• No results found

Vraag nr. 57 van 29 oktober 1996 van de heer MARC OLIVIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 57 van 29 oktober 1996 van de heer MARC OLIVIER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 57

van 29 oktober 1996

van de heer MARC OLIVIER

Instellingen voor gehandicapten – Inspraakstruc-tuur

Sedert jaren ijveren ouders en familieleden van personen met een handicap voor participatie en inspraak voor deze laatsten of hun wettelijke verte-genwoordigers.

Daarbij wordt een omschakeling van een passieve rol (als cliënt, gebruiker van de zorg) naar een actieve rol (als participant in de zorg) beoogd. Door de goedkeuring van een aantal besluiten in 1994 heeft de Vlaamse regering deze participatie en inspraak wettelijk erkend.

Zo moesten tehuizen voor meerderjarige gehandi-c a p t e n , medisgehandi-ch-pedagogisgehandi-che instituten (MPI’s ) , semi-internaten en dagcentra een gebruikersraad oprichten per afzonderlijke, zelfstandige en opera-tionele eenheid van de voorziening.

De voorzieningen die geld of goederen van gebrui-kers beheren, moesten uiterlijk op 1 juli 1996 een toezichtsraad in het leven roepen.

1. Werd in alle tehuizen voor meerderjarige g e h a n d i c a p t e n , M P I ’s, semi-internaten en dag-centra erkend door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handi-cap reeds een gebruikersraad opgericht per afzonderlijke, zelfstandige en operationele een-heid van de voorziening ? Zo neen, wat zijn de redenen voor het niet oprichten van de gebrui-kersraad ?

2. Bestaat er bij de directies een bereidheid om met deze gebruikersraad samen te werken ? 3. Werden er bij het Vlaams Fonds reeds klachten

ingediend betreffende de niet-naleving van de bepalingen betreffende de gebruikersraad in het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van algemene erkenningsvoorwaarden van v o o r z i e n i n g e n , bedoeld in het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap ? Zo ja, waarop hadden deze klachten betrekking en op welke wijze konden ze worden bijgelegd ?

4. Werd in alle voorzieningen die geld of goederen van gebruikers beheren, reeds een toezichtsraad opgericht ? Zo neen, wat zijn de redenen voor

het niet oprichten van de toezichtsraad en welke sancties werden tegen de betrokken voorziening genomen ?

5. Op voorstel van minstens twee leden van de toezichtsraad kan het Vlaams Fonds op de hoogte worden gebracht van aangeklaagde fei-ten of toestanden. Hoeveel keer is dit reeds gebeurd en welke feiten of toestanden werden in die gevallen bij de toezichtsraad aange-k l a a g d ? Welaange-ke beslissing heeft het V l a a m s Fonds in deze gevallen uiteindelijk genomen ?

Antwoord

1. Op 15 november 1996 was de administratie van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap nog niet in het bezit van de samenstelling van de gebruikersra-den van 113 erkende instellingen.

Dit impliceert echter niet noodzakelijk dat deze voorzieningen niet in regel zouden zijn met de terzake vigerende wetgeving. Immers, de wetge-ving stelt niet expliciet dat deze gegevens aan het Vlaams Fonds dienen te worden bezorgd ; wel moeten zij te allen tijde in de voorziening ter inzage liggen. De desbetreffende informatie wordt dan ook slechts druppelsgewijs ontvan-gen.

De inspectiedienst verricht terzake systematisch nazicht tijdens de bezoeken ter plaatse. G e l e t op het grote volume aan dossiers en het beperk-te aantal inspecbeperk-teurs, kon de inventarisering en het inhoudelijke nazicht van een en ander tot op heden nog niet worden afgerond.

De meeste voorzieningen die de verplichtingen terzake nog niet naleefden, wijten dit aan een gebrek aan voldoende kandidaten (minstens 16 van bovenvermelde instellingen).Slechts in enkele zeldzame gevallen gebeurde het nodige niet door onwetendheid of laksheid.

2. Doorgaans mag worden gesteld dat de nodige bereidheid zeker aanwezig is bij de directies, zij het soms wat schoorvoetend.

Ik ben er mij evenwel van bewust dat het naar voren treden van de bewoners als actieve, mon-dige participanten een continu groeiproces naar een nieuwe denkcultuur vereist. Het is evident dat zulke mentaliteitsverandering niet van van-daag op morgen tot stand wordt gebracht ; zowel directies als bewoners hebben een zekere rijpingstijd nodig.

(2)

Ik zal alles in het werk stellen om het vereiste gunstige klimaat te scheppen.

3. Het Vlaams Fonds ontving terzake nog geen formele klachten.

4. Ook op dit punt werd de inventarisatie nog niet v e r v o l l e d i g d . Concreet betekent dit dat bij 102 van de 237 erkende instellingen de toestand nog dient nagetrokken. Bij de overige voorzieningen werd alles in orde bevonden of is de desbe-treffende reglementering niet van toepassing. In de zeldzame gevallen waar de noodzaak aan de oprichting van een toezichtsraad totnogtoe werd betwist, volstond een mondelinge aanspo-ring vanwege de inspectiedienst meestal om een en ander in goede banen te leiden.

Er dienden dan ook nog geen sancties te wor-den genomen.

5. Het Vlaams Fonds ontving nog geen dergelijke klachten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bewoner of zijn vertegenwoordiger wordt bij de opname schriftelijk geïnformeerd over de bewonersraad en het register inzake suggesties, bemerkingen of klachten.. Hij

Voor elk van deze gebouwen wordt onderzocht of een eventuele overname door de Stichting Vlaams Erfgoed wenselijk is en zo ja, op welke wijze de financie- ring van zowel

Welke acties werden in het kader van het Inter- nationaal Toeristisch Marketingplan onderno- men in het buitenland, opgesplitst per land.. Wat was de inhoud van deze acties en

In 1989 werd door het toenmalige Vlaams Com- missariaat-Generaal voor Toerisme (VCGT), h e t Office de Promotion du Tourisme (OPT) – tegen- hanger van Toerisme Vlaanderen binnen de

2. Quid indien enkel de overnemende vennoot- schap gronden bezit ? Moet in dit geval een bodemattest worden aangevraagd voor de per- celen van de

Een overzicht van de analyseresultaten en de waterkwaliteitsindexen van de door de V M M (Vlaamse Milieumaatschappij) bemonsterde meetpunten bij de grens tussen

Wat de bedenkingen van sommigen betreft bij het principe van zorg kopen in een instelling, wil ik toch wijzen op artikel 9 en 10 waarin wordt gesteld dat het

Voor het beleidsplan 1996 wordt geopteerd om het experiment "sociale vernieuwing" voort te zetten en tevens uit te breiden naar andere wijken toe.. Gent neemt