30% regeling
De werkgever kan er ook voor kiezen om de werkelijke extraterritoriale kosten aan de werknemer te vergoeden. De 30%-regeling geldt ook als u gebruik maakt van de werkkostenregeling.
Als u de 30%-regeling niet wilt of kunt gebruiken, mag u toch een vrije, dus onbelaste, vergoeding geven voor de extra kosten van het tijdelijke verblijf in of buiten Nederland. U moet dan de werkelijke, in redelijkheid gemaakte, extra kosten aannemelijk maken. Maakt u wel gebruik van de 30%-regeling en geeft u daarnaast ook een vergoeding of verstrekking voor tijdelijk verblijf, dan is de vergoeding of verstrekking belast.
INRICHTING STAMGEGEVENS WERKNEMER Tabblad 30% regeling
- Rubriek ‘30% regeling’, activeert u indien de 30% regeling toegepast moet worden - Rubriek 'Soort basisloon' hier heeft u 2 invul mogelijkheden:
o Basisloon exclusief onbelaste vergoedingen (als netto vergoeding via looncomponent 117)
o Basisloon inclusief onbelaste vergoedingen (als netto vergoeding via looncomponent 117 en bruto aftrek via looncomponent 050)
Beide methodes zijn door de belastingdienst toegestaan. Welke methode u kiest is afhankelijk van de loon afspraken die u met de werknemer maakt. In de bovenstaande voorbeelden is het nettoloon als uitgangspunt genomen. Bij het toepassen van een vakantiegeld en een pensioenregelingen kunnen er verschillen ontstaan al naar gelang welke regeling wordt toegepast. Het is daarom van belang om dit van te voren met de werknemer af te stemmen.
Raadpleeg het hoofdstuk Voorbeelden om de verschillende methodes te zien.
LOONCOMPONENT
Het looncomponent voor de 30%-regeling is al voor u aangemaakt, CASHLonen gebruikt afhankelijk van de inrichting (zie hierboven) het belaste looncomponent 050 en het onbelaste looncomponent 117, zie Stamgegevens > Looncomponent of de printscreens hieronder.
De tabbladen zijn al voor u ingericht.
- Rubriek 'Toetsing norminkomen', U moet tijdens de looptijd van de beschikking toetsen of uw werknemer nog aan de inkomensnorm voldoet. Als het loon in een jaar lager is dan de geïndexeerde norm, vervalt de 30%-regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat jaar. U moet dan uw eerdere aangiften corrigeren. Als het arbeidscontract in de loop van een kalenderjaar begint of eindigt, herrekent u het loon naar een jaarloon. Voldoet de werknemer later wel weer aan de inkomensnorm, dan mag u de 30%- regeling niet meer toepassen.
Er zijn diverse invul mogelijkheden voor de toetsing:
Standaard toetsing
Bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd, in 2021 is er sprake van een specifieke deskundigheid als uw werknemer een belastbaar jaarloon heeft van minimaal € 38.961 (exclusief de gerichte vrijstelling).
Werknemer bezit een wetenschappelijk mastertitel
Voor werknemers die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel hebben behaald of een gelijkwaardige buitenlandse titel, en die jonger zijn dan 30 jaar, is deze inkomensnorm € 29.616,- (exclusief de gerichte vrijstelling). Werknemers met een universitaire mastertitel voor wie de verlaagde inkomensnorm geldt, moeten vanaf de maand die volgt op de maand waarin zij 30 jaar worden, voldoen aan de hogere norm van € 38.961,- (exclusief de gerichte vrijstelling).
Geen toetsing
Aan bepaalde werknemers mag zonder nader bewijs, maximaal 30% van het loon inclusief de vergoeding als onbelaste vergoeding gegeven worden (onder de werkkostenregeling: gerichte vrijstelling) voor de
extraterritoriale kosten. In plaats daarvan mag u ook maximaal 30/70 van het loon exclusief de vergoeding geven
als onbelaste vergoeding. Hierbij moet u wel rekening houden met het norminkomen van €38.961,- (jaar afhankelijk) exclusief de onbelaste vergoeding.
Voorbeeld 1
Het loon inclusief de vergoeding is € 60.000.
De onbelaste vergoeding van extraterritoriale kosten is maximaal 30% x € 60.000 = € 18.000.
Voorbeeld 2
Het loon inclusief de vergoeding is € 40.000.
Omdat het inkomen exclusief vergoeding minimaal € 38.961 moet zijn, kunt u maximaal een vergoeding geven van € 40.000 - € 3.889 = € 1.039.
Voorbeeld 3
Het loon exclusief de vergoeding is € 40.000.
De onbelaste vergoeding van extraterritoriale kosten is maximaal 30/70 x € 40.000 = € 17.143.
Als u meer dan het maximumbedrag vergoedt of verstrekt, dan is dit meerdere loon voor de loonheffingen.
Maakt u gebruik van vrije vergoedingen en verstrekkingen, dan mag u daarover loonbelasting/premie
volksverzekeringen betalen door de eindheffing toe te passen voor loon dat bezwaarlijk is te individualiseren.
Hiervoor geldt het tabeltarief.
Uitgezonden werknemer
De werkgever kan gebruikmaken van de 30%-regeling voor een uitgezonden werknemer als de werknemer in een periode van 12 maanden ten minste 45 dagen in het buitenland verblijft.
---
- Rubriek 'Ingangsdatum', in deze rubriek vult u de begindatum in vanaf het moment dat de 30% regeling toegepast moet worden.
- Rubriek 'Einddatum', in deze rubriek kunt u een einddatum ingeven, zodat na die datum de 30%-regeling niet meer wordt toegepast
- Rubriek 'Jaarinkomen voor volledig jaar', hier vult u het jaarloon van de werknemer in, als het
arbeidscontract in de loop van een kalenderjaar begint of eindigt, herrekent u het loon naar een jaarloon.
De help in CASHLonen proberen wij zo uitgebreid mogelijk de onderwerpen te beschrijven en up to date te houden. U blijft zelf ook verantwoordelijk voor het vergaren van de juiste informatie en bedragen.
VOORBEELDEN
Deze voorbeeld berekeningen zijn gebaseerd op het kalenderjaar 2021
Norminkomen
- ingekomen werknemers € 38.961,00 / 12 perioden = € 3.246,75
- werknemers met een masterdiploma onder de 30 jaar € 29.616,-- / 12 perioden = € 2.468,--
Voorbeeld 1
Inrichting stamgegevens van de werknemer:
- Soort basisloon : Basisloon exclusief onbelaste vergoedingen - Toetsing norminkomen : Standaard toetsing
Berekening van de 30% regeling is: 30/70 x heffingsloon €4.125,08 = € 1.767,89 Loonstrook exclusief onbelaste vergoedingen:
Voorbeeld 2
Inrichting stamgegevens van de werknemer:
- Soort basisloon : Basisloon inclusief onbelaste vergoedingen - Toetsing norminkomen : Standaard toetsing
Berekening van de 30% regeling is: 30% x 4570,00 (4500+70) = 1371,00
€ 4.570 - € 3.199,00 = € 1371,--
Loonstrook inclusief onbelaste vergoedingen:
Voorbeeld 3
Inrichting stamgegevens van de werknemer:
- Soort basisloon : Basisloon inclusief onbelaste vergoedingen - Toetsing norminkomen : Standaard toetsing
Berekening van de 30% regeling is: 30% x 4500,00 (= 1.350,00 Normbedrag : € 38.961,-- / 12 maanden = € 3.246,75
30% van € 4.500 = € 1.350,--
Er mag niet meer worden toegepast dan het normbedrag: € 4.500,-- - € 3.246,75 = € 1.258,26 Het restant (€ 1.350,-- - € 1.258,26 = € 91,74
Wanneer er meer ruimte in een periode is, bijvoorbeeld bij het uitbetalen van vakantiegeld, wordt het bedrag van € 91,74 alsnog verwerkt.
Loonstrook inclusief onbelaste vergoedingen:
Voorbeeld 4
Achtergrondinformatie verdeling grondslag Inhouding Loonheffing Tabel en Inhouding Loonheffing Bijzonder tarief
- Het bedrag inhouding 30% regeling mag gelijkelijk verdeeld worden over tabel en bijzonder tarief
Tabelloon : (Basisloon + Bonus– pensioen) = 4500 – 40 = 4100 Bijzonder tarief : (Vakantietoeslag) = 1870
Totaal : 4100 + 1870 = 5970
Tabel tarief
4100 / 5970 * 2723.25 (bedrag 30%) = 1870.24 4100 – 1870,24 = 2229.76
Bijzonder tarief:
1870 / 5970 * 2723.25 = 853.01 - 1870 – 853.01 = 1016,99
ACHTERGRONDINFORMATIE
Om van de 30%-regeling gebruik te kunnen maken, gelden de volgende voorwaarden:
- Werknemer is bij u in dienst
- Werknemer beschikt over een specifieke deskundigheid (deskundigheidvereiste) - Werknemer voldoet aan de definitie van ingekomen werknemer
- Werknemer bezit over een beschikking afgegeven door de Belastingdienst waaruit blijkt dat u van de 30%
regeling gebruik kunt maken
Werknemer beschikt over een specifieke deskundigheid (deskundigheidsvereiste) Standaard toetsing
U moet tijdens de looptijd van de beschikking toetsen of uw werknemer nog aan de inkomensnorm voldoet. Als het loon in een jaar lager is dan de geïndexeerde norm, vervalt de 30%-regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat jaar. U moet dan uw eerdere aangiften corrigeren. Als het arbeidscontract in de loop van een jaar begint of eindigt, herrekent u het loon naar een jaarloon. Voldoet de werknemer later wel weer aan de
inkomensnorm, dan mag u de 30%-regeling niet meer toepassen.
Deskundigheidsvereiste
Als u voor een werknemer die naar Nederland komt, van de 30%-regeling gebruik wilt maken, moet deze werknemer onder andere een specifieke deskundigheid hebben.
De Belastingdienst gaat ervan uit dat een werknemer aan dit deskundigheidsvereiste voldoet als hij minimaal een bepaald salaris verdient.
In 2021 moet een werknemer minimaal het volgende belastbaar jaarloon verdienen (exclusief de vrijstelling) om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling.
- ingekomen werknemers: € 38.961,-- (in 2020 € 38.347.--)
- werknemers met een masterdiploma onder de 30 jaar: € 29.616,-- (in 2020 € 29.149,-)
Voor werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij bepaalde instellingen en artsen in opleiding tot specialist, geldt een uitzondering: zij hoeven niet aan een inkomensnorm te voldoen.
Werknemer bezit een wetenschappelijke mastertitel
Werknemers die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel hebben behaald of een
gelijkwaardige buitenlandse titel, en voor wie de verlaagde inkomensnorm geldt, moeten vanaf de maand na de maand waarin
zij 30 jaar worden, voldoen aan de hogere norm (belastbaar jaarloon van € 38.347 exclusief de gerichte vrijstelling).
Werknemer voldoet aan de definitie van ingekomen werknemer
Met 'ingekomen werknemers' bedoelt men werknemers die naar Nederland komen om te werken. Hieronder vallen ook inwoners van de BES-eilanden, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Maar er is een beperking voor werknemers die uit de grensstreek van Nederland komen.
Per 1 januari 2012 geldt er een beperking voor werknemers die uit de grensstreek van Nederland komen. De 30%-regeling voor werknemers die naar Nederland komen, de zogenoemde ingekomen werknemers, geldt alleen nog voor werknemers die in de 24 maanden voor hun 1e werkdag in Nederland, meer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens woonden. U kunt de 30%-regeling dus niet gebruiken voor werknemers uit België en Luxemburg. Ook werknemers uit Noord-Frankrijk, uit grote delen van Duitsland en uit een klein deel van het Verenigd Koninkrijk komen niet in aanmerking voor deze regeling.
Voor de uitzonderingen op de beperking verwijzen wij u naar het handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.
Werknemer bezit over een beschikking afgegeven door de Belastingdienst waaruit blijkt dat u van de 30%- regeling gebruik kunt maken
Als u gebruik wilt maken van de 30%-regeling, moet u een beschikking bij de Belastingdienst aanvragen. U kunt deze beschikking aanvragen met het formulier 'Verzoek loonheffingen 30%-regeling', klik hier om het formulier te downloaden.
De 30%-regeling geldt ook voor werknemers die u uit een ander land hebt geworven of die vanuit een ander land zijn uitgezonden om in Nederland te werken. Per 1 januari 2012 is de 30%-regeling voor deze werknemers gewijzigd. De wijzigingen zijn ook van belang voor werknemers die al voor 1 januari 2012 bij u in dienst waren, voor deze werknemers geldt overgangsrecht.
Overgangsrecht
Voor ingekomen werknemers die voor 1 januari 2012 onder de 30%-regeling vallen, geldt overgangsrecht. De looptijd van de 30%-regeling stopt uiterlijk op 1 januari 2021, ook als de oorspronkelijke maximale looptijd dan nog niet is verstreken.
U moet voor de toepassing van de 30%-regeling toetsen of uw werknemer naar verwachting nog voldoet aan de inkomens norm.
- voldoet de werknemer hier niet meer aan, dan mag de 30%-regeling vanaf het moment van de toetsing niet meer toegepast worden
- voldoet de werknemer hier wel aan, dan mag de 30%-regeling tot maximaal 10 jaar toegepast worden, de regeling stopt uiterlijk op 1 januari 2021 ook als de looptijd van 10 jaar dan nog niet is verstreken.
Voorbeeld
U maakt voor een werknemer sinds 1 december 2011 gebruik van de 30%-regeling. De 30%-regeling zou voor deze werknemer na 10 jaar stoppen, dus op 1 december 2021, maar door de verkorting van de looptijd en het overgangsrecht stopt de regeling op 1 januari 2021.
Met ingang van 1 januari 2019 is de looptijd verkort van maximaal 8 jaar tot maximaal 5 jaar.
Voor ingekomen werknemers in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2018 geldt een overgangsrecht. Hebt u voor een werknemer op 1 januari 2021 meer dan 5 jaar gebruikgemaakt van de 30%- regeling? Dan stopt de regeling op die datum. Hebt u op 1 januari 2021 nog geen 5 jaar gebruikgemaakt van de regeling? Dan loopt de regeling door totdat de maximale looptijd van 5 jaar is verstreken.
Voorbeeld 1
U maakt voor een werknemer sinds 1 januari 2017 gebruik van de 30%-regeling. Op 1 januari 2021 hebt u 4 jaar gebruikgemaakt van de regeling. U mag de 30%-regeling voor deze werknemer dan blijven gebruiken tot de looptijd van 5 jaar is verstreken. Dus tot 1 januari 2022.
Voorbeeld 2
U maakt voor een werknemer sinds 1 januari 2014 gebruik van de 30%-regeling. Op 1 januari 2021 hebt u 7 jaar gebruikgemaakt van de regeling. U mag de 30%-regeling vanaf die datum niet langer gebruiken voor deze werknemer.
Verzoek om toepassing.
Een verzoek om toepassing van de regeling moet door de werknemer en de werkgever worden gedaan bij de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Buitenland, Postbus 2865, 6401 DJ Heerlen. Daar kunt u ook terecht voor meer informatie. Aan de 30% regeling zijn bepaalde voorwaarden verbonden.
Opmerking.
Er bestaat veel jurisprudentie over de toepassing van de 30% regeling. Pas daarom de 30% regeling niet toe zonder overleg met een fiscaal adviseur of toestemming van de Belastingdienst.