• No results found

Mogelijkheden voor Regieteam en RTT

Het Regieteam en het RTT staan, samen met alle betrokken wegbeheerders de komende jaren voor een forse opgave. Ze zullen alle beschikbare middelen maximaal moeten inzetten om te blijven zorgen voor een zo goed mogelijke doorstroming in de regio Arnhem-Nijmegen. Ze kunnen daarbij gebruik maken van een groot arsenaal aan instrumenten dat mede in het kader van het programma Beter Benutten is ontwikkeld. Ook is er een al goede samenwerkingsorganisatie voor gebruik en beheer van alle middelen. Maar de forse opgave vergt een bijzondere extra inspanning van het Regieteam, het RTT en de wegbeheerders. Dit vereist een gedegen en slagvaardige regionale verkeersmanagementorganisatie met bestuurlijk draagvlak.

Het Regieteam en het RTT hebben samen met de wegbeheerders in de afgelopen twee decennia al diverse mogelijkheden ontwikkeld om het verkeer in de regio zo goed mogelijk te managen. Zo hebben ze, mede in het kader van het programma Beter Benutten, diverse wegkantsystemen geplaatst (verkeerssignalering, DRIP’s, TDI’s). Ook is het beheer van de verkeerslichten op regionaal niveau beter geborgd.

Wegwerkzaamheden en evenementen worden tijdig op elkaar afgestemd. Het RTT heeft vele regelscenario’s ontwikkeld om het verkeer in de dagelijkse spitsen en met name tijdens bijzondere omstandigheden (recreatiepieken, ongevallen etc.) in goede banen te leiden. Met Incident Management worden de belangrijkste wegen in de regio na een ongeval zo snel mogelijk weer vrijgemaakt. En er is een regionale beheersorganisatie voor verkeersmanagement ontwikkeld.

In het kader van deze studie zijn deze mogelijkheden als volgt geordend en uitgewerkt:

■ mogelijkheden om maximale wegcapaciteit blijven bieden;

■ mogelijkheden om Robuuste optimale afwikkeling borgen;

■ mobilisten slim adviseren en informeren;

■ slagvaardige organisatie met bestuurlijk draagvlak.

4.1 Maximale wegcapaciteit blijven bieden

Hoe groter de wegcapaciteit, des te kleiner de (kans op) vertragingen. Daarom betreft de eerste en meest effectieve mogelijkheid voor het Regieteam en RTT het blijven bieden van maximale wegcapaciteit.

In het verleden is in de regio flink geïnvesteerd in extra wegcapaciteit op de rijks-, provinciale en gemeentelijke wegen. De komende jaren zijn er -naast VIA15- geen verdere capaciteitsuitbreidingen voorzien. Ook kleinere infrastructurele maatregelen die lokaal extra capaciteit zouden kunnen bieden (en daarmee soms op netwerkniveau grote positieve effecten hebben) zijn op dit moment niet gepland. Het Regieteam en RTT samen met de wegbeheerders zullen het de komende jaren dus moeten doen met de nu aanwezige wegen met de capaciteit die ze nu hebben.

De meest kansrijke mogelijkheden liggen de komende jaren in het beheersen van de capaciteitsbeperkingen als gevolg van wegwerkzaamheden. Dit is een gemeen-schappelijk belang voor alle betrokken wegbeheerders. Hiervoor zijn de volgende acties nodig:

■ het Regieteam en RTT moeten te allen tijde een compleet en tijdig overzicht hebben van alle wegwerkzaamheden en evenementen, de wegbeheerders beschikken al over een instrument om dit overzicht te maken

 het vereist wel (extra) discipline om de meldingen van de wegwerkzaamheden en evenementen continu actueel te houden;

■ de betrokken opdrachtgevers/wegbeheerders moeten meer nog dan nu hun wegwerkzaamheden en evenementen ruim van te voren onderling afstemmen

 het verdient de voorkeur om frequenter regionaal afstemmingoverleg te hebben in plaats van nu (vooral) incidenteel en projectgebonden overleg,

 het vraagt van de wegbeheerders ook extra flexibiliteit bij het plannen van wegwerkzaamheden en evenementen (dat is ook eenvoudiger als ze tijdig bekend zijn);

■ de betrokken opdrachtgevers/wegbeheerders moeten, op aanwijzing van het Regieteam en RTT, in de contracten voor de aannemers strenge(re) eisen gaan stellen aan de wegwerkzaamheden:

- stel eisen aan de restcapaciteit en doorlooptijd,

- zorgvuldig uitgewerkte en afgestemde omleidingsroutes

- en waar nodig uitbreiding van Incident Management gedurende de tijd van de werkzaamheden (zie ook paragraaf 4.2).

■ ten slotte verdient het aanbeveling om (nogmaals) te verkennen welke kleinere infrastructurele maatregelen lokaal extra capaciteit zouden kunnen bieden (en daarmee soms op netwerkniveau grote positieve effecten hebben):

- een voorbeeld hiervan is de realisatie van spitsstroken op de A12 tussen de knooppunten Grijsoord en Waterberg, vertraging op dit (nu al zeer zwaar belaste) wegvak heeft een grote impact op zowel de regionale als de nationale bereik-baarheid.

4.2 Robuuste optimale afwikkeling borgen

Binnen de grenzen van de wegcapaciteit (paragraaf 4.1) is het belangrijk dat het verkeer met zo min mogelijk verstoringen kan doorstromen. Daarom betreft de tweede mogelijk-heid voor het Regieteam en RTT het continu voorspellen en actueel monitoren van de verkeersafwikkeling en tijdig ingrijpen bij (verwachte of onverwachte) bijzondere omstandigheden. Preventieve en curatieve maatregelen dragen bij aan een robuuste en optimale afwikkeling binnen de gegeven (soms beperkte) wegcapaciteit.

De wegbeheerders krijgen via diverse inwinsystemen (langs de weg en FCD) steeds beter actueel zicht op de verkeersafwikkeling. De leden van het RTT en de Regiodesk van VC-NON kunnen op basis van hun ruime gebiedskennis ook steeds beter de effecten inschatten van verwachte bijzondere omstandigheden zoals wegwerkzaamheden, evenementen en piekdagen. Ze kunnen hiervoor tijdig regelscenario’s ontwikkelen waarmee het verkeer ondanks de bijzondere situaties toch zo goed mogelijk afgewikkeld kan worden. Daarnaast beschikken de wegbeheerders over een uitgebreid arsenaal aan wegkantsystemen waarmee weggebruikers geïnformeerd, geadviseerd en gewaar-schuwd en (waar nodig) gedirigeerd kunnen worden. Op vrijwel alle snelwegen (A12, A50, A73 en A15) en de provinciale A325/N325 is verkeerssignalering aanwezig. De regio beschikt over diverse DRIP’s en TDI’s. Daarnaast zijn er honderden VRI’s in de regio.

Incident Management (IM) is een uitstekend instrument voor het beheersen van de hinder bij onverwachte bijzondere omstandigheden (incidenten, pechgevallen, ongevallen). IM wordt toegepast op alle rijkswegen en de belangrijkste provinciale wegen. IM op stedelijk niveau is weliswaar ontwikkeld, maar is nog niet overal robuust georganiseerd.

Van groot belang voor het robuust borgen van de afwikkeling is deskundige samen-werking tussen de Regiodesk van VC-NON en de vergelijkbare organisaties van de gemeenten Arnhem en Nijmegen.

Voor het robuust borgen van de afwikkeling zijn de volgende acties nodig:

■ zorg voor continuïteit in de personele bezetting in de beheersorganisatie

 op alle niveaus (Regieteam, RTT, en RKCO);

■ zorg voor gedegen beheer van alle wegkantsystemen

 hiervoor is reeds een beheerplan opgesteld, de beheersorganisatie gaat dit plan in 2017 voortvarend uitvoeren;

■ overweeg het voor langere tijd uitbreiden van het IM-wegennet naar omliggende wegen die regelmatig (bedoeld of onbedoeld) gebruikt worden door uitwijkend verkeer

 zorg voor een robuustere organisatie,

 zet waar nodig tijdelijk extra IM in voor bijzondere situaties;

■ maak gebruik van alle mogelijkheden van pro-actief verkeersmanagement en (C-)ITS

 benut beschikbare (FCD) meetdata en eventueel verkeerskundige prognoses om

4.3 Mobilisten slim adviseren en informeren

De derde mogelijkheid is het slim adviseren en informeren van mobilisten. Met flankerende maatregelen kunnen mobilisten verleid worden om andere verplaat-singskeuzes te maken en zo de (piek)druk op het weggennet te beheersen.

Het Regieteam en het RTT hebben zich in het verleden vooral gericht op maatregelen die direct ingrijpen op het autoverkeer (de mogelijkheden in paragrafen 4.1 en 4.2). Gegeven de opgave, en ondanks alle eerder genoemde mogelijkheden, zal de auto de komende jaren vaak minder aantrekkelijk zijn door de vertragingen. Hier liggen kansen om de alternatieven (waar nodig) extra te stimuleren. De regio heeft in het verleden reeds uitgebreid ingezet op reductie van autoverkeer met het programma ‘Slim reizen’ en Beter Benutten Vervolg. Tegelijkertijd hebben de gemeenten in de regio de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de ontwikkeling van hoogwaardige (snel)fietsroutes. Ook de OV-verbindingen zijn (zeker in en tussen Arnhem en Nijmegen) op een hoog niveau.

Voor slim adviseren en informeren zijn bij RT en RTT de volgende acties nodig:

■ breng structureel de mogelijkheden en noodzaak van gedragsmaatregelen in kaart, complementair aan de (nu nog vaak tot het autoverkeer beperkte) regelscenario’s;

■ vertaal deze frequent in een concrete opgave die aansluit bij/gebruik maakt van bestaande initiatieven ( Slim reizen, mobiliteitsmanagement, werkgeversaanpak etc.);

■ benut waar mogelijk ook alle nieuwe informatiemogelijkheden die bijvoorbeeld Smart Mobility en C-ITS bieden.

4.4 Slagvaardige organisatie met bestuurlijk draagvlak

Uit de voorgaande drie paragrafen blijkt dat de regio ‘op straat’ al veel instrumenten beschikbaar heeft om de doorstromingsopgave op te pakken. Echter: alles staat en valt met een goede personele bezetting voor het plannen, beheren en toepassen van al die instrumenten! Hiervoor is in de regio al een beheerplan ontwikkeld. Het Regieteam en het RTT spelen hierin op tactisch niveau een belangrijke rol. Op operationeel niveau zijn dat de Regiodesk van VC-NON samen met de verkeerscentrales van Arnhem en Nijmegen. De bezetting van deze organisaties vindt nu plaats vanuit de betrokken wegbeheerders.

Dit rapport toont aan dat de wegbeheerders de komende jaren gemeenschappelijk geconfronteerd worden met een zeer grote opgave op het gebied van doorstroming en bereikbaarheid. Deze forse opgave vraagt om een slagvaardige regionale verkeers-managementorganisatie met bestuurlijk draagvlak.

De robuustheid van de verkeersmanagementorganisatie verdient extra aandacht. Het Regieteam en het RTT heeft samen met de Regiodesk van VC-NON en de verkeers-centrales van Arnhem en Nijmegen in het verleden al bewezen dat zij op zich prima georganiseerd zijn om deze opgave aan te pakken. Het verdient aanbeveling continuïteit op de personele capaciteit te bieden. Het regionaal verkeersmanagement verdient een duidelijk (bestuurlijk herkenbare) positie. Geadviseerd wordt een voorstel te ontwikkelen voor een stevige verankering op organisatorisch en inhoudelijk vlak.

Zo kunnen het Regieteam en het RTT de bijzonder forse opgave aan, met inzet van alle beschikbare en waar nodig en mogelijk ook nieuwe (onconventionele)instrumenten.

Vestiging Deventer Snipperlingsdijk 4 7417 BJ Deventer T +31 (0570) 666 222 F +31 (0570) 666 888 Postbus 161 7400 AD Deventer

www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl