• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Joris Zorg te Oirschot, locatie D n Bolle Akker te Vessem op 27 maart 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Joris Zorg te Oirschot, locatie D n Bolle Akker te Vessem op 27 maart 2019"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

locatie D’n Bolle Akker te Vessem op 27 maart 2019

Utrecht, juli 2019

V2007244

(2)

Pagina 2 van 23

Inhoud

1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding bezoek 3

1.2 Beschrijving Joris Zorg en D’n Bolle Akker 3

2 Conclusie 5

2.1 Overzicht van de resultaten 5 2.2 Wat gaat goed 5

2.3 Wat kan beter 5 2.4 Wat moet beter 6 2.5 Conclusie bezoek 6

3 Wat zijn de vervolgacties 7

3.1.1 De vervolgactie die de inspectie van D’n Bolle Akker verwacht 7 3.1.2 Vervolgactie van de inspectie 7

4 Resultaten 8

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 8 4.1.1 Resultaten 8

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 11 4.2.1 Resultaten 12

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 16 4.3.1 Resultaten 16

4.4 Thema Medicatieveiligheid 18 4.4.1 Resultaten 18

Bijlage 1 Methode 21

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten 23

(3)

Pagina 3 van 23

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 27 maart 2019 een onaangekondigd inspectiebezoek aan de stichting Joris Zorg, locatie woonzorgboerderij D’n Bolle Akker (hierna: Bolle Akker) in Vessem.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voor- geschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit.

Als de inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en veiligheid en medicatie- veiligheid. Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezoekt Bolle Akker, onderdeel van Joris Zorg om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving. Het bezoek aan Bolle Akker is een regulier inspectiebezoek.

1.2 Beschrijving Joris Zorg en D’n Bolle Akker Joris Zorg

De organisatie Joris Zorg ondersteunt ouderen op het gebied van zorg, welzijn en wonen in de regio Oirschot en Eersel. Joris Zorg heeft vijf woon-zorgcentra: Sint Joris, Vestakker, Groenendaal, D’n Bolle Akker en Zorgvilla’s Hoogeloon. Ook zijn er vier zorgboerderijen waar dagbesteding wordt aangeboden aan cliënten met somatische of psychogeriatrische beperkingen. Joris Zorg verleent diensten om langer thuis te wonen;

Joris Thuis, Joris Welzijn, Joris Kookt en Joris Advies.

De organisatie heeft een eenhoofdige raad van bestuur. De raad van toezicht bestaat uit zes personen. Het managementteam stuurt samen met de bestuurder Joris Zorg aan. Joris Zorg heeft een geneesheer directeur die Bopz-arts1 is. Deze Bopz-arts werkt voor alle cliënten van Joris Zorg en wordt ingehuurd door een landelijk werkende organisatie waar medische en paramedische behandelaren werken.

D’n Bolle Akker

De locatie Bolle Akker ligt in de plaats Vessem. Bolle Akker is open sinds

1 november 2010. Er staan vijf woonboerderijen. Drie woonboerderijen zijn in gebruik door Joris Zorg en hebben een Bopz-aanmerking. De andere twee woonboerderijen zijn van een andere zorgaanbieder met wie Joris Zorg samenwerkt. Hier wonen mensen met een verstandelijke beperking. Deze twee woonboerderijen worden tijdens het inspectie- bezoek aan Bolle Akker niet beoordeeld.

De vijf woonboerderijen staan rond een plein met een volière, een ren met kippen en een moestuin. Naast één van de woonboerderijen is een weiland waar onder andere geiten staan. In één woonboerderij is een gedeelte waar groepsactiviteiten gehouden worden.

1 Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Bopz)

(4)

Pagina 4 van 23

Cliënten

In de drie woonboerderijen wonen per boerderij zeven cliënten met een vorm van dementie. Er is één kamer voor tijdelijk verblijf. Deze kamer is voor cliënten van de zorgaanbieder waarmee Bolle Akker samenwerkt op locatie. De inspectie bezoekt twee van de drie woonboerderijen. In één van deze twee woonboerderijen wonen cliënten die op relatief jonge leeftijd de diagnose dementie hebben gekregen.

De cliënten hebben allemaal indicatie verpleging en verzorging (VV). Er zijn zestien cliënten met een zorgprofiel VV 5 met behandeling. Vijf cliënten met een VV 7 met behandeling. Eén cliënt met een indicatie VV 7 met meerzorg.

Management

Bolle Akker wordt aangestuurd door een manager. Naast deze locatie stuurt de manager nog een locatie binnen Joris Zorg aan. Zij werkt één dag in de week in Bolle Akker. Zij stuurt op financiën en is verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van zorg. Zorgverleners hebben de mogelijkheid om een ‘Sterk in je Werk gesprek’ met haar te voeren.

De zorgcoördinator stuurt de zorg binnen Bolle Akker aan. Zij is een meewerkend verpleegkundige niveau 4 (VP4). Zij heeft een coachende en coördinerende rol in het team. Ook is zij eindverantwoordelijk voor de zorgleefplannen van alle cliënten binnen Bolle Akker.

Team zorg D’n Bolle Akker

Het zorgteam van Bolle Akker werkt zoveel mogelijk met vaste zorgverleners per zorgboerderij. Het zorgteam bestaat uit één zorgcoördinator (0,89 fte), één VP4 (0,9 fte), vijftien ViG-ers (11,2 fte), vier helpenden plus niveau 2 (2,2 fte), vier gastvrouwen (1,8 fte), één medewerker HBO welzijn (0,9 fte), één leerling VP4 (0,6 fte) en twee leerlingen niveau 3 (1,1 fte). De contactverzorgenden zijn verantwoordelijk voor het bijhouden en aanpassen van de zorgleefplannen. De contactverzorgenden zijn allemaal Verzorgende 3 IG (ViG).

Het ziekteverzuim is 9,43% en wordt volgens de zorgaanbieder vooral veroorzaakt door langdurig verzuim wat deels werk-gerelateerd is.

Behandelaren D’n Bolle Akker

In Vessem is een apotheekhoudende huisartsenpraktijk met twee huisartsen. Iedere cliënt van Bolle Akker heeft één van deze twee huisartsen. De huisarts is

eindverantwoordelijk voor de medische zorg van de cliënt. Vanuit een landelijk werkende organisatie waar Joris Zorg een samenwerkingsverband mee heeft, kan een specialist oudergeneeskunde (SO) geconsulteerd worden voor specifieke zorgvragen.

Naast de SO en de Bopz-arts kan Bolle Akker ook via deze landelijk werkende organisatie een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een (gz)-psycholoog of een logopedist inhuren.

(5)

Pagina 5 van 23

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Bolle Akker. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Bolle Akker beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Legenda

voldoet

voldoet grotendeels

voldoet grotendeels niet

voldoet niet niet getoetst

2.2 Wat gaat goed

Bolle Akker verleent zorg in een kleinschalige setting waar cliënten kunnen rekenen op een warme benadering. Cliënten hebben inspraak en eigen regie in hun zorgverlening.

De zorgverlening wordt gestalte gegeven door een multidisciplinair team. Zorgverleners handelen volgens afspraak.

Bolle Akker voldoet aan de veilige principes medicatieveiligheid.

2.3 Wat kan beter

Zorgverleners kunnen meer oog hebben voor de wensen en behoeften van de

individuele cliënten. Het vergroten van specifieke kennis van de doelgroep is daarvoor een voorwaarde. Dat geldt ook voor het methodisch werken van zorgverleners en het maken van professionele afwegingen. De afstemming tussen zorgverleners en

behandelaren kan nog beter.

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2: Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en veiligheid

(3 normen)

Thema 4: Instrument Medicatieveiligheid

(8 normen)

(6)

Pagina 6 van 23

2.4 Wat moet beter

De inzet van voldoende deskundige zorgverleners vraagt nog om meer aandacht en moet beter. Ook bij ziekte van zorgverleners dient in alle woonboerderijen in alle dag- en avonddiensten de aanwezigheid van een minimaal voldoende opgeleide zorgverlener te zijn geborgd.

2.5 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat de geboden zorg op Bolle Akker (grotendeels) voldoet aan de getoetste normen. Negentien van de twintig getoetste normen voldoen (grotendeels). De inspectie heeft op dit moment voldoende vertrouwen in de wijze waarop Bolle Akker stuurt op de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie concludeert dat er geen vervolgtoezicht nodig is.

(7)

Pagina 7 van 23

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Bolle Akker en Joris Zorg verwacht.

Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1.1 De vervolgactie die de inspectie van D’n Bolle Akker verwacht

De zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie verwacht dat Bolle Akker voldoet aan de norm 2.5 en verbetermaatregelen treft.

Daarnaast verwacht de inspectie dat u waar nodig ook verbeteringen doorvoert bij de normen die grotendeels voldoen (normen die lichtgroen zijn).

De inspectie verwacht dat Joris Zorg de verbetermaatregelen zo nodig ook op andere locaties treft.

3.1.2 Vervolgactie van de inspectie

Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie ziet de inspectie op dit moment geen aanleiding om Bolle Akker of andere locaties van Joris Zorg opnieuw te bezoeken. De inspectie verwacht dat u goede zorg continueert op alle locaties.

De inspectie sluit het inspectiebezoek af.

(8)

Pagina 8 van 23

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij2 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal?

Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akkeraan deze norm.

Uit gesprekken, dossierinzage en tijdens observatie blijkt dat Bolle Akker wensen van cliënten respecteert. De inspectie ziet tijdens de observatie in de woonkamer dat een cliënt tijdens het eten op staat en naar zijn kamer loopt. De zorgverlener loopt na een paar minuten naar hem toe. De cliënt komt met de zorgverlener terug naar de woonkamer en gaat verder met eten. Later vertelt de zorgverlener de inspectie dat zij dan vraagt of de cliënt verder wil eten in zijn kamer of in de woonkamer. In het zorgdossier van de cliënt ziet de inspectie deze handelswijze in het omgangsadvies staan. In de beleidsnota ‘Leven in vrijheid’ leest de inspectie dat Bolle Akker bij alles wat zij doet de cliënt als vertrekpunt neemt.

Tijdens observatie, gesprekken en dossierinzage blijkt dat zorgverleners afspraken maken in samenspraak met de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger.

Een cliënt krijgt, net voordat de middagmaaltijd begint, bezoek van familie. De cliënt wil graag met de familie naar buiten. De inspectie hoort dat de cliënt en de zorgverlener afspreken dat de cliënt eerst naar buiten gaat en hij daarna nog kan eten. Als de maaltijd voor de andere cliënten bijna afgerond is, komt de cliënt terug. De zorgverlener vraagt of hij nog wil eten, waarna de cliënt rustig soep en brood kan gaan eten.

2 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook ‘zij’.

(9)

Pagina 9 van 23

Uit dossiers en documenten blijkt dat Bolle Akker de cliëntvertegenwoordigers aanwezig laat zijn bij een multidisciplinair overleg (MDO). De cliënten zijn bijna nooit bij een MDO vanwege hun stadium van dementie. De zorgverleners en zorgcoördinator vertellen over het MDO, waarbij een cliëntvertegenwoordiger aanwezig is.

In de MDO-verslagen leest de inspectie over de aanwezigheid van een cliënt- vertegenwoordiger. Ook leest de inspectie in de audit van februari 2019 dat vertegenwoordigers van een cliënt bij ieder MDO uitgenodigd worden.

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken en dossierinzage blijkt dat zorgverleners het levensverhaal van de cliënt kennen. Een zorgverlener vertelt dat een cliënt tijdens zijn leven veel

wandelingen maakte. In het cliëntdossier leest de inspectie dit in het levensverhaal van de cliënt terug.

Uit gesprekken, observatie en dossierinzage blijkt dat het aanbod van individuele activiteiten aansluit bij de voorkeuren van cliënten. De inspectie hoort van zorgverleners dat cliënten zelf bepalen hoe laat zij ’s ochtends op staan. De

inspectie ziet een cliënt die na het uitslapen om 11.00 uur rustig aan het ontbijt zit.

De inspectie spreekt met een andere cliënt. Hij vertelt dat hij graag televisie kijkt in zijn eigen kamer. Hij kijkt liever niet naar de televisie in de woonkamer.

De fysieke leefomgeving sluit in wisselende mate aan op de wensen en behoeften van de cliënt.

Van zorgverleners hoort de inspectie dat er weinig opbergruimte is in de boerderij.

Zo ziet de inspectie in een kamer van een cliënt een tillift staan. De zorgverleners vertellen dat er in de gang geen ruimte is om de tillift neer te zetten.

Tijdens de rondleiding valt het de inspectie op dat de gang in de boerderij donker is en hol klinkt. De inspectie hoort van zorgverleners en management dat hier

aandacht voor is.

De inspectie hoort van de raad van bestuur dat in een andere locatie van Joris Zorg een proef loopt, om het geluid te dempen met materiaal tegen de muren.

Rond de drie woonboerderijen kunnen cliënten veilig naar buiten. Er zijn

bijvoorbeeld dieren om naar te kijken. Zo ziet de inspectie een volière, een weide met eenden en een weide met geiten. Ook is er een moestuin. Cliënten mogen helpen in de moestuin met het verbouwen van groente.

Uit de dossier- en documentinzage blijkt dat er in wisselende mate aandacht is voor wensen en behoeften. De wensen en behoeften ten aanzien van ADL, eten en drinken en activiteiten leest de inspectie terug in de cliëntdossiers. Een zorgverlener vertelt dat een cliënt gelovig is. Hij ging graag naar de kerk. De inspectie leest hierover niets in zijn zorgleefplan en activiteiten. Wel staat het in de intake van de cliënt.

Dit aandachtspunt over wensen en behoeften van de cliënt, leest de inspectie ook terug in het auditverslag.

(10)

Pagina 10 van 23

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Uit gesprekken en dossierinzage blijkt dat zorgverleners de eigen regie van cliënten stimuleren. De inspectie hoort van een zorgverlener dat een cliënt graag wandelt.

De cliënt krijgt elke dag de gelegenheid om te wandelen met een zorgverlener of een vrijwilliger. In het cliëntdossier leest de inspectie dat de afstand die deze cliënt gewend is te lopen, nu te ver voor hem is. Daarom is de afstand van de wandeling in samenspraak met familie korter gemaakt.

De inspectie hoort dat een andere cliënt graag op een vaste dag doucht. De

zorgverleners vertellen de inspectie dat het voor komt dat de cliënt op de vaste dag niet wil douchen. Dan wordt deze cliënt op bed gewassen. De inspectie ziet dat hierover in het cliëntdossier een doel is opgenomen, en dat er over gerapporteerd wordt.

Uit gesprekken en dossierinzage blijkt dat cliënten informatie krijgen in keuzes maken uit het aanbod van activiteiten.

De inspectie hoort van zorgverleners dat cliënten die dat willen samen met de medewerker welzijn elke woensdag een uitje hebben. Samen doen zij bijvoorbeeld een boodschap. Afhankelijk van wat cliënten willen, gaat de groep samen lunchen of ergens koffie drinken.

Uit gesprekken en documenten blijkt dat de zorgverleners de cliënten zo min mogelijk beperken in hun vrijheid.

De inspectie ziet dat het terrein waar de boerderijen staan een open toegang heeft.

Zorgverleners, managers en de bestuurder vertellen dat zij het belangrijk vinden dat cliënten zo veel mogelijk vrijheid hebben. Dit leest de inspectie in een beleidsnota terug. Daarom is bijvoorbeeld gekozen om de toegang van Bolle Akker open te hebben. Wel ligt er een detectielus in de toegangsweg. Als de cliënten die een sensor in een schoen hebben de lus passeren krijgt de zorgverlener een signaal. De zorgverlener kan dan naar de cliënt die het terrein af wil lopen, toegaan.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

Uit observatie en gesprekken blijkt dat zorgverleners de cliënten passend benaderen.

Tijdens de observatie ziet de inspectie dat een cliënt verdrietig is. De zorgverlener gaat naast haar staan. Zij kijkt de cliënt aan en vraagt rustig wat er aan de hand is.

De cliënt vertelt waarom zij verdrietig is. Als de cliënt kalmeert, glimlachen de cliënt en de zorgverlener naar elkaar.

De inspectie ziet dat zorgverleners betekenis geven aan de lichaamstaal van

cliënten. Tijdens de middagmaaltijd ziet de inspectie dat een cliënt stil aan tafel zit.

Een zorgverlener ziet dit en vraagt iets aan de cliënt. Als de cliënt niet reageert gaat zij naast de cliënt zitten. Zij legt haar hand op de hand van de cliënt en kijkt de cliënt aan. Zij stelt opnieuw de vraag aan de cliënt.

(11)

Pagina 11 van 23

De inspectie hoort dat twee zorgverleners, die aanwezig zijn bij de maaltijd, met elkaar praten over drie andere cliënten. De cliënten die aan tafel zitten kunnen dit horen. De ene zorgverlener vertelt de andere zorgverlener bijvoorbeeld waarom zij een cliënt na afloop van de maaltijd naar bed wil brengen. De zorgverlener vertelt aan de inspectie later, dat zij zich er niet bewust van is dat zij dit doet. Zij vertelt de inspectie dat zij juist probeert om dit nooit te doen.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Uit gesprekken met zorgverleners en dossierinzage blijkt dat zorgverleners het informele netwerk van cliënten kennen. Zorgverleners vertellen de inspectie dat er over de begeleiding tijdens een activiteit met een cliënt afspraken zijn gemaakt met vrijwilligers en familieleden. Alle betrokkenen weten wie wanneer wat gaat doen met de cliënt. Dit leest de inspectie ook terug in het cliëntdossier.

Uit gesprekken met zorgverleners en management blijkt dat de zorgaanbieder de cliënten ondersteunt bij het aangaan en onderhouden van contacten.

De inspectie hoort dat familie en bekenden van cliënten altijd langs mogen komen.

Er zijn geen bezoektijden.

Uit observatie, gesprekken en dossierinzage blijkt dat de zorgaanbieder het sociale netwerk van de cliënt ruimte biedt om in de zorg mee te helpen. De inspectie hoort dat een cliënt bijvoorbeeld in het weekeinde naar huis gaat. Als de cliënt in het weekeinde thuis is, zorgt de familie voor deze cliënt. De afspraken hierover leest de inspectie terug in het cliëntdossier van de cliënt.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do-Check- Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

(12)

Pagina 12 van 23

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken, observaties en dossierinzage blijkt dat de zorgverleners de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt betrekken bij het maken van professionele afwegingen. Zorgverleners vertellen over een cliënt die snel benauwd is. Zij maken samen met de cliënt de afweging om zo nodig medicatie bij

benauwdheid van de cliënt te geven. Dit is volgens het voorschrift van de huisarts.

Tijdens de lunch eet een cliënt alleen aan een tafel. Zorgverleners vertellen dat het alleen eten deze cliënt rust biedt. De zorgverleners en psycholoog hebben dit samen met de familie afgesproken.

De zorgverleners hebben de risico’s van de cliënten in beeld. Zij vullen twee keer per jaar een risico-analyse in voor iedere cliënt. De acties uit de analyse staan in het zorgleefplan. De zorgverleners weten de risico’s voor de cliënten ook te benoemen en maken hier navolgbare afwegingen in.

Een zorgverlener vertelt over een cliënt die een verhoogd risico heeft op huidletsel vanwege incontinentie. Samen met de taakfunctionaris incontinentie zorgt Bolle Akker voor passend incontinentiemateriaal.

Een zorgverlener vertelt de inspectie over een cliënt die gemalen voeding weigerde te eten. Daarom heeft zij contact met de leverancier opgenomen over mogelijke alternatieven. Nu krijgt de cliënt ander gemalen eten. De cliënt eet nu met plezier de maaltijd op.

Bij dossierinzage ziet de inspectie dat de verplichte gegevens in het kader van de Wet Bopz in het cliëntdossier staan.

Bij het gebruik van een vrijheidsbeperkende maatregel leest de inspectie geen afweging van alternatieve maatregelen. Bij bijvoorbeeld het gebruik van GPS in de schoen bij een cliënt met dwaalgedrag, leest de inspectie niet in het cliëntdossier welke afweging heeft plaatsgevonden. De inspectie hoort van de raad van bestuur dat de SO de afweging van alternatieven mee in het stappenplan om te komen tot de inzet van een VBM. De inspectie hoort van haar gesprekspartners tijdens het bezoek hier niets over. Ook leest de inspectie het stappenplan die leidt tot een VBM niet terug in het cliëntendossiers.

In het cliëntdossier is aantoonbaar dat de zorgverleners de inzet van deze vrijheidsbeperkende maatregel volgens intern gemaakte afspraak éénmaal per maand evalueren. Ook tekent de SO voor akkoord voor de inzet van

vrijheidsbeperkende maatregelen.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat Joris Zorg de PDCA-cyclus rond medicatieveiligheid verbeterde.

(zie ook thema 4.4 Medicatieveiligheid). De inspectie ziet bijvoorbeeld vernieuwde

(13)

Pagina 13 van 23

protocollen medicatie waarin de PDCA is verwerkt. Van zorgverleners hoort de inspectie dat zij de protocollen kennen en er mee werken. In het opleidingsjaarplan 2019 leest de inspectie dat alle zorgverleners binnen Joris Zorg een training

medicatiebeleid krijgen waarbij aandacht is voor de veilige principes in de medicatieketen.

De inspectie ziet dat Bolle Akker uitgebreide en actuele zorgleefplannen, waarin de zorgverleners de doelen en acties helder vastleggen. Ieder half jaar is er een MDO.

De cliëntvertegenwoordiger, de contactverzorgende, SO, psycholoog en andere disciplines zijn hierbij aanwezig. Zij bespreken de risicoanalyse, het zorgplan en evalueren samen met de cliëntvertegenwoordiger de zorg. De contactverzorgende past hierna het zorgleefplan aan.

De inspectie ziet dat er samenhang is in het cliëntdossier. Een zorgverlener heeft de arts en logopedist in consult geroepen bij een cliënt met slikproblemen. Uit dit consult komt een voedingsadvies. De cliënt krijgt bijvoorbeeld tussen de middag vla in plaats van brood. De inspectie leest in de ADL3-lijst van de cliënt, dat de cliënt geen brood eet. De zorgverleners vertellen de inspectie dat zij van de partner van de cliënt weten welke vla hij lekker vindt. Tijdens de observatie vraagt de

zorgverlener welke vla de cliënt wil eten.

Uit gesprekken, dossierinzage en documenten blijkt dat zorgverleners niet altijd op de afgesproken plekken in het cliëntdossier rapporteren. De inspectie ziet dat zorgverleners niet altijd rapporteren op de doelen en acties uit het zorgleefplan.

Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij dit soms vergeten. De medische gegevens en medische geschiedenis ziet de inspectie in het tabblad medische voorgeschiedenis staan. In enkele dossiers ziet de inspectie op andere plekken in het cliëntdossier medische gegevens staan.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken en documenten blijkt dat zorgverleners de effecten van verleende zorg met elkaar bespreken. De inspectie hoort van zorgverleners dat het verlenen van zorg aan een cliënt met onbegrepen gedrag is opgenomen op video. Daarna is deze video geanalyseerd samen met de psycholoog. De aandachtspunten hieruit zijn besproken in het teamoverleg. De inspectie leest in het cliëntdossier over een nieuw benaderingsadvies voor deze cliënt.

Uit gesprekken en documenten blijkt dat er binnen de locatie een veilig werkklimaat is voor reflectie. Zorgverleners vertellen de inspectie echter ook dat hier niet altijd ruimte en tijd voor reflectie is. Dit leest de inspectie ook terug in het verslag van de interne audit.

Zorgverleners en management vertellen de inspectie dat intervisie in Bolle Akker nog georganiseerd moet worden. In het kwaliteitsplan leest de inspectie niets over aandacht voor intervisie. Wel is er in het kwaliteitsplan aandacht voor reflecteren.

3 ADL staat voor activiteiten van het Dagelijks Leven

(14)

Pagina 14 van 23

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

Uit diverse gesprekken en documenten blijkt dat zorgverleners ruimte krijgen voor het volgen van bijscholing. De inspectie hoort van een training over moeilijk verstaanbaar gedrag, die alle zorgverleners in 2018 en 2019 volgen. Zorgverleners vertellen aan de inspectie dat zij deze training als zinvol ervaren.

Uit verschillende gesprekken en documenten blijkt dat zorgverleners zich bevoegd en bekwaam vinden. Met behulp van e-learning toetsen zij de theorie. Elke drie jaar is er een verplichte praktijktoets. Uit documenten maakt de inspectie op dat

zorgverleners daadwerkelijk de (verplichte) scholingen hebben gevolgd.

De zorgcoördinator vertelt dat zij soms door een zorgverlener geconsulteerd wordt.

Uit verschillende gesprekken en documenten komt naar voren dat het zorgteam graag meer kennis wil hebben over cliënten die relatief jong dement worden. Deze groep woont in één van de drie zorgboerderijen. In het verbeterplan 2019 staat dat er in mei 2019 een plan van aanpak moet zijn over het verbeteren van de zorg aan cliënten die jong dement zijn geworden. Bolle Akker wil hierover ook kennis ophalen bij het landelijk experticecentrum jong dementerenden.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels niet aan deze norm.

Personele bezetting

Uit diverse gesprekken, roosters en documenten blijkt dat de bezetting van

zorgverleners niet altijd voldoende is voor de uitvoering van de dagelijkse zorg. Het lukt niet altijd om in elke woonboerderij in elke dienst minimaal één gediplomeerde met minimaal niveau 3 te hebben. De zorgcoördinator valt regelmatig in als er bijvoorbeeld een zorgverlener ziek is. Zorgverleners, het management en de bestuurder vertellen dat er helpenden plus soms zelfstandig werken in een woon- zorgboerderij. Zij kunnen dan ondersteuning vragen aan een gediplomeerde collega die in een andere woonzorgboerderij werkt.

Volgens de bestuurder en het management is het werven van gediplomeerde verzorgenden niveau 3 lastig. Er is meer vraag dan aanbod.

Bolle Akker heeft in 2018 een ziekteverzuim van bijna tien procent. De bestuurder en het management vertellen dat dit vooral komt door drie zorgverleners die langdurig ziek zijn. Hun ziekte is deels werk gerelateerd. De inspectie leest in de analyse dat de bestuurder de oorzaak in beeld heeft en acties heeft ingezet om het langdurig verzuim terug te dringen.

Zorgverleners vertellen dat voor de individuele begeleiding en ondersteuning van cliënten er soms te weinig collega’s zijn. Iedere dag- en avonddienst werkt er een zorgverlener in elke woonzorgboerderij. Zorgverleners vertellen dat er

‘vlinderdiensten’ zijn in de ochtend en avond. Dan werkt er een zorgverlener extra die bij kan springen in de verschillende woonboerderijen. De nachtdienst werkt voor de vijf woonboerderijen, dus inclusief de twee boerderijen van de

medezorgaanbieder op het terrein. Er is een achterwacht voor de nacht beschikbaar.

(15)

Pagina 15 van 23

De bestuurder heeft sinds vorig jaar vier nieuwe medewerkers aangenomen om schoon te maken en te ondersteunen in de woonkamer. Hierdoor is overdag meer toezicht in de huiskamers.

Een HBO-opgeleide medewerker welzijn werkt sinds een jaar aan de opdracht om meer aandacht te hebben voor (individuele) begeleiding.

De inspectie hoort uit verschillende gesprekken dat zorgverleners onderling de problemen in de personele bezetting oplossen. Hierover leest de inspectie ook in de teamverslagen.

Deskundigheid

De bestuurder geeft aan dat Bolle Akker investeert in de deskundigheid van de zorgverleners. De inspectie leest dit ook terug in het scholingsaanbod van Joris Zorg. Alle zorgverleners niveau 3 en 4 in Bolle Akker hebben in 2018 een scholing gevolgd over psychogeriatrie en onbegrepen gedrag. In het scholingsoverzicht leest de inspectie over de aanwezigheid tijdens de scholing en het slagingspercentage.

Zorgverleners en managers vertellen de inspectie dat zij invloed hebben op de besluitvorming binnen Bolle Akker. Er zijn korte lijnen en collega’s weten elkaar snel te vinden. De kleinschaligheid biedt de mogelijkheid om elkaar snel te kunnen vinden. Een voorbeeld is dat zorgverleners meedenken hoe zij bijvoorbeeld de gang van een woonzorgboerderij minder hol kunnen laten klinken.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Uit gesprekken en documenten blijkt dat protocollen beschikbaar, actueel en bekend zijn. Zorgverleners kunnen de inspectie vertellen waar bijvoorbeeld het vernieuwde Geneesmiddelen Distributie Protocol is. De inspectie ziet dat dit protocol van 15 januari 2019 is.

Uit diverse gesprekken en documenten blijkt dat zorgverleners handelen naar de protocollen. In de protocollen Geneesmiddelen Distributie Protocol staat wat zorgverleners moeten doen, als zij willen afwijken van het protocol en wie zij dan moeten raadplegen.

Van het management hoort de inspectie dat Bolle Akker stuurt op het werken volgens de protocollen. Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij weten wanneer zij een MIC-melding moeten doen. Bijvoorbeeld als een cliënt medicatie niet inneemt. In het cliëntdossier ziet de inspectie de MIC-melding terug.

Zorgverleners laten de inspectie zien dat zij de Vilans KICK-protocollen4 gebruiken bij voorbehouden en risicovolle handelingen. Een zorgverlener laat de inspectie zien waar zij de Vilans KICK-protocollen vindt. Zorgverleners weten waar zij informatie kunnen vinden over de meldcode ‘huiselijk geweld’.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

4 protocollen voor risicovolle en voorbehouden handelingen, opgesteld door Vilans

(16)

Pagina 16 van 23

Uit diverse gesprekken, dossierinzage en documenten blijkt dat zorgverleners verschillende disciplines betrekken en multidisciplinair samenwerken.

Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij specialisten mogen inzetten als zij denken dat dat nodig is. De tandarts bezoekt drie keer per jaar alle cliënten. De inspectie ziet in de badkamer van elke cliënt een poetsinstructie naast de wastafel hangen. Deze instructie leest de inspectie ook in het cliëntdossier. De tandarts rapporteert na elk bezoek zelf in het cliëntdossier.

Ook is er een gedragsvisite per twee weken. Zorgverleners bespreken daarin moeilijk verstaanbaar5 gedrag van een cliënt. Ook evalueren zij een

gedragsinterventie. Zorgverleners vertellen dat zij hier veel aan hebben.

De huisartsen en de SO werken samen en stemmen twee keer per jaar af. In notulen van het overleg tussen huisartsen en SO leest de inspectie over een casus waarin de SO en de huisarts afstemmen over het voorschijven van medicatie. In notulen van een overleg tussen huisartsen en SO leest de inspectie dat de SO de huisarts altijd kan bellen voor collegiaal overleg over medicatie.

De zorgverleners vertellen dat er geen werkbeschrijving is over wanneer je de SO, en wanneer je de huisarts belt. Soms belt de zorgverlener naar de SO en die verwijst dan naar de huisarts. Een voorbeeld hiervan is de verwijzing voor een orthopedische schoen. De inspectie hoort dat zorgverleners afstand ervaren tussen de SO en henzelf. Als reden geven zij aan dat de SO ingehuurd wordt.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management. Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgverleners niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

De inspectie leest in documenten dat Joris Zorg professionele zorg biedt met een warm hart. Dat wil Joris Zorg doen door zorgvuldige afstemming met de cliënt en zijn familie. In de beleidsnota ‘Leven in Vrijheid’ leest de inspectie dat kwaliteit van leven van cliënten centraal staat. Daarbij gaat Joris Zorg uit van leefplezier. De cliënt houdt naar vermogen zelf regie over zijn leven.

Er is samenhang tussen persoonsgerichte zorg en veiligheid en vrijheid. In het document ‘Zorgvuldige zorg rond levenseinde’ leest de inspectie dat Bolle Akker de beslissingen van een cliënt en zijn vertegenwoordiger rond het levenseinde

respecteert. In alle andere (kwaliteits)documenten leest de inspectie dat de cliënt centraal staat.

Het terrein van Bolle Akker is open. De zorgverleners vertellen dat zij weten welke cliënten het terrein af mogen lopen en welke niet. Samen met de zorgverleners en vrijwilligers in de vijf woonzorgboerderijen, houdt iedereen een oogje in het zeil.

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

5 Moeilijk verstaanbaar gedrag en moeilijk begrijpbaar gedrag betekenen in deze rapportage hetzelfde

(17)

Pagina 17 van 23

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat het (lokale) management kwaliteitsinformatie gebruikt om te verbeteren. Zo gebruikt zij onder andere kwaliteitsinformatie van de locaties, zoals bijvoorbeeld het

cliënttevredenheidsonderzoek, medewerkers tevredenheidsonderzoeken, MIC- meldingen en informatie uit audits. Voor al deze informatie heeft Joris Zorg een PDCA-cyclus. Door middel van teamoverleggen betrekt Joris Zorg zorgverleners en cliënten bij de borging van de verbeteracties. De inspectie ziet deze PDCA-cyclus ook terug in de (kwaliteits)documenten van Joris Zorg.

Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat de zorgverleners open zijn over fouten en incidenten, en deze melden. Verschillende gesprekspartners vertellen dat de meldingsbereidheid hoog is. De zorgcoördinator is voor Bolle Akker aandacht- functionaris Meldingen Incidenten Cliënt (MIC). De taakfunctionaris maakt de MIC- analyse. In de MIC-rapportage die ieder kwartaal wordt gemaakt, staat het verloop van (bijna) incidenten. De analyse wordt besproken in de overleggen van de MIC- commissie en de gesprekken tussen de taakfunctionaris en de manager en in teamoverleggen. De zorgmanager bespreekt de MIC-meldingen met de

zorgverleners. In ieder teamoverleg is aandacht voor MIC. Op deze manier leren de zorgverleners van de MIC-meldingen.

In het kwaliteitsplan staat beschreven dat er een medicatiecommissie is die minimaal zesmaal per jaar vergadert. De commissie bestaat uit een manager, op afroep een huisarts en/of SO, apotheker, aandachtsfunctionarissen medicatie en een beleidsadviseur. De inspectie hoort van de raad van bestuur dat tot half 2019 een extern adviseur aansluit bij de medicatiecommissie. In de toekomst gaan zij organisatiebreed de MIC-meldingen analyseren.

Zorgverleners geven aan MIC-meldingen te doen, ook bij medicatiefouten. Het is voor zorgverleners niet geheel duidelijk of ze ook een MIC-melding moeten doen als een dubbele controle wel is uitgevoerd, maar niet op de aftekenlijst is genoteerd.

Gesprekspartners vertellen dat de meldingsbereidheid groot is. Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij graag een MIC-melding willen bespreken met de zorg- coördinator. Van de zorgcoördinator hoort de inspectie dat zij de MIC-melding met de zorgverlener bespreekt.

Tijdens de gesprekken met de bestuurder, zorgcoördinator en zorgmanagers hoort de inspectie dat Bolle Akker in beeld heeft of er goede en veilige zorg geleverd wordt. De inspectie leest een audit van Bolle Akker op organisatieniveau met daarin alle normen waarin de inspectie ook op toetst. Als normen gedeeltelijk voldoen of niet voldoen leest de inspectie een verbeteractie. De normen die nog niet voldoen, zijn in beeld bij het management en de bestuurder.

De inspectie ziet rapportage van de MIC-meldingen in, die per woongroep besproken worden in het maandelijks overleg. Deze rapportage bevat geen analyse van de MIC-meldingen waarna op cliënt- en/of afdelingsniveau verbeteringen zijn ondernomen. In de rapportage staat meerdere keren de oorzaak ‘werkdruk’

genoemd. Er staat niet vermeld welke acties hiervoor zijn ondernomen op afdelingsniveau.

(18)

Pagina 18 van 23

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Tijdens alle gesprekken komt naar voren dat Bolle Akker leren en verbeteren belangrijk vindt. Zorgverleners hebben een training ‘moeilijk verstaanbaar gedrag’

gevolgd. Voor moeilijk verstaanbaar gedrag zijn ‘train de trainers’ opgeleid die intern zorgverleners kunnen helpen. In het kwaliteitsplan 2019-2021 en in het verbeterplan ten behoeve van kwaliteitsbudget 2019 leest de inspectie dat er budget is gereserveerd voor deskundigheidsbevordering over moeilijk verstaanbaar gedrag.

Van zorgverleners hoort de inspectie dat zij graag meer willen leren over moeilijk verstaanbaar gedrag en blij zijn met deze trainingen

De inspectie hoort van verschillende gesprekspartners dat er een aanspreekcultuur is binnen Bolle Akker. De zorgverleners kunnen elkaar aanspreken en met elkaar in gesprek gaan over een lastige situatie. Zo vertelt de zorgmanager dat zij de zorg- verlener aanspreekt als een cliëntdossier niet volledig of actueel is. Een zorgverlener vertelt dat zij een collega aanspreekt die medicatie vergeten is af te tekenen.

Uit gesprekken en documenten blijkt dat Joris Zorg deelneemt aan een lerend netwerk. Joris Zorg neemt ook deel aan de landelijk afstemming over nieuwe wetgeving. Ook ziet de inspectie dat Joris Zorg samen werkt met andere zorg- boerderijen en andere zorggroepen.

4.4 Thema Medicatieveiligheid

Een zorgaanbieder die goede zorg biedt, heeft een passend medicatie-veiligheidsbeleid.

Dit beleid beschrijft de rol, verantwoordelijkheid en de samenwerking tussen alle betrokken zorgverleners binnen de keten. De zorgaanbieder borgt dat die

samenwerking (binnen en buiten de organisatie) gebeurt. Deze samenwerking komt de medicatieveiligheid ten goede. Alle zorgverleners handelen naar de gemaakte

afspraken.

Voor een veilig medicatieproces is het van belang dat de activiteiten en verantwoordelijkheden van alle schakels in de keten op elkaar aansluiten.

De cliënt heeft naar kunnen een eigen rol en verantwoordelijkheid. Het uitgangspunt is dat een cliënt die medicatie gebruikt, zelf zijn medicatie beheert. De zorgaanbieder neemt het beheer en toedienen van medicatie zo nodig geheel of gedeeltelijk over.

4.4.1 Resultaten Norm 4.1

De zorgverlener maakt een afweging of de cliënt(vertegenwoordiger) binnen zijn mogelijkheden een eigen rol en verantwoordelijkheid kan nemen in het

medicatieproces. Ook is bij de cliënt(vertegenwoordiger) bekend welke

verantwoordelijkheid hij/zij daarin heeft. Bij de cliënt(vertegenwoordiger) is bekend wie de voorschrijver is. De gemaakte afspraken worden vastgelegd.

Deze norm is niet getoetst.

Norm 4.2

De zorgverlener is bevoegd en bekwaam, weet hoe de verantwoordelijkheid is verdeeld en handelt daarnaar. Zij doet dit binnen de afspraken die gelden in het geldende medicatiebeleid binnen de organisatie en de geldende wet- en regelgeving.

(19)

Pagina 19 van 23

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

De zorgverleners zijn op de hoogte van het in Joris Zorg geldende medicatiebeleid en geldende wet- en regelgeving. De inspectie leest deze werkwijze ook terug in het

‘geneesmiddel-distributie’ protocol.

Dit protocol kent twee versies. Een voor cliënten met een indicatiebehandeling en een voor cliënten met een indicatie zonder behandeling. Zorgverleners vertellen de inspectie op welke wijze zij volgens het protocol werken. Van het management hoort de inspectie dat de werkwijze volgens het nieuwe protocol dat sinds 15 januari 2019 in gebruik is, goed werkt.

De zorgverleners die medicatie voor toedienen gereed maken, aanreiken en toedienen, zijn bekwaam en bevoegd. Zij hebben minimaal niveau helpende plus.

Van zorgverleners en management hoort de inspectie dat Bolle Akker zorgt voor het tijdig opnieuw scholen van zorgverleners. Naast e-learning modules voeren praktijk- opleiders praktijktoetsing uit.

Er is nagedacht over welke voorbehouden handelingen wel of niet worden uitgevoerd.

De inspectie hoort dat zorgverleners elkaar om hulp vragen. Er is in de nacht een verpleegkundige achterwacht die om hulp kan worden gevraagd. Overdag kan de zorgcoördinator om hulp worden gevraagd. Zij is verpleegkundige.

Norm 4.3

De zorgaanbieder en de voorschrijvers voldoen aan de voorwaarden voor veilig voorschrijven en de KNMP-richtlijn Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS). Hierdoor wordt op een veilige en juiste wijze medicatie voorgeschreven.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Voor Bolle Akker is de eigen huisarts van de cliënt verantwoordelijk voor het

voorschrijven van medicatie. Zij schrijven via het EVS medicatie voor. Bij wijzigingen in medicatie haalt de apotheek de baxterrollen op. De apotheek past de baxterrollen aan. Zo nodig levert de apotheker bij verandering van de dosering losse medicatie tot de nieuwe baxterrol. De afspraak is dat de huisarts wijzigingen in cliëntdossier zet.

De huisarts doet een maal per jaar een medicatiereview. Voor Bolle Akker is de zorg- coördinator aandachtsfunctionaris medicatie.

Norm 4.4

Medicatiebeoordelingen vinden volgens de veldnormen plaats. De uitkomsten van de medicatiebeoordeling zijn vastgelegd.

Deze norm is niet getoetst.

Norm 4.5

De zorgaanbieder zorgt dat voldoende voorwaarden aanwezig zijn om verantwoord farmaceutische zorg te bieden.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Bij Bolle Akker bewaren zorgverleners de medicatie in de huiskamers achter gesloten deur. Een verzorgende IG of verpleegkundige zorgt dat alle medicatie in de medicatie- kar komt die in iedere boerderij aanwezig is. Deze kar is afgesloten en staat in een afsluitbare kast. In deze kast ziet de inspectie ook de retourbox medicatie hangen en een retourbox voor gebruikte pleisters met opiaten. Alleen de apotheek kan de retourbox legen met een sleutel.

(20)

Pagina 20 van 23

In de kast ziet de inspectie een opiatenkluis staan. De zorgverleners en management vertellen de inspectie dat alleen bevoegde en bekwame zorgverleners een eigen sleutel hebben. Elke opening van de opiatenkluis staat geregistreerd. Hierbij wordt tijd en zorgverlener geregistreerd. De inspectie ziet dat de lijsten waarop opiaten staan afgetekend, kloppen met de hoeveelheid die de inspectie in de opiatenkluis aantreft.

Op één van de woonboerderijen staat de werkvoorraad voor alle drie de woningen, als dat in een koelkast bewaard moet worden.

De procedures medicatiebeleid voldoen aan de eisen van geldende wet- en regelgeving en veldnormen. Aan de randvoorwaarden zoals een afgesloten retourbox waar

medicatie niet meer uitgehaald kan worden, is voldaan. Alleen de apotheek heeft een sleutel van de afgesloten retourbox. De apotheker neemt de retourmedicatie mee.

Ook ziet de inspectie dat het voorraadbeheer verloopt volgens het geldende

medicatiebeleid en wet- en regelgeving. In het medicatiebeleid staat dat de apotheek wekelijks op maandag de nieuwe baxterrollen met toedienlijsten aflevert. Op vrijdag wordt de medicatie bezorgd die niet in de baxterrollen zit. Zorgverleners vertellen dat de apotheek alle medicatie per boerderij in een gesloten krat aflevert. Voor ontvangst wordt getekend. De inspectie ziet dat per cliënt de losse medicatie en baxter in de medicatiekar aanwezig is.

In de procedure medicatiebeleid staan afspraken beschreven over het handelen bij medicatiewijzigingen in de avond, nacht en weekenden.

Norm 4.6

De zorgaanbieder zorgt voor een cultuur van leren en verbeteren. Binnen deze cultuur wordt methodisch gewerkt in de farmaceutische zorg.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Joris Zorg heeft met hulp van de taskforce in 2018, alle protocollen en medicatiebeleid bijgesteld en vastgesteld in januari 2019. Er zijn aandachtfunctionarissen opgeleid. Zij zijn betrokken bij de herziening van het medicatiebeleid. Joris Zorg werkt nauw samen met de (apotheekhoudende) huisartsen en apotheken.

De inspectie hoort van het management en leest in het verbeterplan 2019 dat in 2019 Medimo wordt aangeschaft en geïmplementeerd.

Norm 4.7 (valt samen met norm 3.2)

De zorgaanbieder gebruikt (bijna)incidenten, (bijna)fouten en klachten voor de verbetering van de medicatiezorg.

Deze norm is niet getoetst.

Norm 4.8

De zorgaanbieder voldoet aan de voorwaarden voor veilige medicatieoverdracht.

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker aan deze norm.

Bolle Akker heeft duidelijke afspraken gemaakt en vastgelegd over medicatieoverdracht in de keten. De afspraken zijn vastgelegd in het Geneesmiddelen Distributie Protocol.

De inspectie hoort van management en zorgverleners dat zij de vastgelegde afspraken kennen. Ook weten zij waar alle documenten staan. Zo leest de inspectie in het protocol dat bij een ziekenhuisopname de cliënt een kopie van de toedienlijst en het

medicatieoverzicht mee krijgt. Alle zorgverleners die de inspectie spreekt, vertellen dit ook. De inspectie ziet in de kast waar de medicatiekar staat, de map met daarin de actuele medicatieoverzichten per cliënt.

(21)

Pagina 21 van 23

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de

informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de geboden zorg door D’n Bolle Akker voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprekken met twee cliënten;

- Observatie van twaalf cliënten van twee huiskamers, zie uitleg over de methode hieronder;

- Gesprekken met drie uitvoerende medewerkers van afdeling;

- Gesprekken met het management(team);

- Zes cliëntdossiers van twee woonboerderijen van D’n Bolle Akker;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

- Een rondgang door afdeling van twee boerderijen, locatie D’n Bolle Akker.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent.

De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de

leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende

huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(22)

Pagina 22 van 23

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(23)

Pagina 23 van 23

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten

- Overzicht van ’de zorgprofielen van cliënten van de D’n Bolle Akker’;

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars op de bezochte locatie;

- Personeelssamenstelling 2017 Joris Zorg;

- Overzicht van ziekteverzuim en personeelsverloop van de te bezoeken locatie(s) van de laatste 12 maanden;

- Analyse verzuim 2019;

- Overzicht van scholing in de afgelopen twee jaar aan de medewerkers van deze locatie en de planning voor het lopende jaar;

- Overzicht van MIC-meldingen en daarvoor ingezette verbeteracties van deze locatie(s) van de laatste 12 maanden;

- Kwaliteitsplan Joris Zorg 2019-2021 , ‘Het hart van Joris’ 07-12-2018;

- Organogram Joris Zorg;

- Kwaliteitsproces Joris Zorg;

- Kwaliteitsplan 2019-2021 locaties D’n Bolle Akker-Groenendaal-Nachtegaal;

- Verbeterplan t.b.v. kwaliteitsbudget 2019, 04-02-2019;

- Audit februari 2019 D’n Bolle Akker;

- Jaardocument 2017 Joris Zorg, 03-04-2018;

- Brief Joris Zorg aan IGJ, reactie op conceptrapportage 08-05-2018, 28 februari 2019;

- Verslag Optimalisering MIC-procedure, 14-03-2019;

- Notulen teamvergadering D’n Bolle Akker, 21-02-2019;

- Notulen teamvergadering D’n Bolle Akker, 10-12-2018;

- Notulen gezamenlijk teamoverleg, 30-08-2018;

- Inzet externe behandelaren 2018;

- Inzet externe behandelaren januari 2019;

- Overzicht Middelen en Maatregelen 2018 D’n Bolle Akker;

- Overzicht Domotica 4e kwartaal 2018, D’n Bolle Akker;

- Beleidsnota Leven in vrijheid, versie 28-01-2019;

- Meetkaart medicatie 2018, versie februari 2018;

- Meetkaart toetsingskader verpleeghuiszorg IGJ 2018, versie maart 2018;

- Handboek kwaliteit de onderdelen:

o Zorgvuldige zorg rondom het levenseinde 06-02-2018;

o Geneesmiddelen Distributie Protocol voor alle cliënten zonder indicatie, 15-01-2019;

o Geneesmiddelen Distributie Protocol voor alle cliënten met indicatie behandeling, 15-01-2019;

- De Verpleegkundige Advies Raad (VAR): drie documenten;

- Scholingsplan 2018 en 2019;

- Aanwezigheid bij scholing 2018.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien een bestemmingsplan betrekking heeft op een gebied dat geheel of gedeeltelijk gelegen is binnen 200 meter van een (basisnet)transportroute voor ge- vaarlijke stoffen, moet

weduwe van de heer Albert Bosseloo († 2000) Geboren te Mere op 1 november 1926 en omringd door haar familie overleden in het.. UZ Gent op 21

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat zorgverleners wel oog hebben voor de wensen van cliënten en hierbij professionele afwegingen maken.. De inspectie leest en hoort over

Ook werken zorgverleners van de afdeling somatiek niet volgens alle afspraken uit de procedure voor de retourbox en retourmedicatie.. Module

Alvorens het traject van planontwikkeling te vervolgen en daartoe ook het overleg met de klankbordgroep (KBG), heeft Rijnhart Wonen de gemeente gevraagd kaders en..

Zorgverleners vertellen dat zij in het kader van het project voor de persoonsgerichte en veilige zorg meer aandacht hebben voor de eigen regie van de cliënt.. Een cliënt die

De inspectie hoort van verschillende gesprekspartners dat het beleid voor de Wet Zorg en Dwang (Wzd) op locatie Heemzicht in 2021 nog niet volledig is geïmplementeerd.. De

De inspectie leest in dit document geen informatie hoe Monte Bello inhoud geeft aan verschillende thema’s op het gebied van kwaliteit van zorg.. De bestuurders vertellen aan