• No results found

Verkenning doorstroming regio Arnhem-Nijmegen 2017-2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verkenning doorstroming regio Arnhem-Nijmegen 2017-2021"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verkenning doorstroming regio Arnhem-Nijmegen 2017-2021

De opgave voor Regieteam en Regionaal Tactisch Team in beeld

Provincie Gelderland

(2)

Provincie Gelderland

Verkenning doorstroming regio Arnhem-Nijmegen 2017-2021

De opgave voor Regieteam en Regionaal Tactisch Team in beeld

Datum 20 februari 2017

Kenmerk GDL366/Brj/2060.01

Eerste versie

(3)

Documentatiepagina

Opdrachtgever(s) Provincie Gelderland

Titel rapport Verkenning doorstroming regio Arnhem-Nijmegen 2017-2021 De opgave voor Regieteam en Regionaal Tactisch Team in beeld

Kenmerk GDL366/Brj/2060.01

Datum publicatie 20 februari 2017

Projectteam opdrachtgever(s) Peter van der Dussen

Projectteam Goudappel Coffeng Job Birnie, Alex Mulders

Projectomschrijving Dit project verkent de ontwikkeling in de doorstroming en bereikbaarheid van de regio Arnhem-Nijmegen in de periode tot 2021. Tevens bevat het adviezen ten aanzien van de maatregelen die de wegbeheerders in regio gezamenlijk kunnen treffen om de bereikbaarheid, ondanks de toenemende verkeersdruk, zo goed mogelijk te borgen.

Trefwoorden Arnhem-Nijmegen, toekomstverkenning, doorstroming, bereikbaarheid

(4)

Inhoud Pagina

1 Inleiding 1

2 Groei in de regio en (soms) minder wegcapaciteit 2

2.1 De regio groeit door 2

2.2 Veel werk aan de wegen 3

3 Verkeersdruk neemt fors toe 4

3.1 Situatie zonder wegwerkzaamheden 5

3.1.1 Situatie zonder wegwerkzaamheden, ochtendspits 5

3.1.2 Situatie zonder wegwerkzaamheden, avondspits 6

3.2 Situatie met wegwerkzaamheden 7

3.2.1 Vier situaties 7

3.2.2 Situatie 1 met wegwerkzaamheden op Noord-zuidas 9

3.2.3 Situatie 2 met wegwerkzaamheden in Nijmegen 11

3.2.4 Situatie 3 met wegwerkzaamheden van VIA15 op het hoodfwegennet 13 3.2.5 Situatie 4 met wegwerkzaamheden van VIA15 op omliggende wegen 16

3.3 De opgave voor de komende jaren 18

4 Mogelijkheden voor Regieteam en RTT 19

4.1 Maximale wegcapaciteit blijven bieden 20

4.2 Robuuste optimale afwikkeling borgen 21

4.3 Mobilisten slim adviseren en informeren 22

4.4 Slagvaardige organisatie met bestuurlijk draagvlak 22

(5)

1 Inleiding

‘Druk? Het ergste moet nog komen.’ Deze krantenkop1 schetst een somber beeld van de bereikbaarheid van de regio Arnhem-Nijmegen in de nabije toekomst. In de voorgaande jaren bleef de doorstroming op de wegen in de regio redelijk op peil. Dit mede door de recessie en dankzij verschillende grote wegenprojecten zoals de verbreding van de A50 en de A12 en de nieuwe Waalbrug bij Nijmegen. In 2016 is de filevorming en vertraging echter weer fors toegenomen, zowel op de hoofdwegen als op de wegen in de steden.

Zo staan de Pleyroute en de A12 in de Liemers hoog in de File-top-50. Verwacht wordt dat de openstelling van de doorgetrokken A15 over circa vijf jaar (in 2021-2023) wezenlijke verlichting zal brengen. Maar tot die tijd zal de hoeveelheid verkeer toenemen als gevolg van de aantrekkende economie en ruimtelijke ontwikkelingen.

Tegelijkertijd krijgt de regio de komende jaren te maken met een honderden onderhouds- en realisatieprojecten en evenementen.

Het Regieteam en het Regionaal Tactisch Team (RTT) in de regio Arnhem-Nijmegen hebben tot taak om de doorstroming op het wegennet zo goed mogelijk te borgen.

Vanuit deze twee organen zetten de wegbeheerders gezamenlijk en goed gecoördineerd een groot arsenaal aan organisatorische en verkeersmanagementmaatregelen in om het verkeer in goede banen te leiden.

Beide teams verwachten de komende vijf jaar een flinke (extra) opgave te krijgen.

Daarom wilden zij die opgave nauwkeuriger onderbouwd in beeld krijgen, op basis van berekeningen met het Regionaal Verkeerskundig Model (RVMK) van deze regio.

Goudappel Coffeng BV heeft dit onderzoek uitgevoerd, in opdracht van de provincie Gelderland en namens het Regieteam en het Regionaal Tactisch Team.

Dit rapport geeft antwoord op de volgende vragen:

■ Wat zijn de relevante (majeure) ontwikkelingen in de periode 2017–2021?

■ Welk effect hebben (combinaties van) die ontwikkelingen op de doorstroming op het wegennet (verandering van huidige en nieuwe knelpunten)?

■ Wat zijn op hoofdlijnen de mogelijkheden voor het Regieteam en het RTT om de (ontwikkeling in die) knelpunten in het netwerk te beheersen?

Dit rapport bevat de resultaten op hoofdlijnen. Meer gedetailleerde technische achtergrondinformatie vind u in de technische bijlage bij dit rapport.

(6)

2 Groei in de regio en (soms) minder wegcapaciteit

De regio Arnhem-Nijmegen zal de komende jaren (2017-2021) qua inwoners en arbeidsplaatsen blijven groeien. Tegelijkertijd leidt een groot aantal wegwerk- zaamheden (soms voor langere tijd) tot wezenlijk minder capaciteit op de weg.

Grote evenementen zorgen daarenboven voor extra verkeer.

2.1 De regio groeit door

Het aantal inwoners in de regio zal de komende jaren nog stevig groeien, met name tussen Arnhem en Nijmegen. Ook het aantal arbeidsplaatsen op de verschillende bedrijventerreinen blijft toenemen. Voor dit onderzoek is uitgegaan van de groei tussen 2015 en 2025 (het basisjaar respectievelijk prognosejaar van het RVMK). Op basis van interpolatie zijn de aantallen inwoners en arbeidsplaatsen in 2017 en 2021

geprognosticeerd, rekening houdend met specifieke ontwikkelingen.

(7)

2.2 Veel werk aan de wegen

In de afgelopen jaren hebben met name de hoofdwegen aan de west- en noordzijde van de regio extra capaciteit gekregen: A50 Ewijk - Grijsoord (inclusief nieuwe Waalbrug), A12 Ede-Grijsoord en A12 Waterberg-Velperbroek. Daarnaast heeft Nijmegen met de nieuwe Waalbrug en de Groene Route substantieel extra capaciteit gekregen. In Arnhem zijn de programma’s van de verkeerslichten op de Pleyroute verder geoptimaliseerd om maximaal capaciteit te bieden.

Over ruim vijf jaar (2021 – 2023) zal het project ViA15 gereed zijn. Met het doortrekken van de A15 vanaf knooppunt Ressen naar de A12 in combinatie met verbreding van de A12 tussen Zevenaar en de Duitse grens ontstaat in de regio een meer robuust hoofd- wegennet.

Maar tot die tijd vinden er vele onderhouds- en realisatieprojecten. Een aantal daarvan vindt plaats op de hoofdwegen in de regio en is zeer ingrijpend en/of langdurig. Denk aan de renovatie van de oude Waalbrug bij Nijmegen, groot onderhoud aan de A325/N325 en groot onderhoud aan de A12 Waterberg-Grijsoord. Maar ook op de stedelijke wegen in Arnhem en Nijmegen, alsmede op verschillende provinciale wegen zijn onderhoudswerkzaamheden voorzien. Daarnaast zal ook het project ViA15 in de directe omgeving leiden tot (tijdelijk) minder capaciteit. Ondertussen zullen diverse grote evenementen in de regio regelmatig grote hoeveelheden bezoekers trekken.

(8)

3 Verkeersdruk neemt fors toe

In de regio zijn diverse wegen nu al zwaar belast. Dit geldt niet alleen voor de nationale en regionale hoofdwegen, maar ook voor de stedelijke hoofdwegen. Door de ruimtelijke ontwikkelingen neemt die druk verder toe. De filevorming op de omliggende snelwegen zal daardoor toenemen, vooral in het zuidwesten, noorden en oosten. Ook de stedelijke (invals)wegen krijgen meer verkeer te verwerken. Dat komt niet alleen door de ruimtelijke ontwikkelingen in die steden zelf, maar ook door verkeer dat uitwijkt voor de files op de omliggende snelwegen. De steden staan dan voor de keuze om dat verkeer toe te laten (extra verkeer door de stad) of tegen te houden (extra wachten voor de stad). Bij wegwerkzaamheden zal verkeer (nog meer) uitwijken naar de omliggende wegen die nu al zwaar belast zijn.

Gevolg: nog meer filevorming en vertraging. Bij een dermate zwaar belast netwerk kunnen kleine verstoringen er al snel voor zorgen dat het verkeer in grote delen van de regio muurvast komt te staan.

Het Regieteam en het Regionaal Tactisch Team laten jaarlijks de vertragingen in de ochtend- en avondspits op de hoofdwegen in de regio in beeld brengen. Deze informatie is gebaseerd op reistijdmetingen2.

Om de situatie in nabije toekomst in beeld te krijgen, heeft Goudappel Coffeng met het RVMK de (veranderingen in de) intensiteiten berekend voor de ochtend- en avondspits in 2017 en 2021. Ook is de verkeersbelasting berekend door per weg de intensiteit af te zetten tegen de capaciteit (de ‘I/C-verhouding’). Samen met de gebiedsdeskundigen in het Regieteam en het Regionaal Tactisch Team is een expert-analyse uitgevoerd: wat is het gevolg van (de veranderingen in de) intensiteiten en I/C-verhoudingen op de filevorming en vertraging op de wegen in de regio?

Allereerst is de situatie zónder wegwerkzaamheden beschouwd (paragraaf 3.1). Daarna is het (extra) effect van vier mogelijke combinaties van de wegwerkzaamheden

beschouwd (paragraaf 3.2). Op basis hiervan is de (verkeerskundige) opgave voor het Regieteam en het Regionaal Tactisch Team voor de komende jaren geschetst in paragraaf 3.3.

Met nadruk zij gesteld dat de geschetste filebeelden een indruk geven voor een gemiddelde werkdag. Bij slecht weer, extra drukte (bijvoorbeeld bij evenementen of bij vakantiepieken en Duitse feestdagen), incidenten (pechgevallen) en ongevallen neemt de ernst en omvang van de vertragingen snel toe. Files groeien snel uit in lengte en slaan terug op toeleidende wegen. En uitwijkend verkeer leidt tot overbelasting op omliggende wegen waardoor ook daar vertragingen optreden.

Daarnaast worden de files en wachtrijen niet alleen in kilometers langer. Ze zullen ook in tijd langer gaan duren: de spitsen beginnen eerder en eindigen later. En in sommige situaties blijft het verkeer ook overdag tussen de spitsen stagneren.

2 RHDHV; oktober 2015; Knelpunten- en risico analyse 2015 Stadsregio Arnhem-Nijmegen RTT Slim.

(9)

3.1 Situatie zonder wegwerkzaamheden

3.1.1 Situatie zonder wegwerkzaamheden, ochtendspits

In de gemiddelde ochtendspits in 2015 kwamen de (gemeten) vertragingen voor op vele hoofdwegen in de regio. De A12 was toen de weg met de grootste vertraging, met terugslag op toeleidende wegen en uitwijkend verkeer op omliggende wegen. Daarnaast was er vertraging op de Pleyroute en op de A50 nabij knooppunt Bankhoef. Ook op enkele stedelijke invalswegen van Arnhem en Nijmegen was er sprake van vertragingen. Onderbelicht in deze kaart is de zware belasting van de stedelijke wegen.

De verbreding van de A12 tussen knooppunt Grijsoord en Ede leidt volgens de prognose voor een gemiddelde ochtendspits 2017 tot verbetering op het noord- westelijke deel van de A12, en daarmee ook op de toeleidende en omliggende wegen. In de Liemers en Arnhem neemt de problematiek evenwel verder toe, bijvoorbeeld op de Pleyroute en op de stedelijke invalswegen. De nieuwe Waalbrug zorgt in Nijmegen voor verbetering voor het Waalkruisend verkeer. De vertragingen op de A50 nabij knooppunt Bankhoef nemen echter toe. Bij Nijmegen begint ook de A73 zijn grens te bereiken.

Het filebeeld voor de gemiddelde ochtendspits in 2021 lijkt qua plaats van de vertragingen veel op dat van 2017. Maar zowel in Arnhem/De Liemers als bij Nijmegen nemen de vertragingen wel verder toe. Bij Nijmegen nemen de vertragingen op de A50 nabij knooppunt Bankhoef nemen verder toe en zal dagelijks filevorming gaan optreden op de A73.

(10)

3.1.2 Situatie zonder wegwerkzaamheden, avondspits

In de gemiddelde avondspits in 2015 kwamen de (gemeten) vertragingen met name voor op de A12 richting de Liemers met terugslag op de Pleyroute.

Daarnaast was er vertraging op de A50 nabij knooppunt Bankhoef. Ook de stedelijke invalsweg Nijmegen was er sprake van vertragingen. Onderbelicht in deze kaart is de zware belasting van de stedelijke wegen.

De verbreding van de A12 tussen knooppunt Grijsoord en Ede leidt volgens de prognose voor een gemiddelde avondspits 2017 tot een hogere piekbelasting van de A12 tussen de knooppunten Grijsoord en Waterberg met als gevolg meer filevorming. Ook op de stedelijke wegen in en rond Arnhem en de wegen richting de Liemers neemt de problematiek verder toe. De nieuwe Waalbrug zorgt in Nijmegen weliswaar voor verbetering voor het Waalkruisend verkeer. Maar er ontstaan ook nieuwe knelpunten. Ook de vertragingen op de A50 nabij knooppunt Bankhoef nemen toe en op de A73 zal er dagelijks filevorming zijn op A73.

Het filebeeld voor de gemiddelde avondspits in 2021 lijkt qua plaats van de vertragingen veel op dat van 2017, maar dan veel ernstiger. De A12 kent structureel (zware) filevorming vanaf knooppunt Grijsoord tot Zevenaar. Ook de filevorming op A50 rond knooppunt Bankhoef neemt sterk toe. Omliggende wegen worden daardoor zwaar belast door uitwijkend verkeer.

(11)

3.2 Situatie met wegwerkzaamheden

3.2.1 Vier situaties

In de periode 2017-2021 vinden naar verwachting vele wegwerkzaamheden plaats in de regio. Een groot deel hiervan betreft relatief kleinere (en kortdurende) werkzaamheden op stedelijke en regionale wegen. Maar er zullen ook meerdere grote, langduriger wegwerkzaamheden plaatsvinden op de hoofdwegen in de regio. Een selectie hiervan is weergegeven in het volgende figuur.

In overleg met de experts van het Regieteam en de RTT is een selectie van deze wegwerkzaamheden gecombineerd tot vier mogelijke combinaties die gelijktijdig optreden.

Op basis van deze vier situaties kan een goede indruk gegeven worden van de mogelijke effecten van de wegwerkzaamheden in de regio. Met nadruk zij gesteld dat de daad- werkelijke planning (en combinatie) van wegwerkzaamheden anders kan zijn. En ook dat andere wegwerkzaamheden (die niet zijn opgenomen zijn in de vier situaties) zullen leiden tot vertragingen en uitwijkend verkeer.

(12)

De eerste twee situaties vinden naar verwachting in de nabije toekomst plaats. Ze zijn met het verkeersmodel doorgerekend voor het planjaar 2017:

■ Situatie 1: wegwerkzaamheden op de centrale ‘noord-zuidas’:

- van de Apeldoornseweg en de John Frostbrug in Arnhem via de A325 tot de (oude) Waalbrug in Nijmegen;

- idee achter deze combinatie is dat met deze combinatie de weggebruikers op deze as in één geconcentreerde periode hinder ondervinden en gelijktijdig op andere noord-zuidverbindingen (m.n. de A12 en A50) niet gewerkt wordt.

■ Situatie 2: wegwerkzaamheden rond Nijmegen zelf:

- Waalbrug en Graafsweg;

- Beide werkzaamheden hebben naar verwachting langdurig een grote impact in en om Nijmegen.

De derde en vierde situaties vinden naar verwachting op wat langere termijn plaats. Ze hebben beiden betrekking op het project VIA15. Ze zijn met het verkeersmodel door- gerekend voor het planjaar 2021:

■ Situatie 3:

- wegwerkzaamheden in het kader van VIA15 op het hoofdwegennet;

- verbreding van de A12 tussen Duiven en knooppunt Oud Dijk, verbreding van de de A15 tussen de knooppunten Valburg en Ressen en aanleg van de doorgetrokken A15 tussen de knooppunten Ressen En Oud-Broeken (op de A12 nabij Zevenaar);

■ Situatie 4:

- wegwerkzaamheden in het kader van VIA15 op de kruisende wegen bij Elst, Bemmel en Zevenaar.

(13)

3.2.2 Situatie 1 met wegwerkzaamheden op Noord-zuidas

In deze situatie is ervan uitgegaan dat de wegwerkzaamheden op de volgende wegen gelijktijdig plaatsvinden:

■ Apeldoornseweg ten noorden van Arnhem;

■ Apeldoornseweg in Arnhem;

■ John Frostbrug;

■ A325 tussen Nijmeegseplein en knoppunt Ressen;

■ (oude) Waalbrug Nijmegen.

Voor de berekening met het RVMK model is ervan uitgegaan dat deze werkzaamheden plaatsvinden in 2017. In de praktijk kan de planning uiteraard anders worden.

(14)

Bij wegwerkzaamheden op de centrale Noord-Zuidas (situatie 1) zullen de volgende effecten optreden:

■ Verkeer op de centrale Noord-Zuidas zelf zal grote vertraging ondervinden.

■ Daarnaast zal verkeer uitwijken naar direct omliggende wegen en naar de omliggende snelwegen.

■ In de ochtendspits leidt dit tot ernstige extra vertragingen op de stedelijke wegen in en om Arnhem, de A12 van Waterberg naar Grijsoord, de A50 tussen Valburg en Bankhoef, de A73 voor Ewijk en op de stedelijke wegen in Nijmegen.

■ In de avondspits leidt dit tot ernstige extra vertragingen op de stedelijke wegen in Arnhem, de A12 tussen Grijsoord en Waterberg, de A50 (zowel tussen Grijsoord en Heteren als tussen Ewijk en Bankhoef) en op de stedelijke wegen in Nijmegen.

(15)

3.2.3 Situatie 2 met wegwerkzaamheden in Nijmegen

In deze situatie is ervan uitgegaan dat de wegwerkzaamheden op de volgende wegen gelijktijdig plaatsvinden:

■ (oude) Waalbrug Nijmegen.

■ Graafseweg (afsluiting in verband met werkzaamheden ProRail).

Voor de berekening met het RVMK model is ervan uitgegaan dat deze werkzaamheden plaatsvinden in 2017. In de praktijk kan de planning uiteraard anders worden.

(16)

Bij wegwerkzaamheden in en rondom Nijmegen (situatie 2) zullen de volgende effecten optreden:

■ Waalkruisend verkeer en verkeer over de Graafseweg zelf zal grote vertraging ondervinden.

■ Daarnaast zal verkeer uitwijken naar de omliggende stedelijke wegen in Nijmegen.

Ook zal verkeer uitwijken naar de A50.

■ Zowel in de ochtend- als in de avondspits zal dit leiden tot ernstige extra vertragingen op veel wegen in Nijmegen zelf. Daarnaast zal er met name extra vertraging optreden op de A50 tussen Valburg en Ewijk en op de A73 tussen Neerbosch en Ewijk.

(17)

3.2.4 Situatie 3 met wegwerkzaamheden van VIA15 op het hoodfwegennet

In deze situatie is ervan uitgegaan dat de wegwerkzaamheden op de volgende wegen gelijktijdig plaatsvinden:

■ verbreding van de A15 tussen de knooppunt Valburg en Ressen en aanleg van de doorgetrokken A15 tussen de knooppunten Ressen En Oud-Broeken (op de A12 nabij Zevenaar);

■ A12 tussen Duiven en knooppunt Oud-Dijk.

Voor de berekening met het RVMK model is ervan uitgegaan dat deze werkzaamheden plaatsvinden in 2021. In de praktijk kan de planning uiteraard anders worden.

(18)

Bij wegwerkzaamheden op de A12 en de A15 in het kader van VIA15 (situatie 3) zullen de volgende effecten optreden:

■ Verkeer op de (toch al zwaar belaste) A12 tussen de knooppunten Velperbroek en Oud Dijk zal zeer ernstige hinder ondervinden.

■ Zonder wegwerkzaamheden wijkt al verkeer uit naar de omliggende wegen in de Liemers. Tijdens de wegwerkzaamheden zal nog meer verkeer uitwijken en ook verder weg gelegen uitwijkroutes gaan benutten: alle wegen in het gebied Doesburg, Doetinchem, Zevenaar en Westervoort, alsmede de A348. Met als gevolg extra filevorming op de A348 voor Velperbroek (vooral in de in de ochtendspits). Bij werkzaamheden op de N338 (Westervoort - Angerlo) neemt de druk op de alternatieven nog verder toe.

■ In de avondspits zal filevorming op de A12 verder terugslaan op de A12 zelf (een aaneengesloten file tussen Grijsoord en Oud Dijk) en als op de Pleyroute.

■ In de omgeving Elst/ Bemmel zijn de effecten beperkter.

(19)
(20)

3.2.5 Situatie 4 met wegwerkzaamheden van VIA15 op omliggende wegen

In deze situatie is ervan uitgegaan dat de wegwerkzaamheden in het kader van VIA15 op de kruisende volgende wegen gelijktijdig plaatsvinden:

■ Rijksweg Zuid bij Elst;

■ N839 bij Bemmel;

■ N810 bij Zevenaar;

■ Hengelder bij Zevenaar;

■ Viaduct Hengelder bij Zevenaar.

Voor de berekening met het RVMK model is ervan uitgegaan dat deze werkzaamheden plaatsvinden in 2021. In de praktijk kan de planning uiteraard anders worden.

(21)

Bij wegwerkzaamheden op de kruisende wegen in het kader van VIA15 (situatie 4) zullen de volgende effecten optreden:

■ De wegwerkzaamheden zullen vooral ter plaatse en op de direct omliggende wegen leiden tot extra hinder.

■ Met name in de Liemers (in en om Zevenaar) zal er sprake zijn van extra hinder op de omliggende wegen als gevolg van uitwijkend verkeer, alsmede extra vertraging op de A12.

■ In Lingewaard zal het verkeer uitwijken naar direct omliggende wegen die daar in het algemeen niet op berekend zijn. Met name Huissen, Bemmel en Elst zullen daardoor slechter bereikbaar worden.

■ Voor het overige hebben de wegwerkzaamheden in deze situatie een relatief klein effect op de overige hoofdwegen in de regio.

(22)

3.3 De opgave voor de komende jaren

Uit voorgaande verkenning blijkt dat het Regieteam en het RTT de komende jaren voor een zeer grote opgave komen te staan.

Veel wegen in de regio zijn nu al op een gemiddelde werkdag zwaarbelast. Dit geldt zeker voor de nationale en regionale hoofdwegen (met name de A12, A50 en

A325/N325). Maar ook de stedelijke hoofdwegen in Arnhem en Nijmegen naderen hun capaciteit. Bij slecht weer, extra drukte (bijvoorbeeld bij evenementen of bij

vakantiepieken en Duitse feestdagen), incidenten (pechgevallen) en ongevallen neemt de ernst en omvang van de vertragingen snel toe. Files groeien snel uit in lengte en slaan terug op toeleidende wegen. Door de vele bruggen (over IJssel, Rijn, Nederrijn, Waal en Maas) zijn de uitwijkmogelijkheden voor het verkeer beperkt. En uitwijkend verkeer leidt tot overbelasting op omliggende wegen waardoor ook daar vertragingen optreden. Dit soort situaties traden eind 2016 al met enige regelmaat op.

Door de ruimtelijke ontwikkelingen neemt die druk verder toe. De filevorming op de omliggende snelwegen zal daardoor toenemen, in het zuiden en zuidwesten op de A50 bij Bankhoef en A73 bij Nijmegen, in het noorden op de A12 tussen Grijsoord en Waterberg en in het noordoosten op de A12 in de Liemers. Ook de stedelijke (invals)wegen krijgen meer verkeer te verwerken. Dat komt niet alleen door de

ruimtelijke ontwikkelingen in die steden zelf, maar ook door verkeer dat uitwijkt voor de files op de omliggende snelwegen. Omdat veel stedelijke wegen dat extra verkeer niet meer kunnen verwerken, staan de gemeentes voor de keuze om dat verkeer toe te laten (extra verkeer door de stad) of tegen te houden (extra wachten voor de stad).

Bij wegwerkzaamheden zal er ter plaatse in de meeste gevallen sprake zijn van extra vertragingen. De ernst hiervan hangt uiteraard sterk af van de capaciteitsbeperkingen in combinatie tot de intensiteiten op de betreffende weg. Bij meerdere

wegwerkzaamheden is nu al te voorzien dat de hinder alleen al ter plaatse groot tot zeer groot zal zijn. Daarnaast zal er (nog meer) verkeer uitwijken naar de omliggende wegen die nu al zwaar belast zijn. Gevolg: extra filevorming op de omliggende snelwegen en extra verkeer en (soms zeer forse) extra vertragingen op de regionale en stedelijke wegen.

Kort samengevat:

■ In 2016 is de doorstroming in de Arnhem-Nijmegen al moeizaam:

- de wegen in de regio zijn al zwaar belast met als gevolg dagelijkse files;

- slecht weer, extra drukte, incidenten en ongevallen leiden met enige regelmaat tot ernstige vertragingen op grote delen van het wegennet.

■ De komende jaren (tot gereedkomen VIA15) wordt de doorstroming nog moeizamer:

- door de groei in en om de regio zullen de dagelijkse files verder toenemen in hoeveelheid, lengte en duur;

- wegwerkzaamheden beperken de (rest)capaciteit op het toch al zwaarbelaste en kwetsbare netwerk;

- ernstige en langdurige vertragingen op grote delen van het wegennet zullen vaker optreden.

(23)

4 Mogelijkheden voor Regieteam en RTT

Het Regieteam en het RTT staan, samen met alle betrokken wegbeheerders de komende jaren voor een forse opgave. Ze zullen alle beschikbare middelen maximaal moeten inzetten om te blijven zorgen voor een zo goed mogelijke doorstroming in de regio Arnhem-Nijmegen. Ze kunnen daarbij gebruik maken van een groot arsenaal aan instrumenten dat mede in het kader van het programma Beter Benutten is ontwikkeld. Ook is er een al goede samenwerkingsorganisatie voor gebruik en beheer van alle middelen. Maar de forse opgave vergt een bijzondere extra inspanning van het Regieteam, het RTT en de wegbeheerders. Dit vereist een gedegen en slagvaardige regionale verkeersmanagementorganisatie met bestuurlijk draagvlak.

Het Regieteam en het RTT hebben samen met de wegbeheerders in de afgelopen twee decennia al diverse mogelijkheden ontwikkeld om het verkeer in de regio zo goed mogelijk te managen. Zo hebben ze, mede in het kader van het programma Beter Benutten, diverse wegkantsystemen geplaatst (verkeerssignalering, DRIP’s, TDI’s). Ook is het beheer van de verkeerslichten op regionaal niveau beter geborgd.

Wegwerkzaamheden en evenementen worden tijdig op elkaar afgestemd. Het RTT heeft vele regelscenario’s ontwikkeld om het verkeer in de dagelijkse spitsen en met name tijdens bijzondere omstandigheden (recreatiepieken, ongevallen etc.) in goede banen te leiden. Met Incident Management worden de belangrijkste wegen in de regio na een ongeval zo snel mogelijk weer vrijgemaakt. En er is een regionale beheersorganisatie voor verkeersmanagement ontwikkeld.

In het kader van deze studie zijn deze mogelijkheden als volgt geordend en uitgewerkt:

■ mogelijkheden om maximale wegcapaciteit blijven bieden;

■ mogelijkheden om Robuuste optimale afwikkeling borgen;

■ mobilisten slim adviseren en informeren;

■ slagvaardige organisatie met bestuurlijk draagvlak.

(24)

4.1 Maximale wegcapaciteit blijven bieden

Hoe groter de wegcapaciteit, des te kleiner de (kans op) vertragingen. Daarom betreft de eerste en meest effectieve mogelijkheid voor het Regieteam en RTT het blijven bieden van maximale wegcapaciteit.

In het verleden is in de regio flink geïnvesteerd in extra wegcapaciteit op de rijks-, provinciale en gemeentelijke wegen. De komende jaren zijn er -naast VIA15- geen verdere capaciteitsuitbreidingen voorzien. Ook kleinere infrastructurele maatregelen die lokaal extra capaciteit zouden kunnen bieden (en daarmee soms op netwerkniveau grote positieve effecten hebben) zijn op dit moment niet gepland. Het Regieteam en RTT samen met de wegbeheerders zullen het de komende jaren dus moeten doen met de nu aanwezige wegen met de capaciteit die ze nu hebben.

De meest kansrijke mogelijkheden liggen de komende jaren in het beheersen van de capaciteitsbeperkingen als gevolg van wegwerkzaamheden. Dit is een gemeen- schappelijk belang voor alle betrokken wegbeheerders. Hiervoor zijn de volgende acties nodig:

■ het Regieteam en RTT moeten te allen tijde een compleet en tijdig overzicht hebben van alle wegwerkzaamheden en evenementen, de wegbeheerders beschikken al over een instrument om dit overzicht te maken

 het vereist wel (extra) discipline om de meldingen van de wegwerkzaamheden en evenementen continu actueel te houden;

■ de betrokken opdrachtgevers/wegbeheerders moeten meer nog dan nu hun wegwerkzaamheden en evenementen ruim van te voren onderling afstemmen

 het verdient de voorkeur om frequenter regionaal afstemmingoverleg te hebben in plaats van nu (vooral) incidenteel en projectgebonden overleg,

 het vraagt van de wegbeheerders ook extra flexibiliteit bij het plannen van wegwerkzaamheden en evenementen (dat is ook eenvoudiger als ze tijdig bekend zijn);

■ de betrokken opdrachtgevers/wegbeheerders moeten, op aanwijzing van het Regieteam en RTT, in de contracten voor de aannemers strenge(re) eisen gaan stellen aan de wegwerkzaamheden:

- stel eisen aan de restcapaciteit en doorlooptijd,

- zorgvuldig uitgewerkte en afgestemde omleidingsroutes

- en waar nodig uitbreiding van Incident Management gedurende de tijd van de werkzaamheden (zie ook paragraaf 4.2).

■ ten slotte verdient het aanbeveling om (nogmaals) te verkennen welke kleinere infrastructurele maatregelen lokaal extra capaciteit zouden kunnen bieden (en daarmee soms op netwerkniveau grote positieve effecten hebben):

- een voorbeeld hiervan is de realisatie van spitsstroken op de A12 tussen de knooppunten Grijsoord en Waterberg, vertraging op dit (nu al zeer zwaar belaste) wegvak heeft een grote impact op zowel de regionale als de nationale bereik- baarheid.

(25)

4.2 Robuuste optimale afwikkeling borgen

Binnen de grenzen van de wegcapaciteit (paragraaf 4.1) is het belangrijk dat het verkeer met zo min mogelijk verstoringen kan doorstromen. Daarom betreft de tweede mogelijk- heid voor het Regieteam en RTT het continu voorspellen en actueel monitoren van de verkeersafwikkeling en tijdig ingrijpen bij (verwachte of onverwachte) bijzondere omstandigheden. Preventieve en curatieve maatregelen dragen bij aan een robuuste en optimale afwikkeling binnen de gegeven (soms beperkte) wegcapaciteit.

De wegbeheerders krijgen via diverse inwinsystemen (langs de weg en FCD) steeds beter actueel zicht op de verkeersafwikkeling. De leden van het RTT en de Regiodesk van VC-NON kunnen op basis van hun ruime gebiedskennis ook steeds beter de effecten inschatten van verwachte bijzondere omstandigheden zoals wegwerkzaamheden, evenementen en piekdagen. Ze kunnen hiervoor tijdig regelscenario’s ontwikkelen waarmee het verkeer ondanks de bijzondere situaties toch zo goed mogelijk afgewikkeld kan worden. Daarnaast beschikken de wegbeheerders over een uitgebreid arsenaal aan wegkantsystemen waarmee weggebruikers geïnformeerd, geadviseerd en gewaar- schuwd en (waar nodig) gedirigeerd kunnen worden. Op vrijwel alle snelwegen (A12, A50, A73 en A15) en de provinciale A325/N325 is verkeerssignalering aanwezig. De regio beschikt over diverse DRIP’s en TDI’s. Daarnaast zijn er honderden VRI’s in de regio.

Incident Management (IM) is een uitstekend instrument voor het beheersen van de hinder bij onverwachte bijzondere omstandigheden (incidenten, pechgevallen, ongevallen). IM wordt toegepast op alle rijkswegen en de belangrijkste provinciale wegen. IM op stedelijk niveau is weliswaar ontwikkeld, maar is nog niet overal robuust georganiseerd.

Van groot belang voor het robuust borgen van de afwikkeling is deskundige samen- werking tussen de Regiodesk van VC-NON en de vergelijkbare organisaties van de gemeenten Arnhem en Nijmegen.

Voor het robuust borgen van de afwikkeling zijn de volgende acties nodig:

■ zorg voor continuïteit in de personele bezetting in de beheersorganisatie

 op alle niveaus (Regieteam, RTT, en RKCO);

■ zorg voor gedegen beheer van alle wegkantsystemen

 hiervoor is reeds een beheerplan opgesteld, de beheersorganisatie gaat dit plan in 2017 voortvarend uitvoeren;

■ overweeg het voor langere tijd uitbreiden van het IM-wegennet naar omliggende wegen die regelmatig (bedoeld of onbedoeld) gebruikt worden door uitwijkend verkeer

 zorg voor een robuustere organisatie,

 zet waar nodig tijdelijk extra IM in voor bijzondere situaties;

■ maak gebruik van alle mogelijkheden van pro-actief verkeersmanagement en (C-)ITS

 benut beschikbare (FCD) meetdata en eventueel verkeerskundige prognoses om

(26)

4.3 Mobilisten slim adviseren en informeren

De derde mogelijkheid is het slim adviseren en informeren van mobilisten. Met flankerende maatregelen kunnen mobilisten verleid worden om andere verplaat- singskeuzes te maken en zo de (piek)druk op het weggennet te beheersen.

Het Regieteam en het RTT hebben zich in het verleden vooral gericht op maatregelen die direct ingrijpen op het autoverkeer (de mogelijkheden in paragrafen 4.1 en 4.2). Gegeven de opgave, en ondanks alle eerder genoemde mogelijkheden, zal de auto de komende jaren vaak minder aantrekkelijk zijn door de vertragingen. Hier liggen kansen om de alternatieven (waar nodig) extra te stimuleren. De regio heeft in het verleden reeds uitgebreid ingezet op reductie van autoverkeer met het programma ‘Slim reizen’ en Beter Benutten Vervolg. Tegelijkertijd hebben de gemeenten in de regio de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de ontwikkeling van hoogwaardige (snel)fietsroutes. Ook de OV-verbindingen zijn (zeker in en tussen Arnhem en Nijmegen) op een hoog niveau.

Voor slim adviseren en informeren zijn bij RT en RTT de volgende acties nodig:

■ breng structureel de mogelijkheden en noodzaak van gedragsmaatregelen in kaart, complementair aan de (nu nog vaak tot het autoverkeer beperkte) regelscenario’s;

■ vertaal deze frequent in een concrete opgave die aansluit bij/gebruik maakt van bestaande initiatieven ( Slim reizen, mobiliteitsmanagement, werkgeversaanpak etc.);

■ benut waar mogelijk ook alle nieuwe informatiemogelijkheden die bijvoorbeeld Smart Mobility en C-ITS bieden.

4.4 Slagvaardige organisatie met bestuurlijk draagvlak

Uit de voorgaande drie paragrafen blijkt dat de regio ‘op straat’ al veel instrumenten beschikbaar heeft om de doorstromingsopgave op te pakken. Echter: alles staat en valt met een goede personele bezetting voor het plannen, beheren en toepassen van al die instrumenten! Hiervoor is in de regio al een beheerplan ontwikkeld. Het Regieteam en het RTT spelen hierin op tactisch niveau een belangrijke rol. Op operationeel niveau zijn dat de Regiodesk van VC-NON samen met de verkeerscentrales van Arnhem en Nijmegen. De bezetting van deze organisaties vindt nu plaats vanuit de betrokken wegbeheerders.

Dit rapport toont aan dat de wegbeheerders de komende jaren gemeenschappelijk geconfronteerd worden met een zeer grote opgave op het gebied van doorstroming en bereikbaarheid. Deze forse opgave vraagt om een slagvaardige regionale verkeers- managementorganisatie met bestuurlijk draagvlak.

De robuustheid van de verkeersmanagementorganisatie verdient extra aandacht. Het Regieteam en het RTT heeft samen met de Regiodesk van VC-NON en de verkeers- centrales van Arnhem en Nijmegen in het verleden al bewezen dat zij op zich prima georganiseerd zijn om deze opgave aan te pakken. Het verdient aanbeveling continuïteit op de personele capaciteit te bieden. Het regionaal verkeersmanagement verdient een duidelijk (bestuurlijk herkenbare) positie. Geadviseerd wordt een voorstel te ontwikkelen voor een stevige verankering op organisatorisch en inhoudelijk vlak.

Zo kunnen het Regieteam en het RTT de bijzonder forse opgave aan, met inzet van alle beschikbare en waar nodig en mogelijk ook nieuwe (onconventionele)instrumenten.

(27)

Vestiging Deventer Snipperlingsdijk 4 7417 BJ Deventer T +31 (0570) 666 222 F +31 (0570) 666 888 Postbus 161 7400 AD Deventer

www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van elke regio wordt dan een ‘regionaal bod’ verwacht voor hernieuwbare opwek op land, voor benutting van regionale warmtebronnen en voor de bijbehorende

In project ViA15 wordt de A15 vanaf knooppunt Ressen doorgetrokken naar de A12 tussen Duiven en Zevenaar.. De nieuwe weg krijgt 2 rijkstroken in

In de Woondeal regio Arnhem-Nijmegen bundelen de overheidslagen (regio, provincie en Rijk) hun krachten met als gezamenlijke ambitie om, in nauwe samenwerking met de benodigde

Hoeveel TWh duurzame elektriciteit moeten we in Regio Arnhem Nijmegen opwekken als we 49% CO₂-reductie uit het Klimaatakkoord willen

In deze Investeringsagenda staat opgenomen hoe de Groene Metropoolregio, de provincie en The Economic Board van plan zijn om bij te dragen aan de uitvoering van de

In de gebiedsuitwerkingen wordt voor de deelgebieden uitgewerkt waar ruimte is voor woningen en werklocaties en welke randvoorwaarden voor de leefomgeving, mobiliteit, economie

Hierdoor zenden wij uw Wob-verzoek op grond van artikel 4 Wet Openbaarheid van Bestuur door naar de Provincie Gelderland. Vertrouwende u hierbij voldoende te

De aanvraag omgevingsvergunning is bekeken In samenhang met de verleende omgevingsvergunning van 16 september 2016 voorde activiteit bouwen, omdat het hier wijziging ten opzichte