• No results found

1939 - I 945

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1939 - I 945"

Copied!
770
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H E T K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N I N D E T W E E D E W E R E L D O O R L O G

1939 - I 945

D E E L I

0

b eerste helft

(2)

R I J K S I N S T I T U U T V O O R O O R L O G S D O C U M E N T A T I E

(3)

D R . L. D E J O N G

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

IN DE TWEEDE

WERELDOORLOG

D E E L 1 0 b

HET LAATSTE JAAR II

eerste helft

’ S - G R A V E N H A G E / M A R T I N U S N I J H O F F / 1 9 8 1

(4)

C O P Y R I G H T 1 9 8 1

R I J K S I N S T I T U U T V O O R O O R L O G S D O C U M E N T A T I E A M S T E R D A M

D R U K : S T A A T S D R U K K E R I J - ’ S - G R A V E N H A G E P R I N T E D I N T H E N E T H E R L A N D S

(5)

Inhoud

Eerste helft

H oofdstuk i — Naar de katastrofe i

Vernieling van de havens van Rotterdam en Amsterdam 8

De bezetter en de Spoorwegstaking 10

Steenkooltekort 24

D e Wehrmacht grijpt in 32

Putten / Renesse 45

Nederland wordt leeggeroofd 71

Dwangarbeid 85

Terugblik 94

H oofdstuk 2 — Jacht op de mannen

100

Oosten en noorden des lands 102

Het westen 108

De Liese-Aktion 129

Het lot der weggevoerden 146

Na de jacht 156

H oofdstuk 3 — H ongerwinter

160

D aling der rantsoenen 164

De Centrale Keukens 17 1

Hirschfeld grijpt in 177

D e strijd tegen de koude 18 1

Hongersnood 187

Zwarte markt 221

In bezet gebied georganiseerde hulp 232

Hongertochten 256

Terugblik 275

H oofdstuk 4 — Seyss-Inquart / D e ‘foute’ sector

280

D e gelijkschakeling opgegeven 285

D e N S B ’ers in Duitsland 291

(6)

I N H O U D

Militarisatie 301

D e S S in de aanval 309

Desintegratie van de N S B 3 12

Seyss-Inquart 330

H oofdstuk $ — Terreur

340

Apparaat van de S D 343

D e kampen Ommen en Amersfoort 355

M artelingen 365

Todeskandidaten 3 81

Contacten in Den Haag 409

De zogenaamde aanslag op Rauter 438

H oofdstuk 6 — Illegaal w erk

448

N ieuw e m oeilijkheden 449

Illegale pers 467

Hulp aan onderduikers 480

De Spoorwegstaking en de zorg voor de stakers 486

Telefoonverbindingen 509

Spionage 518

Crossen 535

‘ Pilotenhulp’ 543

Nationaal Steunfonds 554

Gevolgen van verraad 565

Slot 573

H oofdstuk 7 — Koot, Thijssen en van Bijnen

580

Kolonel Koot en de ‘Delta’s’ 584

Six en de O D 602

Thijssen en de R V V 607

Van Bijnen en de Knokploegen 636

Slot 676

H oofdstuk 8 — D e Binnenlandse Strijdkrachten

678

Steun van buiten 679

Koots moeilijkheden 685

(7)

I N H O U D

De gewestelijke commandanten 694

De droppings 7 12

D e BS in actie 718

Prins Bernhard grijpt in 734

Verzet en illegaliteit in de hongerwinter 742

Terugblik op de BS 747

Lijst van illustraties

757

Lijst van kaarten

760

Lijst

v an tab ellen 760

Lijst van afkortingen, gebruikt in de voetnoten

761

(8)

H O O F D S T U K I

Naar de katastrofe

In de bewogen septembermaand van 1944, ruim vier jaar na het begin van de Duitse bezetting, had het overgrote deel van de Nederlandse bevolking tweemaal gehoopt en verwacht dat de bevrijding op handen was: op dinsdag 5 september (‘D olle Dinsdag’) toen zich het bericht had verspreid dat de Geallieerde troepen (zij hadden op zondag Brussel en op maandag Antwerpen bereikt) al tot Breda waren doorgedrongen, en op zondag 17 september toen de Londense radio had meegedeeld dat grote Geallieerde luchtlandingen waren uitgevoerd op Nederlands grondgebied. Beide malen was aan die hoop en die verwachting de bodem ingeslagen en dat was de tweede maal nog harder aangekomen dan de eerste. Toen het bericht van de bevrijding van Breda onjuist was gebleken, had men nog kunnen aannemen dat de Geallieerde strijdkrach­

ten op korte termijn een machtig offensief zouden inzetten teneinde Nederland even spoedig van Duitsers te zuiveren als zij, na de moeizame strijd in Norm andië, met Frankrijk en België hadden gedaan, en inder­

daad: dat offensief wèrd ingezet — en liep vast op de barrière der grote rivieren. Zouden de Geallieerden de kracht hebben om, voordat de winter inviel, alsnog daar overheen te kom en? M enigeen b lééf er op hopen maar het werd novem ber voordat de Wehrmacht uit de gebieden aan weerszij­

den van de W ester-Schelde en uit bijna geheel Noord-Brabant —, de­

cember voordat zij uit Limburg bewesten de Maas was verdreven.

Hoogst teleurstellend was dit allemaal voor de ca. zeven m iljoen Nederlanders die, in tegenstelling tot de ca. twee m iljoen in het Zuiden, onder de Duitse overheersing bleven leven, en teleurstellend niet alleen, ook beangstigend. Al vóór de 17de september nam elijk (dag waarop in het begin van de middag de Geallieerde luchtlandingen plaatsvonden en in het begin van de avond de Nederlandse regering via de Londense radio opriep tot een algemene spoorwegstaking) was gebleken dat het beleid van de bezetter een geheel ander karakter begon aan te nemen. In het nog niet bevrijde deel van Zuid-Lim burg, in M idden- en N oord -Lim - burg, in N ijm egen en Arnhem, in de Achterhoek, in Den Bosch en in West Zeeuws-Vlaanderen werden mannelijke personen tussen zestien en vijftig jaar onder bedreiging met ernstige strafmaatregelen bij duizenden

(9)

N A A R DE K A T A S T R O F E

opgeroepen om nieuwe Duitse verdedigingslinies aan te leggen (in Zevenaar was bekendgemaakt dat het stadje zou worden platgebombar­

deerd als zich niet voldoende ‘spitters’ kwamen aanmelden); in het westen des lands werden autobussen en vrachtauto’s, paarden en wagens alsook binnenschepen gevorderd in een haast en op een schaal die men tevoren niet had gekend; in de Zuidlim burgse steenkolenmijnen, basis van de voorziening van Nederland met steenkool en energie, werden de electrische installaties vernield; de grote reserve-voorraden van het rijks­

bureau voor de distributie van textielgoederen werden op vrachtauto’s geladen en naar Duitsland getransporteerd; uit de Philips-fabrieken te Eindhoven werd een groot deel van de machinerieën geroofd en werden vitale onderdelen weggenom en uit de overige; hier en daar ging de S D 1 scherper optreden dan ooit tevoren en in de Zaanstreek werden op persoonlijk bevel van Rauter, de Höhere S S - und Polizeifiihm, vier illegale werkers doodgeschoten w ier lijken enige tijd aan de openbare weg moesten blijven liggen. Zeker, veel van die gebeurtenissen raakten niet bekend buiten de steden en streken waar zij zich voordeden, maar dat een nieuwe en extra-m oeilijke fase in de bezetting was aangebroken, was aan de gehele bevolking al duidelijk sinds haar op 4 september in het kader van de afkondiging van de z.g. Ausnahmezustand (een Duitse staat van beleg) was gelast, voortaan van acht uur ’s avonds tot vier uur

’s morgens binnenshuis te zijn. Tot kort voor het einde van de septem­

bermaand zaten velen daar in de avonduren bijeen in een mengeling van optimisme en bezorgdheid — na woensdagavond 27 september, toen de Londense radio had bericht dat de Britse luchtlandingstroepen Ooster- beek hadden verlaten (de Geallieerde poging om benoorden de grote rivieren door te dringen was dus mislukt), ging de bezorgdheid over­

heersen.

Z ij zou dat in bijzondere mate hebben gedaan indien men weet had gehad van de instructies van de centrale Duitse overheid welke het beleid van het Reichskomtnissariat, de S D en de Wehrmacht bepaalden. Van fundamenteel belang was Hitlers besluit dat het Derde R ijk zich op Nederlands gebied tot het uiterste zou verdedigen: daardoor werden M idden-Lim burg beoosten de Maas en'de Nederlandse provincies be-

1 W ij hebben in de voorafgaande delen de door de bevolkin g algem een gebruikte term ‘ S D ’ tussen aanhalingstekens geplaatst omdat SD , afkorting van Sicherheitsdienst, het begrip Sicherheitspolizei und S D slechts ten dele weergeeft. D e term SD kom t in dit deel zo veelvu ld ig voo r dat w ij de aanhalingstekens zullen laten vervallen. O m aan te geven dat de term op een Duitse organisatie slaat, zullen wij hem cursiveren.

(10)

D U I T S E B E V E L E N

noorden de grote rivieren in militair opzicht een soort voorterrein van Duitsland. Eind augustus had Hitler gelast dat in M idden- en N oord- Limburg achter de Roer en de Maas, in de Achterhoek achter de Rijn en de IJssel en dan verder noordwaarts van Z w olle tot D elfzijl nieuwe stellingen moesten worden aangelegd. Er werd rekening gehouden met de m ogelijkheid dat de Duitse troepen in de provincies Utrecht en N oord- en Zuid-H olland zouden worden afgesneden; deed zich die afsnijding voor (uit gevonden documenten wisten de Duitsers dat Field Marshal M ontgom ery met zijn op 17 september ingezette offensief in eerste instantie het IJsselm eer had w illen bereiken), dan moest de Wehr- macht'm het westen des lands standhouden, vooral om te voorkomen dat de Geallieerden gebruik zouden kunnen maken van de havens van Rotterdam en Amsterdam. In beide steden werd op 2 1 september begon­

nen met de vernieling der haveninstallaties; in de voorafgaande nacht had de Wehrmachtbefehlshaber, General der Flieger Christiansen, bovendien het bevel doen uitgaan dat in het westen bij dreigende oorlogshandelin­

gen alle installaties die noodzakelijk waren voor het in stand houden van vitale bedrijven moesten worden vernield, de installaties voor de drink­

watervoorziening en de electrische centrales het laatst.

M eer nog. In een apart bevel dat Schöngarth, de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD, in aansluiting op eerdere bevelen van Hitler, van het Oberkommando der Wehrmacht en van het Reichssicherheitshauptamt op 1 1 september had doen uitgaan, was bepaald dat bijeenkomsten van illegale werkers ‘rücksichtslos’ moesten worden overvallen en dat de deelnemers, ‘sofern nicht besondere Gründe fü r eitie Festnahme sprechetf, ter plaatse afgemaakt (‘ niedergemacht’) dienden te worden en de betrokken woningen opgeblazen en in brand gestoken1 ; hoe ruim de vrijbrief werd geïnterpreteerd welke al vóór Schöngarths bevel in de voorafgaande instructies aan de S D was vervat, bleek op 7 september in Rotterdam waar niet alleen een Duitse deserteur die bij een Nederlander onderdak had gevonden, door S D 't rs werd doodgeschoten maar ook zijn gastheer en drie andere in diens woning aanwezige personen, onder w ie een groen­

teboer die een zakje tomaten had afgegeven en was blijven luisteren naar een Londense radio-uitzending. ‘Ziet m en’, zo merkten wij in ons vorige deel op, ‘in het Duitse beleid tijdens de hongerwinter razzia’s, ro o f en terreur, toegepast op de gehele bevolking (en niet dus, als in '4 1—'43, op de Joodse bevolkingsgroep alléén), als meest tekenende elementen, dan

1 Tekst van Schöngarths Niedermachungsbefehk D oc II-260, a -i.

(11)

N A A R DE K A T A S T R O F E

verdient het de aandacht dat die elementen zich al vóór 17 september manifesteerden’ — anders gezegd: al vóór de Spoorwegstaking die, toen het door Londen gegeven parool door het overgrote deel van de spoor- wegmannen bleek te zijn opgevolgd, de bezetter w el moest treffen als een bij uitstek gevoelige aantasting van zijn gezag.

Juist omdat wij in dit deel zo veel hebben te schrijven over wandaden van de bezetter, lijkt het ons nuttig dat wij de gezagsverhoudingen aan Duitse kant eerst nog eens duidelijk uiteenzetten. Boven spraken wij van

‘het beleid van het Reichskommissariat, de S D en de Wehrmacht'. Waren dat dan drie nevengeschikte instanties? Ja, inderdaad. Geen van de drie had form eel iets te zeggen over de andere twee. Seyss-Inquart was rechtstreeks ondergeschikt aan Hitler, Wehrmachtbefehlshaber Christiansen stond onder het Oberkommando der Wehrmacht en de S D ontving zijn algemene instructies van het Reichssicherheitshauptamt. Natuurlijk, een zekere mate van coördinatie was wenselijk. Al had Seyss-Inquart onder de Ausnahmezustand zijn bevoegdheden op de bestuurssector overgedra­

gen aan de Generalkommissar fü r Verwaltung und Justiz, W im m er, en op de politiesector aan Höherer S S - und Polizeiführer Rauter, hij bleef toch in civiel opzicht verantwoordelijk voor wat in bezet Nederland gebeurde1 en tegen besluiten van hetzij Christiansen, hetzij Rauter en Schöngarth, welke hem niet zinden, kon hij in beroep gaan bij Hitler dan wel bij de Reichsführer-SS, Himmler. Rauter was trouwens behalve Höherer S S - und Polizeiführer óók Generalkommissar fü r das Sicherheitswesen en als zodanig een van de vier onder Seyss-Inquart ressorterende Generalkommissare.

Wat de overige drie betreft: in de praktijk had W im m er naar boven slechts met Seyss-Inquart te maken en ons is niet gebleken dat hij van zijn grotere bevoegdheden een duidelijk gebruik heeft gemaakt, laat staan een gebruik waarmee Seyss-Inquart zich niet kon verenigen — daar was W im m er ook te gemakzuchtig voor. Anders lag het met de fanaticus Rauter die zich

1 Zulks dan met uitzondering van de delen van M id d en - en N o ord -Lim bu rg waar het Duitse civiele gezag begin september was overgedragen aan de Gauleiter van Essen en van Düsseldorf. W at zich in die gebieden heeft afgespeeld tot aan hun bevrijding in de laatste dagen van februari en de eerste van maart 45, beschreven w ij in deel 10 a in de paragrafen ‘Ten oosten van de ‘ C o rrid o r” en ‘V enlo en R oerm ond’ van hoofdstuk 7.

(12)

D U I T S B E S T U U R S A P P A R A A T

van meet a f aan veel meer had gevoeld als Himmlers dan als Seyss- Inquarts ondergeschikte. Z o ook Schöngarth: hij volgde de lijn die door het Reichssicherheitshauptamt werd aangegeven en trok zich van Seyss- Inquart w einig aan. Trouwens, ook met Rauter had Schöngarth spoedig na de september-crisis aanzienlijk minder te maken dan voordien; Rauter kreeg namelijk in de loop van oktober een militaire functie. Generalfeld- marschall M odel, bevelhebber van de Heeresgruppe B, hield het voor wenselijk dat in Nederland een aparte, uit kleinere eenheden van het leger, de Wajfen-SS en de marine bestaande Kampfgruppe werd gevormd die in reserve werd gehouden om bij nieuwe Geallieerde luchtlandingen te worden ingezet, en Rauter werd tot bevelhebber van die Kampfgruppe benoem d; zij werd enkele maanden later uitgebreid met andere eenheden en kreeg toen als (vrij zwak) legerkorps het front te verdedigen van Tiel via Arnhem tot Emmerik. Er vloeide hier uit voort dat Rauter, wiens hoofdkwartier van eind '44 a f in Didam was gevestigd, zich slechts eenmaal per week per auto naar Apeldoorn kon begeven om er met Seyss-Inquart overleg te plegen.

Er resten nu nog twee Generalkommissare: Ritterbusch, Generalkommis­

sar zur besonderen Verwendung (‘voor bijzondere aangelegenheden’), ver­

tegenwoordiger in bezet Nederland van de N S D A P (en in die functie de ondergeschikte van de machtige Martin Bormann) en Fischböck, Gene­

ralkommissar fü r Finanz und Wirtschafi; deze laatste, die tevens als Reichs- kommissar fü r die Preisbildung het prijspeil in het Derde Rijk stabiel moest houden, was maar zelden in bezet Nederland aanwezig — als zijn vervan­

ger trad er Fiebig op.

In Hitlers bevel over de uitbreiding van de Westwall had Ritterbusch een belangrijke taak gekregen: in het gehele gebied van Emmerik tot D elfzijl moest hij het graafwerk organiseren dat voor het aanleggen van nieuwe stellingen nodig was. Binnen enkele weken werd duidelijk dat hij daar niet in de verste verte de capaciteiten voor bezat — de nieuwe taak werd hem ontnomen en de functie die hij behield: verbindingsscha- kel te zijn tussen Mussert en Seyss-Inquart, had, toen de N S B als politieke beweging in de D olle Dinsdag-crisis was ineengestort, nog minder om het lijf dan tevoren al het geval was geweest. ‘ Ich musste es', klaagde Ritterbusch in '47, 'schweigend ertragen, dass man mich fü r einen Menschen hielt, der besser nach Hause ginge, der sich aber an sein Amt anklammerte, um nicht seine Existenz zu ver lier en.''

1 D G B R : p.v. van W . F. A. Ritterbusch ( 1 1 aug. 1947), p. 47 (Doc I- 14 12 , a-4).

(13)

N A A R DE K A T A S T R O F E

Neen, dan Fiebig! Hij was een man van ongemene bekwaamheid, even snel in zijn handelen als in zijn denken. Sinds begin '43 had hij wat van de Nederlandse industrie restte, met tomeloze energie zoveel m ogelijk ingeschakeld in de Duitse oorlogsproductie — nu ging hij volgens de directieven van zijn eigenlijke superieur: Albert Speer, de Reichsminister fü r Rüstung und Kriegsproduktion, uit bezet Nederland wegslepen wat nog voor Duitsland van waarde kon zijn. ‘M en zou’, zo kregen Hirschfeld, de secretaris-generaal van handel en nijverheid en van landbouw, visserij en voedselvoorziening, en mr. H. L. W oltersom, directeur van de Rot­

terdamse Bank en voorzitter van de Raad voor het Bedrijfsleven1, op 15 september (twee dagen dus vóór de afkondiging van de Spoorwegstaking) tijdens een bespreking in Am ersfoort van Fiebig te horen, ‘zoveel m o­

gelijk gereed product en grondstoffen, w elke voor Duitse orders bestemd waren, afvoeren, alsmede bepaalde machines meenemen o f op andere wijze veilig stellen, opdat de tegenstanders van Duitsland daarvan niet zouden kunnen profiteren.’2 Geen toeval was het dat Hirschfeld en W oltersom dat nu juist van Fiebig vernamen: op economisch gebied was deze de belangrijkste Duitse autoriteit geworden en dat zou pas eind '44 veranderen toen hij weer een nieuwe taak kreeg: de supervisie over het repareren van de duizenden Duitse locomotieven die elke maand door aanvallen van de Geallieerde luchtmachten zwaar werden beschadigd; hij reed toen kriskras in een eigen trein door heel Duitsland rond.

Z o was, vergeleken met de situatie die tot in de zomer van '44 had bestaan, in de herfst aan de top van het Duitse bestuursapparaat veel veranderd, maar dat apparaat was bovendien in aanzienlijke mate uiteen­

geslagen. Alleen Christiansen en zijn staf waren nog niet verhuisd: zij zaten nog in Hilversum ; het Reichskommissariat evenwel en de bureaus van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des S D waren verplaatst: het Reichskommissariat goeddeels naar Delden, Schöngarth en zijn staf naar Zw olle. In totaal waren in de zomer van '44 bij het Reichskommissariat, de bureaus van Seyss-Inquarts Beauftragten in de provinciale hoofdsteden en in Amsterdam en Rotterdam meegeteld, bijna zestienhonderd personen tewerkgesteld — eind september waren dat er nog maar ruim vierhonderd, onder w ie een kleine tachtig Nederlandse hulpkrachten.3 Dat betekende

1 Deze raad was gevorm d nadat de z.g. O rganisatie-Com m issie W oltersom in de jaren -4 0 - ’42 het N ederlandse bedrijfsleven had herordend in aansluiting aan het Duitse m odel. 2 H. M . H irschfeld: Herinneringen uit de bezettingstijd(1960), p. 138. 3 Begin februari '45 was het totaal aantal krachten w eer tot ruim negenhonderd gestegen.

(14)

S E Y S S - I N Q U A R T

dat Seyss-Inquart veel minder greep had op de situatie dan tevoren.

Delden lag bovendien w el erg excentrisch; dat beviel Seyss-Inquart niet.

Hij nam zijn intrek op het landgoed bij Apeldoorn waar W im m er woonde, en van daaruit bezocht hij periodiek de verschillende delen van het bezette gebied. Meestal was hij eens in de twee weken in Den Haag om er besprekingen te voeren met zijn Beaufiragte, E. A. Schwebel, en af en toe reed hij dan ook w el naar Amsterdam voor contact met zijn Beaufiragte in de hoofdstad, dr. H. Schröder. ‘Ikzelf’, aldus in '46 Schrö- ders medewerker voor persaangelegenheden, prof. dr. G. A. S. Snijder (een van de grote propagandisten van de 55-ideologie, president van de in feite ter ziele gegane Nederlandse Kultuurraad) —

‘Ik z e lf had in die tijd geen p erso o n lijk o n d erh o u d m eer m et Seyss-In qu art, m aar o n tm o ette h em slechts in alg em een gezelschap. H ij m aakte toen d e in d ru k zeer so m b er gestem d te zijn, m aar w as steeds v o lm aak t beheerst, rustig en h o ffelijk.

G e w o o n lijk luisterd e hij naar w a t k am erm u ziek , als er na de besprekin gen n og w at tijd o v e r w as.’ 1

‘Zeer somber gestemd’ — van Seyss-Inquarts vertrouwen in een Duitse overwinning was dus niet veel over. O ok moet hem, zo nemen wij aan, zijn eigen betrekkelijke machteloosheid pijnlijk hebben getroffen. De gelegenheden waarbij hij persoonlijk nog kon bepalen wat in bezet Nederland stond te geschieden, werden steeds zeldzamer — Hitler greep in, Speer greep in, en vooral ook: de militairen grepen in. Er werd op Nederlands grondgebied gevochten en dat betekende dat in Seyss- Inquarts gezagsgebied door het Oberkommando der Wehrmacht, door de Oberbefehlshaber West (Generalfeldmarschall von Rundstedt), door de be­

velhebber van de Heeresgruppe B en door de bevelhebber van het (via Zeeland ontsnapte) Duitse Vijftiende Leger beslissingen werden geno­

men die diep in de algemene verhoudingen in bezet gebied ingrepen, maar waar hij, de Reichskommissar, in het geheel niet in was gekend.

Een van die beslissingen was geweest, de haveninstallaties van Rot­

terdam en Amsterdam grondig te vernielen.

1 PR A-Am sterdam : p.v. G. A. S. Snijder (4 okt. 1946), p. 39 (Doc I-16 0 3, a-i).

(15)

Vernieling van de havens van Rotterdam en Amsterdam

Het was Hitler geweest die besloten had dat de havens van Rotterdam en Amsterdam vernield moesten worden. Zoals wij in deel 10 a verm eld­

den, ging dat bevel van hem uit op de dag waarop de haven van Antwerpen ongeschonden in Geallieerde handen viel: 4 september. De uitvoering van het bevel werd enige tijd aangehouden; in afwachting daarvan begon de Kriegsmarine op 12 september Nederlandse arbeiders te ronselen om in de havens van Rotterdam en Amsterdam gaten te maken in de kademuren en daags daarna waren daartoe al vierhonderd arbeiders aan het werk, acht uur per dag. Op dinsdagochtend 19 september kwam bij de Admiral in den Niederlanden von Rundstedts bevel binnen, met de vernielingen te beginnen (alsook de N ieuw e W aterweg en het N oord- zeekanaal te versperren) — de eerste explosies weerklonken op 2 1 sep­

tember. De burgemeester van Amsterdam, E .J. Voute (in '41 benoemd vanwege zijn pro-Duitse gezindheid), protesteerde onm iddellijk bij Schröder. Daags daarna, 22 september (alle Nederlandse arbeiders werden op die dag ontslagen), verscheen Seyss-Inquart in de hoofdstad, belde van daaruit Berlijn op en kreeg te horen dat er niets meer aan de zaak te doen was. ‘Het O K W had beslist dat de vernietiging door moest gaan’ , tekende Voute enkele dagen later aan, daaraan toevoegend: ‘De levens­

ader van Amsterdam is doorgesneden en niet door een chirurg maar door een varkensslachter!!’ 1

Dagenlang deden zich in Rotterdam en Amsterdam enorme explosies voor die tot op tientallen kilometers afstand duidelijk hoorbaar waren.2 In Rotterdam werd ruim 13 km kademuur, meer dan een derde van de totale lengte, verwoest; vernield (of weggevoerd) werd bijna de helft van alle grote hij skranen; vernield (o f tot zinken gebracht) werden de dokken;

alle petroleumtanks (ze waren leeg) gingen in vlam men op, van de tanks voor eetbare oliën werd een aantal gespaard. Op de linker Maasoever werd bij een deel van de explosies w einig voorzichtigheid betracht: alleen al in de w ijk Katendrecht werd zoveel schade aan de woningen toege­

bracht dat vijfduizend Rotterdammers dakloos werden; elders in de havenstad sprongen ruiten en waren straten bedekt met glasscherven.

Vernield werden evenwel niet alleen de belangrijkste haveninstallaties

1 E .J. V oute: ‘Aantekening’, 27 sept. 1944 (C N O , 177 b). 2 Bij Am sterdam werd ook het vliegveld Schiphol vern ield: het stationsgebouw, de startbanen en drie van de vier grote hangars w erden opgeblazen, één hangar w erd gedem onteerd teneinde afgevoerd te w o rd en ; tot die afvoer is het echter niet m eer gekomen.

(16)

e e n w e l z e e r z w a r t e w e e k

maar ook de voornaamste scheepswerven en machinefabrieken in Rot­

terdam en in de w ijde om geving; wat op die werven aan materialen en onderdelen gereed lag, bestemd voor de uitvoering van Duitse opdrach­

ten, werd op lichters geladen en naar Duitsland getransporteerd samen met de eigen voorraden der werven. Tenslotte werden in de mond van enkele grote Rotterdamse havens en in de N ieuw e W aterweg ter hoogte van Maassluis schepen tot zinken gebracht — er bleef in de N ieuw e W aterweg, nadat later nog enkele schepen tot zinken gebracht waren (de eerste versperring was op een nogal ondeskundige wijze uitgevoerd), slechts een smalle geul open. M et de uitvoering van plannen om ook nog de pieren bij Hoek van Holland op te blazen werd voorlopig gewacht.1

N iet minder grondig waren de vernielingen in en bij Amsterdam:

meer dan 9 kilometer kademuur werd verwoest (ruim 5 kilometer bleef over); van de 280 kranen werden bijna 180 vernield; grote dokken, elevatoren en drijvende bokken werden tot zinken gebracht, het grootste droogdok samen met een Italiaans schip dat er in was geplaatst ter reparatie; alle petroleumtanks gingen in vlam m en op; scheepswerven en machinefabrieken werden vernield o f leeggeroofd — personeelsleden wisten slechts sommige machines en voorraden te redden door ze haastig op boerderijen te verbergen.

Dat het onbruikbaar maken van de havens de bevolking van Rotterdam en Amsterdam diep schokte, spreekt vanzelf. ‘D it is’, schreef op de zevende dag van de explosies een Rotterdams rustend arts in zijn dag­

boek,

‘een w e l zeer zw arte w e e k v o o r R o tterd am ; alles w a t in o n ze tijd in de haven m et z o ve el ijv e r en lie fd e w as o p g e b o u w d , al die m o n u m en ten van onze o n d ern em in gsgeest, durf, v o lh a rd in g , techn iek, w aarop iedereen zo trots w as, dit alles w o rd t nu stelselm atig in en kele dagen v e rn ie tig d ; steeds trillen en scho m ­ m elen o n ze huizen, zodat so m m ig en er zeeziek van w o rd e n .’2

D iezelfde dag schreef een tweede Rotterdammer, een journalist: ‘ In het havenkwartier is het de gehele dag druk op de straten. Een onrustige bevolking beweegt zich . . . al maar heen en weer. Scholen zijn gesloten.

1 In december '44 w ist de Admiral in den Niederlanden, die tegenstander was gew eest van de havenvernielingen, te bereiken dat een bevel tot vern ielin g van de havens van Scheveningen, Katwijk en D en H elder werd ingetrokken. 2 H. M ees: M ijn oorlogs­

dagboek, 10 mei 19 4 0 -8 mei 1945 (1945), p. 517.

(17)

N A A R DE K A T A S T R O F E

Er wordt nergens gewerkt . . . D e bevolking is hier en daar w ezenloos’ 1

— wezenloos van angst voor de toekomst. De explosies die men hoorde, de rookwolken die men zag opstijgen, toonden aan dat de vijand opper­

machtig w as; velen waren bovendien van mening dat hij tot zij n immense vernielingen was overgegaan om de gehele naoorlogse wederopbouw van Nederland vrijw el onm ogelijk te maken. Hoe zou men weer werk kunnen krijgen en zijn brood kunnen verdienen als Nederland ter zee geïsoleerd was?

O ok onder de Duitsers waren er die het fanatisme dat uit de haven- vernielingen bleek, allerminst toejuichten. M et name Seyss-Inquarts Beaufiragter in Rotterdam, dr. C. Völckers, had zich met hand en tand, maar vergeefs, tegen de vernieling van de Rotterdamse haven verzet. Op een van de laatste septemberdagen wist hij Seyss-Inquart naar Rotterdam te halen voor een gesprek waaraan ook de Rotterdamse Kampjkommandant zou deelnemen. Toen de Reichskommissar, aldus later Völckers, ‘uit de auto stapte en ik hem voor mijn w oning begroette, trapte hij op de glasscherven van de door de luchtdruk vernielde deurruit van mijn w oning.’ D e Kampjkommandant stelde voor dat men de vernielingen die nog steeds gaande waren, van een schip a f zou gadeslaan. ‘Aber meine Herren’, antwoordde Seyss-Inquart, ‘ das ist doch kein Schauspiel, das man sich ansiehtV ‘Toen ik’, aldus w eer Völckers, ‘bij zijn vertrek de Reichskommissar in zijn jas hielp, drukte hij mij zwijgend de hand en zei daarop: ‘Das geht allerdings gewaltig au f die Nerven.’ ’2

W el te verstaan: de havenvernielingen waren, gelijk reeds gezegd, buiten Seyss-Inquart om gegaan.

V oor de Duitse reactie op de Spoorwegstaking gold dat niet.

De bezetter en de Spoorwegstaking

Eerder schreven wij dat de Spoorwegstaking de bezetter w el moest treffen als een bij uitstek gevoelige aantasting van zijn gezag. Dat deed zij inderdaad. In Seyss-Inquarts op 5 september gepubliceerde bekendma­

king over de Ausnahmezustandwas o.m. gezegd: ‘D e bevolking moet orde en rust bewaren . . . Ieder verzet, iedere verstoring van de openbare orde,

1 H. D iem er: Op de rand van leven en dood. D e laatste negen bezettingsmaanden: de barre winter van 19 4 4 -19 4 5 en het dodelijk angstige voorjaar 1945 (1946), p. 1 2 - 13 . 2 Gem een­

tepolitie Rotterdam : p.v. C. V ölckers (31 ju li 1946), p. 33-34 (Doc I-1808, a-2).

(18)

R I C H T L I J N A A N DE PERS

ieder benadeling van het arbeidsproces en ieder optreden dat de voor­

ziening in gevaar brengt, wordt gestraft met de dood o f zware vrijheids­

straffen.’ Maar ziet: op zondagavond 17 september gaf de Nederlandse regering via de Londense radio ‘naar aanleiding van een uit Nederland ontvangen vraag’ (een openlijk onderstrepen van het bestaan van geheime contacten) ‘en na overleg met het Opperbevel’ (het Geallieerde!) ‘instruc­

tie . . . tot een algemene staking van het spoorwegpersoneel, teneinde het vijandelijk vervoer . . . zoveel m ogelijk te beletten’, en daags daarna, op maandag, waren er grote delen van het land, met name ook in het westen, waar de stations verlaten waren en geen trein meer reed. Ingrijpen op aanzienlijke schaal tegen de duizenden stakers was de bezetter onm ogelijk

— hij kon slechts pogen om, met verzw ijging van de onm iddellijke nadelen welke voor de Wehrmacht voortvloeiden uit het wegvallen van de treintransporten naar de frontgebieden, er op te wijzen dat een spoorwegstaking de voedselvoorziening van het Nederlandse volk in gevaar kon brengen. Dittmar, de perschef van het Reichskommissariat, gaf op maandag het (van het begin der bezetting a f volledig gelijkgeschakel­

de) Algemeen Nederlands Persbureau opdracht, de hoofdredacties van de nog verschijnende dagbladen het volgende telexbericht te doen toe­

kom en1 :

‘ D e p ersch e f van d e R ijk sco m m issaris d eelt m ee:

D e b laden w o rd en verzoch t, in de ee rstvo lg en d e editie een b esch o u w in g te schrijven o ver d e spo o rw egstak in g in de geest van hetgeen h ier v o lg t:

Stilstand van d e sp o o rw e gen b eteken t stilstand van het le v e n sm id d e le n v e r- voer. N iet v o o r d e b ezettin gstro epen ; die b eschikken o v e r g e n o e g m id d elen om zich van het n o d ig e te v o o rzie n . S p o o rw eg sta k in g beteken t echter v o o r het eigen v o lk g eb rek als het even lan ger duurt en h o n ge rsn o o d als zij aanhoudt.’

Dittmars verzoek werd slechts door Het Nationale Dagblad, het dagblad van de N SB , ingewilligd, ten dele ook door de Nieuwe Rotterdamse Courant waarin de hoofdredacteur, mr. J. Huijts, Völckers aan het woord liet — de hoofdredacteuren van de overige bladen legden het naast zich neer. Algemeen werd op die maandag verwacht dat de grote Geallieerde luchtlandingen van de vorige dag tot een snelle bevrijding van heel Nederland zouden leiden — de betrokken hoofdredacteuren beseften dat het hun extra zwaar kon worden aangerekend als zij steun verleenden

1 Tekst in H irschfelds verslag d.d. 25 sept. 1944: ‘Bespreking met de heer von der W ense op 22 sept. 1944’ , p. 10 (C ollectie-H irschfeld (RvO)).

(19)

N A A R DE K A T A S T R O F E

aan de Duitse poging om een staking te doen afbreken welke gelast was door de Nederlandse regering na overleg met het Geallieerde opperbevel.

Wat moest Dittmar doen? Strafmaatregelen nemen tegen vrijw el de gehele dagbladpers? Hij besefte dat het geen zin had, onm iddellijk de verhoudingen toe te spitsen. H ij wachtte enkele dagen en droeg er op vrijdag 22 september (de Britse Airbornes hadden inmiddels de Rijnbrug te Arnhem moeten prijsgeven) zorg voor dat het A N P een eigen persbe­

richt op de telex zette van de volgende inhoud1 :

‘ N aar aan leid in g van de ern stige strem m in g in het v erk eer, vero o rzaak t d o o r d e spo o rw egstak in g, hebben w ij (A N P ) ons tot d e b e v o e g d e au toriteiten gew en d o m in lich tin gen o v e r de v o ed se lv o o rz ie n in g .

A lg e m e e n ziet m en d e toestand zeer so m b er in, v o o ra l v o o r de h o n d e rd d u i­

zen den m en sen in d e steden. E r lig g e n h ier en daar v o o rrad en , doch deze zijn slechts v o o r k o rte tijd v o ld o e n d e o m in de b eh o eften te v o o rzie n . W an n eer het p erson eel van de sp o o rw e gen n iet zeer sp o ed ig het w e rk hervat, w o rd t een gro o t d eel der N ed erla n d se b e v o lk in g , w a aro n d er o o k d e gezin n en van ta lrijk e sp o or- w e g m an n en , m et h o n gersn o o d bedreigd. A lg e m e e n sprak m en de w e n s u it dat de stakers thans tot b ezin n in g k o m en o m te v o o rk o m e n dat de reeds ernstige m o e ilijk h e d e n b ij d e v o e d se lv o o rz ie n in g to t een alg em e n e katastrofe leid e n .’

W ie waren de geciteerde ‘bevoegde autoriteiten’ ? Hirschfeld en de directeur-generaal van de voedselvoorziening, ir. S. L. Louwes, deden, zodra zij omtrent het tweede bericht in kennis waren gesteld, aan de pers weten dat geen enkele instantie terzake overleg met hen had gepleegd.

Het tweede bericht verschilde van het eerste in zoverre dat er in gesproken werd van ‘de ernstige stremming in het verkeer’. Kennelijk was die stremming een grote hinder voor de Wehrmacht — reden te meer voor een aantal hoofdredacteuren om het tweede bericht niet op te nemen, ook niet toen zij via het A N P vernamen dat de getergde Dittmar die opneming verplicht had gesteld. Het Algemeen Handelsbladen Het Volk behoorden tot de dagbladen die het tweede bericht w èl plaatsten, maar in D e Telegraaf en de Haagse Courant verscheen het niet en dit had voor laatstgenoemd blad, dat nu eenmaal in Dittmars standplaats werd gedrukt, ernstige gevolgen.

Het personeel had op vrijdag geweigerd, het door de hoofdredacteur Jo h n C h . A. Coucke persklaar gemaakte bericht te zetten en te drukken en had (Coucke had de Duitsers gewaarschuwd) en masse met beide directeuren en alle redacteuren het gebouw verlaten; toen nu op maandag

1 Tekst: a.v., p. 1 1 .

(20)

M A A T R E G E L E N T E G E N DE PERS

bleek dat redactie en technisch personeel, op twee personen na, niet bereid waren de arbeid te hervatten en dat de beide directeuren waren ondergedoken, werden de technische installaties van de Haagse Courant door de bezetter vernield; alles wat verder van waarde was, de auto’s incluis, werd gekonfiskeerd.

O ok tegen De Telegraaf werden maatregelen genomen. Hoofdredac­

teur J. C. Fraenkel die eind augustus alle zeggenschap had verloren over het nevenblad van De Telegraaf De Courant/Het Nieuws van de Dag (daarvan was de hoofdredactie door de directeur, ex- W affen-SS-vn]w il­

liger H. Holdert jr., toevertrouwd aan de vroegere 55-oorlogsverslagge­

ver W im Sassen), werd na een tweede w eigering om in de door de bezetter gewenste geest op de Spoorwegstaking te reageren, ontslagen en, nadat N S B - en 55-krachten enige tijd achter de schermen hadden touwgetrokken1, ook al door een 55-oorlogs verslaggever vervangen. Een en ander betekende dat de twee dagbladen van het Holdert-concern wat hun topleiding betrof, min o f m eer bij de 55 waren in gelijfd2 (vrijwel alle redacteuren namen ontslag en werden door pro-Duitse figuren vervangen) — dat wekte bij de overgebleven abonnees extra ergernis.

Wat de pers in het algemeen betrof: natuurlijk was de bezetter zich bewust dat zij geen enkele uitdrukking meer gaf aan wat in de bevolking leefde; voor hem waren de dagbladen nog van belang als vehikels van het Duitse oorlogsnieuws, maar hij besefte dat hij, als hij reële krachten tegen de Spoorwegstaking wenste te mobiliseren, heel andere personen moest inschakelen dan gediscrediteerde hoofdredacteuren; hij besefte óók dat er twee waren die daartoe voor hem van bijzonder belang konden zijn omdat zij op de economische sector nog steeds een stevige greep hadden op de gehele Nederlandse overheid: Hirschfeld en Louwes.

1 Tijdens dat touwtrekken sch o o f D ittm ar Coucke naar voren als hoofdredacteur van De Telegraaf (dat zal w e l bedoeld zijn gew eest als beloning vo o r C ou cke’s houding in de crisis van de Haagse Courant) — die candidatuur werd evenw el door H oldert jr.

afgew ezen; ruim tw intig jaar eerder was Coucke bij D e Telegraaf ontslagen w egens malversaties. 2 T oen Sassen later in de hongerw inter de bewoners van de Am ster­

damse volksw ijken aanspoorde, op plundertocht te gaan in de w ijken der beter- gesitueerden, werd hij op aandrang van de Beaufiragte en van de S D ontslagen; de hoofdredacteur van D e Telegraaf w erd toen w eer tevens hoofdredacteur van De Courant/Het Nieuws van de Dag.

(21)

N A A R DE K A T A S T R O F E

N iet alleen het Duitse maar ook het Nederlandse overheidsapparaat was, toen zich de crisis van september '4.4 voordeed, lelijk uiteengeslagen.

Begin '43 had de bezetter de departementen van binnenlandse zaken, van algemene zaken, van justitie en van opvoeding, wetenschap en cultuur­

bescherming naar Apeldoorn en om geving laten evacueren; het departe­

ment van financiën naar Deventer, dat van koloniën naar Zutfen, dat van waterstaat naar Utrecht, die van sociale zaken en van bijzondere econo­

mische zaken naar Amsterdam, grote delen van de twee economische departementen naar Am ersfoort en het afwikkelingsbureau van defensie naar Velp. In Den Haag was toen slechts het departement van volksvoor­

lichting en kunsten achtergebleven maar daar hadden Hirschfeld en mr.

K .J. Frederiks (binnenlandse zaken) een soort kern-departement mogen handhaven; Frederiks was begin september ondergedoken - nadien was Hirschfeld van de vóór de bezetting benoemde secretarissen-generaal de enige die nog in Den Haag in functie was.

In functie, met acute zorgen, en die waren er al vóór de Spoorwegsta­

king. D e energievoorziening berustte op steenkolen (aardolieproducten werden nauwelijks ingevoerd) en steenkolen waren bovendien nodig om alle w erk- en woonruimten te verwarmen. Al die steenkolen waren afkomstig uit de Zuidlim burgse m ijnen, maar na 1 september kwam door allerlei stremmingen in het vervoer de aanvoer uit Zuid-Lim burg te vervallen en in het midden van die maand drongen de Amerikanen in Zuid-Lim burg door, hetgeen betekende dat men, als niet heel Nederland spoedig werd bevrijd, met een langdurige onderbreking van de aanvoer rekening moest houden. Slechts een deel van de bevolking had toen een gedeelte van de huisbrand ontvangen die onder de distributieregeling was toegezegd. Bij de kolenhandel lag begin september in het gehele land nog 250000 ton steenkool — die voorraad werd door Hirschfeld onm iddellijk geblokkeerd. D e aflevering van huisbrand werd stopgezet;

wat nog aan kolen bij de handel lag, werd gereserveerd voor de Centrale Keukens (bedoeld om gekookt voedsel a f te leveren als de burgerij dat zelf niet meer kon toebereiden) en voor de tuinbouwkassen. M en moest er van uitgaan dat de electrische centrales en de gasfabrieken benoorden de grote rivieren na eind september nog maar een korte tijd in werking zouden kunnen blijven en dat ook aan het overgrote deel van de industrie geen steenkool meer zou kunnen worden verstrekt. Hirschfeld hoopte intussen dat men met een deel van de beschikbare voorraden en met invoer uit Duitsland (als de bezetter tenminste tot die invoer bereid was!) bedrijven en fabrieken die voor de voedselvoorziening van belang waren, aan het werk kon houden: de bakkerijen, de gistfabrieken, de maalde­

(22)

H I R S C H F E L D S Z O R G E N

rijen, de zuivelindustrie, de oliefabrieken, de suikerraffinaderijen, de fabrieken voor het vervaardigen van gort en havermout, alsook de koelhuizen en abattoirs. M et dat al stond reeds begin september voor Hirschfeld, Louwes en hun naaste medewerkers vast dat, als de oorlog niet spoedig eindigde, een redelijke voedselvoorziening van Nederland zelfs op een laag peil alleen maar m ogelijk zou zijn als er hulp van buiten kwam. Louwes onderhield al geruime tijd regelmatig contact met het hoofd van de spionagegroep-'Peggy’ (onderdeel van de spionagegroep-

‘ Kees’), H. J. de Koster, en deze kreeg op 8 september van hem te horen dat het ‘de hoogste tijd (wordt), dat men in Engeland gaat inzien dat er deze winter internationale maatregelen worden getroffen om een m ini­

male voedselvoorziening te waarborgen . . . De toestand bij ons (is) vrijw el ondraaglijk geworden.’ M idden oktober, zo verwachtte Louwes, zouden de electrische centrales en gasfabrieken de productie voor het overgrote deel moeten staken.'

Toen Hirschfeld en W oltersom op 15 september in Amersfoort het eerder al gememoreerde overleg pleegden met Fiebig, wees Hirschfeld op het wegvallen van de steenkolentoevoer uit Zuid-Lim burg; Fiebig zegde toe dat de Duitse mijnen steenkool aan Nederland zouden gaan leveren, beperkte hoeveelheden evenwel. Het transport zou plaatsvinden per trein — kanaalverbindingen waren er niet. D uidelijk was dat Fiebigs toezegging op losse schroeven kwam te staan toen de Spoorwegstaking uitbrak, en het was van de kant van de bezetter dan ook een redelijke veronderstelling dat hij Hirschfeld bereid zou vinden, de nadelen van die staking publiekelijk te onderstrepen. D oor het Reichskommissariat werd besloten dat een van de Duitse hoofdambtenaren die steeds een open oog had gehad voor de belangen van de Nederlandse voedselvoorzie­

ning, een beroep zou doen op Hirschfeld alsook op Louwes; dit was J. C. G. von der Wense, hoofd van de Hauptabteilung Ernahrung und Landwirtschajt van het Generalkommissariat fü r Finanz und Wirtschaji.

In de loop van vrijdag 22 september werd Hirschfeld van Enschede uit opgebeld door von der Wense die Louwes en hem namens Seyss-Inquart met spoed te spreken vroeg. Zij verklaarden zich tot dat gesprek bereid.

Von der Wense arriveerde des avonds om e lf uur per auto in Den Haag en sprak er bijna vier uur lang met de twee Nederlanders. Hij begon met een waarschuwing. De Spoorwegstaking moest afgebroken w orden; ‘de

1 H .J. de Koster: ‘ H erinneringen’ (1945), p. 63 (D oc I-956 A, a-i).

(23)

N A A R DE K A T A S T R O F E

maatregelen die men van Duitse zijde zou willen overwegen, zouden’, aldus het verslag dat Hirschfeld enkele dagen later opstelde1,

‘daarop neer k o m en , dat in ie d e r ge v a l alle to e v o e r naar de grote steden stopgezet zou w o rd e n en dat m en de han d zou leg g e n op bepaalde v o o rrad en die daar no g a an w ez ig zijn o m op d ie w ijz e het N ed e rla n d se v o lk o n m id d e llijk v o o r het vraagstu k van d e h o n ger te stellen en op deze w ijz e even tu eel d e S p o o rw egsta k in g te breken. D aaro m w as het v e rz o e k o f w ij stappen zou den ku nn en o n d ern em en ten ein d e d e S p o o rw egsta k in g, althans w a t betreft de v o e d se lv o o rz ie n in g , te k u n n en d o en b eëin d igen , d o o r b ijv o o rb e e ld een oproep te richten in d e een o f an dere v o rm tot het N ed erla n d se sp o orw e gp erso n eel. W ij m o esten ons realiseren dat w ij er m et een lijd e lijk e h o u d in g zo m aar niet a f zo u d en k o m e n , aan gezien d eze aan gelegen h eid van bepaalde D u itse zijd e zeer h o o g o p gen om en w e rd ’ —

doelde dat op Seyss-Inquart, de Wehrmacht, de SD, o f soms op Hitler?

V on der Wense liet dat in het midden.

Hirschfeld en Louwes wezen zijn beroep af: interventie van hun kant lag niet op hun weg en zou, gegeven de bij de volksmassa’s levende gevoelens (het nagenoeg algemeen karakter dat de staking had aangeno­

men, was een duidelijke vingerwijzing), alleen maar beschouwd worden als laakbare hulp aan de bezetter en dus ‘onze autoriteit bij het N eder­

landse volk ten enenmale breken, waardoor de laatste mogelijkheid om nog iets in het belang van de voedsel- en kolenvoorziening te doen, zou zijn gebroken. W anneer’, vervolgden Hirschfeld en Louwes, ‘de militaire ontwikkeling . .. niet overeenkomstig de verwachtingen en wensen der Geallieerden zou plaatsvinden’ (de Londense berichtgeving had al doen uitkomen dat de positie der Airbornes bij Arnhem zeer m oeilijk was),

‘dan’, zo betoogden zij, ‘zou bij hèn de verantwoordelijkheid voor het leed der Nederlandse bevolking liggen en zouden zij ook hun houding eventueel moeten herzien’ (oproepen dus tot afbreken van de staking).

‘Ieder ingrijpen van de zijde van de Duitse autoriteiten in deze materie, voorzover het de Nederlandse sector betreft, zou’, zeiden zij tenslotte,

‘d e v e ra n tw o o rd e lijk h e id v an d e g e h e le calam iteit op d e D u itse autoriteiten a fw en telen . W ij w aren van m e n in g dat in deze om stan d igh ed en van d e D u itse au to riteiten d e w ijsh e id v erw ach t zo u m o gen w o rd e n , zich van het g e ïn c rim i­

neerd e in grijp en te o n th ou d en en zich te beperken tot het o pvan gen van de n adelen die de staking even tu eel v o o r d e D u itse o o rlo g v o e rin g zou hebben .’

1 H. M . H irschfeld: Verslag d.d. 25 sept. 1944: ‘ Bespreking met de heer von der W ense op 22 sept. 1944’ .

(24)

D U I T S B E R A A D O V E R R E P R E S A I L L E S

Von der W ense keerde met lege handen naar Seyss-Inquart terug.

O ver de besluitvorming aan Duitse kant die op von der W ense’s vergeefse stap volgde, zijn onze gegevens onvolledig. Dat er op de 22ste nog geen definitief besluit was genomen, is duidelijk uit de woorden die hij gebruikt had; hij had immers gesproken van een ‘overw egen’ van het stopzetten van ‘alle toevoer naar de grote steden.’ Aanwijzingen zijn er dat het hier een nogal ver uitgewerkt plan betrof, opgesteld op een bespreking bij Christiansen te Hilversum, gehouden op donderdag 21 september, waar Christiansen volgens zijn stafchef, Generalleutnant H. H.

von Wühlisch, gezegd had: ‘ Ich bin fü r Angriff.'' Lages, hoofd van de Aussenstelle Amsterdam van de Sicherheitspolizei und SD, stelde in '50 op schrift dat zijn bureau evenals alle andere Duitse bureaus in Amsterdam

‘ kurz nach Begitin des Eisenbahnerstreiks’ een als ‘geheime Reichssache’ aange­

duid bevel van Seyss-Inquart had ontvangen hetwelk inhield dat A m ­ sterdam hermetisch van de buitenwereld zou worden afgesloten (aange­

zien von der Wense van ‘de grote steden’ had gesproken, nemen wij aan dat voor Rotterdam, Den Haag en Utrecht hetzelfde zou gelden); de hongersnood zou tot oproeren leiden; die oproeren zouden door Wehr­

macht en Ordnungspolizei telkens met geweld worden onderdrukt en, aldus Lages, ‘ dieser Zustand wird so lange ausgedehnt, bis sich durch die Not der Verhaltnisse die niederlandischen Eisenbahnbeamten bequemen, die Arbeit wieder geregelt aufzunehmen.’ Lages zou zich in Ouderkerk vestigen, Beaufiragter Schröder in Hilversum, ‘die technischen Telex-Anlagen wurden bereits verlegt und andere technischen Massnahmen streng geheim durchgeführt.’ Lages en Schröder zouden zich op praktische en humanitaire gronden met kracht tegen de definitieve uitvoering van dit bevel hebben verzet en, aldus Lages, ‘ in der entscheidenden Sitzung beim Reichskommissar (volgens A. J. C.

Rüter, de historicus van de Spoorwegstaking, was dit een bespreking in Den Haag, waar ook de Haagse Beaufiragte Schwebel ernstige bezwaren uitte2) ‘ waren dann unsere herangetragenen Argumente so stark, dass sogar Seyss-Inquart von den Folgen und Ausführungen beeindruckt war und seinen Befehl in letzter Minute zurückzog.’3

Wij houden het relaas van Lages voor aannemelijk. Van belang lijkt ons intussen dat het er na de eerste stakingsweek reeds naar uitzag dat Bahnbevollmachtigter Selzer er met het in bezet Nederland aanwezige en het uit Duitsland ontboden Duitse spoorwegpersoneel in zou slagen,

' Aangehaald door (RvO ) A. J. C. Rüter: Rijden en staken. De Nederlandse Spoorwegen in oorlogstijd(1960), p. 2 7 1. 2 A.v., p. 272. 3 Brief, 17 ju n i 1950, van W. Lages aan het RvO .

(25)

N A A R DE K A T A S T R O F E

voldoende Duitse treinen te laten rijden op het Nederlandse net — de Spoorwegstaking zou dus geen belangrijk nadelig effect meer hebben op de Duitse belangen in engere zin. Hoe dat zij, het besluit tot het herme­

tisch afsluiten van de grote steden in het westen werd niet uitgevoerd.

Er viel een ander besluit waarop volgens von der W ense vooral Rauter en Fiebig zouden hebben aangedrongen: alle voedseltransporten naar het westen des lands zouden onm ogelijk worden gemaakt; verm oedelijk is dit besluit op woensdag 27 september in werking getreden — het kan dus één o f enkele dagen eerder zijn genomen. De uitvoering was betrekkelijk eenvoudig. V oor de bedoelde voedseltransporten kwamen slechts bin­

nenschepen in aanmerking — het werd die schepen onm ogelijk gemaakt, het IJsselm eer over te steken; veel schepen werden daarbij in beslag genomen en die inbeslagnemingen, volgend op die welke zich eerder in september hadden voorgedaan (toen waren schepen gevorderd met het oog op het overzetten van het Duitse Vijftiende Leger over de Wester- Schelde), leidden er toe dat talloze schippers zich met hun schip verbor­

gen; som m ige schippers lieten hun schip zelfs zinken.

N iet alleen het voedselvervoer naar het westen des lands had Seyss- Inquart verboden, maar ook dat vervoer in het westen. Dat laatste vervoer werd door een van von der W ense’s ambtenaren toegelaten, maar ging desondanks spoedig haperen. In het westen had de actie ten behoeve van de oversteek van het Vijftiende Leger de schippers al schichtig gemaakt - berichten van wat in de IJsselmeerhavens geschiedde, versterkten hun wens om met hun eigendom uit Duitse handen te blijven. Daar kwam nog bij dat de vliegtuigen van de Second Tactical A ir Force in het gebied van de grote rivieren en op de Zuidhollandse en Utrechtse wateren menigmaal schepen onder vuur namen waarbij opvarenden het leven verloren. O ok auto’s die bij de voedselvoorziening in het westen waren ingeschakeld, werden beschoten — dergelijke auto’s werden trouwens ook in grote getale door de Wehrmacht gevorderd. Talrijke transportonderne­

mers volgden het voorbeeld van de schippers: zij lieten hun transport­

materiaal onderduiken.

Omtrent het Duitse vervoersembargo werd niets gepubliceerd. Eind september geïnterviewd door de hoofdredacteur van de Deutsche Zeitung in den Niederlanden, beperkte Seyss-Inquart zich er toe, zijn ‘ Sorge um das Land und seine Bewohner' te onderstrepen (notabene!) en er op te wijzen dat de Wehrmacht ‘ in dem Augenblick, in dem die Eisenbahner au f Aujforderung des Feindes den Streik . . . begannen, . . . auf alle Verkehrsmittel zurückgreifen (musste), um ihre eigenen Belangefür jeden Fall zu wahren. So werden in weni- gen Wochen sich ernste Schwierigkeitenfür die Bedarfsdeckung des Landes, sowohl

(26)

HE T V E R V O E R S E M B A R G O

hinsichtlich der Ernahrung wie auch der Kohlenversorgung ergeben . . . Das Reich ware trotz des Verlustes der Limburger Kohlengruben bereit, den ausserst not- wendigen Bedarf an Kohlen zur Verfiigung zu stellen, allerdings nur unter der selbstverstandlichen Voraussetzung, dass alle Verkehrsmittel fü r diesen Zweck benutzt werden können (de Spoorwegstaking moest dus worden beëin­

digd). 'A u f unsere weitere Frage, welches Urteil der Reichskommissar nach den Erfahrungen der letzten Wochen im allgemeinen iiber die Haltung der nieder- landischen Bevölkerung habe, erwiderte Reichsminister Seyss-Inquart, er könne auch heute der Bevölkerung nur das Zeugnis ausstellen, dass sie, abgesehen von einzelnen, von Feindagenten angezettelten Terrorakten, sehr rullig und besonnen gewesen ist' \ en diezelfde bevolking werd in het westen des lands slacht­

offer van het embargo waartoe diezelfde Seyss-Inquart had besloten!

‘M en krijgt de indruk’, schrijft Rüter terecht, ‘dat het embargo dat de honger in zijn gevolg hebben zou, Seyss-Inquart, Rauter en andere D uit­

sers aantrok als een vorm van witte terreur. Het kostte de Duitsers w einig inspanning, er vloeide geen bloed bij en het effect zou nog drastischer zijn dan een toch altijd beperkt aantal arrestaties o f executies’ (arrestaties o f executies van spoorwegstakers): ‘ruim vier m iljoen mensen’ (het waren er drie-en-een-half m iljoen2) ‘zouden het aan den lijve ervaren.’3

Het embargo had ten doel, de Spoorwegstaking te breken. Dat doel werd niet gerealiseerd (wij komen op de problemen van de staking nog uitgebreid terug), wèl deed zich het door elk van de betrokken Duitsers voorziene en gewenste effect voor: het liep spaak met de levensm idde-

1 Deutsche Zeitung in den Niederlanden, 30 sept. 1944. 2 Het gevaar van hongersnood dreigde niet voor de plattelanders in de provincies N o ord-H o lland , Z u id -H ollan d en Utrecht. In N o ord-H o llan d w aren er op een totale b evolking van 16 99 000 zielen 340000 plattelanders en 1 359000 ‘stadsbewoners’ (nl. in de distributiekringen A lk ­ maar, Am sterdam, Beverw ijk, Bloem endaal, Bussum , Haarlem, Heemstede, H ilver­

sum, Laren, N ieuw er Am stel, V elsen, W eesp, W orm erveer en Zaandam). In Z u id - H olland waren er op een totale bevolkin g van 2 16 20 00 zielen 366000 plattelanders en 1 795 000 ‘ stadsbewoners’ (nl. in de distributiekringen Boskoop, Delft, Dordrecht, Gorinchem , Gouda, ’s-Gravenhage, H illegom , Katwijk, Krimpen aan de IJssel, Leiden, Leidschendam, M aassluis, N aaldw ijk, O egstgeest, R ijsw ijk, Rotterdam , Schiedam, Schoonhoven, Sliedrecht, Vlaardingen, Voorburg, Wassenaar, W oerden en Z w ijn - drecht). In Utrecht waren er op een totale bevolking van 503000 zielen 16 1 100 plattelanders en 342 900 ‘stadsbew oners’ (nl. in de distributiekringen Am ersfoort, Baarn, D e Bilt, M aartensdijk, Soest, Utrecht, Zeist en Zuilen). W ij ontlenen deze gegevens aan een lijst van de distributiekringen die in aanmerking kwam en voo r het z.g. Zw eed se wittebrood, (dep. van Landbouw , Visserij en V oedselvoorziening, R ijks­

bureau vo o r de V oedselvoorziening in O orlogstijd, 7). J Rüter: Rijden en staken, p.

2

7

i-

(27)

N A A R DE K A T A S T R O F E

lenvoorziening van de steden in het westen des lands. Anderzijds werd in de loop van oktober (het aantal in Nederland werkzame Duitse spoorwegmannen werd toen van duizend tot vijfduizend uitgebreid) duidelijk dat voldoende Duitse treinen gebruik konden maken van het Nederlandse net. Zulks leidde er toe dat Seyss-Inquart besloot, het embargo met ingang van 8 novem ber gedeeltelijk op te heffen: in beginsel werden voedseltransporten naar het westen weer toegestaan.

Seyss-Inquart dacht daarbij speciaal aan het vervoer van aardappelen.

M idden oktober had hij trouwens al goedgevonden dat speciale maatre­

gelen werden getroffen om er voor te zorgen dat in het noordoosten des lands voldoende aardappelen zouden worden gerooid.

V oor de voorziening van het westen met aardappelen (het weekrantsoen van de z.g. normale verbruiker was 3 kilo en men had, van dat rantsoen uitgaande, in het westen per w eek dus ca. 13 500 ton aardappelen nodig) was aanvoer uit het noordoosten onontbeerlijk; in september '44 had bijvoorbeeld de aanvoer uit Drente de helft gevormd van de totale aardappelaanvoer naar Amsterdam — Drente had er nog meer kunnen leveren als de z.g. aardappeltreinen niet na het uitbreken van de Spoor­

wegstaking waren weggevallen. In diezelfde maand gingen zich ove­

rigens bij het rooien met name in deze provincie grote moeilijkheden voordoen. Er was tevoren al een tekort aan landarbeiders en dat tekort nam toe toen de bezetter in het gehele oosten des lands duizenden mannen ging dwingen tot het spitwerk voor de verlenging van de Westwall w elke eind augustus door Hitler was gelast. Berichten omtrent deze dwangarbeid drongen tot het westen door; daar werd trouwens ook bekend dat in de eerste w eek van oktober in Apeldoorn, Utrecht en Am ersfoort grote razzia’s waren gehouden (zij komen nog ter sprake). Al dat nieuws hield slechts één waarschuwing in: ‘B lijf uit handen van de Duitsers!’ W ilde men evenwel het rooien van de aardappelen in Drente, Groningen en Friesland versnellen, dan was het noodzakelijk om uit het westen des lands grote aantallen rooiers het IJsselm eer te laten overste­

ken. Hoe kon men ze bijeenkrijgen?

D ie vraag werd met goedvinden van Seyss-Inquart op 15 oktober door von der W ense besproken met Hirschfeld, Beaujtragter Schwebel en de

(28)

A A R D A P P E L R O O I - A C T I E

burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam: Voute en de N S B ’er ir.

F. E. M üller.1 Daags daarna sprak Hirschfeld opnieuw met von der Wense en nu ook met Louwes, vervolgens in een breder beraad met Woltersom, met de Haagse burgemeester: de N S B ’er prof. dr. H. Westra, en met ir.

F. Q. den Hollander, voorzitter van de onder de Raad voor het Bedrijfs­

leven ressorterende Hoofdgroep Industrie. ‘U it industriële kring blijkt reeds’, noteerde Hirschfeld, ‘het wantrouwen om mede te werken, omdat men vreest dat aardappelrooiers voor weermachtswerken zullen worden gelokt o f misbruikt. Van Duitse zijde legt men de verklaring a f dat de aardappelrooiers ongemoeid gelaten zullen worden.’2 Ja, maar wat was zulk een verklaring waard? Bij enkele leiders van grote Haagse onder­

nemingen met w ie Hirschfeld op de 17de sprak, bleek van ‘veel wan­

trouwen.’3

D iezelfde avond lieten Voute en M üller in de plaatselijke bladen een oproep opnemen die in m enig opzicht aanlokkelijk klonk: w ie als aard­

appelrooier vertrok, zou door de Nederlandse Heidemaatschappij onder dak gebracht worden; zijn voeding zou bonloos zijn (het gezin zou de bonnen van de betrokkene dus voor eigen gebruik kunnen behouden);

hij behield zijn salaris o f wachtgeld, zou apart loon ontvangen en zou per hectare aardappelen die hij oogstte, niet minder dan 250 kilo voor eigen gebruik krijgen; de tewerkstelling zou niet langer dan vier weken duren en het Reichskommissariat had toegezegd dat diegenen die zich zouden aanmelden, slechts voor het rooien zouden worden ingezet. In de A m ­ sterdamse bladen volgde op die oproep een betuiging van instemming, ondertekend door de industriëlen ir. M. H. Dam me Sr. (directeur van het metaalbedrijf Werkspoor), D. Goedkoop Dzn (directeur van de N eder­

landse Scheepbouw Maatschappij) en mr. D. U. Stikker (directeur van Heinekens Bierbrouwerij), in de Rotterdamse bladen ontbraken derge­

lijke adhesiebetuigingen (voorzitter en secretaris van de Rotterdamse Kamer van Koophandel: mr. K. P. van der M andele en mr. W. F. Lichte- nauer, hadden alle medewerking geweigerd), in de Haagse pers werd louter van de Amsterdamse actie melding gemaakt.

Eén dag later, 18 oktober, kwamen de vier nog in bezet gebied

1 T w ee w eken tevoren, op de avond van 30 september, had H irschfeld die was teruggekeerd van een bespreking met Fiebig te B eilen (die bespreking kom t nog aan de orde), telefonisch Voute verw ittigd, ‘de indruk te hebben’, noteerde deze laatste,

‘en het was hem onder bedekte termen door de heer Fiebig m eegedeeld, dat de Duitsers ons Nederlanders bewesten de IJssel lieten verrekken.’ (E .J. Voute: ‘ Aante­

kenin g’, z.d. (verm oedelijk 1 okt. 1944) (C N O , 177 b)). 2 H. M. H irschfeld: ‘ D ag­

boek’ , 16 okt. 1944. 3 A.v., 17 okt. 1944.

(29)

N A A R DE K A T A S T R O F E

aanwezige leden van de Contact-Com m issie der Illegaliteit: W. Drees (voorzitter), dr. J. A. H .J. S. Bruins Slot (rechter-sectie), L. Neher (mid- den-sectie) en drs. J. M eijer (linker-sectie)1 in Amsterdam bijeen. ‘De illegaliteit’, zo legden zij hun standpunt vast (het werd aan alle aangeslo­

ten illegale groepen doorgegeven),

‘kan geen g e lo o f hechten aan het b o n afid e -zijn van D u itse o f d o o r D uitsers gesan ctio n eerd e v o o r s t e lle n . . . H e t accepteren van het ro o i-aan b o d brengt zo n d er tw ijfe l risico ’ s van w e g v o e rin g d er arbeiders m et zich . . . N ie tte m in w o rd t het niet v era n tw o o rd geacht, de ro o i-a c tie speciaal tegen te w e rk e n ’2 —

een uitspraak welke, wat de laatste zin betrof, vooral beïnvloed was door inlichtingen van medewerkers van Louwes en van voormannen van het Medisch Contact, de verzetsorganisatie der artsen. ‘Zeggen w e: Neen!

dan’, zo gaf Bruins Slot de argumenten pro en contra weer, ‘zou men ons in de zeker komende voedselnood kunnen beschuldigen. Zeggen w e: Ja!

dan zou men ons bij een eventuele wegvoering van de arbeiders o f inbeslagname der geoogste producten eveneens kunnen beschuldigen.’3

D e Contact-Com m issie maakte haar standpunt niet kenbaar aan de regering; daarbij nam zij aan dat de regering haar om advies zou vragen, als zij zelf zou willen reageren. D ie reactie kwam, heel spoedig zelfs. In de nacht van 18 op 19 oktober maakte de geheime agent jhr. mr. R. de Brauw, die de verbinding tussen het Bureau Inlichtingen (BI) en de Contact-Com m issie (alsmede het C ollege van Vertrouwensmannen) on­

derhield, BI attent op de oproep van Voute. V oor kapitein mr. C. L. W.

Fock, hoofd van het Londense bureau van BI, en A. den Doolaard, chef van Radio Oranje, stond vast dat voorkom en moest worden dat duizen­

den Amsterdammers in de val liepen — een conclusie die de instemming had van de minister-president, prof. mr. P. S. Gerbrandy. G evolg was dat Radio Oranje reeds in de middaguitzending van de 19de een fel betoog van den Doolaard uitzond waarin het, vooral ook gezien het feit dat de oproep voor het aardappelrooien ‘niet afkomstig (was) van de verant­

woordelijke en bekende voedselautoriteiten’, ‘hoogst onwaarschijnlijk’

werd genoemd dat de gerooide aardappelen

‘o o it de h o n g erig e hoofd stad zo u d en bereiken . W aarsch ijn lijker is dat ze . . . in

1 M r. C. J. F. C aljé, de vertegenw oordiger van de O D in de Contact-Com m issie, had op 4 oktober Am sterdam verlaten op w eg naar Eindhoven en Londen. 2 G A C -C C : N otulen, 18 okt. 1944, p. 1 (G A C , 1 A). 3 ‘ M ededelingen van het C B der L O ’ , 23 okt. 1944 (LO /LKP, 1 A).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hebt u vragen over de inhoud van deze brief, of andere vragen over de financiële positie van uw gemeenschappelijke regeling, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Wij

Dit betekent dat gemeenten wordt gevraagd of zij voor het gehele grondgebied bestemmingsplannen hebben vastgesteld, of deze plannen actueel zijn, dat wil zeggen minder dan tien

Wij adviseren u erop toe te zien dat de wijzigingen in het BBV, voor zover van toepassing, volledig worden verwerkt in de jaarrekening 2018 en de begroting 2019.

De vastgestelde jaarrekening en het jaarverslag zijn binnen de wettelijke termijn ingezonden De jaarrekening sluit met een positief resultaat van € 319.000 dat voor € 325.000

Wij hebben vernomen dat inmiddels voor alle onderdelen nieuwe beheerplannen zijn vastgesteld en dat de financiële consequenties zullen worden verwerkt in de 18 tussenrapportage

De vernieuwing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), voortvloeiend uit de adviezen van de commissie Depla, heeft in een korte tijd ingrijpende

De vernieuwing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), voortvloeiend uit de adviezen van de commissie Depla, heeft in een korte tijd

In het bestuurlijk overleg met de provincie hebben wij afgesproken dat er met betrekking van de overlast van de brug, om deze overlast objectief te bepalen, een onderzoek