Den Gulden Winckel. Jaargang 2
bron
Den Gulden Winckel. Jaargang 2. Hollandia, Baarn 1903
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_gul001190301_01/colofon.php
© 2017 dbnl
Alphabetisch register
A.
B.
Pag.
193 B. ‘De club op reis’
194 B. ‘Diamanten en Paarlen’
193 B. ‘Grieksche Mythen en Sagen’
116 B., J. t. ‘Ziska, het raadsel van een
verdorven ziel’
117 B., J. t. ‘Wereldroes’
117 B., J. t. ‘Hans Nanning’
191 B., L.C.T. ‘Een kleine Wonderwereld’
194 B., L.C.T. ‘Het heele jaar rond’
36, 99, 146, 211.’
B e z e m e r , F. ‘Oude boeken
14, 30, 47, 69, 86, 103, 139, 157, 173, 203, 220.
Boekbeschrijving
13 B r o e z e ' s ‘Almanak voor 1904.’
118 B u l é e ‘Een boek van waarheid’
41 B u l é e ‘Keur’
148 B u r e n , J. H u f v. ‘Folklore’
C.
217 C., H.J. ‘Die Tiere der Erde’
117 C., J.F. ‘Een wraak of de nieuwe Beurs te Amsterdam’
136-8 C a l k o e n , D r . ‘Die Völker der Erde’
101 C a l k o e n , D r . ‘De Volksbibliotheek van Nellie’
11 Ch. ‘De Militaire luchtscheepvaart’
115 C o n s t a n t , M. ‘Op Excursie’
156 C o n s t a n t , M. ‘Natuurindrukken’
188 C o n s t a n t , M. ‘De leugen der eer’
189
C o n s t a n t , M. ‘Japanse Verzen’
C o r t r y c k , H e y n v a n ‘Keur’
163
‘Boefje’
163
‘Slaapstee’
17 C o s t a , M.B. M e n d e s d a ‘Victor Berard’
D.
219 D., J.D.C. ‘v. Premières Poésies’
154 D o k k u m , J.D.C. v a n ‘Gedichten’
57 D o k k u m , J.D.C. v a n ‘Amerikaansche Humor’
135 D o k k u m , J.D.C. v a n ‘Ellen's strijd’
44 D o o r m a n , H. ‘La Comédie Italienne en France et le Théâtre de la Foire’
E.
24 E c k J r ., P.L. v a n ‘Dr. Karl Vorländer’
133 E l o u t , C.K. ‘Het leven van Potgieter’
48 Erratum
33 E y s i n g a , Dr. H.W.Ph.E. v.d. B e r g h v. ‘Socialistische tegenstellingen’
96 E y s i n g a , Dr. H.W.Ph.E. v.d. ‘Preeken en Profeteeren’
F.
120 Fragment uit ‘Koopman v. Venetië’
171 Fragment uit ‘Louise v. Breedevoort’
200 Fragment uit ‘Boerenstudenten’
Den Gulden Winckel. Jaargang 2
159 G i m p e l , C o r n . J. ‘De jongste
aanwinsten van het Vondelmuseum te Amsterdam’
19 G r a s h u i s , M r . G.J.
‘Roomschestudenten’
53 G r a s h u i s , M r . G.J. ‘Herleving van dooden’
73 G r a v e , J.J. S a l v e r d a d e ‘De Roman van Tristan en Isolde’
H.
28 H., I. ‘Uit tante's jeugd’
46
‘Clarie Howald’
46
‘Blondje’
63
‘Kunstmenschen’
63
‘Gerechtigheid’
63
‘Hugo’
12 H., M r . L., ‘M.T. Steyn’
27 Keur
157 H., W.D. v a n ‘Nederl. Fransch
Handelswoordenboek’
113 H a a k m a n , I d a ‘Over de
Physiologische minderheid der vrouw’
175 H a a k m a n , I d a ‘Over Deensche
literatuur en hare Hollandsche bewerking’
217 H a a n , J a c o b d e ‘Stille geluiden’
168 H a e f t e , L. t e n ‘In Duisternis’
10 H a r t o g , D r . J. ‘Mijn Jezus’
171 H o o g e n h u y z e , W.D. v a n ‘Klein
leven’
110 H o o g v l i e t , J.M. ‘Keur’
110
‘Schijn of wezen’
110
‘Scheiding’
110
‘Eerste week’
110
‘Studies’
110
‘De waard uit de bloeiende egelantier’
110
‘Vriend Barth’
4 H u u t , T h . J.A. v a n , ‘Oostersche verpoozingen’
Den Gulden Winckel. Jaargang 2
J.
143 J., W. ‘Fritz Lemmermayer’
K.
85 K., E d w a r d B. ‘Twee vertaalde boeken van Maeterlinck’
7 K., F.S. ‘Keur’
40 K., F.S. ‘Bij een tweeden druk’
122 K., F.S. ‘Bericht’
190 K., F.S. ‘Judith’
214 K., F.S. ‘Ausgewählte Dichtungen des
Grossfürsten Konstantin von Russland’
10 Kijkjes op het dagelijksch leven
1 K l e i n e , F. S m i t ‘Vorstendichters’
105 K l e i n e , F. S m i t ‘Een Dantekenner’
65 K n a a p , O t t o ‘Godshonger’
65 K n a a p , O t t o ‘Mammon’
153 K o p . A n n a C r o i s e t v a n d e r
‘Majestät’
166 K o s t e r , E d w a r d B. ‘Kallya Kypris’
L.
122, 142, 159, 207, 224.
Leestafel v.d. Gulden Winckel
89 L e v y , J.A. ‘Groen v. Prinsterer’
123 L e v y , J.A. ‘Thorbecke’
181
L o g e m a n , H. ‘Iets over Arne Garborg
en zijn Noors’
M.
121 M., G.J. Winckelkout
28 M e y b o o m , M a r g a r e t h a ‘D e
Dames v. Veldhorst’
28 M e y b o o m , M a r g a r e t h a ‘Een
vrouwenleven’
28 M e y b o o m , M a r g a r e t h a
‘Vrouwenmacht’
29 M e y b o o m , M a r g a r e t h a ‘Als het scherm valt’
46 M e y b o o m , M a r g a r e t h a ‘Inga
Heine’
94 M o u w , D r . J.A. D è r ‘De oude wereld en de nieuwe tijd’
49 M u l l e r , P.J.
‘Eenschoonebloemuitgebloeid’
207 M u l l e r , P.J. ‘Een Christen Cicero’
N.
218 N., T. ‘Een verloving’
219
‘De vrouw alleen’
150 N a e f f , T o p ‘Frans Burgstein’
151
‘Heilige banden’
216
‘De Godin die wacht’
O.
212 O f f e l , E d m o n d v. ‘Poètes du Nord’
68 O r t t , F e l i x ‘Tolstoy’
197 O r t t , F e l i x ‘Ardath’
197 O r t t , F e l i x ‘Na den dood’
Den Gulden Winckel. Jaargang 2
60 P a r v u s , ‘De stem die verklonk’
61
‘Gabrielle’
62
‘Over de nieuwe vrouw en hare liefde’
69
‘Helen's kleintjes’
83 Keur (Jörn Uhl)
R.
184 R.S. ‘Keur (Dr. N. Beets)’
S.
139 S. Winckelkout
13 S.J.H. ‘Kalender voor 1903’
66 S.J.H. ‘Het Huis’
67 S.J.H. ‘De Vlaamsche primitieven op de tentoonstelling te Brugge’
67 S.J.H. ‘Onze kunst’
67 S.J.H. ‘Kalender der Verz. Mij. “Holda”’
68 S.J.H. ‘Atelier voor versieringskunst’
102 S.J.H. ‘Die Schönheit’
103 S.J.H. ‘Internationale tentoonstelling van
‘Mod. Decor. kunst’
138 S.J.H. ‘Nederland in beeld en woord’
138 S.J.H. ‘Meisterbilder für's Deutsche
Haus’
195 S.J.H. ‘Het Huis’
198 S c h e p e r s , J.B.
‘Nederlandschewoordenlijst
63 Schijn
129
S u a s s o , E.L. ‘Paolo Mantegazza’
T.
122, 142.
Tijdschriften (Ingekomen)
U.
100 U i l d r i k s , F.J. v a n ‘Keur (Vadecum)’
V.
196 V.V.D ‘Hemel en Dampkring’
9 Verbogen bronnen
5 V l u c h t i g , P i e t , ‘Vlinders’
22, 38 V l u c h t i g , P i e t , ‘(Schaepman)
55, V l u c h t i g , P i e t , (Joh. Gram)
80 V l u c h t i g , P i e t , (Ch. Snabílié)
97, 133, 145, 161, 180, 209.
V l u c h t i g , P i e t , (Hermann Türck)
W.
81 W i l l i g e n , D. L o g e m a n v a n d e r ,
‘Mevr. Jenny Blicher Clausen’
151 W i l l i g e n , D. L o g e m a n v a n d e r ,
‘Gelukswegen’
1 W i n c k e l i e r , D e , ‘Dankbetuiging’
2, 69, 157.
Winckelkout
Z.
64 Z o e k e r s , D e
68 Zieleleven
Den Gulden Winckel. Jaargang 2
Tweede Jaargang No. 1
Dankbetuiging
BIJ het intreden van het Tweede Winckeljaar heeft de Winckelier de eer zijn dank te betuigen aan zijne Medewerkers in en buiten de Nederlandsche Pers, door wie het debiet eene uitbreiding heeft verkregen, vèr boven de verwachting, hopende in 1903 hetzelfde vertrouwen zich waardig te maken, hem in den vervlogen jaarkring zoo ruimschoots geschonken.
Met beleefde recommandatie en belofte van prompte bediening, teekent hij zich, met het compliment van den dag
1 Jan. 1903. Uw aller onderdanige Dienaar D
EW
INCKELIER.
Vorsten-dichters
Poésies du Prince Oscar Frederik, actuellement Oscar II, Roi de Suède et de Norvège, traduites du Suèdois par Magnus Synnestvedt, illustrées par Augustin Hagborg. Sonnet de Sully Prudhomme, préface de Jules Claretie. Paris, Librairie Nilsson - Per Lamm Succr. 1902.
OFSCHOON ik niet gaarne de lijst zou schrijven der Zweedsche en Noorsche geleerden, denkers, dichters en kunstenaars met wie Koning Oscar bekend is, en zeker haar niet zou willen aanvullen met de namen der buiten Scandinavië zich in de sympathie van Zweden's Koning verheugende mannen van wetenschap en kunst, zoo wil ik hier toch een vijftal namen uit onze geleerde wereld vermelden, die langer of korter geleden - evenals de beide leden der Fransche Académie - met den
Vorst-Dichter in aanraking zijn geweest en de levendigste indrukken van zijn persoonlijkheid behielden. Ik bedoel: de Leidsche professoren Kern, de Goeije, Vreede, Mac Gillavry en Lorenz. Naar de woorden van Prof. Vreede, die den 19
denSeptember 1897 in gezelschap van Prof. Mc. Gillavry den Koning het doctorsdiploma in de wijsbegeerte overreikte, hem door den Rector en Senaat der Leidsche
Universiteit den 5
denMei 1897 eershalve toegekend, heeft Oscar II eminente diensten bewezen aan de Noordpooltochten en de reizen om de aarde, aan de uitgaaf der Acta mathematica; aan de Oostersche taalwetenschap. Niet weinig zal tot onderhoud van dien wetenschappelijken zin de omgang van geleerden als Sven Hedin, Graaf Landberg, Mittag Leffler en talrijke andere mannen van naam hebben meêgewerkt.
Een schrander Vorst kan zich niet door tweeden- of derden-rangs hovelingen laten omringen. Met hen stokt de conversatie even spoedig als met de salon-futiliteiten der groote wereld en bepaalt zich tot een uitwisseling van tinnen of looden
spraakmunt, waarboven te verkiezen is de gouden van het zwijgen. Maar het zilver
der schranderheid tusschen verlichte, ontwikkelde geesten in een levendig gesprek gewisseld, blinkt duurzaam en geeft hooge renten.
Den Gulden Winckel. Jaargang 2
*
*
*Slaat men den bundel S a m l a d e S k r i f t e r a f O s c a r F r e d r i k (Stockholm, P.B. Eklunds Förlag. 1858) op, dan vindt men in de pl.m. 20 vellen druks ongeveer een tachtigtal grootere en kleinere dichtstukken afgedrukt: lyrische, dramatische, epische werken, vertaald als onvertaald; de Fransche oogst, - 15 stukken in het geheel - die hier wordt geboden, is dus - wat quantiteit aangaat, eer schraal dan mild te noemen. Toch zou men onbillijk zijn, indien niet de grootste lof aan dezen bundel P o é s i e s werd toegekend. Het is een vorstelijk geschenk van ‘deux Scandinaves devenus Parisiens’, de een door zijn dichtpen, de ander door zijn teekenstift, een keurig voortbrengsel der persen
OSCAR II, KONING VAN ZWEDEN EN NOORWEGEN
van Philippe Renouard verluchtend, en hun koninklijken landgenoot vertoonend in een gewaad aan de beminnaars van Fransche poëzie dat zijn zin voor cierlijkheid zal hebben bekoord. Een ‘édition de luxe’ bereikbaar voor kleine beurzen, het fraaiste wat een uitgever den boekenvrienden bieden kan, wat hij meer dan gewoonlijk ook zou doen, indien er ten onzent, gelijk in Frankrijk, meer boekenliefhebbers waren, die door het debiet de onkosten hielpen dekken.
*