• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 03 augustus 2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 03 augustus 2018"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN vrijdag, 03 augustus 2018

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Graaf Leopold Lippens, Burgemeester;

Kris Demeyere, Jan Morbee, Daniel Despiegelaere, Annie Vandenbussche, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig : Piet De Groote, Schepen

Verontschuldigd : Anthony Wittesaele, Philippe Vlietinck, Schepenen

Ruimtelijke ordening - Aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning op naam van dhr. Tanghe Dany en mevr. Braet Katrien tot het bouwen van een

eengezinswoning, type gesloten bebouwing gelegen Stuurboord 17.

Dossiernummer: 2018/286 OMV-nummer: OMV_2018057406

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door de heer TANGHE Dany mevrouw BRAET Katrien werd per beveiligde zending verzonden op 15 mei 2018.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 5 juni 2018.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Stuurboord 17, 8301 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving:

Afdeling KNOKKE-HEIST 6 AFD (HEIST), sectie B, 0497 A, 0494.

Het betreft een aanvraag tot bouwen van een eengezinswoning, type gesloten bebouwing

De aanvraag omvat:

- stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Volgens het Gewestplan Brugge-Oostkust van 7 april 1977 gelegen in woonuitbreidingsgebied en in de verkaveling WVI 614/1 van 23 mei 2013.

2. Historiek

Braakliggend perceel.

(2)

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

Braakliggend perceel gelegen in een vergunde verkaveling van WVI van 23 mei 2013.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het betreft een aanvraag tot bouwen van een eengezinswoning, type gesloten bebouwing

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er werd advies gevraagd aan de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) en aan de riooldienst op 05/06/2018

6. Project-MER Niet van toepassing.

7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 2 augustus 2018. Het advies voorwaardelijk gunstig.

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

a) Planologische toets

Het ontwerp beantwoordt aan de voorschriften van de goedgekeurde verkaveling WVI van 23/05/2013 met nr 614/1. Er zijn evenwel bijzondere voorwaarden opgelegd bij de omgevingsvergunning (zie hieronder).

b) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stuurboord een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

c) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.

Stedenbouwkundige hemelwaterverordening dakverharding + terreinverharding

Er is voldaan aan de gemeentelijke/provinciale/gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.

De dakoppervlakte van elke woning watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter met overloop naar een infiltratievoorziening van 5.000 liter. Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toiletten en dienstkranen. Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens.

d) Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

(3)

e) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

f) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

g) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

h) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

i) Scheidingsmuren

De woning wordt tot tegen de twee zijperceelgrenzen ingeplant.

Er worden twee scheidsmuren gerealiseerd van de woning en ook van het garagegebouw met de aanpalende percelen.

De aangegeven inplanting en weergave van de scheidsmuren in het bouwvoorstel is passend en conform:

dragende muur op enkele centimeters van de zijperceelgrenzen en ruimte voor helft isolatie op het eigen perceel.

Overeenkomst met buren in opmaak: Lot 5.19 bouwt hogere woning en mag

bovendaks van 5.18 paramentafwerking voorzien over de perceelsgrens. Dit dient dan wel paramentsteen te zijn of gelijkaardig aan deze van de woning lot 5.19 en niet deze van lot 5.18. Lot 5.17 bouwt lagere scheidsmuur en woning lot 5.18 mag zijn dagzomende scheidsmuurdelen afwerken met Etics

gevelsysteem: steenstrips type voorgevelparament lot 5.18 op vaste isolatie.

j) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

k) Goede ruimtelijke ordening

De vormgeving van de gebouwen in deze bouwaanvraag voldoet op afdoende wijze aan de doelstelling om een kwalitatieve architectuur te realiseren volgens de traditionele lokale bouwstijl.

De aangegeven en voldoende gedetailleerde traditioneel architectonische elementen in de voorgevel dienen ook effectief gerealiseerd te worden. Zo niet dan wordt afbreuk gedaan aan de beeldkwaliteit en de vereiste harmonische plaatselijke ruimtelijke ordening en omgevingskwaliteit in de verkaveling Heulebrug.

l) Resultaten openbaar onderzoek Niet van toepassing.

m) Bespreking adviezen

Er werd een voorwaardelijk gunstig advies van WVI ontvangen op 10 juli 2018 en een gunstig advies van de Riooldienst ontvangen op 9 juli 2018.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door de heer TANGHE Dany mevrouw BRAET Katrien inzake bouwen van een eengezinswoning, type gesloten bebouwing, gelegen te Stuurboord 17, 8301 Knokke-Heist te vergunnen.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- de afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes);

- de normbepalingen van hoofdstuk 3 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid worden nageleefd;

(4)

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

- De voorwaarden gesteld in het advies van de WVI van 10 juli 2018 en het advies van de riooldienst op 09/07/2018 dienen strikt te worden nageleefd.

- De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heist

Er worden bijzondere stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd:

Voorgevel

De aangegeven inplanting en weergave van de scheidsmuren in het bouwvoorstel is passend en conform:

- Dragende muur op enkele centimeters van de zijperceelgrenzen en ruimte voor helft isolatie op het eigen perceel.

- Overeenkomst met buren in opmaak:

Lot 5.19 bouwt hogere woning en mag bovendaks van 5.18 paramentafwerking voorzien over de

perceelsgrens. Dit dient dan wel paramentsteen te zijn of gelijkaardig aan deze van de woning lot 5.19 en niet deze van lot 5.18.

Lot 5.17 bouwt lagere scheidsmuur en woning lot 5.18 mag zijn dagzomende scheidsmuurdelen afwerken met Etics gevelsysteem: steenstrips type voorgevelparament lot 5.18 op vaste isolatie.

Hoogtes:

Pas gelijkvloers dient gelegen te zijn tussen 0,15m en 0,40 m t.o.v. peil van de boordsteen van de voorliggende rijweg.

Muren:

Plintstrook is essentieel traditioneel architectonisch element dat effectief dient gerealiseerd te worden opdat gehele voorgevel voldoende passend zou zijn met de verkavelingsvoorschriften.

De erfscheiding langs de grenzen van het perceel worden nader omschreven als:

- Levende haag (Ligustrum Vulgare) van 2,1 m hoog op perceelsgrens met aanpalende buren.

De inplanting van de haag dient:

- op de gemeenschappelijke zijperceelgrens met akkoord van buur inzake type en hoogte van de haag, - of op minstens 0,5 m van de gemeenschappelijke zijperceelgrenzen met de buren.

Ook is aangegeven dat er voorlopige draad en palen worden voorzien op de zijperceelgrens.

Openingen:

Alle raamopeningen zijn conform qua verhoudingen mits er effectief tussenstijlen van min. 0,1m in blauwe hardsteen worden voorzien in de gecombineerde ramen.

Er zijn twee conforme raamopeningen voorzien in het dakvolume aan de voorgevelzijde op de verplichte voorbouwlijn.

De raamlintelen in de voorgevel zijn nader omschreven:

- Op de voorgeveltekening een rollaagdetail aangegeven boven de gevelopeningen in de voorgevel.

- In materiaalbeschrijving: klassieke rollaag met rechte uitvoering.

Dit is een essentieel traditioneel architectonische detaillering die effectief gerealiseerd dient te worden.

Elementen:

Er wordt in de bouwaanvraag een aanduiding gegeven van gemetste traditionele schoorsteenelementen.

Utilitaire dak- of voorgeveldoorsteken zijn niet zichtbaar in de voorgevel. Dit dient als voorwaarde opgelegd te worden bij de vergunning dat dit ook zo zal uitgevoerd worden.

Garages:

Er is een raamopening voorzien in het dakvlak van de garage gericht naar de openbare binnenstraat middels raam in dakkapel. Dit is conform. Dit is verplicht te realiseren.

Deze regel heeft tot doel dat deze “binnenstraat” voldoende “ogen” heeft in aanpalende gebouwen zodat een behaaglijk en veilig gevoel wordt bekomen voor gebruikers en passenten in deze publieke ruimte.

(5)

3. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_K669Heulebrug518_I_N_01_inplantingsplan.

pdf

N_01_inplantingspl an

8h5Xg9MmekcX3HrAEXaopg

==

BA_K669Heulebrug518_P_N_05_funderingsplan.

pdf

N_05_funderingspla n

2vzaSLYGRZscZ68j9YLP+Q==

BA_K669Heulebrug518_P_N_06_rioleringsplan.p df

N_06_rioleringsplan Z7KyZznM2kbvouYIIwtlAA==

BA_K669Heulebrug518_P_N_02_plan verdieping.pdf

N_02_plan verdieping

lJX7E+V3vn/8h/j48HYQbQ==

BA_K669Heulebrug518_P_N_03_plan zolder.pdf N_03_plan zolder Ph9RVevPiapQMuNaigxMpA

==

BA_K669Heulebrug518_P_N_04_dakenplan.pdf N_04_dakenplan LFnpKMJyuqfiP1PuphpXiQ==

BA_K669Heulebrug518_P_N_01_grondplan.pdf N_01_grondplan 9anOXf4xsN+6CoEJTgNj2g==

BA_K669Heulebrug518_G_N_06_garage straatgevel noord.pdf

N_06_garage straatgevel noord

k/ySePXhAqBn1ncaz1+Z9A==

BA_K669Heulebrug518_G_N_04_zijgevel west - wachtgevel.pdf

N_04_zijgevel west - wachtgevel

JrZFwXVhkpgvGMIlkeg4Mw=

= BA_K669Heulebrug518_G_N_05_garage

binnengevel zuid.pdf

N_05_garage binnengevel zuid

sZSDF86j9gDxdQVOXAUAFw

==

BA_K669Heulebrug518_G_N_01_voorgevel zuid.pdf

N_01_voorgevel zuid

9JNRa5GYaxG5Jzf1fUfqPQ==

BA_K669Heulebrug518_G_N_02_achtergevel noord.pdf

N_02_achtergevel noord

74ombgzBZbyxoCdwKkuOvw

==

BA_K669Heulebrug518_G_N_03_zijgevel oost - wachtgevel.pdf

N_03_zijgevel oost - wachtgevel

6PaihbJ9RtJjQ3kzDR0OuQ==

BA_K669Heulebrug518_S_N_01_snede AA hoofdbouw.pdf

N_01_snede AA hoofdbouw

SPJoLUWQ4SGuxhOCISZKEQ

==

BA_K669Heulebrug518_S_N_02_snede AA garage.pdf

N_02_snede AA garage

cMoSesvU3NmqWpIIzi4iLw=

= BA_K669Heulebrug518_T_N_01_terreinprofiel

XX.pdf

N_01_terreinprofiel XX

sHHeysgtxKBomKUUu1Lujw=

=

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de

(6)

regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing.

De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die

(7)

ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

(8)

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens

Voor eensluidend uittreksel :

De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

© 3-8-2018 13:50:00 – Knokke-Heist Ive De Kesel (Authentication)

Digitaal ondertekend door Ive De Kesel (Authentication)

DN: SERIALNUMBER=89090717988, G=Ive François, SN=De Kesel, CN=Ive De Kesel (Authentication), C=BEDatum: 2018.08.09

10:36:59+02'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling