• No results found

Vraag nr. 102 van 12 november 1997 van de heer DIDIER RAMOUDT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 102 van 12 november 1997 van de heer DIDIER RAMOUDT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 102

van 12 november 1997

van de heer DIDIER RAMOUDT

Bestaansminimumtarief De Lijn – Gelijkheidsbe-ginsel

De Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn (VVM) heeft beslist dat vanaf 1 oktober 1997 personen die een bestaansminimum ontvangen van het OCMW, voor een bedrag van 20 frank kunnen gebruikma-ken van tram of bus.

Inzake deze socialetariefpolitiek van De Lijn, waarvan de filosofie zeker kan worden gesteund, dient toch wel te worden opgemerkt dat een en ander bepaalde discriminaties in het leven roept. Wat bijvoorbeeld met alleenstaande personen die het gewaarborgd inkomen voor bejaarde personen o n t v a n g e n , wat neerkomt op een bedrag gelijk aan het bestaansminimum ? Wat met werklozen met een minimumuitkering die ziek worden, wat de eerste zes maanden van de periode dat ze ziek zijn resulteert in een uitkering gelijk aan het bestaans-minimum ?

Gezien artikel 10 van de Grondwet, gezien artikel 14 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM), gezien artikel 26 van het Internationaal Verdrag betreffende de Burgerlijke en Politieke Rechten (BU P O ) , is dis-criminatie op grond van allerlei elementen verbo-den.

1. In hoeverre is er door de geschetste tariefkor-ting van De Lijn sprake van een schending van het grondwettelijke en internationaal vastgeleg-de gelijkheidsbeginsel ?

2. In welke mate kunnen eventuele schadegeval-len voor de rechtbanken worden ingeroepen op basis van een schending van het gelijkheidsbe-ginsel ?

3. Is er, in het kader van het huidige beheerscon-tract van De Lijn, een gelijkaardige korting gepland voor andere sociaal zwakkere groepen die op dit ogenblik dit sociaal tarief niet kunnen genieten ?

Antwoord

1. Het gelijkheidsbeginsel sluit niet uit dat de overheid een verschil in behandeling instelt vol-gens bepaalde categorieën van personen, m i t s zij voor dit onderscheid een objectieve en

rede-lijke verantwoording verschaft. Deze verant-woording moet worden beoordeeld in het licht van de doelstelling die de overheid op het oog h e e f t . Het creëren van een ongelijke behande-ling kan vanzelfsprekend geen doel op zich zijn. Een gedifferentieerde benadering moet kunnen worden gerechtvaardigd als een adequaat, even-redig middel om een welbepaald doel van alge-meen belang te bereiken. Het lijdt geen twijfel dat het bestuur dat een juridisch ongelijke behandeling aanwendt om feitelijke ongelijkhe-den te corrigeren, een rechtmatig oogmerk n a s t r e e f t . Het gelijkheidsbeginsel houdt dus geen verbod in van zogenaamde positieve dis-c r i m i n a t i e. Aan minderbedeelde groepen in de samenleving kan een "voorkeursbehandeling" worden verleend om hun maatschappelijke ach-terstelling te compenseren.

Als onderscheidingscriterium voor het toeken-nen van het gunsttarief, hanteert De Lijn het recht op een bestaansminimum vanwege het O C M W. Vanzelfsprekend heeft de V l a a m s e volksvertegenwoordiger gelijk wanneer hij stelt dat daarmee niet alle minderbedeelden worden bereikt. Er bestaat echter geen algemeen, alles-omvattend criterium dat toelaat alle personen aan te duiden die zich in vergelijkbare behoefti-ge omstandigheden bevinden. De overheid ont-komt er dan niet aan een bruikbaar criterium te kiezen om tot een toepasbare regeling te komen, op voorwaarde dat dit toepassingscrite-rium op algemene, objectieve wijze is geformu-leerd en in redelijk verband staat met het beoogde doel.

2. De Lijn kan dus terzake geen discriminatoire beslissing worden aangewreven ; het heeft dan ook geen zin te spreken van overheidsaanspra-kelijkheid.

3. Het systeem dat de toekenning regelt van bij-zondere vervoersvoordelen aan bestaansmini-mumgerechtigden resulteert uit de beheersover-eenkomst voor 1997-2001 afgesloten tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse Vervoermaat-schappij De Lijn. De beslissing werd genomen in overleg met de afdeling Maatschappelijk Welzijn van het VVSG, mijn kabinet en De Lijn. Het nieuwe systeem ging van start op 1 oktober 1997 voor een proefperiode van l jaar.

Inmiddels heeft reeds 90 % van de OCMW's een contract afgesloten met De Lijn. C o n f o r m de bepalingen opgenomen in deze contracten is in een evaluatie voorzien na een periode van 9 maanden. Volgens de gemaakte afspraken bij de

(2)

invoering van het nieuwe systeem zou vóór het verstrijken van deze periode geen enkele wijzi-ging worden aangebracht.

De vele vragen tot uitbreiding naar meerdere categorieën van kansarmen zullen deel uitma-ken van bedoelde evaluatie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De medewer- king van De Lijn zal vooral uit technische en logis- tieke steun bestaan ; in een specifiek budget is der- halve niet voorzien.. D e Lijn Antwerpen en De

Tevens zouden miljoenen ter beschikking worden gesteld om de bestaande busdiensten tussen Ja b b e- ke en Brugge en tussen Oostkamp en Brugge te verbeteren als

Uit bovenstaande cijfergegevens en tabel blijkt dat de V DAB wel degelijk over voldoende gegevens beschikt om het positief effect van WIS op de tewerkstelling te

Welke maatregelen worden genomen om de gevel te vrijwaren van schade wanneer de stel- lingen dienen te worden weggenomen voor de werken aan de zeedijk in

Een deel van het vooropgestelde traject zou zich namelijk op het grondgebied van het Vlaams Gewest bevinden.. Het project AZ Jette is

Zo ja, op welke studie, welke argumenten, welk cijfermateriaal steunt de minister zich om een dergelijke investering in de haven van Oostende te doen enkel voor

Activiteiten zoals parasailing of "opblaasbare banaanvormige vlotten" worden door mijn departement toegestaan in de zones die door de gemeenten langs het strand

Een paar jaar geleden werden door de Sociale Inspectie alsook door het Hoog Comité van To e- zicht controles uitgevoerd met betrekking tot gesignaleerde wantoestanden in