• No results found

DE NIEUWE REGERING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE NIEUWE REGERING "

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE NIEUWE REGERING

P. DE GROOT De Kabinetscrisis, die in feite reeds begonnen was met het uittreden van minister de Wilde uit het vierde kabinet-Colijn, heeft thans zijn voorlopige afsluiting gevonden.

Een nieuwe regering is gevormd onder leiding van Jhr. de Geer, de leider van de Christelijk-Historische fractie in de Tweede Kamer.

Gaat men de verschillende gebeurtenissen in de a/gelopen weken nog eens na, dan is het duidelijk dat de oorzaken, die het aftreden van Colijn veroorzaakt hebben, veel dieper lagen dan de "menings- verschillen over bezuinigingen" die aanvankelijk naar voren werden gebracht. Ongetwijfeld waren er kwesties van financieel beleid die de "rechtse coalitie" deden uit elkaar vallen, doch zij waren slechts aanleidende oorzaken.

De breuk in de "rechtse coalitie", het Kamer- votum van 27 Juli, dat Colijn de genadeslag toebracht, en de vorming van dit nieuwe kabinet-de Geer, staan in direct verband mei de toenemende ver- scherping van de internationale toestand, met zijn telkens met gro- ter hevigheid terugkerende "spanningen" in Europa en in het Verr<J Oosten en de reeds in volle omvang woedende oorlog van Japan tegen het Chinese Volk.

Op de achtergrond van deze toestand van feitelijke impenalistische oorlog doken de tegenstellingen op in de rijen der burgerlijke par- tijen, die Colijn ten val brachten.

Wat wilde Colijn?

Hij wilde de zware lasten, die door de snelle uitbreiding der bewape- ning, de gedeeltelijke mobilisatie en daarmee samenhangende maat- regelen veroorzaakt worden, ten volle op de schouders der werkende massa afwentelen. Buitendien wilde hij de door de kringen van het koloniale kapitaal met kracht geëiste voorkeur voor de bewapening van de weermacht in de koloniën, vooral de beruchte zware slag- kruisers, doorzetten met de daaraan verbonden enorme kosten. Co- lijn rekende het parlement voor, dat reeds als gevolg van de thans geraamde uitgaven de begroting van 1940 een tekort van 44 millioen gulden zou krijgen, vooropgesteld dat de 50 millioen nieuwe lasten die in enkele wetsontwerpen, o.a. op de loon- en huurbelasting zijn vervat, door het Parlement zouden worden aanvaard. Verder zouden dan 250 millioen door middel van leningen gevonden moeten wor- den en het geheel zou de vlottende schuld van Nederland tot een milliard gulden doen stijgen. Voor Colijn was er maar één oplossing:

er moest een sluitende begroting komen en de tekorten moesten op de arbeiders, boeren en middenstanders worden verhaald, in het bijzonder echter op de werklozenvoorziening. En deze oplossing wilde hij doorzetten, tegen elke parlementaire oppositie in. Tegen deze doldrieste reactionaire plannen kwam de meerderheid voor de motie-Deckers op 27 Juli tot stand. Een meerderheid van Rooms- katholieke Staatspartij tot C.P.N., een meerderheid waarop een par- .lementair-democratische regering met het arbeiders-element als spil,

513

(2)

P. DE GROOT DE NIEUWE REGERING had kunnen steunen. Doch het verzet tegen Colijn's politiek leefde zelfs in nog bredere kring. Zelfs in de Christelijk-Historische Partij, die steeds een trouwe bondgenoot in de rechtse coalitie was ge- weest en Colijn ook met zijn vijfde kabinet niet in de steek liet, had zich sinds geruime tijd een vleugel der "jongeren" gevormd, die naar een sociale inslag der regeringspolitiek streeft en die een nieuwe aanpassings-periode van de hand wees. Doch ongetwijfela heeft ook nog een andere factor, die eveneens in direct verband staat met de internationale toestand, bij de nieuwe kabinets-formatie meegesproken.

In verschillende kringen der burgerlijke partijen, het sterkst wel bij de vrijzinnig-democraten, doch ook in de Rooms-katholieke Staats- partij, klonken stemmen op die voor een regering "op brede basis"

pleitten, d.w.z. een regering waarin de oppositie vertegenwoordigd zou zijn. Deze kringen achten het gewenst om in de komende roeri- ge tijden de leiding en het overwicht van het groot-kapitaal in de staat te verzekeren door het aantrekken van de oppositie in de re- gering. Het doel van deze "concentratie" der burgerlijke krachten is vooral het doorvoeren van de zgn. "neutraliteits" of "onofhankelijk- heids" -politiek. De S.D.A.P. voerde een schijnoppositie tegen deze politiek, waardoor in critieke omstandigheden de hand- en span- diensten van het Nederlandse groot-kapitaal voor Nazi-Duitsland in gevaar zouden kunnen worden gebracht. Deze kringen uit de bur- gerlijke partijen konden daarom Colijn niet volgen in zijn brutale

"aanpassing", die de regeringsbasis steeds smaller en kwetsbaarder maakte. In deze situatie had de S.D.A.P. de regeringsvorming kun- nen beheersen, indien zij van de verdeeldheid harer tegenstanders gebruik had gemaakt om hun het initiatief uit de handen te nemen.

Een krachtige, eensgezinde campagne, samen met de C.P.N. voor een democratische regering, voor een werkelijk nationaal kabinet op de grondslag der consequente verdediging van ons land tegen elke Nazi-druk en de samenwerking met de vredelievende volkeren voor de vrede, zou hiervoor nodig geweest zijn. De S.D.A.P. bleef echter lafhartig in de schaduw der gebeurtenissen wegschuilen. Zij ging met pak en zak over naar de door Patijn ingeluide "neutrali- teits" -politiek en gaf haar steun aan een door Jhr. de Geer gevormd, overwegend rechts kabinet, in ruil voor twee ministerzetels.

Inderdaad ls dan ook het enige, wat van het program der nieuwe regering bekend is, haar verklaring dat zij de "onafhankelijkheids- politiek" van de Colijn-kabinetten onveranderd zal voortzetten.

Blijkbaar zijn er nog geen afspraken gemaakt over de binnenlandse, economische en sociale politiek. Geen enkele waarborg is gegeven.

dat ook maar iets van de eisen der arbeiders op dit gebied door de nieuwe regering aanvaard zal worden ,geen enkele waarborg ook, dat de ministers van Sociale Zaken en van Waterstaat der S.D.A.P.

niet genoodzaakt zullen worden om de "aanpassing" door te zetten.

waarvoor Colijn geen meerderheid kon vinden. Tasten wij dus op het ogenblik nog in het duister voor wat de vormen en methoden der binnenlandse en sociale politiek der nieuwe regering betreft, haar samenstelling overwegend uit volgelingen van Colijn, laat voor-

(3)

P. DE GROOT DE NIEUWE REGERING zien dat zij ook op dit gebied de reactionaire doeleinden, die Colijn zich stelde, zal pogen te verwezenlijken. Want er bestaat een nauwe samenhang tussen de binnenlandse en sociale politiek van een re- gering en haar buitenlandse politiek.

Een buitenlandse politiek, die de agressie van de fascistische mo- . gendheden tegemoet komt, kan niet anders dan zijn uitdrukking vin- den in een offensief op de levensstandaard en de rechten van het eigen volk in eigen land. Het is daarom van belang nog eens het zo gevaarvolle karakter van deze zgn. "onafhankelijkheids" -politiek, of hoe men haar ook noemen wil, te ontleden. Te meer, waar daarover nog veel onklaarheid bestaat en de zwendel die met de woorden

"vrede" en "neutraliteit" wordt bedreven, groter en schadelijker is dan ooit.

Nog niemand is in staat geweest een helderder en juister beeld van de huidige internationale toestand te geven dan onze pgt. StaJin dit in zijn historische rede op het XVIIle Congres der Communistische Partij der Sowjet-Unie in Maart j.l. heeft gedaan. Na te hebben vast- gesteld dat de nieuwe imperialistische oorlog "ongemerkt op de volken is toegeslopen" en thans een feit is, zeide Stalin:

"Een kenmerk van de nieuwe imperialistische oorlog bestaat hierin, dat hij nog niet algemeen, nog geen wereldoorlog is geworden. De oorlog wordt gevoerd door de agressieve staten, die op alle moge- lijke manier de belangen van de niet-agressieve staten benadelen, in de eerste plaats die van Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten, terwijl de laatsten achteruitwijken, terugtrekken en de aanvallers concessie op concessie doen". ("De Weg van de Sowjet-Unie". Pe- gasus).

Wij staan dus in de wereld voor het feit dat drie grote mogendheden, Duitsland, Italië en Japan, waarbij zich onlangs Hongarije heeft aan- gesloten, oorlog voeren tegen alle anderen, met verschillende methoden. Japan voert een open aanvals-oorlog tegen China, ook al poogden de Japanse diplomaten aanvankelijk de schijn te wekken van een "eenvoudige expeditie" en ook al heeft Japan China nooit officieel de oorlog verklaard. In Spanje voerden Italië en Duitsland de oorlog onder dekking van een "nationale opstand" van een groep generaals, die op de bajonetten van de Italiaanse en Duitse legers tot schijnregering van dit land werden verheven, nadat de Spaanse volksrepubliek bloedig was verslagen.

In T sjecho-Siowakije trokken de Duitse Nazi-troepen binnen "op verzoek" van de Slowaakse en Tsjechische reactionairen en fascisten, nadat dit land door hun Engelse en Franse "bondgenoten" schande- lijk verraden was.

Tegen Polen voert Nazi-Duitsland de oorlog door middel van een

"vreedzame" verovering van Danzig, die door een geweldadige be- zetting van Pools-Pommeren (de "Korridor") en daarna van ge- heel Polen zou worden gevolgd.

Zo voltrekt de fascistische "spil" zijn bloedige opmars in de wereld, dood, verderf en slavernij op zijn weg zaaiend. Geen volk is meer veilig voor deze troep roofdieren. In het bijzonder kleine volkeren,

(4)

P. DE GROOT D~ NIEUWE REGERING zwakke staten, vormen zijn eerste prooi. De eerste fase van de verovering van zulke kleine staten bestaat in het afdwingen van hun

"neutraliteit" in geval van een wereldoorlog. Zeer duidelijk werd dit door den commandant van de Duitse Vloot, Admiraal Raeder, nog . onlangs uitgesproken.

"De geniale politiek van den Fuehrer", zeide deze nazi-admi- raal, "heeft Duitsland bondgenoten en machtige vrienden ge- geven, welke het zullen helpen, hetzij door aan zijn zijde te strijden, hetzij door een welwillende neutraliteit te bewaren, wanneer de tegenstanders de oorlog zouden willen ontke··

tenen" ....

Zulke "welwillend-neutrale" staten vormen dus een soort reserve in het oorlogsschema van de Duitse Nazi's. Zij moe·ten zich losmaken van de collectieve veiligheid en zich van elke medewerking ont- houden aan een gemeenschappelijke weerstand, die Nazi-Duitsland het ontketenen van de oorlog tegen andere landen zou kunnen be- lemmeren of zelfs verhinderen.

Zij moeten Duitsland dienen, door het leveren van arbeidskrachten en geld, in de vorm van handels-credieten. Zij moeten grondstaHen en levensmiddelen leveren en overtollige producten van de Duitse oorlogsindustrie afnemen.

Zij moeten met hun legers en vloten de Duitse grenzen beveiligen, als een barrière tegen de machten, waarmee Duitsland in oorlog zou zijn gewikkeld.

Zij moeten hun binnenlands regime aan het fascistische regime van Duitsland aanpassen, de arbeidersbeweging aan banden leggen of geheel onderdrukken, de anti-fascistische stemmen in het land muil- korven en de fascistische propaganda vrij baan geven.

In het kort, zulke landen worden ingeschakeld in de "Lebensraum"

van het Derde Rijk en de fascistische "spil". Zijn zij eenmaal zover, dan is de bodem rijp voor "tol-unies" tot verdere economische on- derwerping, voor "niet aanvals-verdragen" waardoor Nazi-Duitsland hun buitenlandse politiek kan vóórschrijven en tenslotte: voor de militaire bezetting en de vernietiging van het volk als natie, zoals met het Tsjechische en Oostenrijkse volk is geschied. Dat is de weg waarop de reactionaire bourgeoisie in ons land, onder de toejuichin- gen van Berlijn en de Berlijnse vertegenwoordiging in Utrecht, de eerste stap gezet heeft met de beruchte verklaring van Minister Patijn op 13 Sept. 1938 te Genève, toen hij zich losmaakte van de col- lectieve veiligheid en de "neutraliteit" van Nederland proclameerde.

In wezen is dit geen "neutraliteit" en nog minder "onafhankelijk- heid". In wezen betekent deze politiek, dat Nederland zich in de im- perialistische oorlog aan de zijde van Nazi-Duitsland schaart en het land van de willekeur van Nazi-Duitsland "afhankelijk" maakt. Deze politiek werd door Mr. van der Goes van Naters in naam van de fractie der S.D.AP. in de Tweede Kamer als "isolementspolitiek"

gekarakteriseerd en als volgt veroordeeld:

"Met dit standpunt, geformuleerd in de Volkenbandsrede van de minister op 13 September, is de band met het recht doorge- kapt Volkomen onjuist is het, dat men door het vasthouden

(5)

P. DE GROOT DE NIEUWE REGERING aan de collectieve veiligheidsgedachte Europa in twee kampen zou verdelen; deze verdeling is geschied door de bedreigers der veiligheid, in het anti-Kominternverdrag, en de driehoek Berlijn-Rome Tokio.

De S.D.A.P. verwerpt het denkbeeld van een ideologische oor- log; iets geheel anders is het gezamenlijk verweer tegen altijd weer nieuwe agressies van den aanvaller. Het geïsoleerd staan, is een groot gevaar, wanneer men een nabuur heeft, die slechts de nuttigheid voor het volk "tot recht proclameert". (Beschrij- vingsbrief voor het S.O.A.P.-congres April1939).

Inderdaad, de verdeling in twee kampen is reeds geschied en door het voeren van een politiek van "welwillende neutraliteit" tegenover Nazi-Duitsland en Japan, door het weigeren om met de voorstanders van de vrede en de collectieve veiligheid samen te werken, schaart Nederland zich in feite in het andere kamp, het kamp van de fas- cistische "spil", het kamp van de oorlog! Inderdaad, dit is een groot gevaar voor ons volk; wij zeggen dat hierdoor ons volk in levensge- vaar verkeert. Hoe snel de Nazi's de etappe van "neutraliteit" tot

"protectoraat" en uiteindelijk inlijving doorlopen, heeft ons Tsje- cho-Siowakije geleerd. Het einde is: vernietiging van de natie, ver- nietiging van de arbeidersklasse, de boeren en de middenstanders, die als werkvee of als kanonnenvlees naar het Derde Rijk worden ge- sleept. Vernietiging ook van de overgrote meerderheid van de bour- geoisie in het overheerste land! De Tsjechische bourgeois, die op een onzalig ogenblik de angst voor de eigen volksmassa, en voor de samenwerking met de Sowjet-Unie zo hoog voelden stijgen, dat zij Hitier in het land riepen, worden beloond met verdringing uit hun maatschappelijke en politieke macht. Het Duitse fascisme laat hun geen hemd aan het lijf, en geen kruimel van de nationale dis.

Wat moet de houding van de arbeidersklasse tegenover deze politiek zijn?

Deze houding wordt voorgeschreven door de taak die de arbeiders- klasse zich stelt, n.l. de leidster te worden van de gehele natie, deze natie het socialisme, een maatschappij van vrede, welvaart en vrij- heid te brengen. Daarom is de arbeidersklasse de aangewezen aan- voerder van de verdediging van de nationale onafhankelijkheid.

De arbeidersklasse stelt zich ook ten doel, in de gehele wereld vrede te stichten, nieuwe, vreedzame en menselijke betrekkingen tussen de volkeren te scheppen. Daarom is de politiek van de ar- beidersklasse gericht tegen het fascisme en op de nederlaag van de

"spil" der fascistische mogendheden in de imperialistische oorlog, die zij ontketend heeft. In één land van de wereld is de arbeiders·

klasse aan het bewind en heeft het socialisme opgebouwd. Dit land, de Sowjet-Unie, is de burcht van de vrede en de politiek, econo- misch en militair sterkste macht, die tegenover het fascisme staat.

Daarom moet de arbeidersklasse zich met de Sowjet-Unie verenigen, eigen kracht en doelbewustzijn versterken door deze eenheid en de Sowjet-Unie helpen verdedigen tegen elke aanval van de fascisten en hun bondgenoten. De arbeidersklasse moet zich ten felste tegen

517

(6)

P. DE GROOT DE NIEUWE REGERING de doorvoering van de Patijn-politiek verzetten, die Nederland niet buiten de oorlog houdt, doch in het oorlogsfront inschakelt. De ar- beidersklasse moet in haar eigen rijen volkomen overtuigd zijn en deze overtuiging op alle werkelijk vaderlandslievende Nederlanders, op het gehele volk overdragen, dat capitulatie voor Nazi-Duitsland of Japan, het land ten gronde richt en dat er maar een middel is om Nederland te behouden en de aanvallers voor zijn deur weg te houden, dat is: onverzettelijke weerstand tegen elke druk van Nazi- Duitsland en Japan, bereidheid om elke aanval op ons land en op Indonesië te weerstaan met de wapens in de hand.

De arbeidersklasse wil vrede, zij is de enige kracht in de wereld die werkelijk, principieel, uit diepste bewustzijn en edelste humaniteit vrede wil. Doch er is een grens. Wanneer het volk met fascistische slavernij bedreigd wordt, dan is hij, die in naam van de "vrede" de onderwerping daaraan predikt, een werktuig in handen van het fas- cisme. Dan is de plicht van elke klassebewuste arbeider, van elke anti-fascist en elk vooruitstrevend mens, om naar de wapens te grij- pen en het land te verdedigen.

"Bij een mogelijke poging tot overweldiging van Nederland door Nazi-Duitsland kan de oorlog het karakter aannemen van een nationale bevrijdingsoorlog".

Zo bepaalde de C.P.N. reeds in 1935 haar houding ten aanzien van de Nazi-agressie tegenover Nederland. Versterking van de wil tot verdediging tegen het fascisme, politieke, sociale en militaire weer- baarheid van de volksmassa voor dit doel, samenwerking met alle vredelievende krachten, in de eerste plaats met de Sowjet-Unie, dat is de politiek, die de Nederlandse arbeidersklasse en het gehele Volk beveiligen en voorwaarts brengen kan op de weg der vooruitgang.

De nieuwe regering-de Geer heeft echter besloten, de weg van de capitulatie te blijven volgen. En de sociaal-democratische ministers hebben hun nieuwste reuzen-zwaai voltrokken en hebben de Patijn- politiek aanvaard, die zulk een "groot gevaar" voor ons inhoudt, zoals Mr. van der Goes van Naters zich uitdrukte.

"Onze regering dient het initiatief te nemen tot het nieuw op- bouwen van een collectieve veiligheid, waarin ook Amerika wordt betrokken. Geen land warde uitgesloten, (dus met de Sowjet-Unie. P. de Gr.) allen moeten "echter bereid zijn zich naar de gezamenlijk vast te stellen regels te gedragen".

Zo pleitte Mr. van der Goes van Naters in de T weed'e Kamer na- mens de S.D.A.P.

Is zulk een optreden van het kabinet-de Geer te verwachten? Als

"initiatiefnemer" behoeft zij niet op te treden. De Sowjet-Unie nam het initiatief reeds, onderhandelingen worden gevoerd over een ver- bond tegen agressie, waarbij zich Nederland kan aansluiten. Zulk een verbond is op het ogenblik nog de laatste kans om het uitbreken van de wereldoorlog tegen te houden.

De sociaal-democratische ministers hebben de S.D.A.P. echter aan de politiek van "isolatie" en welwillende neutraliteit tegenover Nazi- Duitsland geketend. Doch het is nog niet te laat om deze noodlottige politiek te stuiten voor zij haar uiterste consequentie voltrekt. Op

(7)

P. DE GROOT DE NIEUWE REGERING de communisten ligt de zware taak om alle klassebewuste, alle anti- fascistische krachten in de S.D.A.P. en de moderne Vakbeweging wakker te roepen, om de terugkeer van de S.D.A.P. tot de politiek der collectieve veiligheid, der doelbewuste verdediging van de vrede en van de onafhankelijkheid van Nederland, te bereiken.

Hiermee staat de strijd voor de economische levensvoorwaarden der arbeiders, onbemiddelde boeren en middenstanders in direct ver- band. De sociaal-democratische ministers beroepen zich op het feit dat zij slechts met zijn tweeën zijn, tegenover een meerderheid der rechtse partijen, waardoor de "gebraden duiven ons niet in de mond zullen vliegen". Dat zouden deze duiven ook stellig niet doen, wan- neer alle tien ministers sociaal-democraten waren. De arbeiders, de werkers in het algemeen, hebben nog altijd moeten strijden om iets te bereiken. En voor deze strijd zijn, door de verdwijning van Colijn, en het optreden van de nieuwe regering, gunstiger mogelijkheden ontstaan. Wij communisten, staan daarbij niet van te voren vijandig tegen de sociaal-democratische ministers en evenmin tegenover da vrijzinnig-democratische minister van Onderwijs.

Deze ministers hebben zonder twijfel goede voornemens. Wij willen niet van te voren aannemen dat minister Jan van den Tempel niet gaarne betere lonen en arbeidsvoorwaarden en een menselijker be- handeling van de werkverschaffingsarbeiders zou wensen tot stand te brengen, evenmin als wij aannemen willen dat hij plotseling te- genstander zou zijn geworden van de vijf procent steun-verhoging, die het mede door hem gestichte N.V.V. voor de werklozen eist.

Wij willen niet van te voren aannemen dat Albarda niet gaarne grote werken tegen goede lonen zou willen laten uitvoeren, of dat hij het personeel van de Spoorwegen, de Posterijen en andere diensten van Waterstaat geen verbeteringen van hun pensioenen, van hun ar- beidsvoorwaarden, dienst- en rust-tijden zou gunnen.

Wij willen gaarne aannemen dat minister Bo!kestein met lede ogen de overbevolkte klassen en de slechte beloning van de leer-krachten bij het Onderwijs gade slaat.

Willen deze ministers in staat zijn op hun terrein verbeteringen aan te brengen, dan kan dit alleen, wanneer deze met dwingende kracht door de betrokkenen en door het gehele volk wordt geëist. Daarom stelt de nieuwe regeringsformatie voor de werkende klasse opnieuw met grote kracht het totstandbrengen van de eenheid. Thans zou een blok van de vier grote vakcentrales voor de Ministers van den Tem- pel, Albarda en Bolkestein, een krachtige steun zijn om voor de arbeiders, ter bestrijding van de werkloosheid, ter verlichting van de noodtoestand van het onderwijs, belangrijke verbeteringen tot stand brengen. Een gemeenschappelijke actie van de vier grote vak- centrales, van de boeren-organisaties en middenstandsverenigingen, zou voor hen niet alleen een steun, doch voor de rechtse ministers een onoverkomelijke hinderpaal vormen, wanneer deze op welke wijze dan ook, de oude wijn van Colijn in het nieuwe vat zouden willen gieten en de "aanpassingspolitiek" gecamoufleerd zouden willen doorvoeren. Indien de S.D.A.P., het N.V.V. en de Rooms-

519

(8)

f i : I t

'

~

' I'

I

i~

,,

ji ,J

'I 'i Ij

"

I

'I

J

I

.j

I

P. DE GROOT DE NIEUWE REGERING

Katholieke en Christelijke vakbeweging tijdens de regeringscrisis een moedig initiatief hadden genomen tot het vormen van een de- mocratische regering, dan zou daar thans een geheel ander ministe- rie ziten dan het kabinet-de Geer.

Wanneer echter ook thans nog alle levende krachten van het Ne- derlandse werkende Volk zich in de strijd verenigen, dan kan uit deze strijd een nieuwe toekomst groeien, waarbij de regering-de Geer vervangen zal worden door een werkelijk nationale, werkelijk democratische, en werkelijk vooruitstrevende regering en zullen be- tere tijden voor het Nederlandse volk aanbreken.

DE "RECHTEN VAN DEN MENS"

VAN DE FRANSE NAAR DE RUSSISCHE REVOLUTIE

111.

Wat is er van de "Rechten van de Mens", en van de verworven- heden van de Franse Revolutie, in de kapitalistische wereld gewor- den?

Zij hebben het lot ondergaan van de kapitalistische maatschappij zelf. Terwijl de bourgeoisie 150 jaar geleden in de "Rechten van den Mens" nog het idealistische program voor háár maatschappij kon ontwerpen, die de afgeleefde feodale orde moest vervangen, terwijl zij zich destijds nog aan het hoofd van het gehele volk kon stellen, is zij nu tot een reaktionaire klasse geworden, die de ontwikkeling van de maatschappij belemmert. Hoe meer de bourgeoisie in het po- litieke tot de reactie overgaat, des te minder wil zij van de Franse Revolutie of van de "Rechten van den Mens" horen. Zij, die in een geweldige klassenstrijd tegen de adel haar maatschappij opgericht had, vervloekt nu de klassenstrijd van het proletariaat. Zij, die voor vrijheid en vooruitgang op de barrikaden ging, tracht heden de vrij- heid te verstikken en de vooruitgang te beletten. Zij, die de vrijheids- oorlog tegen alle onderdrukkers predikte, heeft thans de Spaanse demokratie gewurgd en sluit de Spaanse vrijheidsstrijders in de ge- vangenis en het concentratiekamp op.

Het is in het bijzonder het meest reaktionaire deel van de heden- daagse bourgeoisie, het

f

a s c i s m e , dat zowel aan de Franse Revolutie als aan de "Rechten van den Mens" een bloedige haat heeft gezworen. De redevoeringen van Hitier en Mussolini, de schrij- verijen van Rosenberg en Mussert, zijn vol van uitvallen en beschul- digingen tegen die revolutie en haar werk, waarin zij terecht een gevaar voor het fascisme zien. En inderdaad, het fascisme maakt schoon schip met alle verworvenheden van de Franse Revolutie en

(9)

DE RECHTEN VAN DEN MENS met alle demokratische rechten, zelfs in hun beperktste burgerlijke vorm. Alle dwingelandij en vrijheidsberoving, zowel op politiek en ekonomisch als op geestelijk gebied, waartegen de Franse revolutio- nairen 150 jaar geleden in opstand kwamen, worden nu op veel grotere schaal en op veel drukkender wijze in de fascistische landen herhaald.

De "Rechten van den Mens", die de Franse Revolutie voor eeuwige waarheden had gehouden, namen tijdens de ontwikkeling van het kapitalisme de vorm aan van de demokratische rechten en vrijheden, die weliswaar aan de ongelijkheid en de klassenheerschappij van de bourgeoisie geen eind maakten, maar die dan toch mogelijkheden boden voor de organisatie van de strijd om het socialisme. De re- aktionaire bourgeoisie, en in het bijzonder de fascistische, wil thans ook de laatste rest van deze rechten en vrijheden afschaffen, om haar afstervend systeem met geweld en bedrog op de been te houden.

Het is de taak van de klasse der toekomst, het proletariaat, om aan het hoofd van het werkende volk deze demokratische rechten en vrijheden tegen fascistische aanvallen te verdedigen, en er gebruik van te maken in de strijd voor een socialistische maatschappij; de strijd voor het herstel van deze rechten is in de landen onder de fascistische diktatuur het noodzakelijke uitgangspunt voor de oppo·

sitie tegen het fascisme.

IV.

De Russische Revolutie kent ook haar "Rechten van den Mens".

Drukten wij in het vorige nummer het dokument af, dat op 26 Aug.

1789 door de Nationale Vergadering te Parijs was samengesteld, in deze aflevering van ons tijdschrift willen wij het Tiende Hoofdstuk van de Grondwet aanhalen, die op 5 December 1936 door het 8e Sowjetkongres te Moskou werd aangenomen - het hoofdstuk, dat de titel draagt: " G r o n d r e c h t e n e n - P I i c h t e n v a n d e Burgers."

De Russische Revolutie is de grootste en diepste, die de geschiede- nis kent; het is de eerste geslaagde Socialistische Revolutie. Maar zonder de grote burgerlijke revoluties, in het bijzonder, de Franse, die de ontwikkeling, en daarmee en daarna ook de val van het ka- pitalisme pas mogelijk heeft gemaakt, zou de socialistische revolutie niet mogelijk zijn geweest. Zo kan men ook zeggen, dat de s o c i a - I i st i s c h e formulering van de "Rechten van den Mens" op het grootse dokument van 150 jaar geleden berust, terwijl het tegelijk van veel wijdere strekking is.

Het tiende hoofdstuk van de Sowjet-grondwet luidt als volgt:

DE GRONDRECHTEN EN -PLICHTEN VAN DE BURGERS.

Art.118.- De burgers van de Sowjet-Unie bezit- t e n h e t r e c h t o p a r b e i d - het recht tot het verkrijgen

521

(10)

DE RECHTEN VAN DEN MENS

van gewaarborgd werk, met betaling van hun werk in overeenstem- ming met zijn hoeveelheid en hoedanigheid.

Het recht op arbeid wordt verzekerd door de socialistische organi·

salie van de volkshuishouding, de voortdurende groei van de pro·

duktiekrachten van de Sowjet-maatschappij, het ontbreken van eko- nomische krisissen en de likwidatie van de werkloosheid.

Art. 119. - D e b u r g e r s v a n d e S o w j e t - U n i e b e z i t t e n h e t r e c h t o p o n t s p a n n i n g . Het recht op ontspanning wordt verzekerd door de verkorting van de arbeidsdag voor de overgrote meerderheid van de arbeiders tot 7 uur, door de in- voering van jaarlijkse vakanties voor de arbeiders en kantoorbedien- den met behoud van loon, door de terbeschikking-stelling aan de werkers van een uitgebreid net van sanatoria, rusthuizen en klubs.

Art. 120. - D e b u r g e r s v a n d e S o w j e t • U n i e h e b - b e n h e t r e c h t o p m a t e r i

ë

I e v e r z o r g i n g t ij d e n s hun ouderdom en eveneens in geval van ziekte e n i n v a I i d i t e i t . Dit recht wordt verzekerd door de brede ontwikkeling van de sociale verzekering van de arbeiders en kan- toorbedienden op kosten van de staat, door de kosteloze medische hulp, door de terbeschikking-stelling aan de werkers van een uitge- breid net van herstellingsoorden.

Art. 121. - De burgers van de Sowjet -Unie bezit- t e n h e t r e c h t o p o n d e r w ij s .

Dit recht wordt verzekerd door het algemene verplicht lager onder- wijs, door de kosteloosheid van het onderwijs met inbegrip van het

hoger onderwijs, door het systeem van staatstoelagen voor de over- grote meerderheid van de studenten aan de hogescholen, door het onderricht in de scholen in de moedertaal, door de organisatie in de fabrieken, de sowchozen, de machine- en trakterenstations en de kolchozen van het kosteloos bedrijfs-, technisch- en landbouwonder- wijs voor de werkers.

Art. 122. - De vrouwen bezitten in de Sowjet-Unie gelijke rechten met de mannen op elk gebied van het ekonomische, kulturele en staatsleven en van het maatschappelijk-politieke leven.

De mogelijkheid voor de vrouwen, om deze rechten uit te oefenen, wordt verzekerd door aan de vrouw een gelijk recht toe te kennen als aan de man, op arbeid, betaling van de arbeid, ontspanning, so- ciale verzekering en onderwijs; door de staatszorg voor de belan- gen van moeder en kind; door het toestaan van verlof met behoud van inkomen aan de zwangere vrouw, door een uitgebreid net van kraaminrichtingen, kinderbewaarplaatsen en -tuinen.

Art. 123. - De rechtsgelijkheid van de burgers van de Sowjet-Unie, onafhankelijk van hun nationaliteit of ras, op elk gebied van het ekonomische en kulturele leven, het staatsleven, het maatschappelijk- politieke leven, is een onaantastbare wet.

Elke rechtsbeperking, hetzij direkt of indirekt, welke dan ook, ofwel de instelling van direkte of indirekte voorrechten voor burgers, naar gelang van het ras of de natie waartoe zij behoren, evenals elke pre- diking van een uitzonderingstoestand voor bepaalde rassen en na-

(11)

DE RECHTEN VAN DEN MENS ties, van haat of geringschatting onder hen, worden door de wet gestraft.

Art. 124. - Teneinde aan de burgers de vrijheid van geweten te verzekeren, is de kerk in de Sowjet-Unie van de staat, en de school van de kerk gescheiden. De vrijheid van godsdienstuitoefening en de vrijheid van anti-godsdienstige propaganda worden alle burgers toegekend.

Art. 125. - In overeenstemming met de belangen van de werkers en met het doel, de socialistische maatschappij te versterken, wor- den aan de burgers van de Sowjet-Unie

a. de vrijheid van het woord, b. de vrijheid van drukpers,

c. de vrijheid van vergaderingen en bijeenkomsten, d. de vrijheid van straatoptochten en demonstraties gegarandeerd.

Deze rechten van de burgers worden verzekerd, doordat aan de werkers en hun organisaties de drukkerijen, de papiervoorraden, de openbare gebouwen, de straten, de verbindingsmiddelen en de an- dere materiële middelen, die nodig zijn voor de verwezenlijking van deze rechten, ter beschikking worden gesteld.

Art. 126. - In overeenstemming met de belangen van de werkers en met het doel om de organisatorische zelf-werkzaamheid en de politieke aktiviteit van de volksmassa's te ontwikkelen, wordt aan de burgers van de Sowjet-Unie het recht van vereniging in maatschap- pelijke organisaties verzekerd: vakverenigingen, koöperaties, jeugd- organisaties, sport- en militaire organisaties, kulturele, technische en wetenschappelijke verenigingen, terwijl de meest aktieve en bewuste staatsburgers uit de rijen van de arbeidersklasse en de andere lagen van de werkers verenigd worden in de Communistische Partij van de Sowjet-Unie (bolsjewiki), welke de voorhoede van de werkers is in hun strijd voor de versterking en de ontwikkeling van de socia- listische maatschappij en die het leidende kader van alle organisaties van werkers, zowel de maatschappelijke als de staatsorganisaties, uit- maakt.

Art. 127. - Aan de burgers van de Sowjet-Unie wordt de onaantast- baarheid van de persoon verzekerd. Niemand kan gevangen geno- men worden, dan door een besluit van de rechtbank of met goed- vinden van den Prokureur.

Art. 128. - De onaantastbaarheid van de woning der burgers en het briefgeheim worden door de wet beschermd.

Art. 129. - De Sowjet-Unie verleent aan burgers van andere landen, die wegens de belangen der werkers, wegens hun wetenschappe- lijke werkzaamheid of hun aandeel in de nationale bevrijdingsstrijd worden vervolgd, asielrecht.

Art. 130. - ledere burger van de Sowjet-Unie is verplicht, de Con- stitutie van de Unie van Socialistische Sowjet-Republieken in acht te nemen, de wetten na te komen, de arbeidsdiscipline in acht te ne- men, eerlijk zijn maatschappelijke plicht te vervullen en de regels van de socialistische samenleving te eerbiedigen.

523

(12)

DE RECHTEN VAN DEN MENS

Art. 131. - ledere burger van de Sowjet-Unie is verplicht, de maat·

schappelijke socialistische eigendom te behoeden en te versterken.

als de heilige en onaantastbare grondslag van de Sowjetmaatscchap- pij, als de bron van de rijkdom en macht van het vaderland, als de bron van het welvarende en beschaafde leven van alle werkers.

Personen, die een aanslag doen op de gemeenschappelijke, socia- listische eigendom, zijn vijanden van het volk.

Art. 132. - De algemene militaire dienstplicht bestaat door de wet.

De dienstplicht in het Rode Leger van de Arbeiders en Boeren is een ereplicht voor de burgers der Sowjet-Unie.

Art. 133. - De verdediging van het vaderland is de heilige plicht van elke burger van de Sowjet-Unie. Het landverraad: de schending van de eed, de overgang naar den vijand, het toebrengen van nadeel aan de militaire macht van de staat, de spionnage ten gunste van een vreemde staat, worden als de allerzwaarste misdaad met alle streng-

heid van de wet bestraft.

V.

Vergelijkt men nu de beide dokurnenten - dat van de burgerlijke, en dat van de proletarische revolutie - dan blijkt er, naast veel overeenstemming, ook veel verschil te zijn, waarin het onderscheid tussen de burgerlijke en de socialistische demokratie tot uitdrukking komt. Sommen wij de voornaamste van deze verschillen op.

Ten eerste dan: De Sowjet-Grondwet kent niet alleen politieke, maar ook ekonomische rechten. Aan de burgers, mannen en vrouwen, van de Sowjet-Unie is niet alleen het algemene, direkte en geheime kies- recht voor alle staats-organen toegekend, zij bezitten ook het recht op arbeid, op ontspanning, op onderwijs, op verzorging bij ouder·

dom, ziekte en invaliditeit. Dat zijn rechten, waar de Franse Revolu- tie niet aan gedacht heeft, en die eerst door de arbeidersbeweging tijdens de 19e eeuw als eis opgesteld werden!

De socialistische revolutie heeft deze rechten niet alleen erkend, maar ook materieel gegarandeerd. Het "Recht op Arbeid" is niets, zonder de socialistische organisatie van de ekonomie, de groei van de produktiekrachten, de likwidatie van de werkloosheid en de kri- sissen; omdat dit zo is, daarom wordt het ook, voor het recht op arbeid evenals voor elk van de andere grondrechten, in nuchtere woorden in de Grondwet opgenomen. Alle hoogdravendheid en idealistische vaagheid, die voor de Franse Revolutie zo kenmerkend waren, zijn aan de socialistische revolutie en haar Grondwet vreemd;

en terwijl zij haar burgers hun rechten waarborgt, wijst zij er tegelijk op, dat deze rechten zich m e e r en m e e r zullen verwezenlijken, naarmate de opbouw van het socialisme, door de eigen krachten van de arbeidende massa's, van jaar tot jaar voortschrijdt.

De Grondwet van de Sowjet-Unie kent rechten toe aan haar burgers, maar niet aan haar vijanden. Zij volgt het woord van een van de grootste Franse revolutionairen, Saint Just: " E r b e st a a t g e e r,

v r ij h e i d v o o r d e v ij a n d e n v a n d e v r ij h e i d " . De grondrechten van de burgers berusten op de ontwikkeling van de

(13)

DE RECHTEN VAN DEN MENS.

socialistische maatschappij, en zij behelzen dus niet het recht, om het socialisme af te breken. De binnenlandse en buitenlandse vijanden v-an de Sowjet-Unie krijgen niet de kans, hun geldmacht te gebrui- ken, om b.v. van de vrijheid van drukpers of van vergadering of vereniging misbruik te maken, teneinde het herstel van het kapita- lisme na te streven. Deze rechten hebben tot doel "de socialistische maatschappij te versterken", zoals art. 124 zegt, zij zijn "in overeen- stemming met de belangen van de werkers", zoals art. 126 het uit- drukt. Hierin komt het feit tot uitdrukking, dat de Sowjet-maatschap- pij en de opbouw van het socialisme berusten op de verovering van de diktatuur van het proletariaat (Art. 2.). Maar hieruit blijkt ook de verwantschap tussen de bolsjewiki en de meest konsekwenten onder de Franse revolutionairen, de Jacobijnen, die eveneens hun diktatuur vestigden, om de demokratie tegen de feudale reaktie van geheel Europa te kunnen verdedigen.

Deze strijd om de verdediging van het socialisme en om zijn opbouw ondanks alle moeilijkheden, maakt het ook noodzakelijk dat de meest aktieve en bewuste staatsburgers verenigd worden in de Communistische Partij, die de voorhoede van de werkers en het leidende kader van hun organisaties uitmaakt. (Art. 126).

En tenslotte: de Sowjetgrondwet kent niet alleen rechten, maar ook plichten! Alle vrijheden berusten op de opbouw van de socialistische maatschappij; daarom zijn de burgers van de Sowjet-Unie ook ver·

plicht, aan die opbouw naar krachten mede te werken, de socialis- tische eigendom te beschermen en het vaderland te verdedigen.

Terwijl de reaktionair geworden bourgeoisie haar eigen verleden ver- loochent, zijn de verworvenheden en de idealen van de Franse Re- volutie door de socialistische revolutie in Rusland niet alleen overge- nomen en in praktijk gebracht, maar op het hogere peil van de socialistische demokratie verheven.

Zoals het Franse volk zich honderd vijftig jaar geleden door zijn re- volutie aan de spits van de mensheid stelde, zo deden de volkeren van de Sowjet-Unie het in het jaar 1917, door de Oktober- omwenteling.

525

(14)

"AMSTERDAMSE BANK" EN

"ROBA VER"

VAN FUSIE EN CONCENTRATIE

MAX BOOLEMAN

Een van de hoofdpeilers, waarop het kapitalisme berust, is de opeen- hoping van de rijkdommen der aarde in de handen van slechts en- kele grootkapitalistische machten, feiten, welke door de grondleg- gers van het Socialisme, Marx en Engels, reeds geconstateerd wer- den. Weliswaar wordt door de juridische vorm van de naamloze vennootschap, d.w.z. een vennootschap op aandelen, de schijn ver- wekt dat talrijke groepen van kapitalisten tezamen een groot con- cern vormen, maar men verdoezelt daardoor de werkelijkheid, n.l.

dat de economische macht in handen is van slechts enkelen. En hierop komt het aan.

Het verschijnsel van de concentratie vertoont zich niet alleen bij industriële bedrijven, maar ook bij het geld- en credietwezen. Lenin heeft deze verschijnselen besproken in zijn meesterwerk "Het Im- perialisme als hoogste stadium van het Kapitalisme", speciaal het bankwezen op bi. 25 en volgende (Nederlandse vertaling). De feiten door hem geconstateerd in 1916, zijn door Eug. Varga en

L.

Men- delsohn aangevuld met de jongste gebeurtenissen in "New Data"

(Nieuwe feiten voor Lenin's Imperialisme, enz.) bi. 73 en vlg. en bi.

287 en volg.

De concentratie in het bankwezen, zoals deze zich in Nederland vol- trekt, verdient dan ook ten volle onze aandacht.

Aanvankelijk zijn de banken in de vroegste kapitalistische ontwik- keling hun werkzaamheden begonnen als instituten, die hun bemid- deling verleenden bij het betalingsverkeer. Echter in de loop van de historische ontwikkeling is deze taak uitgebreid tot bemiddeling bij credietverlening.

De banken hebben in het hedendaagse kapitalisme tot taak, het braakliggende kapitaal, hetwelk een zekere kapitalist niet winstge- vend weet te maken, uit te lenen aan een andere kapitalist, onder- nemer genaamd, die dit kapitaal wel winstgevend weet te maken.

Tegenover den kapitalist blijft de bankier ten volle aansprakelijk. Het is dus duidelijk, dat de bankier zich èn voor de moeite van zijn bemiddeling èn voor het risico, dat hij loopt, laat betalen. Deze ver- goeding vindt hij zowel in de provisie, betaald door den onderne- mer bij de credietverlening, als door het verschil in rente, die hij den kapitalist vergoedt en die de ondernemer aan hem betaalt.

In de tegenwoordige verhoudingen, waar het om duizelingwekkende bedragen gaat, is het vanzelfsprekend, dat de kapitalist voor het toevertrouwen van zijn overtollige kasmiddelen grote, kapitaalkrach- tige instellingen zoekt, die door haar groot eigen kapitaal hem een waarborg kunnen geven, dat de toevertrouwde middelen te allen tijde worden terugbetaald. Hiermede wordt o.m. verklaard, dat lang- langzamerhand de kleine banken door de grote worden verdrongen.

(15)

MAX BOOLEMAN ,.AMST. BANK" EN ,.ROBAVER"

De vormen, welke deze concentratie aannam, waren verschillend.

Soms werden kleine, meest provinciale banken of bankiersfirma's, ge- heel door de grote banken overgenomen en als filialen van de hoofd- bank voortgezet. Soms werd de oorspronkelijke juridische vorm ge- handhaafd en werden alleen alle aandelen van de betrokken bank door de grote bank ingekocht, terwijl deze zich tegenover derden aansprakelijk stelde voor alle verplichtingen van de overgenomen bank. Maar in welke vorm deze concentratie zich ook voltrok, het kwam er steeds op neer, dat de economische macht van een groot bankbedrijf werd uitgebreid.

Zoals bij alle maatschappelijke verschijnselen, hebben zich ook hier nog wel oude economische vormen van een voorbije periode weten te handhaven. Ook bij het bankwezen zijn nog steeds kleine banken, die daar hun zelfstandigheid hebben weten te behouden. Maar hun aantal slinkt zienderogen.

Kon men in het verleden het verschijnsel van de concentratie slechts waarnemen aan het feit, dat de grote banken (in Nederland in de zuivere vorm van deposito-banken vijf in totaal en daardoor in na- volging van de Engelse verhoudingen de "big five" genaamd: Am- sterdamse Bank, Incasso Bank, Nederlandse Handelmaatschappij, Rotterdamse Bankvereniging en Twentse Bank) de mindere goden verdrongen, thans werd de wereld einde Juli opgeschrikt door de mededeling, dat tussen de Amsterdamse Bank en de Rotterdamse Bankvereniging met ingang van 1 Januari 1940 een "belangenge- meenschap" zal worden aangegaan.

In een communiqué, dat aan de pers werd verstrekt, deelden de directies mede, dat met ingang van Januari 1940 de winsten en ver- liezen van de beide banken gelijkelijk zullen worden verdeeld, dat de banken elkaars verplichtingen zullen garanderen, dat de banken door terugbetaling aan aandeelhouders hun kapitaal zullen terug- brengen op

f

35 millioen elk, terwijl de zichtbare reserves voor iedere bank zullen teruggebracht worden tot

f

20 millioen. Hierna zullen derhalve de gezamenlijke kapitalen van de beide instellingen

f

70 millioen en de reserves

f

40 millioen bedragen.

Daarna volgen mededelingen omtrent de samenstelling van het col- lege van directeuren en commissarissen der beide instellingen na de belangengemeenschap, waarbij de directeuren en commissaris- sen van de Amsterdamse Bank een zelfde functie bij de Rotterdamse

Bankvereniging krijgen en omgekeerd. Opmerkelijk daarbij is, dal Mr. H. A. van Nierop de wens te kennen heeft gegeven, als direc- teur af te treden. Wel krijgt hij een functie van commissaris, echter alleen bij de Amsterdamse Bank. Hij schijnt zich dus ook in de ogen van zijn collega's te zeer gecompromiteerd te hebben bij de zaak Wrezinsky, de internationale zwendelaar, die met zijn loze beloften, dat hij in Duitsland "bevroren" eredieten zou ontdooien, de Amster damse Bank en anderen voor vele millioenen in de nek heeft gezien.

Aan internationale zwendelaars worden millioenen - nu echter zonder dat er enige zekerheid wordt gevraagd - lichtzinnig, als gold 'het enkele stuivers, toevertrouwd. Wordt er voor de uitvoering van

;productieve werken of voor de werkverschaffing geld gevraagd, dan 527

(16)

MAX BOOLEMAN ,.AMST. BANK" EN ,.ROBAVER"

beweren deze bankiers steeds hooghartig, dat hiervoor geen geld te vinden is. En de slaafse "vakpers" mummelt het deze heren trouw na! Geen geld voor de leniging van de nood van honderdduizende werklozen met hun gezinnen, echter wel geld voor de verspillingen van een internationale zwendelaar, die de hem toevertrouwde mil- lioenen verbraste in dure hotels en aan weelderige cadeau's voor zijn vriendinnetjes. Zie hier, waartoe dit financiers-kapitalisme leidt:

weelde en rijkdom voor de heersers van dit systeem en voor hen, die door de gebruikmaking van allerlei zwendelpraktijken weten mede te profiteren, honger en ellende voor de brede massa, zowel arbeiders, bedienden, boeren als middenstanders.

Uit de perscommentaren, waaraan het niet ontbroken heeft, is ko- men vast te staan, dat de belangengemeenschap zal geschieden on- der leiding van de Robaver (afkorting voor Rotterdamse Bankver- eniging). Het is nauwelijks 15 jaar geleden, dat de Amst. Bank met behulp van de staatskas de Robaver uit de moeilijkheden heeft ge- holpen. Overmatige credietverleningen door de Robaver, die niet of slechts gedeeltelijk terugbetaald konden worden, waren de voor- naamste oorzaak van deze moeilijkheden. Een van de leden der directie van de A. B., Mr. van Hengel, trad toen op als reorganisator en dictator. Echter, de Robaver heeft zich nadien "schitterend kun- nen herstellen". En thans is het zowaar de Robaver, die de A. B., zo- al niet uit directe moeilijkheden, dan toch uit dreigende moeilijk- heden, zal moeten helpen. Bij het hierboven genoemde proces.

Wrezinksy is een tip van de sluier opgelicht. Enorme bedragen zijn in Duitsland en Oostenrijk "belegd", die niet terugbetaald kunnen worden, "bevroren credieten", heet dit in banktermen.

Maar hiertoe geschiedt deze enorme "fusie" niet alleen. iets derge- lijks gebeurt niet, als ook niet de onmiddellijke vergroting van de winstkansen voorhanden is. En een aanzienlijke verhoging van ren- tabiliteit is voor de aandeelhouders van deze millioenen-transactie te verwachten.

Bij beschouwing van de balansen der beide banken aan het einde van 1938 valt het direct op, welke enorme bedragen deze beide in- stellingen aan liquide middelen aanhouden. Voor de Amsterdamse Bank bedroeg dit

f

99,3 millioen, voor de Rotterd. Bank

f

194,8 mil- lioen. Deze bedragen worden in kas gehouden, alleen met de be- doeling om onmiddellijk aan de direct opvraagbare verplichtingen te kunnen voldoen. Voor beide banken tezamen bedragen deze ver- plichtingen

f

411,5 millioen, zodat dus 47%% van de vreemde mid- delen in kas wordt gehouden. ledere bankier weet uit ervaring, dat dit percentage veel te hoog is en dat zijn positie geen gevaar loopt, wanneer het percentage tot de helft wordt gereduceerd, want nooit wordt het totaal der vreemde middelen tegelijk opgevraagd, zelfs niet in tijden van de grootste financiële spanningen. Dit enorme braakliggende kapitaal overschrijdt het eigen kapitaal plus reserves (ad

f

165 vóór en ad

f

110 millioen na de reorganisatie) met enige tientallen millioenen!

Verder zien we op de balansen geweldige bedragen, die de beide

(17)

MAX BOOLEMAN .. AMST. BANK" EN .,ROBA VER'' banken op korte termijn aan de Nederlandse Schatkist en andere overheidsinstellingen hebben geleend:

A.B.

Robaver Totaal

Nederlands Schatkistpapier

f

21,8

f

87,8

f

109,6 .ander overheidspapier

"

11,8

"

5,4

"

17,2

Totaal

f

33,6

f

93,2

f

126,8 alles in millioenen guldens.

Wanneer men nu weet, dat in totaal aan Nederlands Schatkistpapier op het einde van 1938 uitstond (volgens de gegevens van het Centr.

Bureau v. d. Statistiek) een bedrag van

f

221,3 millioen, dan ziet men, dat alleen deze beide banken de credietbehoeften van de Ne- derlandse staat op korte termijn voor de helft gedekt hebben. Nu kan men zich licht realiseren, welke enorme gevaren hier voor de Nederlandse politiek schuilen. De jongste kabinetscrisis en hel optreden van het vijfde ministerie Colijn hebben bewezen, dat deze gevaren niet denkbeeldig zijn. Men kan er zeker van zijn, dat de grootbanken het ministerie-De Geer onmiddellijk de financiële duimschroeven zullen aanleggen, indien dit eventueel ook maar een stapje van de "aanpassingspolitiek" van Colijn zou willen afwijken!

Deze bankiers deinten er niet voor terug, de regeringen politieke voorwaarden te stellen, van de vervulling waarvan zij de verlenging van hun eredieten afhankelijk stellen. Hier is het terrem waar het bankkapitaal der "negen mannen" zijn invloed op de politiek uit- .oefent. Een der ondertekenaars van het beruchte adres der negen

mannen aan de Tweede Kamer is Gottfr. H. Crone, President-Com- missaris der Amsterdamse Bank, een ander is Mr. K. P. van der Mandele, Directeur der Rotterdamse Bankvereniging. Door de fusie van de beide banken zal, men bedenke het wel, de ekonomische machtspositie van deze en dergelijke heren nog toenemen en zij zul- len er tegen elke welvaartspolitiek genadeloos gebruik van maken.

Een bekende Nederlandse zegswijze is: "geen geld, geen liefde".

De negen mannen passen deze zelfde politiek met een kleine variatie toe: "geen reactie, geen geld". Hun wil moet wet zijn, anders hou- den zij hun beurs stijf gesloten. Er is in menig land al menig ministe- rie, dat te vooruitstrevend was in de ogen der heren, gestruikeld over hun onwil, om eredieten te verlengen.

Men heeft gezien, dat de gevaren die de Nederlandse volkswelvaart bedreigen van die kant, niet denkbeeldig zijn. Deze magnaten van het financierskapitaal willen hun wil aan elke regering opleggen.

Daartegenover kan alleen de macht gesteld worden van een sterke democratische regering, steunend op de brede lagen der Neder·

landse bevolking.

De activiteit van een bank in haar werkelijke economische betekenis komt eerst recht tot uitdrukking in het cijfer van haar debiteuren.

Dit cijfer is voor beide banken slechts

f

160 millioen, dus kleiner dan de gezamenlijke kasmiddelen! Terwijl dit in werkelijkheid de voornaamste vorm van haar activiteit moest zijn, is dit cijfer nog geen .25% der belangen van de banken.

(18)

MAX BOOLEMAN ,.AMST. BANK" EN ,.ROBA VER"

En hier schuilt nu ook een groot gevaar. Want door de versteviging van haar monopolistische positie, door de uitschakeling van de concurrentie dus, zullen de grote banken nog minder geneigd wor- den dan zij voordien reeds waren, industrie en handel door erediei- verlening op ruime schaal te helpen zich te ontplooien. Met haar politiek van credietverstrekking beslissen de grote banken over leven en dood van de door haar gefinancierde en dus gecontroleerde be- drijven, met alle gevolgen daaraan verbonden voor de arbeiders, die in deze bedrijven werkzaam zijn.

Men kan er zeker van zijn, dat ook deze macht, die in de handen van enkele verantwoordelijke financiers berust, zal worden aange- wend, om elke vooruitstrevende sociale of ekonomische politiek te bestrijden en in het bijzonder tegen de akties van de arbeidersklasse tot behoud en verbetering van haar levenspeil. De strijd tegen de

"aanpasserij" en voor de overwinning op de werkloosheid zal ook een strijd tegen de "negen mannen" cum suis moeten zijn en tegen hun bank- en credietpolitiek.

De belangengemeenschap, die de A.B. en de Robaver hebben Clangegaan, geschiedt natuurlijk met het doel, dat de belanghebben- den zeer duidelijk voor ogen staat. Op de voorgrond staat hun eigen belang, de verhoging van de rentabiliteit van hun bedrijf, de moge- lijkheid hun winsten te vergroten. Wij hebben gezien, dat de beide banken over voldoende kasmiddelen beschikken om de terugbeta- ling van kapitaal en reserves te financieren, zonder dat de liquiditeit daarbij in gevaar komt. Bovendien, dat geld, dat aan aandeelhouders wordt terugbetaald, vloeit toch weer op de een of andere wijze bij de banken terug. Want de hedendaagse kapitalist bewaart zijn geld niet meer in zijn kous. Het komt dus weer bij de banken terug, maar in andere vorm, niet meer in de vorm van aandelen, waarover men een dividend van 5% moet betalen, maar in de vorm van deposito's of tegoed in rekening-courant, waarvoor men slechts een minimale rente van een fractie van een procent betaalt. Over het reste- rende kapitaal zal dus hoger dividend kunnen worden uitgekeerd.

Keerden beide banken over 1938 een dividend uit van 5% over het kapitaal van

f

100 millioen, met dezelfde winst van tezamen ruim

f

6 millioen zou men over het verkleinde kapitaal van

f

70 millioen een dividend van

8%%

kunnen uitkeren!

Het moderne bankwezen heeft zich ook ontwikkeld in de richting van commissionair in effecten voor zijn cliënten. De provisies hierop berekend, vormen een zeer belangrijk deel van de inkomsten. Echter bij bedrijven, waar men het aantal cliënten bij de tienduizenden telt, is hieraan een zeer bizonder voordeel verbonden. Bij zoveel cliënten is het geen toeval meer, dat er steeds cliënten zijn, die het fonds willen verkopen, dat een andere cliënt juist wenst te kopen. Dit kan dus geschieden, zonder dat hiervoor een order aan de beurs moet worden uitgevoerd. Dit noemt men het "in elkaar sluiten van posten".

In zulke gevallen wordt dus alleen het overschot, dat gekocht of ver- kocht moet worden, op de beurs verhandeld. Hoe groter nu het aan- tal cliënten is, hoe meer posten "in elkaar kunnen worden gesloten", hoe minder er op de beurs verhandeld wordt. De omzetten op de

(19)

MAX BOOLEMAN "AMST. BANK" EN "ROBA VER"

beurs, die de laatste jaren toch al regelmatig inkrompen, zullen hier- door dus nog meer verminderen. Dat maakt het bestaan van vele makelaars in effecten en hun bedienden moeilijker, zo niet onmogelijk.

Verder zal er een aanzienlijke besparing ontstaan in de post "on- kosten" onder het hoofd salarissen. In de loop der ontwikkeling heb- ben beide banken een dicht net van bijkantoren over het gehele land gesticht. Einde 1938 had de A.B. in 111 verschillende plaatsen bijkantoren en zitdagen, de Robaver in 179, terwijl in 75 plaatsen beide banken een bijkantoor hebben of een zitdag houden. In tal- rijke van deze plaatsen zal men zeker beide kantoren samenvoegen tot één. Er zal dus veel "overbodig" personeel kunnen "afvloeien".

Waarheen? Naar de steun! De positie van talrijke bedienden - ook die op de hoofdkantoren - zal op losse schroeven komen te staan.

En hoe de heren met de personeelsbelangen omspringen, dat heeft het verleden ons wel geleerd. Het stemt tot voldoening, dat de be- sturen van de bediendenbonden, zowel de confessionele, de neutrale als de moderne, besloten hebben om zich gezamenlijk tot de direc- ties te wenden om de belangen van het personeel te behartigen. Zo ziet men, hoe onder de drang van de omstandigheden een samen- werking van de vakbeweging tot stand komt, al is dit nog maar een begin. Moge dit begin met succes bekroond worden!

531

(20)

' i

' I ~ ' !

r

i

~

OP EEN MODERN GROOT LANDBOUWBEDRIJF IN NEDERLAND

(ERVARINGEN VAN VERSCHEIDENE JAREN IN KORT BESTEK)

De graanoogst staat weer voor de deur, de inspannende tijd van de zomer. Voor den boer spannend, of het goede veelbelovende gewas zonder schade binnen zal komen met zo min mogelijke onkosten.

Met den dorser is al afspraak gemaakt. Direct van het land dorsen past geheel in het schema van de moderne bedrijfsvoering. Alles zo- veel mogelijk achter elkaar afdoen is het meest economisch, dan heeft het bedrijf maar korte tijd werkvolk nodig. De rest van het jaar kan volstaan worden met enkele mensen.

Inspannend en druk voor de arbeiders is deze tijd, omdat er voort- durend met grote haast gewerkt wordt. Lange dagen, zolang als maar enigszins mogelijk is.

Het graan is bijna rijp, hier en daar zijn enkele heetgebakerden aan het maaien. Ook op het bedrijf, waar ik ben, wordt een begin ge- maakt, hoewel de tarwe nog niet helemaal goed is. Maar het voorste gedeelte van de blok is verder dan het achterste, en nog een paar dagen zon, en het is zo ver. Dus wordt begonnen met de kanten rondom met de hand te zichten om ruimte te maken voor de maai- machine.

De maaimachine moet ik nog eens goed nakijken, smeren, zien of de zeilen van de elevator goed zitten en niet scheef lopen, reserve- onderdelen in het gereedschapsbakje en de sleutels bij elkaar scharrelen. De tractor wordt terdege nagezien, en daarmee is het wachten op de start voor een maandje van koortsachtige haast en zenuwachtig gecomandeer van de baas (de boer).

Eindelijk kan de baas het dan ook niet meer uithouden, en al is hel dan nog wat vroeg, nu moeten we maar beginnen.

De baas zelf op de tractor, ik moet op de binder. En dan rijen maar!

De eerste ronde leverde nog wat moeilijkheden, alles staat nog niet precies gesteld.

De baas rijdt de hoeken rond af, zodat we met de tweede ronde in de draai al niet meer maaien, maar het graan plat drukken. Later kan dat rommeltje wel met de hand gesneden worden. Maar meestal is het dan volgens de baas: "Wat hindert nou dat beetje, daar laat ik geen loon aan verwerken, dat verrot wel". Je zegt dan maar niets, want dat helpt toch niet. Maar je hebt er het hele jaar last van, en het is bovendien overbodig. Want als je de hoeken goed neemt, kan je alles maaien en is het niet nodig, dat de tarwe platgereden wordt.

Die rommel verrot zo gauw niet, en met stoppelploegen, naeggen (dat gebeurt twee keer), met diep-ploegen en het volgend jaar nog eens met zaaiklaar maken, stroopt je ploeg erop en de eg loopt er

(21)

MODERN LANDBOUWBEDRIJF IN NEDERLAND op vol. Steeds stoppen met de tractor, eraf, de rommel uit de ploeg of eg peuteren, en maar weer op de tractor klimmen om de twee meter. Allemaal niets voor een paar uur, maar hinderlijk ver-

moeiend als het zo de hele dag en iedere dag van de week gaat.

De maaimachine loopt nu goed en de baas heeft er plezier in. Hij rijdt ronde op ronde, en aldoor de hoeken weer plat. Als ik er wat van zeg, is het: "Doorwerken moeten we, geen tijd voor die flauwe kul".

"Noem het maar flauwe kul", denk ik, "ik wou, dat je vertrok, dan kan ik zien, die hoeken weer verder goed te krijgen."

Maar het is lekker weer, en alles loopt gesmeerd, dus de baas heeft plezier en toont me hoe je maaien moet. Niet op de tweede, zoals gewoon, nee, op de derde versnelling. Gaat ook best en nog veel vlugger.

Hij grijnst tegen me met de sigaar in zijn hoofd, en peest maar door, bijna vol gas op de derde.

Op eens stroopt het mes, ik schreeuw, maar hij hoort het niet. Einde- lijk ziet hij het, na twintig meter plat gereden te hebben. Dat is hin- derlijk; nu gauw een mannetje om het even weg te snijden. Als alles weer schoon is, gaat hij weer met nieuwe moed aan de slag. Geluk- kig begint de tractor door het werk en de zon flink heet te worden, zodat mijnheer wat suffig wordt. Hij herinnert zich nu ineens dat hij nog iets anders moet doen. Ik kan nu alleen verder gaan met éen jongen op de binder. Bij het weggaan zegt de baas, dat we maar door moeten rijden, de machine mag niet stilstaan. Hij zal met schaft- tijd wel een mannetje sturen, die ons zolang kan aflossen, en een slede met olie, smeer en schoon koelwater voor de tractor.

We rijden nu verder op de tweede, en als het twaalf uur geworden is, kijken we uit naar de aflossing. Maar de aflossing heeft ook schaft- tijd, en de baas heeft er niet aan gedacht hem eerder te laten schaf- ten. Eindelijk na schafttijd komt er iemand. Ik kan gaan eten, maar de jongen moet wachten. Als ik mijn kuchie op heb, kan hij gaan eten en ik kan dan zolang op de binder. De aflossing moe·! zo gauw mogelijk weer terug zijn. Dus weg het uurtje rust. Het

is

dan ook oogst, dus "heel gewoon".

"Het

is

oogst" is nu de smoes om alles goed te praten.

In de namiddag komt het zoontje van den baas met een kan thee en de boodschap van vader: "Dat we vanavond door moeten werken, vader zal om zes uur wel aflossing sturen."

Als de aflossing om zes uur gekomen is, ga ik wat brood halen bij den knecht, de jongen moet nog maar even blijven doorwerken. Ter- wijl ik zit te eten, komt de baas en zegt dat we samen vanavond door- werken, met licht op de machine. Na het eten krijg ik een sigaar en we zwammen nog wat. Dan gaan we op ons gemak naar het land en de jongen "mag" nu ook naar huis gaan. Dat heb je ervan als ze je plotseling met thee op het land komen verwennen.

We rijden weer net als vanochtend met grote snelheid op de derde.

Het wordt al knap donker, maar met het licht kan je je werk nog wel zien. Opeens valt de maaimachine met een smak in een gat, het mes gaat de grond in, en door de grote snelheid wordt de maaimachine

533

(22)

I

I l

I I

I

I ,

I

MODERN LANDBOUWBEDRIJF IN NEDERLAND

met een ruk half gekipt. Ik vlieg er met een gangetje af op m'n kop.

Voor vanavond is het gedaan met maaien, want de maaier is ontzet.

We moeten dat zo gauw mogelijk zien te verhelpen, anders hebben we morgen ook nog tijdverlies. We prutsen wat rond in het donker, knellen onze vingers, slaan het vel van onze kneukels, en geven het dan maar op. Het is tien uur geworden, dus wordt het tijd van uit·

scheiden, als de dag om vijf uur is begonnen.

De volgende morgen direct aan de gang om de machine in orde te maken. 's Avonds had ik onderweg naar huis den smid gewaar- schuwd, en die kwam tegen een uur of zeven ook eindelijk opdagen.

Toen de machine weer in orde was, was het nog te nat om te be- ginnen. Dus moest ik helpen hopen zetten totdat de dauw was op- gedroogd.

Verder hetzelfde vlotte programma van de vorige dag en we werken nu zonder ongelukken tot half twaalf 's nachts. De volgende dag kan ik dan ook om acht uur komen.

En zo gaat het door, na de tarwe de haver, dag in dag uit, totdat de 42 H.A. eraf liggen. Als we met de haver beginnen is er geen tijd om eerst banen te maken, dus dan maar zo met de machine erin.

Vrijdags werken we een beetje langer, tot een uur of twee 's nachts, om Zaterdag vroeg uit te kunnen scheiden ....

Ja, wat is vroeg? Ik noem het twee uur 's middags of zo, maar de baas vindt negen uur s' avonds een mooie tijd. Als je het met twee uur 's nachts vergelijkt, dan moet je hem wel gelijk geven.

Door het vlotte maaien en de lange dagen van de machine, kunnen de arbeiders het met hopen zetten niet meer bijhouden, en we raken hoe langer hoe meervoo~

Die bossen kunnen ook niet op het land blijven liggen met de Zon·

dag. Want als er eens regen zou komen!

Dus zo tegen het einde van de week krijgt de baas het benauwd en vraagt me in een schafttijd om zes uur, of ik misschien "even" naar het dorp wil gaan op mijn motor en den Rijksbemiddelaar opbellen om 35 man om hopen te zetten, direct morgenochtend tegen "de ge·

wone voorwaarden". De "lekkere sigaar" dient als lokmiddel en is de verontschuldiging voor alle onbeschofte aanmatigingen.

Om vijf uur 's morgens, Zaterdag, arriveert de troep helpers. De meesten hebben nog nooit hopen gezet, en moeten dus nog veel leren. Twee komen te laat (om kwart over vijf of nog iets later}, en worden weer weggestuurd met de boodschap, dat we zulke halve kerels niet gebruiken kunnen.

De 33 man ineens op het erf maken de baas een beetje zenuwachtig en hij moet zich flink tonen. Het lijkt of er veel meer zijn dan 33, zo- dat hij blij is er een paar weg te kunnen sturen.

Onder leiding van den baas en den vasten knecht worden de hulp- troepen nu in de geheimen van het vak ingewijd. Als ze een beetje hopen kunnen zetten, die niet reeds allemaal bij het eerste stootje in elkaar vallen, worden ze aan hun lot overgelaten. En zo prutsen 33 mannen (die haast allen bekwaam zijn in andere vakken) over het land tot de dag om is.

Omdat ik Zondag heb kunnen uitrusten, moet ik Maandag weer om

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik beschouw het vriend-vijandonderscheid echter niet als de kern van het politieke, want het gaat er in mijn opvatting juist om polarisatie in de samenleving zoveel mogelijk tegen

Het introduceren van controlevoorschriften (paragraaf 1.5) heeft geen gevolgen voor de eenmalige en structurele administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten voor burgers.

1 °. Een betere spreiding van deze producten over het gehele land. zodat er niet op een plaats teveel is, terwijl ergens anders niets te krijgen is. 2° Uitbreiding

Het college heeft ingestemd met een pilot om de 5 rotondes bij wijze van proef te laten onderhouden door Goirlese of Rielse bedrijven. Niet zozeer om kosten te besparen (er zijn

Ik ken ook een gemeente die altijd twee plaatsen bij zwemles reserveert voor kinderen zonder verblijfsvergunning.” Maar er zijn ook gemeenten die hulp aan families – een klein

„Deze maand hebben we voor al deze kinderen een warm gastgezin gevonden”, besluit Debby, „nu maar hopen dat er bij de kleinsten niet te veel traantjes van

corporatie omdat mensen vaak zelf niet genoeg middelen hebben om op een andere manier in een woning te wonen, en daar hangen wel heel veel problemen rondom heen.. Ze hebben moeite

Ouderen met dementie kunnen een groep mensen zijn die niet in de zorg komen die zij nodig hebben.. Dit gaat spelen op het moment dat zij meer zorg nodig hebben en niet meer