• No results found

Vraag nr. 20 van 30 oktober 2001 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 20 van 30 oktober 2001 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 20

van 30 oktober 2001

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Europese top – Ve r t e g e n w o o rdiging – Ta a l g e-bruik

De vergadering van de Europese ministers van Buitenlandse Handel die enige tijd geleden in Brugge plaatsvond, stond onder het voorzitter-schap van federaal minister Neyts.

1. Hoe komt het dat voor deze grotendeels gere-gionaliseerde materie een federaal minister werd afgevaardigd, en niet de minister van de deelstaat die meer dan driekwart van de export van dit land vertegenwoordigt ?

2. Is de minister ervan op de hoogte dat bij de af-sluitende persconferentie uitsluitend het Engels en het Frans werden gehanteerd ?

3. Is er omtrent dit taalgebruik enig overleg ge-weest met de Vlaamse overheid ?

4. Is het normaal dat bij een Europese aangele-genheid als deze, de taal van de plaats waar het evenement plaatsvindt totaal wordt genegeerd, in de wetenschap bovendien dat het om één van de officiële talen van de Europeese Unie (EU) gaat ?

5. Heeft de minister tegen deze gang van zaken geprotesteerd ?

Antwoord

1. Conform het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale staat, de gemeen-schappen en de gewesten met betrekking tot de vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de Europese Unie werd, met het oog op het Belgisch EU-v o o r z i t t e r-schap in de tweede jaarhelft van 2001, door de diverse intra-Belgische overheden een toer-beurtregeling afgesproken. Zij werd door de Vlaamse regering goedgekeurd op 19 mei 2000. Dientengevolge is de informele Raad Buiten-landse Handel een vergadering die wordt voor-gezeten door de federale regering, in casu mi-nister Neyts.

In de Europese praktijk bestaat de Raadsfor-matie "Buitenlandse Handel" niet. Wel is een traditie gegroeid de ministers van Buitenlandse Handel van de vijftien lidstaten elkaar één maal

per voorzitterschap informeel ontmoeten. M a a r volgens de "Gids voor de Raad" zijn dergelijke informele bijeenkomsten van de ministers "geen Raadszittingen" en kunnen zij "niet de plaats innemen van de normale werkzaamheden van de Raad". Vandaar ook kunnen dergelijke bijeenkomsten "in geen geval leiden tot conclu-sies en nog minder tot formele besluiten". Bijgevolg werd deze Raadsformatie ook niet opgenomen in het samenwerkingsakkoord van 1 9 9 4 . Niettegenstaande Buitenlandse Handel in de intra-Belgische context – en in het bijzon-der in het licht van de jongste staatshervorming – in grote mate een geregionaliseerde bevoegd-heid betreft, en Vlaanderen inderdaad het gros van de Belgische export voor zijn rekening n e e m t , wordt België dus tijdens een informele Raad Buitenlandse Handel door een federale minister vertegenwoordigd.

2. De Vlaamse overheid werd niet vooraf door de organiserende autoriteiten op de hoogte ge-bracht van het tijdens de persconferentie na de informele bijeenkomst gehanteerde talenregi-me.

3. Wanneer ministers van de lidstaten formeel bij-eenkomen in het kader van de Raad, wordt een 1 1 / 1 1-taalregime toegepast. Dit betekent dat alle officiële talen van de Unie (waaronder het Nederlands) op voet van gelijkheid worden be-h a n d e l d : er kan in elf talen worden gesproken en er wordt naar elf talen vertolkt.

Voor informele Raadsbijeenkomsten daarente-gen is enkel een gevestigde doch ongeschreven praktijk gegroeid dat ten minste in vertolking wordt voorzien van en naar het Engels en het Fr a n s, evenals naar de taal van het voorzitter-s c h a p. Voor het overige wordt de lidvoorzitter-staat-voor- lidstaat-voor-zitter de vrijheid gelaten te oordelen over de wenselijkheid om ook vertolking van en naar andere talen aan te bieden.

Voor het specifieke taalregime bij de informele bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Handel werd geen overleg tussen de federale en de Vlaamse overheid georganiseerd.

(2)

vertegenwoor-digers die deelnemen aan vergaderingen in het kader van de totstandkoming van EU-regelge-ving en andere EU-beslissingen".

Dit standpunt luidt als volgt.

– Voor de informele Raden worden in principe het Frans en het Engels als werktaal ge-bruikt.

– De toevoeging van de taal van het voorzit-t e r s c h a p, zoals divoorzit-t de laavoorzit-tsvoorzit-te jaren svoorzit-teeds meer een gebruik is geworden, is voor België aanvaardbaar (in het concrete geval van het Belgische voorzitterschap betekent dit dus uitbreiding naar het Nederlands en het Duits).

– Indien vertolking voor een andere taal nood-zakelijk is voor één van de deelnemers, is er geen bezwaar dat, uit hoffeljkheidsoverwe-g i n hoffeljkheidsoverwe-g e n , een fluistertolk ter beschikkinhoffeljkheidsoverwe-g wordt gesteld.

– Zonder daarvoor zelf vragende partij te zijn, kan België de invoering van het Duits als werktaal voor informele Raden aanvaarden, indien zou blijken dat daarover consensus bestaat.

– Indien de invoering van het Duits met zich zou meebrengen dat ook andere talen wor-den toegevoegd, dan moet het Nederlands één van deze talen zijn.

Voor alle duidelijkheid : dit standpunt geldt enkel voor de eigenlijke werkzaamheden in de schoot van de informele Raad. Het standpunt spreekt zich niet uit over het taalregime dat geldt voor de organisatie van een persconferen-tie en in de marge van een dergelijke bijeen-komst.

Bovendien moet men in praktijk tevens reke-ning houden met de beschikbaarheid van de tol-kenequipes van de Europese Commissie, die de vertolking voor officiële Europese vergaderin-gen verzorvergaderin-gen. Zo kan het – wevergaderin-gens verplichte rusttijden – bijvoorbeeld gebeuren dat er, n a afloop van een informele ministeriële vergade-r i n g, voovergade-r de pevergade-rsconfevergade-rentie geen bevergade-roep meevergade-r kan worden gedaan op de tolken in alle talen. 4. Binnen de hierboven geschetste parameters, d i e

zowel de Vlaamse als de Belgische ministers b i n d e n , komt het uitsluitend de voorzitter van een vergadering toe om over de breedte van het

aangeboden talenregime te oordelen, alsook om de daarvoor te hanteren argumenten vrij te be-palen.

Aldus achtte de Vlaamse regering het op 16 maart 2001 wenselijk om een 11/11-v e r t o l k i n g aan te bieden en te financieren voor de n i e t-formele ministervergaderingen die tijdens het Belgisch Voorzitterschap door Vlaamse mi-nisters worden voorgezeten : met name de in-formele Raad Cultuur (4 en 5 december 2001) evenals ministeriële conferenties inzake To e r i s-me (1 en 2 juli 2001), Sport (12 november 2001) en Onderwijs (28 november 2001).

5. Voorzover de boven geschetste parameters wor-den nageleefd, is er geen enkele rewor-den om tegen het door de voorzitter verkozen talenregime te protesteren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Wat de verhouding man-vrouw betreft, deel ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger de gegevens voor het binnenlands personeel

Zittende huurders hebben de keuze al dan niet te blijven wanneer zij aan de inkomensvoor- waarden van de sociale huurreglementering vol- doen2. Indien zij niet voldoen, worden

Naar verluidt bevatte de persmap die werd uitge- deeld naar aanleiding van de afsluitende perscon- ferentie van de ontmoeting van de Europese minis- ters van Buitenlandse Handel

Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenhe- den, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid

Voor verdere uitvoering en realisatie op het ter- rein zal de administratie Waterwegen en Zee- wezen in overleg treden met alle betrokken ge- meentebesturen en wordt in de

Een leerkracht ge- tuigde dat heel wat van zijn collega's als het ware gedwongen worden om zich psychisch ziek te laten v e r k l a r e n , omdat ze door hun directie of door

Concreet voor de situatie Ronse betekent dit dat de Franstalige leerlingen op zich niet vol- staan voor een aparte extra betrekking doch wel dat ze, in combinatie met de