• No results found

Verslag Vergadering Commissie Financiën en Beleidsuitvoering op woensdag 2 oktober 2019 te Almelo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag Vergadering Commissie Financiën en Beleidsuitvoering op woensdag 2 oktober 2019 te Almelo"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag

Vergadering Commissie Financiën en Beleidsuitvoering op woensdag 2 oktober 2019 te Almelo Aanwezig:

W.A. Siebring (voorzitter)

AB-leden: H. Alberts, J.A.G. Arkink, C. Bos, A.A. Broekman-Veltman, M. van Dijk, W.E. van de Griendt, E.J.

Meijboom, C.H.M. Mentink, P.R.C.M. Schnellen, W.H. Tromp en M.G.T. Wispels.

Fractie-ondersteuners: W.C.P.M. Bots, H. Kramer-Brunink, W. Mulder en K. de Vries.

Ambtelijk: R.I. Andringa (secretaris commissie), R. Horst (bestuurssecretaris).

Onderwerp Omschrijving

1. Opening De voorzitter heet alle aanwezigen van harte welkom bij de vergadering van de Commissie Financiën en Beleidsuitvoering. De agendapunten zijn beeldvormend en opiniërend van aard. Gestart wordt met een presentatie van agendapunten voor de komende tijd. Daarna volgt het punt over de aanpassingen van de belastingen.

I. Opiniërend

2. Aan de slag met de opgave van de commissie en inventarisatie behoefte van de commissie

De voorzitter geeft het woord aan de heer Andringa voor de presentatie.

De heer Andringa presenteert de opgaven van de commissie:

1. realiseren van duurzaam financieel beleid;

2. werken met een professioneel systeem van assetmanagement;

3. uitvoeren van alle begrotingsprogramma’s: watersysteem, waterketen en bestuur & organiseren;

Eerder was dit verdeeld over drie commissies, nu vallen de opgaven onder één commissie. In de komende agendacommissie wordt, in aanwezigheid van alle fractievoorzitters, besproken waar welke onderwerpen het beste passen.

4. de financiën van het waterschap.

Deze commissie staat voor de uitdaging om een duurzaam financieel beleid te realiseren binnen de kaders van het Bestuursakkoord. Samen zorgen voor een groter investeringskader, oplopend naar 50 miljoen per jaar tot minimaal 2028, en de tariefstijging omlaag laten bewegen. Met een stijgende investering en dalende tariefstijging moet de commissie zoeken naar ombuiging. Om tot ombuiging te komen moet het AB:

- inhoudelijke prioriteiten stellen;

- keuzes maken in kwaliteit, kosten en risico’s (assetmanagement);

- keuzes maken in financieel beleid.

Nu de taken in één commissie zijn ondergebracht, moet worden nagedacht over de vormgeving:

- Welke informatie is nodig om de controlerende taak over alle drie de programma’s goed uit te voeren?

(2)

- Welk mandaat is passend voor het DB?

- Hoe wil de commissie het reguliere beleid monitoren en welke informatie wil zij daarover hebben?

- Willen de commissieleden een protocol voor grote projecten? Welke projecten moeten uitgebreid via de commissie en welke projecten kunnen de leden eens per jaar in de jaarrekening volgen?

Wat zijn agendapunten voor de komende periode:

- verkenningen aanpassing belastingstelsel;

- bestuurlijke voortgangsrapportage 2019;

- programmabegroting 2020-2030;

- jaarrekening 2019;

- monitoring effectiviteit Kristalbad.

Graag vanuit de commissie de agenda voor de komende periode aanvullen en aangeven in welke vorm ze dat wil bespreken.

De voorzitter bedankt de heer Andringa en hoort graag van de commissieleden aanvullingen en prioriteiten op de agenda.

Mevrouw Broekman (VVD) brengt twee onderwerpen in:

- serieus kijken naar indicatoren om te monitoren;

- inventarisatie van verbonden partijen, met name de risico’s daarvan en de sturing die de commissie daarop heeft.

Mevrouw Broekman vraagt waar de voortgang van de regionale

energiestrategieën van meerdere partijen in de gaten wordt gehouden. De heer Andringa heeft de twee agendapunten genoteerd en beantwoordt de vraag. De regionale energiestrategieën betreft de bijdrage die het

waterschap met alle regionale partners levert aan de opdracht uit het klimaatakkoord. Daarom is dit onderdeel van de Commissie

Duurzaamheid. Mevrouw Broekman informeert waar de monitoring plaatsvindt. Het antwoord is dat de monitoring wel een taak is van de Commissie Financiën en Beleidsuitvoering.

De heer Van Keulen (Bedrijven) heeft een paar punten voor de agenda- inventarisatie.

- de nota bodembeheer voor het district Noord;

- de grijze stroom;

- de sluizen bij Junne en Mariënberg, graag op korte termijn.

De heer Schnellen (Bedrijven) ziet graag het arbo-management op de agenda. De voorzitter twijfelt of dat bij deze commissie hoort. Hij zoekt dit uit.

De heer Mulder (AWP) brengt als agendapunten in:

- het beheer (ook wat buiten Assetmanagement valt) op orde;

- handhaving van de veiligheid.

De heer Mulder ziet graag meer sturing op grote en/of belangrijke projecten door deze in de commissie te behandelen.

(3)

Hij wil hier doorpraten over het waarom, de effecten op het klimaat en de duurzaamheid. Projecten die gaan over weinig geld, weinig ambitie of weinig risico kunnen mogelijk een mandaat krijgen.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk) heeft als extra punten voor de agenda:

- de uitkomsten van de doelmatigheids- en doeltreffendheids- onderzoeken;

- goede normering van het weerstandsvermogen;

- verkenning van de mogelijkheden met het brede welvaartsbegrip;

- informerende bespreking van de hoofdlijnen van de financieringsfunctie van het waterschap.

De heer Alberts (Natuur) voegt als agendapunt toe:

- een lijst van kleinere obstakelvrije projecten. Deze lijst kan worden uitgevoerd als een post geld overhoudt. Mocht deze lijst nog niet bestaan, dan graag samenstellen.

De voorzitter dankt voor de inbreng van voldoende agendapunten.

3. Aanpassing belastingstelsel Portefeuillehouder Stegeman sluit aan.

De voorzitter geeft het woord aan de heer Donker, strategisch adviseur juridische zaken.

De heer Donker informeert de commissie kort over het belastingsysteem, de huidige waterschapbelastingen, de aanleiding om het belastingstelsel te wijzigen en het procesvoorstel van de Unie van Waterschappen.

Het waterschap is verantwoordelijk voor het watersysteembeheer en het zuiveringsbeheer. De kosten voor deze taken worden gefinancierd vanuit de belastingen:

- watersysteemheffing en de verontreinigingsheffing (de directe lozingen op het oppervlaktewater) voor het watersysteembeheer;

- zuiveringsheffing (de indirecte lozingen, die op de riolering) voor het zuiveringsbeheer.

De zuiveringsheffing is op basis van de vervuiler betaalt en de heffing wordt opgelegd via forfaits of via daadwerkelijke meting. De

verontreinigingsheffing wordt ook bepaald door de mate en hoeveelheid van afvalwater. De heffing wordt opgelegd via forfaits of daadwerkelijke meting. De watersysteemheffing is op basis van solidariteit en profijt. Hier zijn vier categorieën belastingplichtig:

- Inwoners betalen heffing per woonruimte.

- Eigenaren van woningen en bedrijven betalen een percentage van de WOZ-waarde.

- Eigenaren van ongebouwde grond, landbouwgrond, bouwgrond spoorwegen en gewone wegen betalen een prijs of heffing per hectare.

(4)

- Eigenaren van natuurterreinen betalen een heffing per hectare.

Een aantal jaar geleden heeft de OESO een onderzoek gedaan naar het waterbeheer in Nederland. Daaruit kwamen de vragen:

- Is het huidige belastingstelstel duurzaam en toekomstbestendig?

- Moeten economische prikkels in het systeem worden verbeterd?

Bij de waterschappen was er een interne discussie over:

- de zogenaamde ‘weeffout’ (het kostentoedelingspercentage voor ongebouwd wordt mede bepaald door de wegen en spoorwegen en de waarde daarvan);

- de lage bijdrage van de categorie natuur.

De Commissie Aanpassing Belastingstelsel is in 2016 gestart en heeft in 2018 voorstellen opgeleverd. De Unie van Waterschappen heeft eind 2018 besloten dat deze voorstellen niet leiden tot een oplossing voor alle waterschappen. De Unie van Waterschappen heeft nu een nieuw voorstel om verder te gaan met het aanpassingsproces van het belastingstelsel. De vraag aan de commissie is of die het eens kan zijn met het voorstel dat er ligt en of die eind 2020 tot een besluit kan komen.

De voorzitter bedankt de heer Donker. De commissie krijgt gelegenheid om vragen te stellen met daarbij het verzoek om te denken aan de vraag of de Commissie Financiën en Beleidsuitvoering akkoord kan gaan met het voorgestelde proces door de Unie van Waterschappen. Op de volgende vergadering staan veel agendapunten van het waterschap en dan moet ook hierover worden besloten. De voorzitter geeft het woord aan de heer Alberts.

De heer Alberts (Natuur) stelt dat de hoofdopdracht van de OESO ging over het maken van een toekomstbestendig en een eenvoudig uitvoerbaar belastingstelsel. Dat kader mist de heer Alberts in deze stukken. Hij geeft als aanbevelingen en opmerkingen mee:

- Betrek externe partijen in een actieve rol. Zorg voor draagvlak.

- Benut specifieke kennis en expertise vanuit de stakeholders. Neem de stakeholders serieus om latere problemen te voorkomen.

- Kies voor zorgvuldigheid en unanimiteit in plaats van snelheid. Wees voorzichtig met een kort en goed proces.

- Hij mist in het conceptvoorstel aandacht voor een- en tweepersoonshuishoudens.

- De zeefmethode wekt een shocking gevoel op, niet in de lijn van het OESO-rapport en niet in de lijn van Vechtstroom.

- In het verhaal ontbreken de synergievoordelen van het betrekken van externe partijen in dit totaal en ook in relatie tot de Omgevingswet.

De voorzitter bedankt de heer Alberts en geeft het woord aan de heer Van de Griendt.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk) verkiest zorgvuldigheid boven snelheid.

(5)

Voor de partij staat het voorstel van de OESO nog steeds voorop, dus een integrale herijking en totaaloplossing.

De positie van een- en tweepersoonshuishoudens ligt in de

Waterschapswet, maar van de partij mag de Unie van Waterschappen die lobby steunen. In het procesvoorstel staat het voorstel een stuurgroep op landelijk niveau te vormen. De heer Van de Griendt stelt dat de

verschillende doelgroepen zich daar goed in moeten kunnen herkennen.

Hij geeft de gedachte mee dat overeenstemming tussen politieke partijen makkelijker te vinden is dan tussen 21 waterschappen.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk) vraagt of het voorstel over de aanpassing van het woonruimteforfait gaat over een of over twee eenheden. Hij vraagt toelichting op de term beperkte lastenverschuiving.

Dat is multi-interpretabel en zou meer afgebakend kunnen worden.

De voorzitter bedankt de heer Van de Griendt en geeft het woord aan de heer Meijboom.

De heer Meijboom (50Plus) spreekt ook namens de Ouderenpartij en geeft aan dat beide partijen het breed gedragen Bestuursakkoord niet hebben ondertekend. Reden hiervoor was een niet-sterke onderbouwing voor een wijziging van de twee vervuilingseenheden per tweepersoonshuishouden.

Dit is een cruciaal punt, gezien de samenstelling van de achterban van beide partijen. Hij is verheugd dit nu terug te zien in het Bestuursakkoord en ziet dit punt graag op de agenda. De heer Meijboom hoopt op massale steun op de weg naar een wijziging in de wet. Daarna zetten 50Plus en de Ouderenpartij alsnog hun handtekening.

De voorzitter bedankt de heer Meijboom en geeft de heer Wispels het woord.

De heer Wispels (AWP) herkent zich in de toon van de heer Alberts over het voorliggende resultaat. Door de zeefmethode worden zaken gefilterd die voor Vechtstroom wel van belang zijn. De heer Wispels mist de koppeling met OESO en vindt goed en zorgvuldig belangrijk. De heer Wispel vindt dat met uniformiteit weinig wordt bereikt, want Vechtstroom heeft andere belangen dan een waterschap in het Westen. Hier heb je als ingezetene een WOZ-waarde die verschilt van de WOZ-waarde-

ontwikkeling bij bedrijven. De voorzitter bedankt de heer Wispels en geeft het woord aan de heer De Vries.

De heer De Vries (CU) verkiest zorgvuldigheid boven de snelheid. De partij heeft een voorkeur voor een toekomstbestendig en duurzaam

beleidsvoorstel en daarvoor is 2019 te snel. De heer De Vries noemt de aandacht in de vorige bestuursperiode voor tariefdifferentiatie in een-, twee-, drie- en vierpersoonshuishoudens. Nu wordt alleen de aandacht gevraagd voor tweepersoonshuishoudens. Hij wil dit graag weer breder trekken. De heer De Vries is van mening dat de betrokkenheid van stakeholders zwaarder mag worden ingezet.

(6)

Hij doet de suggestie om de informatie die dit overleg oplevert, zo veel mogelijk om te zetten in concrete voorstellen.

De voorzitter bedankt de heer De Vries en geeft het woord aan de heer Van Keulen.

De heer Van Keulen (Bedrijven) kan zich vinden in de woorden van de heer Alberts. De landelijke VNCOW-bedrijvenorganisatie zal niet voor de zomervakantie met een landelijk standpunt komen. Daarom pleit de heer Van Keulen voor zorgvuldigheid in plaats van snelheid. De heer Van Keulen waarschuwt voor een lange lijdensweg en niet meer voldoen aan de doelstellingen van de OESO-vraag.

De voorzitter bedankt de heer Van Keulen en geeft het woord aan de heer Mentink.

De heer Mentink (Landbouw) meldt dat voor hen ook de zorgvuldigheid bovenaan staat. Hij adviseert niet alles om te gooien en rekening te houden met verschillen tussen waterschappen. De heer Mentink vindt uitlegbaarheid naar betrokkenen belangrijk.

De voorzitter bedankt de heer Mentink en geeft het woord aan mevrouw Broekman.

Mevrouw Broekman (VVD) deelt dat zorgvuldigheid voor snelheid gaat.

Maar als het proces al vanaf 2016 bezig is en het pas eind 2020 tot een besluit komt, dan is er volgens haar iets fout gegaan in het proces, omdat het zo lang heeft geduurd. Misschien is de commissie met het verkeerde proces bezig geweest.

Als dan een zeefmethode wordt gebruikt, dan blijft niet iets beters over.

Het blijft een proces dat niet goed is. Mevrouw Broekman heeft begrip voor de urgentie in de weegfout, omdat dat iets oneerlijks blijft. Daar kan snelheid wel van belang zijn. Kan dat eruit gehaald worden om separaat hersteld te worden? Mevrouw Broekman pleit voor een robuust systeem dat minstens tien jaar blijft bestaan zonder de weegfouten.

De voorzitter bedankt mevrouw Broekman en geeft het woord aan de heer Bos.

De heer Bos (CDA) roept op tot het simpel houden en maken van beperkte aanpassingen. Hij vraagt in hoeverre het nodig is een gemeenschappelijk stelsel te hebben of dat Vechtstroom de eigen koers kan blijven varen met differentiatie op zijn eigen manier.

De voorzitter bedankt de heer Bos en geeft het woord aan de heer Stegeman om te reageren.

De heer Stegeman vindt dat er interessante vragen zijn gesteld. Hij antwoordt dat een stuurgroep vanuit 21 partijhouders financiën wordt gevormd. Het blijft uiteraard de vraag in hoeverre deze stuurgroep politiek representatief is voor Nederland.

(7)

De heer Stegeman legt uit dat het voorliggende procesvoorstel is gemengd met inhoud. De heer Stegeman heeft de indruk dat gekozen is voor de weg van de minste weerstand. In het voorstel zijn punten opgenomen die de Unie van Waterschappen unaniem draagt.

Punten van discussie binnen de Unie van Waterschappen zijn niet opgenomen in het voorstel. Vanuit het Bestuursakkoord is aandacht gevraagd voor het woningforfait, maar door het ontbreken van draagvlak in de Unie van Waterschappen is dit niet opgenomen.

De heer Stegeman vindt het terecht dat de VVD opmerkt dat de zeefmethode andersom heeft gewerkt. Daardoor ontbreken zaken waarover het AB graag samen wil besluiten.

De heer Stegeman legt uit dat de Unie van Waterschappen toch met een voorstel is gekomen vanuit solidariteit met een aantal waterschappen die hun plafond bereiken met de huidige systematiek. Hij vindt dit een dalende weg en niet de weg om vanuit OESO te komen tot een duurzaam en krachtig stelsel. Het DB vreest een herhaling van zetten tijdens het eerdere proces dat stopte bij de staatsecretaris.

Het DB ondersteunt zorgvuldigheid boven snelheid, vindt draagvlak vanuit de samenleving een belangrijke factor en ziet het belang van een actieve rol. Het DB geeft daarom in het vervolgtraject aan dat instemmen op basis van solidariteit te veel is gevraagd.

De heer Stegeman antwoordt op de vraag van de heer Van de Griendt dat het DB multi-interpretabel ook graag concreet verwoord ziet als een tariefwijziging beneden of boven 5% van de norm.

De heer Stegeman sluit af met de conclusie dat de commissie en het DB op één lijn staan.

De voorzitter bedankt de heer Stegeman en geeft gelegenheid tot het stellen van nieuwe vragen en/of geven van suggesties.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk) vraagt om transparantie van informatie naar de commissie. Verder stelt hij voor dat in verband met veel nieuwe commissieleden de oorspronkelijke voorstellen van het CAB worden gedeeld om zo allemaal over dezelfde uitgangspunten te beschikken. De heer Van de Griendt geeft de suggestie dat dit bij een tariefwijziging boven de 5%-norm langzaam wordt ingedaald.

De heer Wispels (AWP) vindt de voorstellen van Water Natuurlijk zeer goed.

De heer De Vries (CU) wijst erop dat in het begeleidende memo van de organisatie expliciet de aandacht voor een- en tweepersoonshuishoudens genoemd staat, maar dat er nog geen antwoord is gegeven.

Mevrouw Broekman (VVD) stelt dat de unanimiteit binnen de commissie duidelijk is, maar vraagt ook aandacht voor de mogelijkheid dat in 2019 toch wordt ingestemd met dit voorstel.

(8)

Ze vraagt wat dat betekent voor de commissie en hoe de commissie dat dan nog zo veel mogelijk naar haar zin kan inrichten.

De voorzitter geeft de heer Stegeman gelegenheid om te reageren.

De heer Stegeman is bereid te faciliteren in een masterclass om nieuwe commissieleden goed te informeren over eerdere voorstellen vanuit CAB en de redenen van het niet doorgaan.

Toezegging: Portefeuillehouder Stegeman zegt toe een masterclass over het belastingstelsel te organiseren.

De heer Stegeman is het eens met de oproep om transparantie en zegt toe te zorgen dat alle inbreng wordt gedeeld met de commissie.

De heer Stegeman bevestigt dat het goed is om alert te zijn en rekening te houden met een plan B.

De heer Stegeman reageert dat de vraag van de heer De Vries wel is beantwoord door te spreken over het woningforfait. Het woningforfait is impliciet aandacht voor een-, twee-, drie- en vierpersoonshuishoudens in plaats van het huidige systeem. Het DB heeft daar zeer uitdrukkelijk aandacht voor gevraagd.

De heer Stegeman vindt het een interessante gedachte om bij een uitkomst die leidt tot een wijziging van meer dan 5%, te denken aan een groeimodel. Op dat moment wordt echter het principiële punt van beperkte gevolgen verlaten. Dit is dus onderdeel van plan B.

De voorzitter geeft het woord aan de heer Van de Griendt.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk) stelt voor om in het klankbordproces een groep te vormen vanuit verschillende politieke partijen en organisaties.

De heer Stegeman reageert dat hij geen enkel proces buiten deze kamer kan en wil weerhouden, maar vraagt zich af of het verstandig is. Op deze manier ontstaat een grote kans dat het uiteindelijk in de Tweede Kamer komt en het is beter om zelf de sturing te behouden.

De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Keulen.

De heer Van Keulen (Bedrijven) vraagt of het waterschap zich, ondanks een minderheidspositie, altijd moet houden aan wat de Unie van

Waterschappen bedenkt.

De heer Stegeman antwoordt dat het belastingstelsel onderdeel is van landelijke wetgeving die door de Eerste en Tweede Kamer wordt

geaccordeerd. Het toestaan van regionale verschillen maakt de kans van slagen wel groter, maar dat gaat juridisch en wetstechnisch de nodige hobbels geven.

De voorzitter geeft het woord aan de heer Mulder.

(9)

De heer Mulder (AWP) is voor een masterclass, maar vraagt of er ook een set documenten of een link naar documenten beschikbaar is.

Toezegging: De heer Stegeman zegt toe voor bijbehorende documenten voor de masterclass te zorgen.

De voorzitter geeft het woord aan de heer Andringa om als secretaris toe te lichten hoe dit proces in de volgende commissievergadering en AB- vergadering aan de orde komt.

De heer Andringa deelt mee dat het bestuur van de Unie van

Waterschappen beide voorstellen en het procesvoorstel op 11 oktober 2019 in de ledenvergadering bespreekt. Bij deze vergadering is de watergraaf van Waterschap Vechtstromen aanwezig. Afhankelijk van de uitkomst van de ledenvergadering wordt het voorstel aangepast, ongewijzigd verder gebracht of niet verder gebracht.

In het geval van ongewijzigd of aangepast verder brengen, zal de

commissie voor het einde van het jaar moeten laten weten of ze zich kan vinden in het voorstel om via een zeefmethode eind 2020 toe te werken naar een voorstel voor aanpassing van het belastingstelsel.

Het debat van vandaag wordt dan nogmaals gevoerd, maar aan de hand van een definitief stuk.

Het DB zorgt tijdens de vergaderingen van november voor stukken met onderbouwingen, argumenten en risico’s om zo het gesprek te voeren.

De voorzitter bedankt de heer Andringa. De voorzitter concludeert dat de commissieleden redelijk dezelfde mening hebben en dat de heer Kuks de standpunten meeneemt naar de ledenvergadering. De voorzitter bedankt voor de discussie.

II. Algemeen

4. Afronding en sluiting De voorzitter opent de rondvraag.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk) vraagt of in de toekomst alle DB-leden aanwezig kunnen zijn, omdat deze commissie betrokken is bij de beleidsvoering van alle programma’s. De voorzitter begrijpt de

overweging, maar stelt dat de aanwezigheid afhankelijk van de agenda zal zijn.

De voorzitter geeft een compliment voor de betrokkenheid van iedereen deze dag en sluit de vergadering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zaak: Brief derden - Consumentenbond Claimservice te Amsterdam - 22 maart 2019 Verzoek Consumentenbond Claimservice om gesprek met vaste commissie voor Financiën

De Erfgoedverordening gemeente Terschelling 2018 vaststellen met in acht name van de in de Nota Inspraak concept Erfgoedverordening Terschelling 2018 – versie 23 oktober

Als de ontwikkelaar of aannemer deze extra investeringskosten toch als een risico ziet, dan kan gekozen worden voor een ESCo (Energy Service Company; een bedrijf waaraan

Wat onze fractie betreft mag de zienswijze worden aangevuld door hier extra aandacht voor te

Aangaande dit verzoek bracht de Commissie tusschentijds advies uit aan den Minister van Binnenlandsche Zaken; mede gelet op het feit, dat deze morgenuitzendingen een experiment

Vraag: raadslid Tanguy Veys merkt op dat het feit dat de Bosgroep zijn werkingssubsidie van 100 000 euro aan de Provincie afdraagt in ruil voor huisvesting.. boekhoudkundig

De mogelijkheid om te variëren in modellen voor de rekenkamerfunctie is zowel tijdens de behandeling in het Parlement als in de jaren daarna bepleit met het argument dat

Dijsselbloem - 14 juli 2014 Antwoorden op vragen van de commissie over het voornemen om strategische samenwerkingsverbanden van Gasunie en TenneT toe te staan - 28165-179 Besluit: