• No results found

De regulering van lobbying in de EU en de LAC-landen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De regulering van lobbying in de EU en de LAC-landen"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AT\1195185NL.docx AP102.537v07-00

NL NL

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

RESOLUTIE:

De regulering van lobbying in de EU en de LAC-landen

op grond van het verslag van de Commissie politieke zaken, veiligheid en rechten van de mens

Corapporteurs: Ángel Rozas (Parlatino, Argentinië)

Mónica Silvana González (Europees Parlement, Spanje)

Vrijdag 13 december 2019 – Panamá

(2)

AP102.537v07-00 2/8 AT\1195185NL.docx

NL

(3)

AT\1195185NL.docx 3/8 AP102.537v07-00

NL

EUROLAT – Resolutie van vrijdag 13 december 2019 – Panamá

op grond van het verslag van de Commissie politieke zaken, veiligheid en mensenrechten De regulering van lobbying in de EU en de LAC-landen

De Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering

– gezien het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie van 2003, dat in werking is getreden op 14 december 2005,

– gezien de aanbeveling van de OESO over de integriteit van de publieke sector, aangenomen door de OESO-Raad in 20171,

– gezien het Inter-Amerikaanse Verdrag ter bestrijding van corruptie, aangenomen door de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) in 1996,

– gezien de resolutie van de Verenigde Naties getiteld “Onze wereld transformeren:

Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling”, aangenomen door de Algemene Vergadering op 25 september 2015 (UNGA A/RES/70/1),

– gezien de beginselen van transparantie en integriteit voor lobbyisten van de OESO, aangenomen door de OESO-Raad in de vorm van een aanbeveling in 2010,

– gezien de artikelen 41 en 42 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie2,

– gezien Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie3,

– gezien Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote

ondernemingen en groepen4,

– gezien de resolutie van het Europees Parlement van 8 mei 2008 over de ontwikkeling van het kader voor de activiteiten van de belangenvertegenwoordigers (lobbyisten) bij de instellingen van de Europese Unie5,

– gezien het akkoord van 2011 tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over de invoering van een transparantieregister voor organisaties en als

1https://legalinstruments.oecd.org/en/instruments/OECD-LEGAL-0435

2 PB C 303 van 14.12.2007, blz. 1.

3 PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

4 PB L 330 van 15.11.2014, blz. 1.

5 P6_TA(2008)0197.

(4)

AP102.537v07-00 4/8 AT\1195185NL.docx

NL

zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid,

– gezien het voorstel van de Europese Commissie inzake een interinstitutioneel akkoord over een verplicht transparantieregister1,

– gezien het Reglement van het Europees Parlement2, en met name artikel 11, lid 2, en artikel 116 bis,

– gezien artikel 3 van de Gedragscode voor de leden van het Europees Parlement inzake financiële belangen en belangenconflicten,

– gezien zijn resolutie over “Transparantie en corruptie in de Europese Unie en Latijns- Amerika”, aangenomen tijdens de zevende gewone plenaire vergadering van 27 tot en met 29 maart 2014 in Athene (Griekenland),

A. overwegende dat lobbying kan worden gedefinieerd als het geheel van de legitieme acties die het oogmerk hebben invloed uit te oefenen op de beleidsvorming en de besluitvormingsprocessen van de overheid, teneinde een specifiek resultaat te

bereiken; overwegende dat het echter moeilijk is één enkele definitie te vinden die het uiteenlopende werk omvat van alle organisaties die bij dit soort activiteiten betrokken zijn;

B. overwegende dat lobbying een economische activiteit is geworden met grote financiële gevolgen op wereldniveau, en goed is voor een aanzienlijk aantal banen, zowel in de EU als in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (LAC);

C. overwegende dat de openbaarmaking van lobbyingactiviteiten de

besluitvormingsprocessen van overheidsinstanties meer legitimiteit verschaft, voor meer transparantie in de betrekkingen met overheidsorganen zorgt en bijdraagt tot het creëren van een gelijk speelveld voor belangengroepen;

D. overwegende dat er een groeiende algemene consensus bestaat over de noodzaak om lobbying te reguleren, en dat er voorstellen zijn om dit grondig aan te pakken, maar dat er nog verder gediscussieerd moet worden vanwege de complexiteit en

gevoeligheid van het onderwerp; overwegende dat landen en internationale

organisaties echter in toenemende mate zelf regels aannemen, teneinde meer en betere regelgeving te verkrijgen en meer transparantie en verantwoordingsplicht te bereiken;

E. overwegende dat de EU in 2011 een transparantieregister heeft gecreëerd uit hoofde van een interinstitutioneel akkoord, dat een keerpunt vormt in de regulering van en het toezicht op lobbying;

F. overwegende dat de Commissie op 1 december 2014 heeft toegezegd informatie vrij te geven over de vergaderingen van commissarissen, leden van hun kabinetten en

directeuren-generaal met lobbyisten; overwegende dat ook leden van het Europees

1 COM(2016) 627 final de 28.9.2016.

2 Achtste zittingsperiode - juli 2018.

(5)

AT\1195185NL.docx 5/8 AP102.537v07-00

NL

Parlement gevolg hebben gegeven aan de oproep om hun vergaderingen met lobbyisten openbaar te maken;

G. overwegende dat de Raad, de Commissie en het Europees Parlement onlangs

onderhandelingen hebben aangeknoopt over een nieuw verplicht transparantieregister voor lobbyisten in de EU;

H. overwegende dat de burgers van de EU en van de LAC-landen recht hebben op een transparant en open besluitvormingsproces; overwegende dat open

besluitvormingsprocessen moeten zorgen voor een evenwichtige en billijke

vertegenwoordiging van de verschillende belangengroepen, en tegelijkertijd moeten vermijden dat deze ongepaste druk uitoefenen of onrechtmatige of bevoorrechte toegang tot informatie of tot beleidsmakers krijgen; overwegende dat transparantie en verantwoordingsplicht ook essentieel zijn om burgers aan te moedigen om actiever deel te nemen aan het openbare leven;

I. overwegende dat er aan de hand van transparantie en heldere spelregels een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen de regulering van lobbying en de regulering van ongeoorloofde beïnvloeding;

J. overwegende dat omstreden draaideurconstructies, waarbij ambtenaren hun functie neerleggen om in de particuliere sector aan de slag te gaan of omgekeerd, de integriteit van de besluitvorming in de publieke sector in gevaar brengen, aangezien deze

constructies in correlatie staan met belangenconflicten en ongeoorloofde activiteiten van belangenorganisaties;

K. overwegende in dat duurzameontwikkelingsdoelstelling 16, en met name in de doelstellingen daarvan, is bepaald dat het noodzakelijk is “op duurzame wijze een einde [te] maken aan corruptie en omkoperij in al hun vormen” (16.5), “doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen [te] ontwikkelen op alle niveaus”

(16.6), en “ontvankelijke, inclusieve, participatieve en representatieve besluitvorming op alle niveaus [te] garanderen” (16.7)1; overwegende dat de Europese Commissie en het Europees Parlement bijzonder veel belang hechten aan de toepassing van de zeventien duurzameontwikkelingsdoelstellingen in hun internationale agenda’s;

L. overwegende dat de Europese Commissie op 28 september 2016 een voorstel heeft gepresenteerd inzake een nieuw interinstitutioneel akkoord over een verplicht

transparantieregister voor het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie;

1. is van mening dat lobbying waardevolle informatie oplevert voor besluitvormers en ervoor zorgt dat de betrokken sectoren toegang hebben tot het besluitvormingsproces en de toepassing van het overheidsbeleid; benadrukt echter dat een gebrek aan regulering van lobbying kan leiden tot bepaalde praktijken en zelfs misbruik, zoals corruptie, ongeoorloofde beïnvloeding, oneerlijke concurrentie en de goedkeuring en handhaving van regels die het algemeen belang schaden en het overheidsbeleid minder

1 https://sustainabledevelopment.un.org/sdg16

(6)

AP102.537v07-00 6/8 AT\1195185NL.docx

NL

efficiënt maken;

2. benadrukt dat de interactie tussen overheden en bedrijven, verenigingen, niet- gouvernementele organisaties, handels- en beroepsorganisaties, vakbonden en denktanks een legitiem en noodzakelijk onderdeel van de representatieve democratie is, aangezien zij perspectieven, standpunten, meningen en criteria van de publieke opinie over een bepaald onderwerp aanbrengt, en derhalve van essentieel belang is voor de beleidsvorming;

3. is van oordeel dat de waarborging van de transparantie en de integriteit van lobbying, en diversiteit en gelijkheid bij de deelname aan en bijdrage tot de

besluitvormingsprocessen inzake publieke aangelegenheden van aanzienlijk openbaar belang is;

4. merkt op dat lobbying in de EU en in de LAC-landen gereguleerd moet worden, gezien de grote invloed die lobbying kan uitoefenen op de politieke, economische en maatschappelijke besluitvorming;

5. verneemt met instemming dat bepaalde landen en internationale organisaties, zowel in de EU als in de LAC-landen, regels inzake lobbying hebben aangenomen, met name met betrekking tot registratie, ethisch gedrag en de vereisten inzake transparantie en openbaarmaking;

6. is van oordeel dat de regels inzake lobbying met name betrekking moeten hebben op de volgende elementen: een duidelijke definitie van wat belangengroepen zijn en wat lobbying is; voorwaarden voor de vertegenwoordiging van bijzondere belangen;

openbaarmaking van belangrijke informatie over belangengroepen en hun activiteiten, zoals hun doelstellingen, begunstigden en financieringsbronnen; beginselen inzake ethisch gedrag; de registratie van lobbying en de transparantie van vergaderingen met overheidsinstanties; en een duidelijke regelgevende beschrijving van de sancties voor belangengroepen en overheidsfunctionarissen die in strijd met de bestaande

regelgeving handelen;

7. wijst erop dat regelgevingsmaatregelen met betrekking tot belangengroepen en lobbying duidelijk, nauwkeurig, doeltreffend en evenredig moeten zijn, en geen afbreuk mogen doen aan het recht van vergadering, de vrijheid van meningsuiting en het recht om een verzoekschrift in te dienen; merkt op dat deze maatregelen de

vertrouwelijkheid van het algemeen belang in acht moeten nemen en dat zij gevoelige informatie moeten beschermen om, waar nodig, de marktomstandigheden niet te beïnvloeden;

8. wijst erop dat de regels inzake lobbying de rechtszekerheid en duidelijkheid moeten waarborgen en de transparantie van de betrekkingen tussen belangengroepen en overheidsfunctionarissen moeten versterken, teneinde het publieke vertrouwen in het besluitvormingsproces te versterken en aldus een grotere verantwoordingsplicht voor overheden mogelijk te maken alsook een goede monitoring en vergelijkbaarheid van gegevens te faciliteren;

9. is van oordeel dat meer transparantie en verantwoordingsplicht gewaarborgd zullen

(7)

AT\1195185NL.docx 7/8 AP102.537v07-00

NL

zijn als de regels inzake lobbying in overeenstemming gebracht worden met bredere regelgevings- en beleidskaders, met inbegrip van, met name, regels inzake de

bekendmaking van niet-financiële informatie door een aantal grote ondernemingen en groepen, alsook regels en beginselen inzake maatschappelijk verantwoord

ondernemen;

10. merkt op dat de verantwoordelijkheid inzake transparantie en integriteit weliswaar wordt gedeeld door de vertegenwoordigers van belangengroepen en die van overheidsdiensten, maar dat overheidsfunctionarissen een bijkomende

verantwoordelijkheid hebben en verantwoording moeten afleggen voor de handelingen en besluiten die zij vaststellen, in de eerste plaats ten overstaan van de burgers;

11. benadrukt dat de onafhankelijkheid van het mandaat en de integriteit van alle ambtsdragers, in het bijzonder van verkozen ambtsdragers, in alle omstandigheden geëerbiedigd moeten worden;

12. benadrukt dat een gelijk speelveld voor de bij het besluitvormingsproces betrokken belangengroepen noodzakelijk is, en dat in het bijzonder voorzien moet worden in gelijke voorwaarden voor groepen met meer middelen en invloed en groepen die moeilijk toegang krijgen tot de besluitvorming;

13. benadrukt voorts dat er, bij gebrek aan duidelijke regels die de transparantie van belangengroepen en lobbying waarborgen, een risico bestaat dat belangengroepen hun toevlucht nemen tot praktijken die als corrupt en schadelijk voor publieke en

particuliere instanties en natuurlijke personen beschouwd worden;

14. dringt aan op de versterking van controlemechanismen om op doeltreffende wijze te vermijden dat belangenconflicten ontstaan als gevolg van zogeheten

draaideurconstructies, die voortvloeien uit het feit dat personen in topposities onbelemmerd van de publieke naar de particuliere sector kunnen overstappen en omgekeerd; dringt aan op de invoering van strengere wettelijke of regelgevingskaders om dit probleem aan te pakken en het besluitvormingsproces en de benoeming van ambtenaren transparanter te maken;

15. vraagt dat in voldoende middelen wordt voorzien – administratief, technisch, financieel en op het gebied van personeel – in de EU en in de LAC-landen, met het oog op de doeltreffende tenuitvoerlegging, monitoring en supervisie van de

regelgeving inzake lobbying; herinnert er in dit verband aan dat de uitwisseling van goede praktijken tussen de EU en de LAC-landen erg zinvol is geweest;

16. roept op tot een grotere nauwkeurigheid en een hogere kwaliteit van de gegevens van het transparantieregister, teneinde de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid ervan te verbeteren en een betere monitoring van belangengroepen mogelijk te maken;

17. stelt voor dat rapporteurs aan alle wetgevingsontwerpen vrijwillig een

“wetgevingsvoetafdruk” toevoegen, met inbegrip van een lijst van instanties en personen die informatie hebben verstrekt aan de rapporteur bij het opstellen van de tekst, zoals in het Europees Parlement reeds het geval is;

(8)

AP102.537v07-00 8/8 AT\1195185NL.docx

NL

18. wijst nogmaals op de noodzaak om personen te beschermen die ongepaste praktijken, corruptie, fraude, wanpraktijken of wanbeheer met betrekking tot lobbying aan het licht brengen, en om deze personen indien nodig de status van beschermde getuige aan te bieden in gerechtelijke procedures; dringt er daarom op aan dat de bescherming van klokkenluiders in een bindend internationaal kader wordt aangepakt;

19. dringt erop aan dat de toezichtsorganen worden versterkt, dat hun autonomie ten aanzien van de regering wordt vergroot, en dat zij over voldoende eigen middelen kunnen beschikken om hun taken uit te voeren, in overeenstemming met het republikeins beginsel;

20. verzoekt haar covoorzitters onderhavige resolutie te doen toekomen aan de Raad van ministers en de Europese Commissie, de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van alle landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, het Latijns- Amerikaanse parlement, het Midden-Amerikaanse parlement, het parlement van de Andesgemeenschap en het parlement van de Mercosur, het secretariaat van de Andesgemeenschap, het Comité van permanente vertegenwoordigers van de Mercosur, de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten, het permanent secretariaat van het Latijns-Amerikaans economisch systeem, het tijdelijke voorzitterschap en de landen van de trojka van de CELAC en de secretarissen-

generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Verenigde Naties.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doorheen het boek wordt nadrukkelijk gepleit voor een meer autonome uitoefening van alle patiën- tenrechten door de mature minderjarige.. Toch blijft het oordeel van Christophe

De verplichte vermeldingen van het stuk op te maken door de schuldenaar van de btw indien de factuur nog niet in het bezit is (wachtdocument).. De verplichte vermeldingen op het

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Formaties duren langer naarmate de raad meer versplinterd is, gemeenten groter zijn, er na verkiezingen meer nieuwe raadsleden aantreden en anti-elitaire partijen meer

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Maar ook de continuering van centrale verantwoordelijkheid is belangrijk, omdat er een minimale bodem voor decentrale verschijnselen binnen het systeem dient te zijn, een beeld

6 Veel leden van medezeggenschapsraden (ruim 70%) geven aan dat binnen de overheids- of semi-overheidssector het thema agressie en geweld tegen medewerkers door externen