• No results found

Natural resources and Geothermal energy in the Netherlands - Annual review 2012

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natural resources and Geothermal energy in the Netherlands - Annual review 2012"

Copied!
154
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ministerie van Economische Zaken

Delfstoffen en aardwarmte in Nederland

Jaarverslag 2012

Delfstoffen en aardwarmte in Nederland Jaarverslag 2012

Voor meer informatie:

Ministerie van Economische Zaken

Directoraat-Generaal Energie, Telecom en Mededinging Juni 2013

(2)
(3)

DELFSTOFFEN EN AARDWARMTE IN NEDERLAND

Jaarverslag 2012

Een overzicht van opsporings- en winningsactiviteiten en van ondergrondse opslag.

(4)
(5)

Ten Geleide

Het Jaarverslag ‘Delfstoffen en aardwarmte in Nederland’ rapporteert over de activiteiten en resultaten van de opsporing en winning van koolwaterstoffen, steenzout en aardwarmte in Nederland. Daarnaast komt de ondergrondse opslag van stoffen (aardgas, stikstof, CO2 en water) aan de orde. Daarmee worden alle opsporings-, winnings- en opslagactiviteiten in Nederland en het Nederlandse deel van het Continentaal plat, vallend onder het regime van de Mijnbouwwet, gezamenlijk gerapporteerd.

Het eerste deel van het Jaarverslag gaat in op de ontwikkelingen in het jaar 2012. De eerste negen hoofdstukken zijn gewijd aan de opsporing, winning en de ondergrondse opslag van koolwaterstoffen. Hoofdstukken 1 en 2 beschrijven de veranderingen in de aardgas- en aardolievoorraden gedurende 2012 en de daaruit volgende situatie per 1 januari 2013. In dit deel is ook een prognose voor de winning van aardgas voor de komende 25 jaar

opgenomen. Dit jaar zijn de resterende hoeveelheden aardgas en aardolie gerapporteerd conform het Petroleum Resource Management Systeem. Dit systeem moet leiden tot een uniforme classificatie van alle gerapporteerde voorraden.

Hoofdstukken 3 tot en met 8 geven inzicht in ontwikkelingen gedurende 2012 op het gebied van vergunningen, opsporingsinspanningen en aanverwante zaken (seismisch onderzoek, boringen, het plaatsen van nieuwe platforms en de aanleg van pijpleidingen). Hoofdstuk 9 geeft een overzicht van de gewonnen hoeveelheden aardgas, condensaat en aardolie en de gasstromen in de opslagfaciliteiten gedurende 2012. Hoofdstukken 10 tot en met 13

betreffen de opsporing en winning van steenkool, steenzout en aardwarmte en de ondergrondse opslag van stoffen.

Het tweede deel van het jaarverslag geeft in een aantal overzichten de situatie per 1 januari 2013 en ontwikkelingen gedurende de afgelopen decennia weer.

Tenslotte zijn in de bijlagen overzichtskaarten opgenomen, die de stand van zaken per 1 januari 2013 in beeld brengen.

Het verslag is samengesteld door TNO in opdracht van de Directie Energiemarkt van het Directoraat-Generaal voor Energie en Telecom en Mededinging van het Ministerie van Economische Zaken (EZ). Het Jaarverslag bevat onder meer de gegevens die de Minister van EZ conform artikel 125 van de Mijnbouwwet aan de beide Kamers der Staten-Generaal moet verstrekken.

De digitale versie is te vinden op het Nederlands Olie en Gas portaal: www.nlog.nl

Overname van gegevens uit dit jaarverslag is alleen toegestaan met volledige bronvermelding. Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend.

Den Haag, juni 2013.

(6)
(7)

INHOUD

Ten geleide ... 3

Kerngegevens 2012. ... 9

1. Aardgasvoorraad en toekomstig binnenlands aanbod ... 11

2. Aardolievoorraad ... 26

3. Koolwaterstof-vergunningen, Nederlands Territoir wijzigingen in 2012 ... 29

4. Koolwaterstof-vergunningen, Nederlands Continentaal plat wijzigingen in 2012 ... 31

5. Koolwaterstof-vergunningen, maatschappij- en naamswijzigingen en juridische fusies in 2012 ... 34

6. Seismisch onderzoek ... 36

7. Olie- en gasboringen, beëindigd in 2012 ... 37

8. Platforms en pijpleidingen, Nederlands Continentaal plat ... 40

9. Productie van gas en olie ... 41

10.Ondergrondse opslag ... 48

11.Steenkool ... 51

12.Steenzout ... 52

13.Aardwarmte ... 55

OVERZICHTEN 1. Aardgas en olievoorkomens, naar status per 1 januari 2013 ... 58

2. Opsporingsvergunningen, Nederlands Territoir per 1 januari 2013 ... 71

3. Winningsvergunningen, Nederlands Territoir per 1 januari 2013 ... 72

4. Opslagvergunningen, Nederlands Territoir per 1 januari 2013 ... 75

5. Opsporingsvergunningen, Nederlands Continentaal plat per 1 januari 2013 ... 76

6. Winningsvergunningen, Nederlands Continentaal plat per 1 januari 2013 ... 80

7. Verdeling blokken, Nederlands Continentaal plat per 1 januari 2013 ... 90

8. Seismisch onderzoek ... 97

9. Olie- en gasboringen, aantal boringen Nederlands Territoir ... 99

10. Olie- en gasboringen, aantal boringen Nederlands Continentaal plat ... 100

11. Aantal boringen Nederlands Territoir en Continentaal Plat vanaf 1960 ... 101

12. Platforms, Nederlands Continentaal plat per 1 januari 2013 ... 103

13. Pijpleidingen, Nederlands Continentaal plat per 1 januari 2013 ... 108

14. Aardgasproductie in miljoen sm3 ... 114

15. Aardgasreserves en cumulatieve productie in miljarden sm3 ... 116

16. Aardolieproductie in 1 000 sm3 ... 118

17. Aardoliereserves en cumulatieve productie in miljoen sm3 ... 120

18. Aardgasbaten ... 122

19. Instanties betrokken bij mijnbouwactiviteiten ... 125

20. Toelichting op enkele begrippen ... 126

BIJLAGEN 1. Opsporings- en winnings- en opslagvergunningen per 1 januari 2013 ... 132

2. Boringen en veranderingen in vergunningsituatie per 1 januari 2013 ... 134

3. Overzicht 3d seismiek... 136

4. Productieplatforms en pijpleidingen ... 138

5. Gas- en olievoorkomens en pijpleidingen per 1 januari 2013 ... 140

6. Steenkool en steenzout winningsvergunningen per 1 januari 2013 ... 142

7. Vergunningen voor aardwarmte per 1 januari 2013 ... 144

(8)
(9)

In dit jaarverslag worden de aardgas- en aardoliehoeveelheden weergegeven in standaard m³, afgekort als Sm³. “Standaard” heeft betrekking op de referentiecondities 15°C en

101,325 kPa.

In enkele gevallen worden aardgashoeveelheden weergegeven in:

- Normaal m3 (Nm3). “Normaal” heeft betrekking op de referentiecondities 0°C en 101,325 kPa.

- Gronings aardgasequivalent (m3Geq) van 35,17 Megajoules bovenwaarde per m³ bij 0°C en 101,325 kPa. In die gevallen wordt dat expliciet in de tekst aangegeven.

(10)
(11)

KERNGEGEVENS 2012.

Aardgas- en aardolievoorraden

De raming van de aangetoonde aardgasvoorraad per 1 januari 2013 bedraagt 1130 miljard Sm3. Hiervan bevindt zich 824 miljard Sm3 in het Groningen gasveld. De kleine velden op het Nederlands territoir bevatten 144 miljard Sm3 en die op het Nederlandse deel van het

Continentaal plat 163 miljard Sm3 aan aardgas.

De aardolievoorraad per 1 januari 2013 bedraagt 48,1 miljoen Sm3, waarvan 41,4 miljoen Sm3 in olievelden op het Nederlands Territoir en 6,7 miljoen Sm3 in velden op het

Continentaal plat.

Vergunningen koolwaterstoffen

In 2012 zijn zeven opsporingsvergunning op het Nederlands Territoir aangevraagd. Twee opsporingsvergunningen zijn verleend en drie vergunningen zijn verlengd.

Voorts is er één winningsvergunning verleend en één vervallen. Daarnaast zijn twee winningsvergunningen gesplitst,

Op het Nederlands Continentaal plat zijn vijf opsporingsvergunningen verleend. Eén opsporingsvergunning is gesplitst en één beperkt. Zeven opsporingsvergunningen zijn verlengd en tien opsporingsvergunningen zijn vervallen.

Daarnaast zijn vier winningsvergunningen aangevraagd, vijf verleend en één beperkt.

Meer details worden gegeven in de hoofdstukken 3 en 4 en de bijlagen 1 en 2.

Boringen

In totaal zijn 35 boringen naar olie en gas verricht. Dat zijn er eenentwintig minder dan in 2011. Er zijn in 2012 elf exploratieboringen verricht, waarvan er acht gas aantroffen en één olie aantrof. Twee boringen waren droog. Dit betekent een technisch succespercentage van 73%.

Voorts zijn er vijf evaluatieboringen en negentien productieboringen gezet (Territoir en Continentaal plat samen). Zie hiervoor ook hoofdstuk 7 en bijlage 2.

Aardgaswinning

In 2012 bedroeg de aardgasproductie uit de Nederlandse gasvelden 78,2 miljard Sm3 (59,3 miljard Sm3 van het Territoir en 18,9 miljard Sm3 van het Continentaal plat). Van de totale productie kwam 26,1 miljard Sm3 uit kleine velden en 52,2 miljard Sm3 uit het Groningen gasveld. De totale productie in 2012 is daarmee 0,4% lager dan in 2011. Zie hoofdstuk 9 voor uitgebreide overzichten.

Aardoliewinning

In 2012 werd in totaal 1,32 miljoen Sm3 aardolie gewonnen, 4,2% meer dan in 2010. De velden op het Territoir produceerden 0,44 miljoen Sm3, een stijging van 4% vergeleken met 2011. De productie op het Continentaal plat nam met 4,2% toe tot 0,88 miljoen Sm3. De gemiddelde olieproductie in 2012 bedroeg ongeveer 3600 Sm3 per dag. Zie hoofdstuk 9 voor meer details.

(12)

Gasopslag

In 2012 is er één opslagvergunning (voor aardgas) aangevraagd, maar de aanvraag is weer teruggetrokken. Twee opslagvergunningen (zout water) zijn verleend, één opslagvergunning voor zout water is vervallen. Er is één opslagvergunning voor CO2 op het Continentaal plat aangevraagd.

In de vijf al bestaande aardgasopslagen is in totaal 4,6 miljard Nm3 geïnjecteerd terwijl er 4 miljard Nm3 is geproduceerd. Er is bovendien 112 Nm3 miljoen stikstof geïnjecteerd in de opslagcaverne bij Heiligerlee. Zie hoofdstuk 10 voor details.

Steenkool

In 2012 hebben zich geen ontwikkelingen voorgedaan m.b.t steenkoolwinning. Het aantal winningsvergunningen dat van kracht is bedraagt vijf. Zie hoofdstuk 11.

Steenzout

In 2012 is er één nieuwe opsporingsvergunningen voor steenzout aangevraagd en is er één vervallen. Verder zijn er drie winningsvergunningen voor steenzout aangevraagd en zijn er twee verleend. In totaal waren er veertien winningsvergunningen van kracht per 1 januari 2013. De productie van steenzout in 2012 bedroeg 6,5 miljoen ton. Hoofdstuk 12 geeft de volledige overzichten.

Aardwarmte

In 2012 zijn acht nieuwe opsporingsvergunningen aangevraagd voor aardwarmte. Er zijn elf opsporingsvergunningen verleend en twee aanvragen zijn vervallen. Daarnaast zijn er twee winningsvergunningen aangevraagd. In 2012 zijn in totaal vier boringen naar aardwarmte afgerond. Zie hoofdstuk 13.

(13)

1. AARDGASVOORRAAD EN TOEKOMSTIG BINNENLANDS AANBOD

INLEIDING

Dit hoofdstuk rapporteert over de aardgasvoorraad in Nederland en het Nederlandse deel van het Continentaal plat. Het behandelt eerst de raming van de omvang van de

aardgasvoorraad per 1 januari 2013 en de veranderingen in de voorraad ten opzichte van 1 januari 2012. De systematiek op basis waarvan de aardgasvoorraad is vastgesteld wordt hieronder kort toegelicht. Vervolgens wordt ingegaan op de verwachting van de jaarlijkse Nederlandse aardgasproductie voor de komende 25 jaar (periode 2013-2037).

Gegevens

Op basis van de Mijnbouwwet (artikel 113 Mijnbouwbesluit) verstrekt de uitvoerder (operator) jaarlijks, per voorkomen een overzicht van de resterende voorraden en de te verwachten resterende jaarlijkse productie. Deze gegevens vormen het uitgangspunt bij het vaststellen van de aardgasvoorraad en van de prognose van het binnenlandse aanbod. Per 1 januari 2013 moeten de gegevens over de aardgasvoorraad conform het Petroleum Resource Management Systeem (PRMS)1 worden aangeleverd, hetgeen een uniforme classificatie van de voorraden mogelijk maakt.

Petroleum Resource Management Systeem

De ontwikkeling van een gasvoorkomen wordt normaliter gefaseerd in een aantal projecten.

Na de initiële ontwikkeling volgen er bijvoorbeeld extra (infill of acceleratie) putten, de installatie van compressie en uiteindelijk maatregelen als het plaatsen van velocity strings of zeepinjectie. Elk van deze projecten vertegenwoordigt een gasvolume dat naar verwachting bij uitvoering van het project zal worden geproduceerd.

Figuur 1. Schematische weergave van de PRMS classificatie1.

(14)

Aangezien olie- en gasvoorraden zich fysiek op grote diepte onder de grond bevinden zijn de ramingen ervan gebaseerd op de evaluatie van gegevens die de aanwezige hoeveelheden aantonen. Alle reserveramingen dragen een bepaalde onzekerheid in zich. Om dit in ogenschouw te nemen omvat het PRMS een centraal framewerk dat de gasvoorraad per project categoriseert volgens de waarschijnlijkheid die aan de winbare hoeveelheden worden gekoppeld (horizontale as in de figuur hier onder) en classificeert ze naar het potentieel om commerciële productie status te bereiken (verticale as).

De status is onderverdeeld in drie hoofdklassen; Reserves, Contingent Resources (voorwaardelijke voorraden) en Prospectieve voorraden. Binnen de klassen bestaat de mogelijkheid deze op hun beurt onder te verdelen in subklassen (figuur 1).

De gerapporteerde voorraad is een momentopname. Dit jaarverslag geeft de situatie weer per 1 januari 2013.

De Nederlandse gasvoorraden, zoals hier gerapporteerd, omvat het totale volume aan verwachte (ofwel 2P) Reserves en de Contingent Resources voor zover deze behoren tot de subklasse ‘in afwachting van commerciële ontwikkeling’. De Contingent Resources

subklassen ‘ontwikkeling onzeker of gestaakt’ en ‘ontwikkeling niet levensvatbaar’ behoren niet tot de winbare gasvoorraad. De paragraaf over het exploratiepotentieel beschrijft hoe de derde hoofdklasse van nog niet ontdekte Prospectieve voorraden (Prospective Resources) wordt bepaald.

Voor nadere informatie over PRMS zie www.spe.org

VOORRAAD

De aardgasvoorraad is de winbare hoeveelheid aardgas in aangetoonde aardgas-

voorkomens in de Nederlandse ondergrond. Een groot aantal van deze voorkomens is al in productie gebracht, waardoor nog maar een deel van de oorspronkelijke hoeveelheid winbaar gas resteert. Dit nog resterende economisch winbare volume aardgas in de

aangetoonde voorkomens heet de (resterende) reserve. De aangetoonde voorraad waarvan de commerciële winbaarheid momenteel nog afhankelijk is van een of meer voorwaarden heet voorwaardelijke voorraad (contingent resource)

Per 1 januari 2013 kende Nederland 452 ontdekte aardgasvoorkomens (zie tabel 1).

Het grootste deel hiervan (265) is momenteel in productie. Daarnaast is een viertal gasvelden operationeel als gasopslagfaciliteit (naast één gasopslag in een zoutcaverne).

Een totaal van 107 voorkomens is (nog) niet ontwikkeld. De verwachting is dat 30 hiervan binnen vijf jaar (periode 2013-2017) in productie zullen worden genomen. Van de overige 77 voorkomens is het onzeker of deze zullen worden ontwikkeld. Voor 76 voorkomens geldt, dat deze in het verleden aardgas hebben geproduceerd, maar dat de productie (tijdelijk) is gestaakt. Ten opzichte van 1 januari 2012 is het aantal velden met zeven toegenomen (zie

(15)

Tabel 1: Aantal aangetoonde aardgasvoorkomens geclassificeerd naar status per 1 januari 2013 Status voorkomens Territoir Continentaal plat Totaal I. Ontwikkeld

a. in productie 113 152 265

b. aardgasopslag 4 4

II. Niet ontwikkeld

a. productiestart 2013-2017 13 17 30

b. overige 33 44 77

III. Productie gestaakt

Tijdelijk gestaakt 10 4 14

Gestaakt 25 37 62

Totaal 198 254 452

Tabel 2 geeft de voorkomens, waarvan de status gedurende 2012 is veranderd. Gedurende 2012 zijn er vijftien velden in productie genomen, waaronder vier velden waar de productie in eerste instantie beëindigd was. Een complete lijst van alle voorkomens gegroepeerd naar status en met vermelding van operator en vergunning is opgenomen als overzicht 1 (tweede deel van dit jaarverslag).

Tabel 2. Aardgasvoorkomens met in 2012 gewijzigde de status van ontwikkeling.

Voorkomen Maatschappij Vergunning Status

1.1.2013

Status 1.1.2012

Blija-Zuid NAM Noord Friesland W NP<5

De Hoeve Vermilion Gorredijk W NP<5

Eernewoude* Vermilion Leeuwarden W

Metslawier-Zuid NAM Noord Friesland W NP<5

G16a-D* GDF Suez G16a W

K12-M* GDF Suez K12 W

K18-Golf Wintershall K18b W NP<5

L04-D Total L04a W NP<5

L12a-B GDF Suez L12a W NP<5

P11b Van Ghent Dana Petroleum P11b W NP<5

P11b Van Nes Dana Petroleum P11b W NP<5

Metslawier NAM Noord-Friesland W U

Spijkenisse-Oost NAM Botlek W U

K14-FA NAM K14 W U

K15-FN NAM K15 W U

Donkerbroek-West Tulip Akkrum 11 NP<5 U

L05a-D GDF Suez L05a NP<5 NP>5

L10-N* GDF Suez L10 NP<5

P11b VanGhent East Dana-Petroleum P11b NP<5 NP>5

Q01-D Wintershall Q01 NP<5 NP>5

Hollum-Ameland NAM Noord-Friesland NP>5 NP<5

Nieuwehorne Vermilion Gorredijk NP>5 NP<5

(16)

Voorkomen Maatschappij Vergunning Status 1.1.2013

Status 1.1.2012 Terschelling-Noord NAM Noord-Friesland NP>5 NP<5 Woudsend Northern Petroleum Zuid-Friesland III NP>5 NP<5

E13 Epidoot E13a NP>5 NP<5

F16-P Wintershall F16 NP>5 NP<5

L02-FC NAM L02 NP>5 NP<5

P02-E Chevron P2 NP>5 NP<5

Zuidwijk* Taqa Bergen II NP>5

Geestvaartpolder NAM Rijswijk T W

K05a-Es Total K05a U W

W: producerend

NP<5: niet ontwikkeld voorkomen, productiestart verwacht binnen 5 jaar NP>5: niet ontwikkeld voorkomen, productiestart onbekend

T: productie tijdelijk beëindigd U: productie beëindigd A: verlaten

* : nieuw ontdekt voorkomen

VOORRAADRAMING

Reserve per 1 januari 2013

Per 1 januari 2013 bedragen de totale voorraden in ontwikkelde en niet ontwikkelde voorkomens samen 1130 miljard Sm3 (tabel 3a).

De voorraadraming van de ontdekte voorkomens is gebaseerd op de door de

maatschappijen in jaarrapporten (conform de Mijnbouwwet) verstrekte informatie. Door de ingebruikname van het PRMS in de rapportage, is de indeling van de voorraden in het vervolg uitgedrukt in Reserves en Voorwaardelijke Voorraden (Contingent Resources) waarvan de ontwikkeling wordt verwacht (subcategorie development pending). Dit komt in grote lijnen overeen met de indeling in ontwikkelde en niet ontwikkelde voorkomens waardoor de overgang naar de nieuwe classificatie geen trendbreuk veroorzaakt. Het adopteren van het PRMS als classificatie voor de voorraadraming zorgt voor een uniforme wijze van rapporteren waardoor de gegevens van de verschillende operators beter met elkaar zijn te vergelijken.

Beperking tot conventionele gasvoorkomens

Op basis van het geïntroduceerde PRMS behoren de mogelijke schaliegasvoorkomens tot de klasse van prospectieve voorraden in een nog niet bewezen play. Ook dit jaar beperkt

(17)

voor mens, natuur en milieu. Afhankelijk van de resultaten besluit de minister over de mogelijkheden voor de exploratie naar schaliegas in Nederland.

Reserves en Voorwaardelijke voorraden

De cijfers voor de gasvoorraden zijn in de tabellen 3a (in miljard Sm3) en 3b (in m3 Groningen equivalenten, m3Geq) weergegeven. Deze voorraden kunnen zich zowel in ontwikkelde als niet ontwikkelde voorkomens bevinden. Volgens het PRMS kwalificeert een gasvolume als reserve indien zij ontdekt en volgens al gedefinieerde projecten commercieel winbaar is.

Voorwaardelijke voorraden zijn die voorraden uit bekende accumulaties die door uitvoering van ontwikkelingsprojecten potentieel winbaar zijn, maar momenteel nog niet commercieel worden geacht door één of meer voorwaarden. Van de voorwaardelijke voorraden wordt hier alleen dat deel gepresenteerd waarvan productie aannemelijk is (production pending).

De resterende reserves bedragen in totaal 1007 miljard Sm3. Zij bestaan uit 813miljard Sm3 reserves in het Groningen veld en 176 miljard Sm3 in de overige (kleine) velden. De reserves, die zich bevonden in de huidige gasbuffers Norg, Grijpskerk en Alkmaar, op het moment dat deze tot ondergrondse opslagen werden geconverteerd (samen ca. 19 miljard. Sm3) worden in tabel 3a apart vermeld onder ‘UGS’. Dit restant van het oorspronkelijk aanwezige gas zal pas na de beëindiging van de opslagactiviteit worden geproduceerd (naar verwachting pas na 2040). Het Bergermeer voorkomen had bij de conversie geen resterende reserves meer.

De voorwaardelijke reserves bevinden zich voor een deel in de ontwikkelde voorkomens, maar voor het overgrote deel bevinden zij zich in nog niet ontwikkelde voorkomens. Volgens het PRMS behoort 11miljard Sm3 in het Groningen voorkomen tot de voorwaardelijke

voorraad (tabel 3a). In de kleine velden is een voorwaardelijke voorraad aanwezig van respectievelijk 60 miljard Sm3 op het Territoir en 52 miljard Sm3 op het Continentaal plat

Tabel 3a. Nederlandse aardgasvoorraad per 1 januari 2013 in miljarden Sm3

Voorkomens Reserves Voorwaardelijke voorraden Totaal UGS*

Groningen 813 11 824

Overige Territoir 65 19 60 144

Continentaal plat 111 52 163

Totaal 988 19 123 1130

Om te kunnen rekenen met volumes aardgas van verschillende kwaliteit worden deze op basis van verbrandingswaarde herleid tot een volume Gronings aardgasequivalent (Geq) (tabel 3b). Het Gronings aardgasequivalent wordt berekend ten opzichte van een

verbrandingswaarde van 35,17 MJ/Nm3, de verbrandingswaarde van de oorspronkelijke inhoud van het Groningen veld. Echter, sinds 2010 wordt voor het nog te produceren volume uit het Groningen veld een verbrandingswaarde gehanteerd van 35,08 MJ/Nm3. Aanleiding hiervoor is dat de gassamenstelling van het geproduceerde gas uit het Groningen veld over tijd licht is veranderd.

(18)

Tabel 3b. Nederlandse aardgasvoorraad per 1 januari 2013 in miljarden m3Geq

Voorkomens Reserves Voorwaardelijke voorraden Totaal UGS*

Groningen 768 10 779

Overige Territoir 64 20 60 144

Continentaal plat 113 54 167

Totaal 945 20 125 1090

Bijstellingen t.o.v. 1 januari 2012

De onderstaande tabel toont de bijstellingen in de Nederlandse aardgasvoorraad ten gevolge van:

• aanpassingen door overgang op PRMS

• nieuwe vondsten,

• her evaluatie van eerder aangetoonde voorkomens en aanpassingen als gevolg van de overgang op PRMS

• productie gedurende het jaar 2012.

Tabel 4. Bijstelling in de verwachte aardgasvoorraad t.o.v. 1 januari 2012, in miljarden Sm3

Gebied Nieuwe

vondsten

Her evaluatie,

PRMS Productie Totaal

Groningen veld 0.0 -25,7 -50,4 -76,1

Overig Territoir 0,5 -16,2 -8,8 -24,5

Continentaal plat 3,0 16,9 -19,9 -0,9

Totaal 3,5 -25,0 -78,2 -99,7

Het netto resultaat is een afname van de voorraad met 99,7 miljard Sm3 ten opzichte van 1 januari 2012. Een korte toelichting op de verschillende posten volgt hieronder.

Nieuwe vondsten

Van de acht exploratieboringen die gas hebben aangetroffen hebben er zes, naar het zich laat aanzien, commercieel winbare hoeveelheden aangeboord (tabel 5). De locaties van de nieuwe vondsten zijn met een ster aangegeven in figuur 2. De exploratieboring Vinkega-02 heeft een gescheiden breukblok aangeboord dat deels in communicatie staat met het eerder ontdekte voorkomen Vinkega. Er is uiteindelijk voor gekozen om deze twee voorkomens gezamenlijk onder de noemer Vinkega te registreren Volgens een voorlopige raming zorgen de nieuwe vondsten voor een bijdrage aan de Nederlandse aardgasvoorraad van 3,5 miljard

(19)

Figuur 2. Overzichtskaart olie- en gasvoorkomens in Nederland (per 1 januari 2013). Nieuwe ontdekkingen worden op de kaart aangegeven met een ster.

(20)

Tabel 5. In 2012 ontdekte aardgasvoorkomens

Naam voorkomen Ontdekkingsboring Vergunninggebied Operator

Wieringa Krabbenburen-04 Noord-Friesland,

Groningen, Tietjerksteradeel

NAM

Vinkega Vinkega-02 Gorredijk Vermilion

G16a-D G16-B-04-Sidetrack1 G16a GDF-Suez

K08-FC-west K08-FA-308-Sidetrack2 K08 NAM

K12-M K12-19-Sidetrack1 K12 GDF-Suez

L10-N L10-36-Sidetrack2 L10 GDF-Suez

Her evaluatie

Periodiek worden de gasvelden door de operators geëvalueerd op technische en

economische basis. Nieuwe ontwikkelingen of inzichten kunnen leiden tot aanpassing van de reserveraming. Door deze her evaluatie van zowel producerende als niet producerende velden zijn de reserveramingen in 2012 met 25,0 miljard Sm3 naar beneden bijgesteld. De bijstelling in het Groningen voorkomen bedroeg -25,7 miljard Sm3 (ca. 3% van de resterende reserves), de bijstellingen voor het Territoir en het Continentaal Plat hielden elkaar in

evenwicht met respectievelijk -16,2 en 16,9 miljard Sm3.

De bijstelling van de reserves wordt gebaseerd op het gerealiseerde productiegedrag en op het doen van technische aanpassingen. Deze aanpassingen hebben onder meer betrekking op het boren van nieuwe putten en de toepassing van technieken ter verlenging van de productieduur. Het betreft hier in uitsluitend bewezen technieken, zoals (extra) compressie en deliquificatie van de productieputten etc.

In dit jaar zal ook de overgang op het PRMS invloed hebben gehad op de bijstelling van de voorraad, Het is niet mogelijk dit te onderscheiden van technische en economische

bijstellingen.

EXPLORATIEPOTENTIEEL

TNO maakt jaarlijks een actualisatie van de Nederlandse prospectportfolio voor aardgas. Dit gebeurt onder meer op basis van gegevens die door de vergunninghouders in hun

jaarrapportage ex art. 113 Mijnbouwbesluit zijn gerapporteerd voor de in vergunning zijnde gebieden. Voor de overige gebieden gebruikt TNO gegevens uit haar database.

Geologische eenheden en prospects

TNO richt zich op het evalueren van díe geologische eenheden (zgn. plays), waarbinnen zij

(21)
(22)

Portfolio karakteristiek

De prospectportfolio wordt gekarakteriseerd door het aantal prospects en het daarmee samenhangende volume aan gas. Het volume van een prospect kan worden uitgedrukt als het verwachte winbare volume in geval van een ontdekking (het zgn. Mean Success Volume, MSV), of als het risked volume (de zgn. Expectation, EXP), waarbij het MSV wordt

vermenigvuldigd met de kans op het aantreffen van aardgas (POS). In figuur 3 is de

karakteristiek van de prospectportfolio per 1 januari 2013 weergegeven voor het Territoir en het Continentaal plat. Per MSV volumeklasse wordt het aantal prospects en het ’risked volume’ weergegeven. Ten opzichte van 1 januari 2012 is het aantal prospects in de portfolio gestegen. Het ‘risked volume’ in de meeste MSV-klassen is echter gedaald door een lagere inschatting van de kans op succes van oudere prospects.

Exploratiepotentieel

Het exploratiepotentieel is dat deel van de prospectportfolio dat aan bepaalde minimum- voorwaarden voldoet. Zo is vanaf het begin van de rapportage in 1992 per prospect een ondergrens (‘cut-off’) gesteld aan het verwachte winbare volume in geval van een ontdekking (‘MSV’). Deze grens ligt bij 0,5 miljard kubieke meter voor prospects onder het Territoir en 2 miljard kubieke meter voor prospects onder het Continentaal plat. De groene kolommen in figuur 2 representeren het risked volume van de prospects met een MSV boven deze ondergrens. Dit volume wordt het exploratiepotentieel op basis van de MSV ondergrens genoemd.

De schatting van het exploratiepotentieel wordt uitgedrukt in een bandbreedte (tabel 6) om de onzekerheid hiervan weer te geven.

Tabel 6. Exploratiepotentieel aardgas per 1 januari 2013 na toepassing MSV-ondergrens op prospect portfolio.

Gebied MSV cut-off

[mrd. Sm3]

Exploratiepotentieel [mrd. Sm3]

Territoir 0,5 65 – 165

Continentaal plat 2 90 – 228

Het gevolg van een op MSV gebaseerde ondergrens is, dat geen rekening wordt gehouden met een reeks van factoren, die de commerciële aantrekkelijkheid van prospects mede bepalen. Die factoren zijn deels gerelateerd aan individuele prospects (kans op succes, afstand tot infrastructuur, type veldontwikkeling, gaskwaliteit, productiviteit etc.) en deels van algemene aard, vooral de verwachte kosten en opbrengsten.

Een alternatieve ondergrens, voor het eerst toegepast in het jaarverslag over 2006, eist dat de verwachte netto contante waarde van een project positief moet zijn, wil het prospect meegerekend worden in het exploratiepotentieel. Met een discounted cash flow model wordt

(23)

resulteert in volumina die nabij het midden van het bereik van het exploratiepotentieel met de MSV-ondergrens liggen. De daling ten opzichte van 1 januari 2012 wordt vooral veroorzaakt doordat rekening is gehouden met een lagere gasprijs en een bijstelling naar beneden van de kans op succes van oudere prospects.

Tabel 7. Exploratiepotentieel aardgas per 1 januari 2013 bij een economische ondergrens van EMV = 0 Euro, bij een gasprijs van 23 cent per kubieke meter.

Gebied Verwachtingswaarde exploratiepotentieel

[miljard. Sm3]

Territoir 120

Continentaal plat 119

Exploratiepotentieel trend/historie

Figuur 4 laat de ontwikkeling zien van het exploratiepotentieel in Nederland. In de grafiek van het Territoir is een geleidelijk dalende trend te zien voor zowel de hoge als lage schatting, die tot heden doorzet. De grafiek van het Continentaal plat laat met name voor de hoge schatting een stijging zien tot circa 2004, gevolgd door een dalende trend naar een niveau gelijk aan dat in de jaren negentig.

Exploratieboringen hebben in de loop van de tijd een deel van het exploratiepotentieel omgezet in reserves. Dit komt tot uiting in de toename van de cumulatieve productie en resterende reserves (lengte van de groene staven) in figuur 4. Het exploratiepotentieel van 100 miljard kubieke meter voor het Territoir dat in 1992 was gerapporteerd, was in 1996 al aan de reserves toegevoegd. Het feit dat het exploratiepotentieel desondanks stabiel is, komt doordat de prospectportfolio, waarop de schattingen van het exploratiepotentieel zijn

gebaseerd, niet statisch is. Gedurende een jaar worden prospects aan de portfolio

onttrokken doordat ze aangeboord worden, maar er worden ook nieuwe prospects aan de portfolio toegevoegd. Ook her evaluatie van prospects leidt tot veranderingen in de waarde van de portfolio (zie paragraaf Portfolio karakteristiek).

(24)
(25)

STIMULERENDE MAATREGELEN

De Regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands Continentaal plat is op 16 september 2010 van kracht geworden. De Regeling stimuleert de ontwikkeling van

marginale gasvelden, die anders niet aangeboord zouden worden. Houders en mede- vergunninghouders kunnen 25 % van het bedrag dat zij investeren in bedrijfsmiddelen voor de opsporing en winning van een aangewezen marginale voorkomen en vermoede

voorkomens (prospects) ten laste brengen van het resultaat waarover zij winstaandeel verschuldigd zijn. Een aanvraag wordt beoordeeld op drie parameters: technisch winbare volume, initiële putproductiviteit en de transportafstand tot een platform.

Sinds de inwerkingtreding zijn 27 aanvragen ingediend, door negen verschillende

vergunninghouders, waarvan zeven in 2012. In 2012 zijn acht aanvragen behandeld. Hiervan is er één afgewezen en zijn er vijf goedgekeurd. Twee aanvragen zijn voorlopig afgekeurd.

De vijf goedgekeurde projecten hebben tot doel om gezamenlijk 4,5 miljard Sm3 aardgas (technisch winbaar) op te sporen en te ontwikkelen.

Tegelijkertijd en met dezelfde doelstelling is een convenant tussen de Minister van

Economische Zaken en de op het Continentaal plat werkzame mijnbouwondernemingen van kracht geworden. Dit convenant bevat een vrijwillige procedure die ertoe leidt dat houders van winningsvergunningen op het Continentaal plat delen van hun vergunningsgebied waar zij – ook na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld – geen activiteiten verrichten of concrete voornemens daartoe aannemelijk kunnen maken, zullen overdragen aan derden.

Op 1 juli 2011 is per winningsvergunninggebied bekend gemaakt welke gebieden als

"inactief" classificeerden. Gedurende een hierop volgende periode van 9 maanden waren de hoofdvergunninghouders en in de daarop volgende 3 maanden de medevergunninghouders, in de mogelijkheid om een activiteitenplan in te dienen voor deze gebieden. Sinds 1 juli 2012 staat het ook derden vrij om een activiteitenplan.

In 2012 is voor het inactieve deel van het vergunninggebied F3b (GdF-Suez) een

activiteitenplan ingediend door een derde partij. Dit plan ligt ten tijde van het schrijven van dit jaarverslag ter beoordeling bij het ministerie van Economische Zaken. Indien dit plan positief wordt beoordeeld, zal volgens het convenant worden overgegaan tot splitsing van de

vergunning waarbij de indiener van het activiteitenplan de nieuwe vergunninghouder wordt van het inactieve deel.

De actuele status van de vergunninggebieden, op basis van dit convenant, is weergegeven op www.nlog.nl. Hier wordt tevens de classificatie van het activiteitenniveau in de

winningsvergunningen aan landzijde weergegeven. De classificatie van deze gebieden valt onder Artikel 32a van de Mijnbouwwet.

BINNENLANDS AANBOD VAN AARDGAS

In deze paragraaf worden de verwachte ontwikkelingen in het aanbod van Nederlands aardgas (binnenlandse productie) in de komende 25 jaar (2013 t/m 2037) behandeld.

De rapportage is voor een belangrijk deel samengesteld uit gegevens afkomstig van

(26)

deze paragraaf zijn gegeven in miljarden m3 Gronings aardgasequivalent (verbrandingswaarde 35,17 MJ/Nm3).

Het verwachte aanbod van Nederlands aardgas is weergegeven in Figuur 5, gesplitst in de productie van het Groningen veld en de productie van de overige voorkomens (de

zogenaamde kleine velden). Naast de gerealiseerde aardgasproductie in Nederland over de periode 2001 t/m 2012, toont de figuur de productieprognose voor de komende 25 jaar (2013 t/m 2037), die is gebaseerd op bovengenoemde bronnen.

De prognose van de productie uit het Groningen veld is opgebouwd uit de productieruimte tot 2020 en een geraamde productie over de periode daarna:

De productieruimte, de maximaal toegestane productie uit het Groningen veld op basis van artikel 55 van de Gaswet, is voor de periode 2012 t/m 2020 gelimiteerd op 425 miljard m3Geq vermeerderd met 20,7 miljard m3 Geq die is overgebleven uit de

productieruimte 2006 t/m 2010. De bedoeling van dit maximum is het verzekeren van de balansfunctie het Groningen veld zodat het kleine veldenbeleid voldoende lang kan blijven functioneren. Deze balansfunctie impliceert dat de werkelijke productie uit het Groningen veld moeilijk vooraf is te bepalen. Voor het Groningen veld is daarom tot en met 2020 de oorspronkelijke productieruimte (425 + 20,7) min de productie na 2010 (94,6 miljard m3 Geq) in gelijke jaarlijkse hoeveelheden van 43,9 miljard m3 Geq geprofileerd (zie de lichtgroene staven in figuur 5).

Voor de periode na 2020 wordt een productieprofiel getoond dat is ontleend aan het winningsplan voor het Groningen veld.

De geraamde binnenlandse productie van de kleine velden is opgebouwd uit:

De som van de geprofileerde reserves. Deze profielen zijn door de gasproducenten ingediend als onderdeel van de jaarrapportages (onder artikel 113 van het

Mijnbouwbesluit).

De som van productieprofielen van voorwaardelijke voorraden. Deze voorraden zijn meestal nog niet door de operator geprofileerd. Daarom is hier een arbitrair gekozen profiel bepaald op basis van de aanname dat deze klasse (Voorwaardelijke voorraad/in afwachting van productie) naar verwachting binnen 10 jaar in productie is gebracht, waarbij het grootste deel aan het begin van die periode.

De som van gesimuleerde productieprofielen van de nog te ontdekken voorkomens.

Deze profielen zijn bepaald met behulp van een simulatiemodel waarin o.a. de verwachte boorinspanning (10 exploratieboringen per jaar en een rendementseis van 10% op de 'risked' investering), het verwachte winbare volume van de prospects en de kans op succes worden meegenomen.

Groningen veld

(27)

Figuur 5. Gerealiseerde productie van aardgas in Nederland van 2001 t/m 2012 en de productie-prognose voor de periode 2013 t/m 2037.

Kleine velden

De productie in 2012 is voor wat de kleine velden betreft conform prognose verlopen. Voor de komende jaren wordt verwacht, dat de productie van de nu aangetoonde kleine velden geleidelijk zal afnemen tot circa zes miljard m3 Geq in 2037.

Totale binnenlandse productie uit aangetoonde velden

De binnenlandse productie voor de komende 10 jaar bedraagt maximaal 678 miljard m3Geq, uitgaande van de realisatie van de maximaal toegestane productie voor het

Groningenvoorkomen (tabel 8). Deze productie zal dan naar verwachting zijn opgebouwd uit 243 miljard m3Geq uit de kleine velden en maximaal 434 miljard m3Geq uit het Groningen veld.

Tabel 8. Aanbod binnenlands aardgas in de 10 jaar periode van 2013 - 2022 en in de 25 jaar periode 2013 - 2037, in miljard m3Geq.

Aanbod 2013 t/m 2022 2013 t/m 2037

Kleine velden

Reserves 144 166

Voorwaardelijke voorraad (dev. pending) 60 120

nog te ontdekken 40 125

Subtotaal kleine velden 243 411

Groningen voorkomen* 434 695

(28)

2. AARDOLIEVOORRAAD

Per 1 januari 2013 waren er 46 aangetoonde aardolievoorkomens bekend in Nederland. Ten opzichte van vorig jaar is dit aantal met één toegenomen (tabel 9); Wintershall heeft een nieuw aardolievoorkomen ontdekt in blok F17. Volgens de eerste schattingen van Wintershall gaat het hier om een substantiële vondst. De werkelijke omvang zal in 2013 nader moeten worden bepaald met behulp van evaluatieboringen. Van de olievoorkomens waren er per 1 januari 15 in productie

Alle aardolievoorkomens zijn opgenomen in Overzicht 1, gegroepeerd naar status en met vermelding van operator en vergunning.

Tabel 9. Aantal aangetoonde aardolievoorkomens per 1 januari 2013

Status aardolievoorkomens Territoir Continentaal plat Totaal I. Ontwikkeld

in productie 4 11 15

II. Niet ontwikkeld 0

a. Productiestart 2013-2017 1 2 3

b. overigen 8 12 20

III. Productie gestaakt

Gestaakt 8 0 8

Totaal 21 25 46

Olievoorraad per 1 januari 2013

De voorraadraming is gebaseerd op de door de maatschappijen op grond van de Mijnbouwwet verstrekte gegevens en informatie. Met ingang van dit jaar zijn de

voorraadramingen gerapporteerd conform het Petroleum Resources Management Systeem (PRMS, zie voor toelichting hoofdstuk 1). Hier worden de reserves gerapporteerd (dat deel van de voorraad dat commercieel kan worden geproduceerd en als zodanig is

gerechtvaardigd door de operators) en de voorwaardelijke voorraad (dat deel van de voorraad waarvan redelijkerwijs wordt aangenomen dat zij commercieel winbaar zal zijn, maar waarbij nog niet aan alle voorwaarden is voldaan om dit als commercieel te

bestempelen). Omdat de voorraadclassificatie is gebaseerd op de projectmatige ontwikkeling van het voorkomen kunnen binnen één voorkomen zowel reserves als voorwaardelijke voorraden aanwezig zijn.

Tabel 10. Aardoliereserves in miljoen Sm3 per 1 januari 2013

Gebied Reserves Voorwaardelijke

voorraad

Totaal

(29)

De totale aardolievoorraad komt uit op 48,1 miljoen Sm3 opgebouwd uit 23,8 miljoen Sm3 aan oliereserves en 24,3 miljoen Sm3 aan voorwaardelijke olievoorraad.

Bijstelling in de aardoliereserves t.o.v. 1 januari 2012

Tabel 11 toont de bijstellingen in de Nederlandse aardolievoorraad ten gevolge van:

• her-evaluatie van eerder aangetoonde voorkomens

• productie gedurende het jaar 2012.

De ontdekking van het olievoorkomen in F17 is nog niet opgenomen in de olievoorraad omdat het nog te vroeg is om hier, conform de PRMS classificatie, volumes aan toe te wijzen. Het netto resultaat is een toename van de olievoorraad met 7,9 miljoen Sm3 ten opzichte van 1 januari 2012. De grote toename van de voorraden op land is vooral toe te schrijven aan de her-evaluatie van al uitgeproduceerde olievoorkomens. Hier worden mogelijkheden voor herontwikkeling gezien. De olievoorraden in velden op zee zijn echter fors afgewaardeerd, met name door de toepassing van de PRMS voorraadclassificatie (bijvoorbeeld velden gelegen in teruggegeven vergunningen).

Tenslotte draagt de olieproductie in 2012 voor 1,3 miljoen Sm3 bij aan de afname van de voorraad.

Tabel 11. Bijstelling in de aardoliereserves t.o.v. 1 januari 2012, in miljoen Sm3

Gebied Verandering ten gevolge van:

her-evaluatie productie totaal

Territoir 13,4 -0,4 13,0

Continentaal plat -4,2 -0,9 -5,1

Totaal 9,2 -1,3 7,9

Figuur 6 laat de gerealiseerde olieproductie zien vanaf 2001 en de te verwachten olieproductie voor de komende vijfentwintig jaar. Deze prognose is gebaseerd op de jaarrapportages van de industrie. De dalende trend van de laatste jaren is door het in productie nemen van Schoonebeek gekeerd. Schoonebeek zal in 2014 haar maximum productie bereiken, hetzelfde jaar dat Q13-FA in productie zal worden genomen. Vanaf 2014 zal de productie geleidelijk afnemen tot in 2037.

(30)

Figuur 6 Historische olieproductie en prognose voor de productie tot 2037.

(31)

3. KOOLWATERSTOF-VERGUNNINGEN, Nederlands Territoir wijzigingen in 2012

Wijzigingen met betrekking tot vergunningen voor opsporing en winning van koolwaterstoffen op het Nederlands Territoir gedurende 2012 staan in onderstaande tabellen vermeld.

Tevens staan hierin alle lopende aanvragen voor vergunningen.

Totale oppervlakte In vergunning

41 785 km2 20 595 km2 (49,3%)

OPSPORINGSVERGUNNINGEN, Nederlands Territoir

Aangevraagd

Vergunning Publicatie Datum Sluitingstermijn Aanvrager(s) Schiermonnikoog-Noord * Staatscourant 193 06-10-92 GDF

IJsselmuiden * Publicatieblad EU, C 93 Staatscourant 6 645

25-03-11 24-06-11 Northern, Vermilion Terschelling-Noord * Publicatieblad EU, C 115

Staatscourant 8 001

13-04-11 13-07-11 Ascent De Kempen * Publicatieblad EU, C 174

Staatscourant 11 021

15-06-11 14-09-11 Basgas Energia, Brabant Resources Breda-Maas * Publicatieblad EU, C 178

Staatscourant 11 810

18-06-11 19-09-11 Brabant Resources, Gallic Akkrum * Publicatieblad EU, C 292

Staatscourant 19 985

05-10-11 04-01-12 Vermilion, Mac Oil SpA, Smart Energy Midden-Nederland Publicatieblad EU, C 79

Staatscourant 9 820

17-03-12 18-06-12 BNK

* Lopende aanvraag, al eerder gepubliceerd in Jaarverslag

Verleend

Vergunninghouder Vergunning In werking km²

Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. Hemelum 17-01-12 450 Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. Opmeer 19-12-12 229

Totaal 679

(32)

Verlengd

Vergunninghouder Vergunning In werking km2

Smart Energy Solutions B.V. cs Schagen 24-03-12 355

Northern Petroleum Nederland B.V. Utrecht 31-03-12 1 144

Northern Petroleum Nederland B.V. Oosterwolde 31-03-12 127

Totaal 1 626

WINNINGSVERGUNNINGEN, Nederlands Territoir

Verleend

Vergunninghouder Vergunning In werking km²

Tulip Oil Netherlands B.V. Akkrum 11 26-07-12 6

Totaal 6

Gesplitst

Vergunninghouder Vergunning In werking km²

- Oorspronkelijk

Northern Petroleum Nederland B.V. cs Drenthe III 389

Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Drenthe II 1

888

- Na splitsing

Northern Petroleum Nederland B.V. cs Drenthe IIIa 17-03-12 1 Northern Petroleum Nederland B.V. cs Drenthe IIIb 17-03-12 388

Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Drenthe IIa 17-03-12 7 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Drenthe IIb 17-03-12 1 881

Vervallen/Afstand gedaan

Vergunninghouder Vergunning In werking km2

Tulip Oil Netherlands B.V. Oosterwolde 04-07-12 4

(33)

4. KOOLWATERSTOF-VERGUNNINGEN, Nederlands Continentaal plat wijzigingen in 2012

Wijzigingen met betrekking tot vergunningen voor opsporing en winning van koolwaterstoffen op het Continentaal plat gedurende 2012 staan in onderstaande tabellen vermeld. Tevens staan hierin alle lopende aanvragen voor vergunningen.

Totale oppervlakte In vergunning

56 814 km2 30 697 km2 (54%)

OPSPORINGSVERGUNNINGEN, Nederlands Continentaal plat

Verleend

Vergunninghouder Vergunning In werking km²

Oranje-Nassau Energie B.V. P11a 22-06-12 210

Hansa Hydrocarbons Limited G18 18-09-12 405

Hansa Hydrocarbons Limited H16 18-09-12 73

Hansa Hydrocarbons Limited M3 18-09-12 406

Hansa Hydrocarbons Limited N1 18-09-12 217

Totaal 1 311

Gesplitst

Vergunninghouder Vergunning In werking km²

- Oorspronkelijk

Oranje-Nassau Energie B.V. cs P18b 313

- Na splitsing

Oranje-Nassau Energie B.V. cs P18b 24-03-12 311

Oranje-Nassau Energie B.V. cs P18d 24-03-12 2

(34)

Beperkt

Vergunninghouder Vergunning In werking km2

GDF Suez E&P Nederland B.V. cs E17c 31-03-12 171

Totaal 171

Verlengd

Vergunninghouder Vergunning In werking km2

Oranje-Nassau Energie B.V. cs L16b 14-03-12 176

Smart Energy Solutions B.V. cs Q7 24-03-12 419

Smart Energy Solutions B.V. cs Q10a 24-03-12 53

GDF Suez E&P Nederland B.V. cs E17c 31-03-12 171

Oranje-Nassau Energie B.V. cs Q13b-diep 14-04-12 369

Chevron Exploration and Production Netherlands B.V.

P1a 07-06-12 137

Tullow Netherlands B.V. cs E13a 25-09-12 234

Totaal 1 559

Vervallen/Afstand gedaan

Vergunninghouder Vergunning In werking km2

Oranje-Nassau Energie B.V. F15b & F15c 14-11-12 165

Oranje-Nassau Energie B.V. F12 14-11-12 401

Oranje-Nassau Energie B.V. cs Q10b 23-11-12 367

Wintershall Noordzee B.V. cs P5 14-12-13 417

Wintershall Noordzee B.V. cs P8b 14-12-13 209

Dana Petroleum Netherlands B.V. P8c 19-12-12 210

Sterling Resources Netherlands B.V. cs F14-ondiep 22-12-12 403 Sterling Resources Netherlands B.V. cs L1b-ondiep 22-12-12 339

Oranje-Nassau Energie B.V. cs Q13b-diep 28-12-12 369

Tullow Netherlands B.V. cs E13a 01-01-13 234

Totaal 3 114

(35)

WINNINGSVERGUNNINGEN, Nederlands Continentaal plat

Aangevraagd

Vergunning Publicatie Datum Sluitingstermijn Aanvrager(s) A12b & B10a * Staatscourant 22 30-12-99 - Chevron cs

B16a * Staatscourant 105 06-05-93 - Chevron cs

B17a * Staatscourant 106 30-05-97 - Centrica cs

B17b * - 29-07-10 - Centrica cs

* Lopende aanvraag, al eerder gepubliceerd in Jaarverslag

Verleend

Vergunninghouder Vergunning In werking km²

GDF Suez E&P Nederland B.V. cs D18a 29-08-12 58

Oranje-Nassau Energie B.V. cs Q16b & Q16c-diep 20-09-12 80

Oranje-Nassau Energie B.V. cs P18d 20-09-12 2

Oranje-Nassau Energie B.V. cs S3a 20-09-12 2

Oranje-Nassau Energie B.V. T1 20-09-12 1

Totaal 143

Beperkt

Vergunninghouder Vergunning In werking km2

Wintershall Noordzee B.V. cs Q05d 17-01-12 20

Totaal 20

(36)

5. KOOLWATERSTOF-VERGUNNINGEN, Maatschappij- en naamswijzigingen en juridische fusies in 2012

Onderstaande tabellen geven chronologisch de wijzigingen weer die zich in 2012 hebben voorgedaan als gevolg van mutaties in consortia van in vergunningen deelnemende maatschappijen evenals naamswijzigingen van deelnemende maatschappijen of naamswijzigingen door juridische fusies.

Maatschappijwijzigingen in opsporingsvergunningen

Vergunning Maatschappij afstand Maatschappij toetreding In werking Staats courant

F14-ondiep - Petro Ventures Netherlands B.V. 24-03-12 7 326

F18-ondiep - Petro Ventures Netherlands B.V. 24-03-12 7 329

F17a-ondiep - Petro Ventures Netherlands B.V. 24-03-12 7 331

L1b-ondiep - Petro Ventures Netherlands B.V. 24-03-12 7 333

E10 XTO Netherlands Ltd. - 26-05-12 13 853

E11 XTO Netherlands Ltd. - 26-05-12 13 854

E14 XTO Netherlands Ltd. - 26-05-12 13 855

E15c XTO Netherlands Ltd. - 26-05-12 14 663

E18b XTO Netherlands Ltd. - 26-05-12 14 667

E18b GTO Limited Tullow Exploration & Production Netherlands B.V.

14-11-12 24 816

E15c GTO Limited Tullow Exploration & Production Netherlands B.V.

14-11-12 24 818

E14 GTO Limited Tullow Exploration & Production Netherlands B.V.

14-11-12 24 820

E10 GTO Limited Tullow Exploration & Production Netherlands B.V.

14-11-12 24 821

F18-ondiep Grove Energy Ltd. - 22-11-12 24 922

F17a-ondiep Grove Energy Ltd. - 22-11-12 24 923

F14-ondiep Grove Energy Ltd. - 22-11-12 24 924

E5 - Volantis Netherlands B.V. 22-11-12 25 265

L1b-ondiep Grove Energy Ltd. - 22-11-12 25 271

E1 - Volantis Netherlands B.V. 22-11-12 25 274

E2 - Volantis Netherlands B.V. 22-11-12 25 277

E4 - Volantis Netherlands B.V. 22-11-12 25 294

(37)

Maatschappijwijzigingen in winningsvergunningen

Vergunning Maatschappij afstand Maatschappij toetreding In werking Staats courant Drenthe IIa Nederlandse Aardolie

Maatschappij B.V.

Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V.

17-03-12 6 883

Drenthe IIIa Northern Petroleum Nederland B.V.

Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V.

17-03-12 6 885

Dyas B.V.

Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.

F16 - Petro Ventures Netherlands B.V. 24-03-12 7 328

Papekop Dyas B.V. Parkmead (E&P) Ltd. 28-07-12 17 037

Andel V Dyas B.V. Parkmead (E&P) Ltd. 28-07-12 17 041

Drenthe IV Dyas B.V. Parkmead (E&P) Ltd. 28-07-12 17 042 Drenthe IIIb Dyas B.V. Parkmead (E&P) Ltd. 28-07-12 18 936

P18d - Energy06 Investments B.V. 20-09-12 23 457

T1 - Energy06 Investments B.V. 20-09-12 23 467

TAQA Offshore B.V.

F16 Grove Energy Ltd. - 22-11-12 25 272

Naamswijzigingen

Oorspronkelijke maatschappij Nieuwe maatschappij Smart Energy Solutions B.V. Tulip Oil Netherlands B.V.

(38)

6. SEISMISCH ONDERZOEK

Seismisch onderzoek uitgevoerd in 2012 wordt in onderstaande tabellen weergegeven.

Langjarige overzichten staan vermeld in overzicht 8.

TERRITOIR

In 2012 is binnen het territoir geen 2D en 3D seismisch onderzoek verricht.

CONTINENTAAL PLAT

In 2012 zijn op het Continentaal plat vier3D en één 2D survey opgenomen. De 2D survey betreft tie-in lijnen. De 3D surveys bestaan uit een kleine overloop naar de D-blokken van een

uitgestrekte Engelse survey in het 44ste kwadrant, de afronding van de DEF survey die Fugro in 2011 al voor een groot deel had opgenomen, een uitgestrekte survey over de noordelijke K & L blokken en een 4D survey over een deel van K15.

2D seismiek

Gebied Maatschappij Status Lengte km

F02 DANA Petroleum beëindigd 37

Totaal 37

3D seismiek

Gebied Maatschappij Status Oppervlakte km2

D06-D09 CGG-Veritas beëindigd 95

A17, A18, B16, B17, E02, E03, F01, F02 Fugro beëindigd 3230

K01, K02, K04, K05, K06, L04, L07 TOTAL beëindigd 3615

K15 NAM beëindigd 120

Totaal 7060

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De tekst gaat onder andere over de export en de import door Nederlandse bedrijven.. 2p 9 Citeer de zin waarmee de export en de zin waarmee de

dezelfde wijze rekent op basis van een foute omzetting van minuten in jaren, hiervoor bij deze vraag geen scorepunten in

3p 5 Geef een redenering, weergegeven met de hierboven beschreven notatie en logische symbolen, bestaande uit een aantal redeneerstappen, voor vlak nummer 5 en leg daarmee

Het is een publiek geheim, wekelijks ten overvloede aan het groot publiek prijs gegeven door onze goed gemarineerde collega Kolde Rator, dat nogal wat pennenridders en

Als over drie weken Minister Zalm zijn koffertje weer triomfantelijk naar boven houdt zal ik kijken of hij toch niet lacht als een boer die kiespijn heeft en zal ik met weemoed

(Behufante I, blz.. Het vorige artikel is eveneens toepasselijk, art. indien de schuldenaar, terwijl door hem aan het akkoord nog niet volledig is voldaan, opnieuw in staat

We zullen in dit hoofdstuk, met een bewijs gegeven door Dirichlet, bewijzen dat de vergelijking van Pell altijd een niet-triviale oplossing heeft, dit is terug te vinden in [7].. Om

De jonge arts Halima Bashir (ze woont nu in Engeland – uit veiligheidsoverwegingen is het niet haar echte naam) behoort tot de zwarte Zaghawa- stam. Darfur is