• No results found

Het westen

In document 1939 - I 945 (pagina 115-136)

G elijk al vermeld, vonden in het westen de eerste razzia’s om spitters bijeen te krijgen op 7 oktober plaats in de steden Utrecht en Amersfoort.3 In Amersfoort werd daarbij als list gebruikt dat ’s morgens in de vroegte luchtalarm werd gegeven. T erw ijl ieder binnenshuis bleef, or­ ganiseerden de Duitsers de afzetting van de straten met diverse militaire eenheden. Vervolgens lieten zij het veilig-signaal geven en toen de bevolking nadien op straat kwam, werden alle mannen van zeventien tot vijftig jaar opgevangen en w eggevoerd; ‘de meesten hunner hadden’ , aldus pater S. Stokman, ‘geen kleding, dekking o f schoeisel bij zich.’4 Naar w ij aannemen, heeft het element van verrassing er toe bijgedragen dat de bezetter in Amersfoort naar verhouding een groot deel van de mannen in de betrokken leeftijdsgroep in handen kreeg: ca. zesduizend op een geschat totaal van zevenduizendzevenhonderd. In Utrecht was de Duitse buit geringer: vijf-en-vijftighonderd mannen op een geschat

1 In eerste instantie ook uit G ro u w dat m edio oktober tw eehonderd spitters had m oeten leveren en waar zich nog tw intig m éér hadden aangemeld. 2 P. W ybenga:

Bezettingstijd in Friesland, dl. III (1978), p. 287. 3 In Gorinchem w erd op 3 oktober een razzia gehouden maar deze had een ander karakter: een eenheid van de Wajfen-SS arresteerde er ruim honderd mannen w ie r namen en adressen verm oed elijk stonden op een lijst van anti-D uitse inw oners w elke de burgemeester van Gorinchem , een N S B ’er, geruim e tijd eerder aan de Ortskommandant had verstrekt; van die ruim honderd w erden omstreeks zestig aan de IJssellinie tewerkgesteld maar drie-en - veertig kwam en in concentratiekampen in Duitsland terecht waar zij op vier na bezweken. 4 S. Stokm an: Het verzet van de Nederlandse bisschoppen, p. 138.

a m e r s f o o r t

/

u t r e c h t

totaal van vier-en-twintigduizend. Het verschil met Amersfoort is daaruit te verklaren dat men in Utrecht niet onverhoeds op straat werd gegrepen. Van vier uur ’s morgens a f waren er namelijk met kleefband ca. 2000 biljetten door de Ordnungspolizei op muren e.d. in de gehele stad geplakt (de Ortskommandant had het riskant geacht beroepsplakkers in te schakelen en de NSB-burgem eester van Utrecht, C. van Ravenswaay, had hem toen voorgesteld, het werk door de Ordnungspolizei te laten doen) en de meeste van die biljetten hingen er al toen de eerste mensen op straat kwamen; zij lazen er dat alle mannen van achttien tot vijftig jaar zich van negen uur a f naar het Vreeburg moesten begeven en dat verder iedereen van tien uur a f binnenshuis moest blijven; kwamen niet voldoende mannen op (de Duitsers rekenden er op, tien- tot twaalfduizend spitters te kunnen wegvoeren), dan zouden de woningen doorzocht worden. W ie dat ’s morgens in de vroegte las, had enkele uren de tijd om met het oog op die m ogelijke huiszoekingen zijn maatregelen te nemen. Bij die huis­ zoekingen werd ruw opgetreden (twee vluchtende mannen werden doodgeschoten). ‘Het optreden van de militairen in de stad was’, zo beklaagde de N S B ’er die wethouder van onderwijs was, zich bij van Ravenswaay,

‘b en ed en alle kritiek. Ik laat nu n o g daar dat ik z e lf een ingetrapte deur in m ijn huis v o n d en een zilv ere n sigaretten doos, gesch enk van m ijn o ve rled e n m oeder, gesto len , te rw ijl d e soldaten die dit gedaan hadden, d o o r de buren w as m e eg e­ deeld dat in dat huis een nat. soc. w e th o u d er w o o n d e en de heren in m ijn kam er een beeld van d e Führer hebben m oeten zien.’ 1

Op de aanplakbiljetten was vermeld dat diegenen die voor het spitten in aanmerking kwamen, goede kleding, dekens en eventueel hun fiets moesten meenemen. Z ij die op een vrijstelling rekenden, namen dat alles niet mee, maar bij die vrijstellingen werd grote willekeur betracht: zij werden, aldus de al geciteerde wethouder, wèl verleend aan ‘bekende zwarthandelaren’, niet aan ‘mensen die in verband met hun gezondheid absoluut niet mochten worden uitgezonden’ (‘het geheel kan worden aangeduid als een absolute tegenstelling van dat waarvoor nationaal- socialisten reeds jaren vechten’).2 Toen er aan het einde van de middag op het Vreeburg nog honderden stonden w ier papieren nog nagezien moesten worden, maakten de Duitsers het zich gemakkelijk: ‘alles wat niet afgehandeld was, w erd’, zo berichtte van Ravenswaay aan Mussert,

J A C H T OP DE M A N N E N

‘bijeengedreven en moest afmarcheren’, waarbij men alle koffers en fietsen moest achterlaten. ‘ Soms waande men zich in Rusland’, vond van Ravenswaay.'

Op het Vreeburg had de eerste groep spitters zich ’s middags om drie uur in beweging gezet, ‘een bonte troep’, aldus een hunner. ‘Slagers, bakkers in hun witte jasje, handwerklieden, kantoorbedienden, ambte­ naren, kortom mensen van verschillend beroep en bed rijf schoven de straten door’2 — er waren, zo constateerde een Puttenaar die zich toen in 'het concentratiekamp Amersfoort bevond (daarheen werd een deel van de vijf-en-vijftighonderd Utrechters in eerste instantie gevoerd) ook bakkers en melkboeren onder, die ‘zo achter hun wagens vandaan (kwa­ men) met de bonnen nog in hun tassen’3, d.w.z. met de distributiebonnen die ze van klanten hadden gekregen. U it Amersfoort werden de Utrech­ ters per trein naar Doesburg en vandaar te voet naar Zevenaar gebracht (‘het was o f er aan het lopen geen einde kwam ’4), maar omstreeks drieduizendvijfhonderd anderen marcheerden uit Utrecht eerst naar H ui­ zen en moesten, na in Zwartsluis te zijn ontscheept (de oversteek over het IJsselm eer had 36 uur geduurd) naar Meppel lopen, ‘zeer velen’, aldus de waarnemend burgemeester van die gemeente, ‘hadden niets bij zich en hadden bijv. aan de voeten alleen wat flarden.’5

Razzia’s van het type-Utrecht vonden later in oktober plaats in en bij het G ooi: in Hilversum, Bussum, Laren en Zeist. In Hilversum, waar op 19 oktober ca. vijftienhonderd mannen als spitters waren opgeroepen en bijna de helft was weggebleven (van de ruim achthonderd die kwamen opdagen, legden bovendien zevenhonderd medische verklaringen over o f paperassen die aantoonden dat zij bij de Wehrmacht o f bij andere Duitse instanties werkten), werd op 23 oktober een met aanplakbiljetten onder­ steunde razzia gehouden als gevolg waarvan verscheidene duizenden mannelijke personen van zeventien tot vijftig jaar in het Sportpark werden geconcentreerd; na controle van alle papieren werden er ca. vijf-en-dertighonderd weggevoerd in de richting van Baarn. ‘Op de Soestdijkerstraatweg staan’, aldus een der slachtoffers,

‘ h o n d erd en v ro u w e n en m eisjes. D e m eesten m et bagage, pakken en dekens. V o o r hen die w e rd en opgepikt en w e g g e sle e p t u it een schuilplaats. H et is een

1 B rief, 8 okt. 1944, van C. van Ravensw aay aan M ussert (N S B , 3 1 e ) . 2 W . de Kam:

Een maand arbeidsinzet in Zevenaar en omstreken (1945), p. 2. 3 J. D onker in Het drama van Putten, p. 98. 4 W. de Kam : Een maand arbeidsinzet in Zevenaar en omstreken,

HE T G O O I

roepen en groeten, pakjes worden overhandigd. Handen snel gedrukt, wensen gewisseld. Van de verwarring en ’t duister maken enkelen gebruik om er tussenuit te knijpen. Schoten klinken, voor en achter aan de stoet.’ 1

Toen de Hilversummers het concentratiekamp Amersfoort verlieten op weg naar de treinen die hen naar Duitsland zouden brengen, stonden ‘bijna deur aan deur de mensen die geven wat ze maar enigszins kunnen missen: sneden brood, koek, kaas, appels, sigaretten — een bakker geeft zijn voorraad brood w eg . . . Als uitgehongerde w ilde wolven gedragen sommigen zich.’2

Hoeveel personen uit Bussum, Laren en Zeist werden weggevoerd, weten w ij niet, w èl dat uit Bussum (deze groep kwam bij Arnhem terecht) ‘een hartpatiënt meeliep met een geheel blauw gezicht’ en ‘ een man met spataderen van zijn enkel tot zijn knieholte . . . Alras bleek’, zo schreef later een Bussumer,

‘dat men vrijwel alles wat men te pakken had kunnen krijgen, had meegezonden. Zo waren er zestien politiemannen uit Bussum, de gehele Technische Noodhulp, een aantal postbestellers, personeel van de Centrale Keuken, van de gasfabriek, doktoren, kruideniers, groenten-, melk- en andere boeren, bakkers, enz. enz. ... Ook een aantal leden van de NSB, onder wie de commandant van de Landwacht te Naarden, een WA-man en gewone leden. Toen zij protesteerden dat ook zij mee moesten, hadden zij tot antwoord gekregen dat juist zij een goed voorbeeld moesten stellen.’3

Vonden ook elders in het westen des lands in oktober o f in begin novem ber razzia’s plaats? Verm oedelijk wel. Met zekerheid weten w ij slechts dat op 9 novem ber enkele honderden Texelaars als spitters naar Assen werden gevoerd en dat de volgende dag, vrijdag 10 november, de eerste was van twee opeenvolgende dagen waarop in Rotterdam de grootste van alle razzia’s werd gehouden.

Het gebeurde te Rotterdam (wij volgen in onze beschrijving vrijw el uitsluitend de in '5 1 verschenen monografie van Sijes: De razzia van

' B. H am : Arbeider in Moffenland. Roman pan de ‘Arbeitseinsatz’ (1946?), p. 24. 2 A.v., p. 28. 3 J. D aarnhouw er: ‘ Belevenissen in en om Arnhem van 23 oktober tot 29 novem ber 1944’ (5 febr. 1945), p. 1, 3 (D oc

11

-

59

,

a~8)-J A C H T OP DE M A N N E N

Rotterdam, 10 —1 1 november 1944) moet in een breder kader worden ge­

plaatst. Het is namelijk uitvloeisel geweest van de wens van het Ober­

kommando der Wehrmacht (oftewel het OKW , zoals het veelal werd aan­

geduid) om alle weerbare mannen, d.w.z. de achttien- tot veertigjarigen, uit de bezette delen van Nederland naar Duitsland over te brengen — dat zouden er in totaal naar de stand van begin oktober (grote delen van het Zuiden waren toen óók nog in Duitse handen) ver over het m iljoen zijn geweest. Het O K W voelde zich tot dat streven genoopt omdat de

Wehrmacht in Frankrijk en België veel last had gehad van de semi-

militaire verzetsgroepen en daar na de bevrijding nieuwe militaire een­ heden werden gevormd voor de strijd tegen Duitsland. Dat alles wilde het O K W in Nederland voorkomen.

Seyss-Inquart begon met a f te remmen. ‘Nach Mitteilung Reichskommis-

sars Seyss-Inquart handelt es sich', zo seinde het O K W op 1 1 oktober aan

het Auswartige A m t ’ , ‘ alleiti im Kiistengebiet bis Linie Hilversum—Utrecht—

Hertogenbosch um etwa 600 000 Mdnner. Unterstützung durch hollandische Polizei bei Rückführung der Wehrfahigen ist nicht zu erwarten. Vielmehr ist mit passiver Resistenz zu rechnen.’ Het O K W vroeg toen het Auswartige Amt,

Him m ler, Speer en de Reichsminister fü r Erndhrung, Backe, om advies. Toen het Auswartige Amt had geantwoord in beginsel geen bezwaren te hebben, vroeg het Oberkommando der Wehrmacht op 2 november namens von Rundstedt, de Oberbefehlshaber West, bij H im m ler een divisie Ord­

nungspolizei aan, maar nog voordat H im m ler van zich had laten horen,

nam elijk op diezelfde 2de november, gaf von Rundstedt in aansluiting op een (niet bewaardgebleven) eerder bevel van 31 oktober aan M odel,

Befehlshaber van de Heeresgruppe B, instructie2, hem te berichten welke

militaire eenheden tijdelijk ter beschikking konden worden gesteld aan de ‘ Sonderbeaujtragte fü r die besetzten Niederlande’ — daarmee werd Liese bedoeld.3 Liese zou dus de supervisie krijgen bij de acties welke de

1 Tekst van het telegram in Sijes: De razzia van Rotterdam, p. 249. 2 Tekst van het bevel in a.v., p. 2 5 1. 3 O p 2 en 5 novem ber gingen óók nog bevelen van von Rundstedt uit (teksten: a.v., p. 2 52 -53) waarin in opdracht van H itler werd gelast dat de m annelijke b evolking uit alle ‘Festungen’, ‘ Verteidigungsbereiche’ en ‘wichtigste Kampf- stiitzpunkte’ naar Duitsland zou w orden overgebracht en w el 'rücksichtslos, damit nicht, wie im Falie Vlissingen, Terroristenaufstande entstehen, die die Kampfführung ungünstig beeinflussen und unnötige Opferfordern.' D e bezetter heeft deze bevelen niet uitgevoerd, d.w.z.: er vonden w èl nieuw e evacuaties plaats uit H oek van H olland, delen van Den Haag, de FejfHM^-Scheveningen en IJm uiden, maar de geëvacueerden w erden niet naar Duitsland overgebracht. V o o r de hulp die O D ’ ers in V lissingen aan de daar op 1 novem ber gelande Geallieerden geboden hadden, was de term ‘Terroristenaufstand’

R O T T E R D A M / S C H I E D A M

bedoeling hadden om uit het westen des lands althans een deel van de ‘ Wehrfahigen’ w eg te voeren — een deel, want aan wegvoering van allen viel, ook als men de nodige vrijstellingen gaf (het openbare leven moest tenslotte blijven functioneren), niet te denken.

Tot die beperking was besloten op een bespreking welke op 1 5 oktober in Hilversum plaatsvond onder voorzitterschap van Christiansen; aan het overleg, dat bijna anderhalf uur duurde, werd deelgenomen door Liese, Seyss-Inquart, Rauter, von Wühlisch, Oberst Leon von M üller (hoofd van de Operations-Abteilung van Christiansens staf) en de Admiral in den

Niederlanden. Z ij waren het er over eens dat aan integrale uitvoering van

het bevel van het Oberkommando der Wehrmacht alleen dan viel te denken wanneer nieuwe eenheden van de Wehrmacht o f van de Waffen-SS ter beschikking gesteld zouden worden door H im m ler in zijn functie van

Befehlshaber des Ersatzheeres1 : twee tot tw ee-en-een-halve divisie. Te

bedenken viel dan ook nog dat Christiansens staf had berekend dat men per dag slechts vijfduizend mannen zou kunnen transporteren. ‘ Endergeb-

nis der Besprechung', zo noteerde de Admiral.

‘ E s soll versucht werden, fa lls überhaupt die notwendigen militdrischen K riijie zu r Verfügung gestellt würden, möglichst viel arbeitsfdhige Hollander aus den grossen Stadten Amsterdam, Rotterdam, Den H aag und Utrecht zu er/assen und sie zum Arbeitseinsatz zu überführen. A u f Erfassung in den übrigen Gebieten soll zunachst verzichtet werden, besonders a u f dem Lande, ivo die Arbeitskrafte f ü r die Ernahrungswirtschafi dringend gebraucht werden.’ 2

Het is alleszins m ogelijk (Rauter heeft het na de oorlog verklaard) dat tijdens die eerste bespreking in Hilversum in beginsel werd bepaald dat in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (in laatstgenoemde stad was de buit op 7 oktober bitter tegengevallen) op een-en-dezelfde dag grootscheepse razzia’s zouden worden uitgevoerd — juist daarvoor waren die extra twee tot tw ee-en-een-halve divisies nodig. Him m ler evenwel kon er niet één afstaan o f w ilde dat niet (volgens Rauter omdat hij, Rauter, had gewaarschuwd dat die grootscheepse razzia’s duizenden man­ nen de illegaliteit in zouden jagen) - hoe dat zij, grote razzia’s in vier steden tegelijk waren uitgesloten. Er moest een volgorde worden vast­

1 H im m ler had er die functie bijgekregen na de mislukte aanslag op H itler (20 ju li '44); het Ersatzheer (reserveleger) bestond uit de eenheden (een deel daarvan was in opleiding) die nog niet bij de te velde staande legergroepen waren ingedeeld. 2 A d ­

miral Kleikam p: N otitie, 15 okt. 1944: ‘ Erfassung hollandischer Arbeitskrafte’ (CD I,

J A C H T OP DE M A N N E N

gesteld en dat zal wel zijn geschied binnen het Duitse militaire apparaat (bij Christiansen in Hilversum had zich inmiddels een door een Major Garmer geleide groep van twintig officieren gemeld, gedetacheerd door het Oberkommando der Wehrmacht, om bij de acties hulp te verlenen) — w ij weten althans dat die volgorde al vast stond toen op 30 oktober een tweede bespreking plaatsvond, weer in Hilversum, maar op lager niveau: von Wühlisch, aan w ie Christiansen de leiding van de acties had opge­ dragen en die zijnerzijds voor het uitwerken van de nodige bevelen de

Feldkommandantur 724 had ingeschakeld, trad als voorzitter op; aanwezig

waren voorts o.m. Rauter en Schöngarth alsmede drie belangrijke func­ tionarissen uit Rotterdam: de Kampjkommandant (hoogste Wehrmacht- autoriteit ter plaatse), het hoofd van de Aussenstelle van de Sicherheitspolizei

und SD, H. J. W ölk, en de Kommandantvan de Ordnungspolizei. Inderdaad,

bepaald was dat de eerste grootscheepse razzia zou worden uitgevoerd in Rotterdam, de tweede in Den Haag, de derde in Amsterdam en de vierde in Utrecht — Rotterdam was voorop geplaatst omdat zich daar een grote groep ‘ Wehrfahigen' bevond vlak achter het Duitse front langs de grote rivieren.

De razzia werd in Rotterdam door de plaatselijke Duitse autoriteiten zorgvuldig voorbereid (Beaujtragter Völckers was verre van ingenomen met het gehele plan). Daarbij werd vastgesteld dat de actie op vrijdag 10 novem ber zou worden uitgevoerd in Schiedam, in het gehele gebied van Rotterdam-Zuid en, wat Rotterdam benoorden de Maas betrof, in wat men de buitenwijken zou kunnen noem en; op die 10de novem ber zou de binnenstad volledig worden geïsoleerd en daar zou de actie op zaterdag 1 1 novem ber plaatsvinden. De opgepakte mannen zouden in eerste instantie in een aantal grote gebouwen worden samengebracht, waar functionarissen van de S D (de achttien van de Rotterdamse Aussenstelle benevens ca. honderdvijftig uit andere delen des lands) zouden trachten, er hun bekende illegale werkers uit te pikken, en vervolgens zou het tot de afvoer komen: per schip, per trein en te voet. Vastgesteld werd voorts dat het personeel van de openbare nutsbedrijven en de krachten die bij de voedselvoorziening waren ingeschakeld, niet zouden worden w egge­ voerd en dat op de verzamelplaatsen Duitse artsen aanwezig zouden zijn om op medische gronden vrijstellingen te verlenen. Voor de uitvoering en de bescherming van de razzia werden krachtens een door de Feldkom­

mandantur 724 opgesteld bevel1 allerlei militaire eenheden via Utrecht en

R O T T E R D A M / S C H I E D A M

Gouda aangetrokken tot een gezamenlijke sterkte van ca. achtduizend man; zij hadden mitrailleurs alsmede geschut en luchtafweergeschut bij zich. O ok de luidsprekerwagens worden alle naar Rotterdam gedirigeerd; zij zouden een belangrijke functie vervullen.

O p de donderdagavond vóór de razzia meldden de bevelhebbers van alle ingedeelde eenheden zich bij de Rotterdamse Kampjkommandant. Zij kregen plattegronden uitgereikt van de stadsgedeelten welke zij op v rij­ dag en zaterdag voor hun rekening moesten nemen, ontvingen een algemene instructie en namen gedrukte biljetten mee die huis aan huis zouden worden afgegeven. A lle wegen naar Rotterdam en Schiedam moesten vrijdagm orgen om vier uur (het einde van de spertijd) worden afgesloten en de afsluiting van het centrum van Rotterdam diende om half zeven een feit te zijn. D it alles werd voorbereid in diep geheim. N og twee voorbereidende maatregelen waren genomen: aan het einde van de donderdagmiddag had de Ordnungspolizei alle wapens van de Rotterdam­ se politie in beslag genomen en het Gem eentelijk Telefoon bedrijf had opdracht gekregen, te middernacht alle netlijnen, behalve die welke door de bezetter werden gebruikt, uit te schakelen.

Iets van dit alles was ju ist op tijd tot de Rotterdamse illegaliteit doorgedrongen.

Een Duitser die voor administratief werk verbonden was aan de staf van de Kampjkommandant, stond sinds enige tijd via een tussenpersoon in contact met die illegaliteit; hij gaf op donderdagmiddag aan de tussenpersoon door dat de razzia op zeer korte termijn zou worden uitgevoerd. In een bespreking van topfiguren van de illegaliteit die elkaar omstreeks half zes konden ontmoeten, werd besloten, aan het Londense Bureau Inlichtingen te vragen er zorg voor te dragen dat de Geallieerde luchtmachten niet zouden schieten op grote groepen die Rotterdam zouden verlaten (die aanvallen zijn inderdaad achterwege gebleven); de ondercommandanten van de Knokploegen en de O D werden gewaar­ schuwd, zo ook vooraanstaande L O ’ers (zij zochten allen goede schuil­ plaatsen op) maar de tijd ontbrak om die waarschuwingen aan velen door te geven — donderdagavond om acht uur moest ieder binnenshuis zijn.

V ijf uur later, om één uur in de nacht van donderdag op vrijdag, kwam Liese in Rotterdam aan.

J A C H T OP DE M A N N E N

Vrijdagochtend omstreeks h alf zeven waren Schiedam en de buitenwij­ ken van Rotterdam afgesloten van het stadscentrum. W ie zich voordien op straat had begeven, was door Duitse militairen naar huis teruggestuurd. Op belangrijke punten in de afgesloten stadsgedeelten waren mitrailleurs opgesteld, soms ook kanonnen. O veral liepen Duitse militairen rond die een gedrukt ‘B evel’ afgaven o f het in de brievenbussen deden —de inhoud van het stuk schetterde ook uit de rondrijdende luidsprekerwagens: alle mannen van zeventien tot en met veertig jaar moesten met een voorge­ schreven uitrusting (‘warme kleding, stevige schoenen, dekens, bescher­ m ing tegen regen, eetgerei, mes, vork, lepel, drinkbeker en boterhammen

In document 1939 - I 945 (pagina 115-136)