sulke spise ende

[27] sulken dranc nemen dair hij ghewoenlic [28] es mede gheuoet te zijn Voert so moet [29] hij hem purgeren ende reyneghen van quade [30] humueren die hij jnt lijff heeft Ooc

[31] mede ist van node dat hij

84

de spise die [32] hij neemt zine complexie bequame zij [33] Ghij zult weten dattet goet voer lieden [34] es die een heete sterke maghe hebben [35] dat zij groue sterke spijse nemen want [36] ghelijc een sterc groot ende heet vier [37] verbernt de grote groue houten alzoe [38] verduwet de hete maghe die stercke

[39] grooue spise Maer die een couwee crancke [40] maghe hebben die es goet edele zochte [41] spise ghenomen Want alsulcke maghe

81 Ypocras Rood onderstreept.

82 ypocras Rood onderstreept.

83 O Lombarde, 2 regels hoog (25-26).

84 hij Contemporaine doorhaling.

(28)

[1] es ghelijc een cranc vier dat de cleene [2] houtkens verbernt Maer hoe salmen [3] weten off yemant een goede off een qua- [4] de maghe heeft dat salmen hier bij we- [5] ten Zoe wie licht van liue es die subtijl [6] van verstande es ende die goeden appetijt [7] heeft die heeft een goede maghe Maer [8] de traghe es die zwaer van liue es die [9] opgheblasen van aensichte es ende die dic- [10] wil rupsent die heeft een quade maghe [11] daer vele quaets wt coemt daer omme [12] alexander wacht v naerstelic van uwee [13] maghe te verladene

[14] N

85

V voert aen zal ic v leeren

86

gaen [15] leeren gheuen wt der heymelicheit [16] vanden medicinen daer ghij wel

[17] mede beschermt zult worden ende gheen [18] medicine te doene en zult hebben Wtghe- [19] nomen alleene quetzuren ende alle andere [20] yeghentheit die v toecomen of gheschien [21] mochten jn striden ¶ O alexander alzoo [22] haest als ghij op ghestaen zijt zoo zul- [23] di een luttelkijn wanderen ende uwee leden [24] zuldi recken ende v hooft zuldi doen cam- [25] men want dat recken vanden leden maect [26] dat lichame zeere sterc. ende dat cammen [27] trect alle de humueren wt den hoofde [28] die daer jn ghetoghen zijn de wijle dat- [29] men slaept Dan zuldi v andoen coste- [30] like schoone cleederen daer jn zal v [31] herte verblijden ende al v lichame zal [32]

87

daer of ghesterct worden Daer na zul- [33] di uwee tanden reyn maken mitte schellen [34] van eenen boome die van naturen heet [35] ende drooghe es ende bitter van smake daer [36] mede wort de mont reyne het maect

[37] een claer stemme ende goeden appetijt Dan [38] zuldi jn v camer crwt doen bernen

[39] dat den tijt vanden jare bequame es ende

(29)

26

[1] den rooc zuldi ontfanghen ende rieken daer [2] mede zal uwee herzene zeere gheopent [3] worden. ghij zult enen sterckere hals crij- [4] ghen. ende uwee armen zullen vee

88

vet daer [5] off worden. het maect een claer aen-

[6] schijn ende goet ghesichte. het doet [7] de outheit langhe merren ende het [8] maect goede sinnen Daer na zuldi [9] nemen een sonderlinghe vngent ende [10] zelue ghemaect van cruden die den [11] tijt bequaem zijn als ghijt rieken [12] zult van die roke zal uwee zielen [13] zeere verbliden want natuerlic een goe- [14] de roke es een spise vander zielen v [15] lichame zal ghesterct worden van die ro- [16] ke ende v herte zal daer off verblijden [17] V bloet zal van die ghenuechten ende [18] blijscap die ghij in v herte dair off [19] hebben zult in uwee aderen beghinnen [20] te loopene / daer na zuldi gaen met

[21] uwee edele spreken ende doen als ghij ghe- [22] woenlic zijt daer na van als die vre

[23] ende die tijt bestaet te ghenakene om te [24] etene na uwer ghewoenten zoo zuldi [25] een lettel arbeyden riden of wandelen [26] of wat anders doen want dat es uwee [27] liue goet het verdrijft die wijnden [28] die ghij jnt lijff hebt v lichame zal [29] daer af verlichten het zal daer bij

[30] bequaem ende sterc worden de natuerli- [31] ke hitte vander maghen zal daer bij ghe- [32] sterct worden / ende de flumen die zullen [33] neder dalen jn v maghen daer zullen [34] zij verteert worden. ghij zult veel spisen [35] voer v doen setten daer wt zuldi kiezen [36] dat v belieft ende daer off zuldi uwee [37] becomte nemen mit broode wel ghebacken [38] van goede coerne Des noens zuldi pot- [39] tage voren eten off anders yet dat den

88 vee Contemporaine doorhaling.

(30)

[1] buuc zochte maect want daer bij zal [2] die drooghe spijse die ghij na neemt [3] te eer verduwet zijn ¶ Ende als yemant [4] eten wille twee of drierhande manieren [5] van pottagen die gheringhe verteert wor- [6] den zoo moet hij eenighe drooghe spise [7] voren eten ende legghen die jnde gront [8] van zijnen maghe want de gront vanden [9] maghen heeter ende stercker es om te [10] verduwene want zij naerder der leueren [11] es ¶ Als ghij eet zoo zuldi altijt ophouden [12] met honghere want met te vele tetene [13] wort de maghe vermoyt dat lichame

[14] verzwaert ende de zinnen worden ghequest

[15] ¶ Als ghij ghegheten hebt zo zuldi op-

[16] staen ende spacieren zoetelic met ghemake

[17] sonder v te vermoyene dan zuldi wat

[18] slapen op uwee rechter zijde dan zuldi

[19] v keeren op uwe slinker zijde ende alzo zul-

[20] di uwen slapen volbringhen want de slin-

[21] ker sijde es cout daer omme behooft

[22] zij verwermet te zijne Ende ist dat ghij

[23] eenighe zwaericheit in uwee maghe

[24] off in uwen buuc gheuoelt zoe es de

[25] rechte medicine dat ghij v maghe

[26] warmt met een warm linnen cleet /

[27] of dat ghij een schoone vrouwe in

[28] uwen armen neemt het es goet datmen

[29] voor den eten arbeit want de natuerlike

[30] hitte wort daer mede verwect Maer

[31] na den eten ist quaet want het doet de

[32] spise raeu ende onuerduwet neder

[33] gaen daer veel quaets of coomt

[34] ¶ Als de mensche slaept zoo zijn alle

[35] de leden gherust ende alle die natuerlike

[36] hitte die jnde mensche es die gaet jnde

[37] maghe om de spise daer te verduwe-

[38] ne ¶ Hier wt zeggen sommighe natuer-

[39] like meesters dattet beter es des auonts

(31)

28

[1] de

89

dan des noenens ghegheten Want [2] des noenens js den dach jnt heetste dan [3] zijn de zinnen becommert / dan es de men- [4] sche al beroert mids dat hij ziet ende [5] hoert met ghepensen ende met vele andere [6] zaicken die de mensche heet maken ende [7] beroert Ende want zoe des noenens de [8] natuerlike hittet al dat lijff dore ghe- [9] spreyt wort daer omme wort de maghe [10] zeere cout ende cranc om de spise te ver- [11] duwene Maer des auonts ist al contra- [12] rie want dan es de mensche al jn ruste [13] dan zijn de zinnen te passe dan coemt [14] de couwe vander nacht op handen. alle de- [15] ze zaicken trecken ende brenghen alle die na- [16] tuerlike hitte jnde maghe alzoo es dan

[17] de maghe te sterkere om de spise te ver- [18] duwene Voort zoe zuldi uwee ghewoente [19] houden om te etene na dat ghij best moegt [20] Want die ghewone es tetene jn een vre [21] eet hij op een ander vre de spize en be- [22] coemt hem niet wel want de ghewoente [23] js ghelijc der natueren die jn haer pas [24] bliuen wil Ist dat zake dat ghij van noode [25] uwee ghewoente breken moet dat suldi su- [26] uerlic ende wiselic doen alzo dat ghij uwee [27] ghewoente niet te gheringhe en veran- [28] dert maer bij lancheit van tijden deen [29] reyse na dander altijts een weynich [30] alzo zuldi metter helpen gods uwee [31] ghewoente wel moghen veranderen ¶ [32] Voort zo zuldi v zonderlinghe wachten [33] dat ghij niet en eet eer ghij wel weet [34] dat uwee maghe heel es vande spise [35] die daer jn gheweest heeft Ghij zult [36] weten off uwen appetijt natuerlic es ende [37] off uwee maghe heel es hier bij. als in [38] uwee mont speecsel beghint te comene [39] dat claer ende dunne es dan ist tijt om [40] tetene Ende als ghij alzoo lust hebt om

89 de Contemporaine doorhaling met vlekvorming.

(32)

[1] tetene zoo zuldi ter stont eten want waert [2] dat ghij ter stont niet en aet zoe zou- [3] de uwee maghe veruolt worden met [4] quade humueren daer off zoude v groten [5] hooftzweren comen ende wat ghij naemaels [6] aet dat en zoude de maghe niet wel

[7] moghen verduwen want met de quade [8] humueren zoude de maghe al vercout [9] zijn ende al onghestelt

[10] D

90

At jaer wort jn vieren ghedeelt [11] dats te wetene. Inde lente. Inde zo- [12] mere. Inden herfst. ende jnde wijntere.

[13] ¶ De lente beghint als de zonne gaet [14] jn een teeken gheheten aries ende die [15] duert xciij daghen xxiij vren ende [16] een vierendeel vander vren Dat es [17] vanden tiensten dach jn Maerte tot den [18] drie ende twijntichsten dach jn junio. binnen [19] dezen tijt zijn de daghen ende de nachten [20] euen lanc jn hare regioenen dan wort [21] de tijt zoete / dan smelt den snee Dan [22] springhen de fonteynen wt der eerden Dan [23] wort de vochticheit vanden boomen tot jnde [24] tacken ghetooghen Dan wassen de crudeki- [25] ne Dan worden de velden groene Dan [26] hebben de bloemkijns zeere schone verwee [27] Dan es al die aerde verchiert met cru- [28] dekens ende alle dinc neemt dan zijn [29] cracht Dan zingt de nachtegale ende [30] alle voghelen Dan verchiert haer de [31] aerde ghelijc een schoone bruut zeere [32] wel ghecleet ende verchiert met schoo- [33] ne verwen. op dat zij mach opten dach [34] van harer bruutfeesten behaghelic zijn [35] De lente es vuchtich ende heet ghelijc [36] de lucht Inde lente wert dat bloet ver- [37] wect ende spreet hem alle dat lijff dore [38] De eyeren sijn goet ghegheten jnde lente [39] iij of viere tsamen Gheyten melc

[40] in deze tijt es zeere bequame ¶ Deze tijt

[41] es ooc zeere bequame om bloet te latene

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na dat Valuas nu onder de Sablones ofte soo genoemde Santenaers eene vaste woonplaetse voor syne Familie ende onderdaanen besorgt hadde, soo heeft hy sich oock in de Oorlogen tegens

De slag die heeft vier uur geduurt Daar nog geen Hollands Bloed om treurt Schep moet ‘t is ons meer gebeurt, De Leeuw is niet vervaart, Heeft nog krullen in zyn staart.. hier op

Oorlogs-bazuyn, op de heerelyke victorie, bevogten door den Engelse admiraal Matthews, tegen het Frans en Spaans esquader, voor Toulon.. Reyniersz.,

Hebb’ ick oock niet aenhoort zijn kermen, en zijn suchten, Als hy voor Saul moest dagh ende nacht gaen vluchten.. Soo langh’: tot dat ick brack zijn lasterigh ghemoedt, En dat hy

Onse here meer dar hi mi sal Want redene ende verstannesse Heeft di ghegeuen ghod onse here Wlmaecten sijn ghedinkenesse 10 Ende oec te leuene embermeere. Dar du sculdech wars mede

BInnen Londen onthout sig dees tijt een PROPHEET, seydt sijn afkomste te zijn uyt Engelandt; Hy en weet van geen Ouders te seggen; Heeft noyt Moeders Borsten gesogen, sijn geslacht

procratersche ende hadde procratersche geweest van ‖ dier tijt dattet cloester iersten geslaten a) waert 3). Ende sie weren te samen één herte ende één ziele in onsen lieven heren

Mettien dat 5) Marcolf sconincx palayse wt ginck riep hi tot hem dye vrouwe die haer kint weder ghegeven was geweest biden coninck ende seide. weetti niet wat huden in sconincx