• No results found

De jaarlijkse bankroof van 11 miljard

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De jaarlijkse bankroof van 11 miljard"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De jaarlijkse bankroof van 11 miljard

Wie de actualiteit volgt, kan uit de titel afleiden dat wij het heb- ben over het nieuwe onderzoek van VIVES naar de transfers van Vlaanderen naar Wallonië. VIVES – oftewel het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving – is een zogeheten “denktank”

aan de faculteit economie van de K.U. Leuven. Ze probeert met haar studies ook te wegen op het beleid in dit land. Het rapport dat vorige week via Trends bekend is geraakt, toont zwart op wit aan dat er jaarlijks een roofbouw van meer dan 11 miljard euro op Vlaanderen wordt gepleegd. Je zou dus denken dat dit rapport van het grootste belang is voor minstens onze Vlaamse bewindvoerders en voor de Vlaamse media. Maar hebt u – buiten een radiospotje – er met één woord over horen reppen op de vele radiokanalen van de VRT? Hebt u er een verslag over kunnen bekijken op het televisiejournaal van de openbare omroep? Heeft het rapport de nieuwsdienst van VTM beroerd? Hebt u – buiten misschien een paar spaarzame regeltjes, een kort tekstje onderaan de pagina – er iets over gelezen in de geschreven media?

Het antwoord op al die vragen is neen. De Vlaamse pers blijft op enkele schaarse uitzonderingen na een collaboratiepers. Ze veegt de feiten onder de mat, en dat grenst aan regelrechte cen- suur. Onder het mom dat de N-VA zich geregeld op de bereke- ningen van VIVES baseert. Onder het voorwendsel dat het Vlaams Belang al jarenlang met soortgelijke cijfers uitpakt. Onder het alibi dat men niet verder aan “communautair opbod” wil doen. En ook gewoon omdat men te laf is om de overzijde in de ogen te kijken en te zeggen wat nadruk dient te worden gezegd: dat diefstal en beurzensnijderij bij wet verboden zijn en normaal correctioneel worden bestraft.

Vorig jaar publiceerde het AKVSZ (Aktiekomitee Vlaamse Soci- ale Zekerheid) een overzicht van de transfers in de sociale sector in de periode 2003-2007. De studie kwam tot de conclusie dat er in 2007 een totale transfer van 4,7 miljard was in de sociale zeker- heid en de sociale bijstand. En stelde: ‘De verantwoordelijkheid van de Vlaamse politici, werkgevers, vakbonden, wetenschappers en media die de Vlamingen dom gehouden hebben, is verplette- rend.’ Maar daarnaast zijn er nog andere overdrachten via de fede- rale begroting en de Bijzondere Financieringswet. Samen met de sociale zekerheid komen we dan volgens VIVES al aan een trans- ferstroom van 5,6 miljard euro vanuit Vlaanderen. En VIVES voegt daar nu nog een andere geldstroom aan toe: de intergewestelijke transfers uit rentelasten. De voorbije decennia zijn er aanzienlijke begrotingstekorten geweest met als gevolg hoge rentelasten om de overheidsschuld te kunnen betalen. Het VIVES-onderzoek ver- deelt die rente-uitgaven volgens een objectieve verdeelsleutel over de drie gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel), in de mate dat ze die uitgaven veroorzaakt hebben. Maar in werkelijkheid is er een enorme scheeftrekking: want concreet betaalde Vlaanderen in

2007 5,7 miljard euro aan interestlasten te veel, wat bijna volledig ten goede kwam van Wallonië. De totale optelsom van alle trans- fers bedraagt dus volgens de Leuvense onderzoekers 11,3 miljard euro. Reken dat maar eens uit in oude Belgische franken, en we zitten al gauw boven de 450 miljard frank per jaar.

De politieke implicaties van die transfers kunnen nauwelijks overschat worden. Met de oplopende staatsschuld, het huidige begrotingstekort en de nakende saneringen is het de vraag hoe de inspanningen rechtvaardig verdeeld kunnen worden over de ver- schillende overheidsniveaus (federaal, gemeenschappen, gewes- ten). Met Trends merken we op dat we hier bij de werkelijke oor- zaak komen van de politieke impasse. De Franstalige partijen willen geen verandering, voor geen euro, nog voor geen eurocent. Ze willen het behoud van het status quo, want ze zijn doodsbang om aan hun electoraat uit te leggen dat de huidige financiële voordeel- situatie niet houdbaar is. Als gevolg daarvan hanteren ze een stra- tegie van blokkering en stilstand op de kap van Vlaanderen, maar eigenlijk ook op de kap van Wallonië zelf. De Waalse werkgele- genheid zit vandaag op 57 procent, de Vlaamse op 67 procent. Om dat gat in de werkgelegenheidsgraad toe te rijden, dringt zich een totaal ander beleid op dan waar alle politieke partijen in Wallonië vandaag toe bereid zijn. (Maar volgens alle brulapen die op 1 mei het woord hebben gevoerd, is dat extreem-rechtse praat en kan er niet genoeg op de N-VA worden gemept.)

Als wij zonder verpinken neerschrijven dat wij dit land een zo spoedig mogelijke ondergang toewensen, dan is dat door de com- binatie van die schaamteloze potverteerderij aan Franstalige kant in combinatie met de weigering om de taalgrenzen te erkennen en binnen de kortste keren Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen.

Is er soms nog een andere Europese negorij waar een arrest van het Grondwettelijk Hof na acht jaar nog altijd niet is uitgevoerd?

Deze situatie is gewoon wraakroepend, en heel België kan wat ons betreft de mesthoop op.

Maar goed, laten we eindigen met een oproep tot rust en kalmte, dat is beter voor ons hart. Laten we zaterdag samen afspreken in Brussel onder de auspiciën van de PvdA en deelnemen aan een geanimeerde betoging, een volksparlement en een volkspicknick in het park van Koekelberg. Daar zal het collectief ‘Niet in onze naam’ ons uitleggen dat juist wij ons laten leiden door onverdraag- zaamheid en egoïsme. Laten we daarom samen ijveren voor een sterke federale sociale zekerheid en dus het voortzetten van de transfers. En laten we definitief kiezen voor een federale kieskring zodat we binnenkort met een super-BHV zitten opgescheept! Dan moet dat verdomde arrest ook niet meer worden toegepast. Sim- pel toch!

Een “cocktail”

van geweld

Volgens sommige mediabron- nen was de recentste “cocktail”

van jongerenbaldadigheid en agressie op straat te wijten aan de combinatie van schoolvakan- tie en warm weer. In mijn jonge jaren was het ook vakantie en niet zelden was het nog warmer.

Toch bestond genoemde “cock- tail” toen niet. Nooit en nergens.

Maar dat was lang voor de rush richting het Utopia van de multi- culturele verrijking op gang kwam en door overheid en regime- media werd gestimuleerd en toe- gejuicht.

Geen zinnig mens ontkent nog de aan de “diversiteit van culturen” gekop- pelde problemen waarmee we dagelijks om de oren worden geslagen. Ook de media laten hun eeuwig vergoelijkende toontje al wat achterwege. Zelfs de VRT gaat de verduidelijking “van alloch- tone origine” niet steevast meer uit de weg bij nieuwsgaring over “incidenten”

met massaal amokmakende “jongeren”.

Zoals onlangs die in het Antwerpse Borgerhout. En die in recreatiedomein Hofstade bij Mechelen. Dat waren trou- wens de “uitschieters” van een indruk- wekkende reeks “incidenten” zoals ik die gedurende een paar weken heb proberen bij te houden. Met klemtoon op proberen. Ik durf mijn hand er niet voor in het vuur steken dat ze volle- dig zou zijn. Een sterk vermoeden van het tegendeel lijkt me realistischer. Het belet niet dat volgende “cocktail” er al best mag wezen.

- Van de rellen in Borgerhout, na een voetbalmatch tussen Barcelona en Real Madrid 1.800 kilometer zuidelijker, ont- houd ik als “pittig detail” dat een bus met allochtone bestuurder ongemoeid kon passeren; de autochtone bestuur- der van de volgende bus had minder geluk.

- Die rellen waren een dag eerder al voorafgegaan door het molesteren van een bus van “De Lijn” in Berchem. Het is niet zeker dat de aanleiding daarvan de laatste training van beide ploegen voor de match was. Wel is zeker dat de dader(s) niet gevat werd(en).

- In Oostende deed zich een massale vechtpartij voor met en tussen “hang- jongeren”. Een zeventigtal bezopen exemplaren bekogelden de opgeroe- pen politiemensen met blikjes drank, keerden zich tegen een kusttram en verwondden de conducteur. Twee ver- dachten werden later “herkend”.

Lees verder blz. 2

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Deze week :

• Makkers, ten laatste male 2

• Briefje aan Caroline Gennez 3

• Libera, De Wever, Dalrymple en co 5

• Victor Hugo en de Walen 7

• Iván Fischer en Jerry Aerts in de prijzen 10

• Vraaggesprek met Luc Devoldere, Septentrion 11

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

66

ste

jaargang • nummer 18 • woensdag 4 mei 2011 1,90 euro

Op de praatstoel

Luc Devoldere

Blz. 11

(2)

De dingen dezer dagen 2

4 mei 2011

Vervolg van blz.1

- Van de tweehonderd “jongeren” die in Hofstade amok maakten en de politie aanvielen, werd er één aangehouden. Eén agent raakte zwaar- en drie anderen licht- gewond.

- In Sint-Niklaas werd een gehandicapte vijftiger in coma geslagen door twee jon- gemannen. Een bejaarde vrouw werd er in een auto gesleurd, beroofd en daarna uit de wagen gegooid. Blijkt dat een allochtone tie- nerbende er het stadscentrum teistert en terroriseert.

- In Hoboken bij Antwerpen werden in één nacht 31 auto’s door “vandalen” bekrast en beschadigd.

- In de Antwerpse Stuivenbergwijk is apo- thekeres Reinhilde Vloemans houdster van een record, goed voor opname in het Gui- ness boek. In zestien jaar tijd werd haar apotheek al negentien keer door “jonge- ren” overvallen. Ze heeft weinig twijfels over hun “roots”. De jongste overval dateert van medio april.

- Langs de Turnhoutsebaan in Wijnegem overviel een man “van het negroïde type”

het postkantoor. Hij ging ervandoor met 45.000 euro.

- In allochtone hoeken allerhande, bleef het bij al die “cocktail” vullende “incidenten”

telkens oorverdovend stil.

Baarlijke nonsens

De negen voorradige Antwerpse jeugd- rechters trokken collectief aan de alarmbel.

“Crimineeltjes” komen er steeds meer en ze worden alsmaar jonger en driester, aldus de rechters. Ze vroegen versterking: min- stens vijf jeugdrechters. Momenteel is er één rechter beschikbaar voor 700 (zevenhon- derd!) jongeren onder toezicht. Burgemees- ter Patrick Janssens vaardigde na de rellen in Borgerhout een “verbod op kwaadwil- lige samenscholing” uit. Met succes, zowaar, want deze keer geen rellen na Real versus Barça. En minister Annemie Turtelboom werkt na de gebeurtenissen in Hofstade een zwemvijververbod uit. Naar analogie met het stadionverbod voor voetbalhooligans.

In Kortrijk wordt dan weer hardop gedacht om het fenomeen “hangjongeren” anders aan

te pakken dan met buurtwerkers, straatwer- kers, hoekwerkers, pleintjeswerkers en al de rest van het zootje bemiddelende “werkers”.

Maar nog niet alle geesten zijn gerijpt, en nog niet alle neuzen wijzen in dezelfde, nochtans zonneklare richting.

In Gazet van Antwerpen las ik dat de aan- wezigheid van geüniformeerde politie bij

“jongeren” vaak werkt als een rode lap op een stier. Beter zou zijn inspecteurs in bur- ger te “infiltreren in het milieu”. Om de aan- stokers te leren kennen en wederzijds res- pect af te dwingen. Tja...

In Het Laatste Nieuws las ik dan weer dat

“hangjongeren” van alle tijden zijn. “Honderd jaar geleden hingen ze rond op het dorps- plein”, aldus Hilde Sabbe, als was ze er toen zelf al bij, en die van journalistiek dwarslig- gen haar handelsmerk maakt. Het betekent dat, als iedereen “wit” zegt, Hilde van de weeromstuit “zwart” opeist. Op haar toch- ten doorheen Brussel en op bezoek bij haar moeder in Kortrijk heeft ze nog nooit een dubieuze “jongere” gezien. Laat staan een

“hangjongere”. Evenmin als haar moeder.

Maar Hilde kent wel hun bedoeling. Tegelijk een houding zoeken en zich een weg door het leven banen. Het is uitdagen en grenzen opzoeken, soms een beetje treiteren. “En ach”, verzucht Sabbe als slot van een lading baarlijke nonsens, “voor ergens in groten getale aanwezige jongeren die een beetje stoer doen, vind ik politiewerk niet nodig.

Een beetje gezond verstand van de burger, misschien een woordje van een buurtwer- ker, meer moet dat niet zijn.”

Ga zoiets vertellen aan een apothekeres met 19 overvallen op haar persoonlijk “jon- gerenpalmares”. Of aan een oudje dat eerst werd gekidnapt, daarna beroofd en tenslotte uit een auto werd gegooid. Om over alle andere slachtoffers van de “cocktail” straat- geweld en baldadigheid van “jongeren” te zwijgen. Ik zei al dat geen zinnig mens de pro- blemen met ”jongeren” nog ontkent, maar blijkbaar zullen er altijd uitzonderingen zijn die de regel bevestigen.

D.Mol

Een “cocktail” van geweld

Revolutie en economische groei

Uit de smalle beursstraat

Autoritaire regimes die overstappen naar de democratie zullen hun economische groei snel zien toenemen. Dat is tenminste de conclusie van een onderzoek van het Amerikaanse “Center for Systemic Peace” dat werd uitgevoerd op basis van een 25-tal volksopstanden die zich sinds begin jaren 70 hebben voorgedaan. Vertrekkende bij een revolutie in Thailand in 1970 over het verdrijven van Marcos op de Filippijnen in 1986 tot de Oranjerevolutie in Oekraïne in 2004 werd nagegaan hoe sterk de economie gegroeid is in de drie jaar voor de revolutie en de vijf jaar na de revolutie. Wat blijkt? In drie vierde van de gevallen groeide de economie na een geslaagde volksopstand sneller dan vroeger. In de drie laatste jaren van het Griekse kolonelsregime groeide de econo- mie gemiddeld met 4 procent per jaar. Na 1974 en de democratische overgang werd dat bijna 6 procent per jaar. Landen als Argentinië, Uruguay en de Filippijnen kenden zelfs een negatieve groei voor het democratiseringsproces, daarna werden positieve groeicijfers opgetekend. Wat is de verklaring voor de band democratisering-economi- sche groei? Economen stellen vast dat het eerste jaar van de overgang vaak chaotisch verloopt met een stijgende inflatie, liberaliseringen van de economie en herstructure- ringen. Dat doet economisch pijn. Maar na verloop van tijd profiteren die landen van de internationale handel en kent de economie een hoge vlucht.

Het gaat hier echter niet om een economisch axioma. Ook al toont drie vierde van de gevallen dat er een positief verband bestaat tussen democratisering en economi- sche groei. Nuance is hier zeker op zijn plaats, om twee redenen. Ten eerste kan het geen kwaad de uitzonderingen op de regel “democratisering leidt tot meer groei”

eens onder de loep te nemen. Zo groeide de Portugese economie in de drie jaar voor de Anjerrevolutie met 21 procent. In het eerste lustrum na de democratisering was dat amper 17,3 procent. Is er hier een verband met de socialistische regering die toen aan de macht was? Overigens is het opvallend dat Spanje niet in het onderzoek werd opgenomen. Dat land zou ook een ander beeld geven dan de algemene regel die het Amerikaanse onderzoek hanteert. Spanje kende ten tijde van het Franco-regime en zeker vanaf de jaren 60 een sterke economische groei, onder andere dankzij de uit- bouw van het toerisme. De overgang naar een democratie in 1975 zal daar weinig aan veranderd hebben.

En wat moeten we denken van Iran dat zijn economie voor de opstand tegen de sjah zag krimpen en daarna zag stijgen. Een gevolg van democratisering? Zeker niet als we weten dat de mollahs van ayatollah Khomeini snel de macht grepen. De onderzoekers hebben wel gelijk als ze stellen dat landen die de inflatie na een democratiseringsgolf snel onder controle krijgen mooie groeicijfers kunnen voorleggen. In de jaren 80 heb- ben Brazilië en Argentinië hard moeten werken om de inflatie te beteugelen. Maar in Brazilië volgde de grote inflatie-opstoot veel later, namelijk in 1993, toen de prijzen op een jaar tijd met 2.700% stegen!

De tweede reden waarom we uit dit onderzoek geen overhaaste conclusies mogen trekken, is de situatie in de Arabische landen waar nu al een hele tijd opstanden aan de gang zijn. De logica van het Amerikaanse onderzoek doortrekken, betekent dat de Arabische landen de komende jaren van een sterke economische groei zullen kunnen genieten. Dat is echter zeer betwijfelbaar en niet alleen omdat er in die landen wel eens een fundamentalistisch regime aan de macht zou kunnen komen. Zo hebben al die landen een zeer jonge bevolking – tussen 40 en 45 procent is jonger dan 20 jaar – en die zijn voor een groot pak werkloos. Zij zullen niet snel aan een job geraken. In de ex-communistische landen groeide de economie na een paar jaar zeer snel omdat men was overgestapt van een planeconomie naar een vrijemarkteconomie. De Arabische landen zijn al een vrijemarkteconomie en dus is de groeimarge beperkt. Ander nadeel van deze moslimlanden is dat ze op het vlak van loonkosten nog altijd niet kunnen con- curreren met China, ook al stijgen de lonen daar sterk. Een devaluatie om de export te bevorderen (en dus jobs te creëren) is al evenmin een optie. De Arabische landen zijn sterk afhankelijk van de import van cruciale producten waaronder voedsel. Bij een devaluatie wordt import duurder en dat zal de hoge voedingsprijzen nog doen stijgen.

Eigenlijk blijven die landen voor hun economische groei afhankelijk van toerisme en grondstoffen als olie. Nieuwe groei-impulsen zullen er niet snel komen.

Angélique VAnderstrAeten

Makkers, ten laatste male

In vervlogen tijden sakkerden brave katho- lieken wel eens omdat ‘die van hierboven’

ook wel een socialist leek, omdat hij stee- vast goed weer voorzag voor de uittrek- kende stoeten. Die traditie bleef dit jaar in elk geval intact. Maar boven het Belgische socialisme – boven en onder de taalgrens – trekken steeds meer wolken bij elkaar.

Doe het dan, Elio

Laten we bij de PS beginnen. Het gebeds- molentje dat dagelijks ratelt dat Bart De Wever de oorzaak is van alle ellende, begint barsten te vertonen. Het bochtenwerk van Di Rupo opent stilaan ogen. “Niet Bart de Wever, maar PS-voorzitter Elio di Rupo durft nog altijd niet te springen en zijn ver- antwoordelijkheid als winnaar van de ver- kiezingen te nemen”, schrijft Wim Van der Velden in De Tijd. Wouter Beke was bij- zonder ontstemd toen Di Rupo plots kwam vertellen dat nieuwe voorstellen voor de financieringswet, waar de PS-technici zich schijnbaar eerder in de werkgroepen wel in konden vinden, onaanvaardbaar waren. Het vermoeden dat de PS wel de nieuwe paden wilde bewandelen, steunde op een “misver- stand”. Dat Di Rupo de paasperiode in de Italiaanse familiesfeer wilde doorbrengen, kon bij Beke ook al niet meteen op applaus rekenen. De Wever investeerde de jong- ste weken dan weer intensief in de CD&V- voorzitter. Het is geweten dat De Wever en Beke het persoonlijk uitstekend met elkaar kunnen vinden en dat ze ook inhoudelijk niet zo ver van elkaar staan. Daarmee kon De Wever de CD&V-vleugel die N-VA wil wippen, weer een tijdje ‘kalt stellen’. In het weekeinde was De Wever niet karig in zijn complimenten aan het adres van de... (wat is Beke ook alweer?) koninklijke onderhan- delaar/pre-informateur/rondjesdraaier. Al

geraakt Beke geen millimeter vooruit, het is nu Di Rupo die de indruk wekt de rol van stoorzender te spelen. Dat geeft weer wat ruimte aan De Wever. Hij slikte er zelfs de deadline-die-er-geen-was voor in, want dan zou hij tegen de kar van Beke rijden. Di Rupo stak op 1 mei weer het gekende refrein af:

een grote en evenwichtige staatshervorming is haalbaar, maar dan moet iedereen (lees de Vlamingen, lees CD&V en vooral N-VA) zijn verantwoordelijkheid nemen. “Doe dat dan, Elio”, riposteerde De Wever in de studio’s van de 7de Dag.

N-VA-propaganda op 1 mei

Aan Vlaamse zijde is het nog meer kom- mer en kwel. Op de 1 meitoespraken was het zowat al N-VA wat de klok sloeg. “Gebrek aan stijl en niveau”, reageerde De Wever in de VRT-studio’s, zichtbaar genietend van de onbedoelde propaganda die de sp.a voor zijn partij voert. De topvrouw van de Vlaamse ABVV, Caroline Copers, somde in Antwer- pen op waarom de N-VA zo gevaarlijk is.

De opsomming van die bedreigingen op de radio leken haast op een N-VA-reclamespot, want wat Copers bedreigingen noemt, klinkt voor de doorsnee Vlaamse kiezer eerder als een afpuntlijst van maatregelen die drin- gend nodig zijn. Over Caroline Gennez gaat het elders in dit blad, maar dat zij binnen- kort de handschoen als partijvoorzitter in de ring gooit, na een brokkenparcours zon- der hoogtepunten en een dramatisch ver- kiezingsresultaat, moet stilaan een persoon- lijk drama genoemd worden. Net in die 1 meiweek komt de linkse sp.a-opposant Erik De Bruyn doodleuk verklaren dat hij uit de partij stapt en een nieuwe politieke formule wil opzetten, links van de ‘partaai’. Daarmee is De Bruyn, ere wie ere toekomt, de man die de 1 meiperiode echt in het perspectief

van de uitdagingen voor het socialisme heeft gezet. De oud-Amadezen van PvdA sprongen meteen op z’n kar en boden een kartelfor- mule aan voor de gemeenteverkiezingen. De Bruyn bedankte vriendelijk. Altijd plezant om vast te stellen dat uiterst-links geen twee zin- nen kan uitspreken zonder de woorden soli- dariteit, één strijd, bundeling van de linkse krachten, maar blijkbaar niet eens in staat is elkaar in hun kleine hoekje van de Vlaamse politiek te vinden. Bestaat er ook niet zoiets als CAP? U kent die niet of u bent de afkor- ting vergeten? Juist, maar enkele jaren gele- den probeerden ze onder die naam ook zo’n De Bruyn-wending. Ooit ‘linkse-van-dienst’

Jef Sleeckx zette zijn schouders onder het

ding, maar van de grond kwam het nooit. De Bruyns Rood! zal vermoedelijk weinig potten breken, tenzij in de eigen familie. Want zelfs al kan hij maar een handvol procentjes sprok- kelen, ze gaan wel allemaal van de electorale rekening van de sp.a. En die staat zo al seri- eus in het, jawel, rood.

“Makkers ten laatsten male, tot de strijd ons geschaard”, klinkt de Internationale. Die zin stond bol van het optimisme. Nog één inspanning en de wereldrevolutie is een feit.

Aan het einde van de tunnel brandde het rode licht. De sp.a wekt de indruk weer ten laat- sten male tot de strijd op te roepen, voor- aleer het rode waakvlamlichtje helemaal uit-

dooft. J.K.

Op 1 mei 1889 beslisten de Amerikaanse vakbonden tot een algemene staking voor de invoering van de achturige werkdag. Bij de oprichting van de Tweede Internationale in datzelfde jaar in Parijs namen de strijders voor het proletariaat de beslissing die 1e mei uit te roepen tot Dag van de Arbeid.

(3)

Aan Caroline Gennez Onvoltooid verleden tijd Mechelen

Gij Comateuze,

Mevrouw de Sossin, het zijn niet wij die uw activiteiten met dat weinig lovende adjectief hebben bedacht. Integendeel, het woord duikt op in de kronieken van de linkse veelschrijver Walter Pauli, door- gaans goed op de hoogte van het reilen en zeilen binnen de socialistische beweging. In De Morgen zette hij vorige week zonder al te veel franjes een punt achter uw voor- zitterschap van de sp.a. Gij zoudt volop uw afscheid aan het voorbereiden zijn, een mededeling ter zake kon nog voor de zomer worden verwacht. Met als bedoe- ling: door u niet meer herkiesbaar te stel- len, zouden potentiële opvolgers het niet over het verleden maar over de toekomst van de sp.a moeten hebben. Dat zou de partij een pijnlijke evaluatie kunnen bespa- ren van de voortdurende achteruitgang onder uw bewind, na de op zich al ver- woestende historische nederlaag onder Vande Lanotte bij de federale verkiezin- gen in 2007.

Om eerlijk te zijn: een vreemde rede- nering, want een nieuwe kandidaat zal aan de rode massa’s toch moeten uitleggen wat hij of zij dan precies wil veranderen om het beter te doen. Anderzijds is het onheil waarin de sp.a verkeert, de laatste tijd alleen maar groter en groter gewor- den, zodanig dat heel wat rode kopstukken op 1 mei schoorvoetend moesten toege- ven dat ‘de linkse maatschappijvisie’ nau- welijks nog op belangstelling kan rekenen.

Een openlijk gezichtsverlies aan uw adres, al werd het ingekleed met de bedenking dat gij destijds tot voorzitster werd gebombar- deerd opdat zwaargewichten als Patrick Janssens, Daniel Termont, Steve Stevaert en Vande Lanotte zelf in hun eigen achter- tuin rustig hun behoefte zouden kunnen doen. Afijn, de sp.a is in verval, en gij zit in de muizenval, en flauwe grappen over de speculaties in de gazetten zullen daar niets aan veranderen. (‘Ik heb ook al 100 keer gelezen dat Obama geen echte Amerikaan is’, en meer van dat goedkoop geklets.)

‘Is het de mimiek van Gennez die irri- teert?’, vraagt Pauli zich af. ‘Haar intona- tie? Haar wijze van debatteren?’ Wij ant- woorden onverbloemd: JA! Elke keer dat gij als voorzitster op het scherm of op een podium verschijnt, is de sp.a 10.000 stem- men extra kwijt. In wat voor een wit tafel- kleed met blauwe kringen zagen wij u trou-

wens ter gelegenheid van het Feest van de Arbeid toch weer op de buis verschij- nen? Dat was goed voor minstens 20.000 stemmen. En dan hadt ge nog niet eens uw mond opengedaan. En toen ge uw mond opendeed, was het om reclame te maken voor de N-VA. Tja, zo komt er natuur- lijk weinig nieuwe dynamiek in de eigen partij.

Ge zijt er trouwens nooit in geslaagd een eensgezinde inhoudelijke lijn uit te stippe- len voor de sp.a. Ge liet u vangen in per- sonenkwesties en gekonkelfoes achter de schermen. Zo vlast onder meer Peter Van Velthoven vol ongeduld op uw vel, omdat gij hem bij de vorige verkiezingen in Limburg naar de tweede plaats hebt verwezen ten gunste van Ingrid Lieten, die er politiek tot nu toe niets van gebakken heeft. En denkt ge dat Frank Vandenbroucke zijn degrada- tie als viceminister-president al verwerkt heeft? Is het normaal dat Louis Tobback vanuit het stadhuis in Leuven de partij zijn inzichten opdringt zonder uw mening te vragen? Of dat Freddy Willockx uw posi- tie verder ondergraaft, door te stellen dat niet alleen gij maar ook de Vlaamse minis- ters en fractieleiders van de sp.a moeten worden vervangen? Om dan – als de ware clown die hij is – er snel aan toe te voegen

‘dat het onverstandig is om maanden op voorhand de indruk te wekken dat we met personeelsperikelen bezig zijn’!

Gij hebt dus noch uw troepen, noch uw partijlijn onder controle. Zo waart ge op 1 mei weer hevig aan het fulmineren tegen de bankiersbonussen, zonder erbij te vermelden dat madam Lieten – samen met Kris Peeters en Philippe Muyters (van de gehate N-VA) – een paar dagen voor- dien een mededeling had verspreid dat de bonussen bij KBC geheel volgens de Belgische en Europese regels waren ver- strekt. En Freya Van den Bossche werpt zich ineens op als hevig voorstander van windmolens, om de aandacht af te wenden van de overgesubsidieerde zonnepanelen, zonder erbij te vertellen dat die windmo- lens evengoed een meerprijs zullen bete- kenen voor de verbruiker.

Gennez, mens, doe ons een plezier:

wacht zelfs niet op de zomer om er de brui aan te geven. Geen mens die er een traan om laten zal.

3

De dingen dezer dagen

4 mei 2011

Brief aan ...

In een radiogesprek over de pas overleden VRT-taalraadsman Eugène Berode vertelde een nieuwslezer over de correcties die hij regelmatig van hem toege- stuurd kreeg. Die waren erop gericht, de taal van de staatszender van fouten te zuiveren.

Voorbij het Algemeen Nederlands

Daar was en is wel aanleiding toe. Hoe- veel journalisten en intellectuelen zeggen niet “uitdeinen” waar ze “uitdijen” bedoelen, of schrijven “pubertijd” in plaats van “puber- teit”? Maar naast evidente fouten zijn er ook vormen die slechts vanuit een welbepaalde politieke keuze als fout kunnen beschouwd worden. Laat ons het eens hebben over taal- beleid. Een taalhovenier behoort het onkruid uit de taal te wieden, en Berode deed dat op een uiterst invloedrijke plaats. Overal ter wereld is de staatsomroep immers de belangrijkste verspreider van de standaard- taal. In het Chinees noemen gewone men- sen de standaardtaal dianshihua, “tv-taal”.

In Vlaanderen is dat vanaf het begin van de NIR-BRT-BRTN-VRT een bewust gestuurd proces: de domme Vlaming beschaven door hem uit zijn dialecthorizon te tillen en de standaardtaal aan te wenden. Maar wat was dat, die standaardtaal? Tot in de jaren 70 was “Algemeen Beschaafd Nederlands” de gebruikelijke term. “Beschaafd” is rijkelijk vaag, maar het stelt tenminste een criterium voorop: wanneer je twijfelt tussen twee vor- men, kies dan de beschaafdste. Wie bescha- ving heeft, kan dan in beginsel zelf oorde- len. Maar volgens dat criterium was er geen enkele reden om “gij” door “jij” te vervan- gen. “Jij” is een West-Vlaamse en later ook Hollandse vervorming van “gij”, maar in de Bijbel en andere formele teksten bleef de

“gij”-vorm ook in Nederland tot voor kort de norm. Voor zichzelf hebben zij die norm wel veranderd, want zij willen zich op hun gemak voelen in hun taal en laten zich door niemand dicteren: “Zeg niet:..., maar zeg:...”

Geen Hollander heeft de Vlamingen echter ooit gevraagd om dit gebruik te verande- ren. Maar kruiperige Vlamingen willen, als het niet voor de Walen of de Duitsers is, per se voor íémand kruipen. Dus moest het algemeen-Nederlandse “gij” door de regio- nale variant “jij” vervangen, tot groot onge- mak van meerdere generaties Vlaamse volks- mensen in zoiets intiems als hun moedertaal.

Het taalleven in Vlaanderen heeft hierdoor grote schade opgelopen. Met een taalnorm die dichter bij het bestaande gebruik aan- sloot, dus met “gij” in plaats van “jij”, had het beschaafd Nederlands veel dieper kun- nen doordringen. Regelneven hadden zich nog kunnen uitleven door “gadegij” te cor- rigeren tot “gaat gij”.

Herkenbaar Vlaams

De weglating van dat criterium “Beschaafd”

had veel met de egalitaire tijdgeest te maken:

het dialect was de taal van het werkvolk, en we wilden die klasse niet als “onbeschaafd”

wegzetten, terwijl we ze toch haar taaltje wilden afleren. Op zich schijnt “Algemeen Nederlands” te betekenen, de taalvor- men die nagenoeg iedereen gebruikt, maar dat was het helemaal niet. Zeer weinigen in Vlaanderen zeiden “mooi” en “leuk” en

“jij”, de vormen die de taaluniformeerders hen opdrongen. De filosofie achter het AN bleek paradoxaal genoeg juist autoritair: wij moeten geen reden geven voor onze eis dat jij “jij” zegt, jij moet dat doen omdat wij, de zelfhatende Vlaamse elite, dat nu eenmaal zo voor jou beslist hebben.

Berode koos uitdrukkelijk voor het Noord-Nederlands als taalnorm, met als argument: “Hebt u er soms een andere?”

Natuurlijk, sla er oude collegeboeken of de eerste Rode Ridders maar op na, dat was goed Nederlands maar herkenbaar Vlaams.

En zeker als je er een minder rigide opvatting van “norm” op na houdt. Als er twee vor- men naast elkaar bestaan, bv. “verwittigen”

en “waarschuwen”, dan hoef je de ene nog niet normatief en de andere fout te verkla- ren. Dat soort taalvariatie volgt niet nood- zakelijk politieke grenzen. In meerstatelijke taalgebieden laat de politieke grens zich ook in het taalgebruik voelen, bv. tussen Brits en Amerikaans Engels: truck/lorry, closet/cup- board, enzovoort. In die geest sprak men in de jaren 80 en 90 vaak van de “Vlaamse standaardvariant”, blijkbaar bedoeld om zo niet het hele Nederlandse, dan toch het Bel- gisch-Nederlandse taalgebruik te homogeni- seren. Maar ook binnen één bestuursgebied hoeft de taal niet uniform te zijn. Zo loopt de scheiding tussen de standaard-Nederlandse zachte g en de noordelijke harde g een eind ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens. Het aandringen op volstrekte één- vormigheid, onbekend in het Engels (waar zelfs nieuwslezers complexloos hun Schotse of Texaanse tongval laten horen), heeft wel- licht met het voorbeeld van het centralis- tische Frans te maken. Hoewel, zelfs daar worden nationale varianten aanvaard. Parij- zenaars grinniken misschien eens om “sep- tante” maar hebben er geen probleem mee als Walen die gebruiken. Wallonië kent geen campagnes om “septante” door “soixante- dix” te vervangen.

Walen buiten!

Die kijfdrift van de AN-propagandisten, die gretigheid om ingeburgerde woorden en zegswijzen als “fout” te betitelen, speelde ook tegenover zogenaamde purismen.

Berode wou de taal van vreemde maar ook van volkseigen smetten vrij, weg met de galli- cismen én met de vooral in Vlaanderen gebe- zigde vervangwoorden. Hij placht te zeg- gen: “Ik ga niet met een regenscherm onder het stortbad, maar met een paraplu onder de douche.” Weer die onverdraagzaamheid tegen variatie; waarom niet gewoon beide woorden als volwaardig Nederlands erken- nen? Overigens was dat veto tegen purismen wat onzinnig, als je ziet hoeveel doodgewone woorden ooit als purisme begonnen zijn:

driehoek, vraagstuk, veronderstellen, schei- kunde, enzovoort. De felste geselaars van

“Belgisch Nederlands” zijn altijd de antifla- minganten geweest, zoals Johan Anthierens en barones Maria-Adelheid d’Oornaert.

Toen Walter De Bock zich tegen de “Leu- ven Vlaams”-beweging keerde, schamperde hij over “Walen buiten!” dat die slagzin niet alleen politiek maar ook taalkundig fout is.

Niet dat hij kon uitleggen wat er aan “bui- ten” zo fout is, maar Hollanders zouden daar gezegd hebben: “Walen eruit!”

Walen waaruit? Die “er” verwijst nor- maal naar iets dat eerder genoemd geweest is. “Hij bleef in zijn auto zitten, maar toen ik hem riep, kwam hij eruit”, namelijk uit de genoemde auto. In “Walen eruit!” ontbreekt zulk eerder genoemd verwijsvoorwerp. Je had kunnen zeggen: “Dit is ons Leuven en wij willen de Walen eruit!” Maar dat heb je niet gezegd, “Leuven” wordt niet genoemd, en dus is de uitdrukking “Walen eruit!” daar in het beste geval slordig. Misschien gelegi- timeerd door veelvuldig gebruik, althans in Nederland, maar zeker niet verplicht. Vanuit het standpunt van logica en dus “beschaving”

verdient de variant “Walen buiten/dehors/

out/raus” de voorkeur. (Nog zo’n slordige uitdrukking die taalvitters aan de Vlamin- gen willen opdringen, is: “met zijn allen”.

Ook hier ontbreekt de verwijzing: met wiens allen? Zeg maar gewoon “allemaal”.)

De jongste uitgave van de Prisma-woor- denboeken erkent “Belgisch Nederlands” en

“Nederlands Nederlands” op gelijke voet, als “natiolecten”. Volgens Ruud Hendrickx, Berodes opvolger bij de VRT maar ook lid van de redactie van Van Dale, zal ook dat toonaangevend woordenboek in de volgende uitgave dat ruimdenkende voorbeeld volgen.

De taalkundige emancipatie van de Vlamin- gen is eindelijk begonnen. K.E.

Bescheidenheid siert

Ruim honderd dagen zijn verstreken sinds de links-intellectuele elite in al haar ingebeelde superioriteit vond dat ze van zich moest laten horen omdat een nieuwe regering uitbleef. Er werd verzamelen geblazen, op de Belgische bar- ricade. Mee op de bovenste trap stond radiopre- sentator Koen Fillet. Zolang een regering uitblijft, laat hij zijn baard groeien. Vandaag, zit hij met een gewas dat nog niet tot op zijn knieën hangt, maar dat hij wel kotsbeu is. Dat kan gebeuren met lui die zich permanent in het irreële BV- wereldje bewegen en daardoor zichzelf en “hun invloed” overschatten. Bescheidenheid siert. Met Koen meevoelen doen we dus niet. Niemand heeft hem verplicht dat baardnummer op te voeren. Hopelijk voor hem heeft hij zijn lesje geleerd en houdt hij zich straks enkel bezig met zijn job. Zo niet, fluistert ons slecht karakter ons in, mogen er best nog honderd dagen bijko- men voor Fillet zijn baard kan afscheren zonder gezichtsverlies te lijden.

Waar Wacht “het Paleis” oP?

Het Amerikaanse weekblad Time Magazine plaatst Kim Clijsters bij de honderd invloedrijk- ste mensen die het aardse tranendal sieren. Ze is, aldus het blad, de meest succesvolle tennis- moeder van de moderne tijd. Kunnen we inko- men. Maar toen we lazen dat “ze het combi- neren van werk en gezin tot een kunstvorm heeft verheven” – de auteur van die flard “over-

drive” mag het ons niet kwalijk nemen – moes- ten we even slikken. Hoe dan ook, de hamvraag is waar Le Palais/Het Paleis nog op wacht om een beroep te doen op Clijsters, om alle kno- pen te ontwarren die het geliefde vaderland in de wurggreep houden. Als koninklijke gezante van “game, set and match for Belgium”... of iets van die strekking.

huts en de vrouWen

De kittige Annick De Ridder, een kleine madame bij Open Vld, wordt een grote madame bij Katoen Natie. Baas Huts heeft geen schrik van vrouwelijk schoon. Aan hem zijn verwijten als

“handhaven van het glazen plafond” en “vrou- wenfobie” niet besteed. Stond de natiebaas pot- verdorie in 1995 niet te blinken op de cover van het zakenblad Trends met zijn zakelijke harem: zeven aantrekkelijke en jonge vrouwen.

Aanleiding was de promotie van Rita Heirman, een schoonheid met hersenen, gevormd door de paters jezuïeten van Ufsia, na amper 24 weken tot algemeen directeur van Seaport Terminals, een hoofddochter van Groep Katoen Natie. De Oostendse Heirman, een harde werkster uit een militair-maritieme familie, maakte een blits- carrière. Haar zes vrouwelijke collega’s namen stuk voor stuk belangrijke functies in bij Groep Katoen Natie. Fernand Huts liet toen horen: “Ze zullen mij zot verklaren, maar dat waait over.”

Rita Heirman huwde ondertussen een superrijke en poepchique Zuid-Amerikaan. Katoen Natie is zeer expansief in onder meer Uruguay.

(4)

De dingen dezer dagen 4

4 mei 2011

Roddels uit de Wetstraat

De carrousel draait weer

Na het zomerse paasreces was het plots weer ‘business as usual’ in het Paleis der Natie. Na twee weken doodse stilte en lege gangen, doken de vertegenwoordigers des volks weer op. Sommigen wat gebronzeerd, sommigen zelfs met een uitgeslapen blik en nog anderen gewoon weer in hun eigen doen. Meteen brandde de vraag op ieders lippen hoe lang de regeringsonderhandelin- gen nog zouden duren, want alweer bleek men ineens in een cruciale week te zitten.

Het was een déjà vu. De politieke coryfeeën van deze wereld speelden hun rol als van- ouds en waanden zich zoals altijd weer de navel van het politieke gebeuren. De carrou- sel draaide dus opnieuw. En voor wat drum- bandmuziek zorgt Minneke De Ridder van de N-VA. Zij is immers terug na 4 maanden afwezigheid.

De-cumul?!

Voormalig socialist en momenteel natio- nalist Siegried Bracke neemt de fakkel over van woelwater en partijgenoot Ben Weyts als voorzitter van de belangrijke commis- sie Binnenlandse Zaken in de Kamer. Gaat Kuifje uit BHV op rust? Helemaal niet. Hij zegt dat zijn volksvertegenwoordigerschap, zijn ondervoorzitterschap van de Kamer en zijn ondervoorzitterschap van zijn par- tij voldoende zijn om te cumuleren. Boven- dien vindt hij dat er talent genoeg zit in zijn partij om de taken wat te verdelen. Talent Bracke is dus ook volksvertegenwoordi- ger, ook ondervoorzitter van de Kamer en nu dus voorzitter van de commissie Bin- nenlandse Zaken. Taakverdeling? Het zou wel eens om poenverdeling kunnen gaan, want voorzitterschappen van commissies en ondervoorzitterschappen van de Kamer worden bovenop de royale maandwedde even royaal extra vergoed. Een echte taak- verdeling had er in kunnen bestaan bijvoor- beeld de wat schuchtere, onbeholpen, maar bijzonder verstandige en taalvaardige jonge knaap als Bert Wollants een duwtje in de rug te geven. Maar ja, dat is een “backbencher”

die niet meteen tot de erg gesloten partij- top behoort... Jammer.

Exit boerka en nikab

Op Eva Brems, de groene madam uit

“De Allerslimste mens ter wereld” na, en nog twee onthoudingen bij Ecolo-Groen!, keurde de Kamer het zgn. Boerkaverbod goed. Gedaan met de gelaatsverhullende slui- ers en andere doeken op straat. Hoewel het voorstel uitging van MR en andere ‘democra- tische partijen’, kwam de wat timide, maar niet op haar mond gevallen Annick Ponthier van het VB de Kamerleden even herinne- ren aan het feit dat haar partij in dit dossier een voortrekkersrol had gespeeld. Reeds in 1988 en 2004 had het VB voorstellen ter zake ingediend. En ze kon het niet laten nog eens een flinke sneer te geven aan Open Vld en Bart Somers, nu medeondertekenaar van het voorstel. Zo verwees ze naar een ant- woord van minister Turtelboom van vorig jaar, toen die antwoordde op een vraag van Filip De Man dat het haar niet aangewezen leek een stringente regelgeving in te voeren, omdat het maatschappelijk debat omtrent de materie zo divers is. Over plat opportu- nisme gesproken!

Rechts, rechtser, rechtst

Het stond in de sterren geschreven dat de terreur van allochtone jongerenbendes in het recreatiedomein van Hofstade Zemst niet onbesproken zou blijven in de Kamer.

De vragen aan minister Turtelboom, werden afwisselend gesteld door Bart Somers (Open Vld), Siegfried Bracke (N-VA) en kuitenbijter Filip De Man (VB). De eerste twee hadden het vooral over vergaderen hierover, naar de juiste instrumenten zoeken en wettelijke initiatieven nemen, terwijl de derde als van- ouds een kordate en goed begrepen aanpak ter plekke bepleitte, niet over enkele maan- den, maar nu, vandaag nog. Het was duidelijk een om ter rechtst opbod. En als ge ’t ons en de moegetergde autochtone gezinnen vraagt die Hofstade bezoeken voor een lekker dagje zonnen en amusement, is het overduidelijk dat er dringend iets moet gebeuren. Anders zou het wel eens kunnen dat het strand van Hofstade bezet gebied wordt omdat er zich geen bleekneus meer durft laten zien. Met gratis en begeleid busvervoer vanuit Brussel en terug. Op onze kosten.

Goed in zijn vel

De premier van blijvend lopende zaken voelt zich opnieuw goed in zijn vel. Met deze regering gaat het hem beter af dan met de vorige die hij leidde. Hij voelt zich meer dan ooit de baas in een ploeg die beter dan ooit samenwerkt en zelfs tot resultaten komt.

Raar, maar waar. Dat bleek donderdag nog maar eens tijdens de parlementaire veldslag over de nucleaire rente tussen de meerder- heid en de oppositie van voor de verkiezin- gen van een jaar geleden. Poujadist Bruno Tobback – hij heeft de genen van zijn vader geërfd – ging een verbale oorlog aan met een breed grijnslachende en onvermurw- bare Leterme die met glans het welles-nie- tesspelletje won door te stellen dat zijn rege- ring er tenminste in slaagt om voor 2011 250 miljoen heffing van de sector te incasse- ren, terwijl dat in de tijden van paars – met sp.a en de groenen – precies nul komma nul was. Tobback stond erbij en keek ernaar, en Olivier Deleuze zat diep weggedoken een boekje te lezen.

Reizen om te leren

Vlak voor de paasvakantie trok de com- missie Landsverdediging op werkbezoek naar de Lichte Brigade in Marche-en-Famenne.

Enkele weken daarvoor deden ze dat al bij de Mediane Brigade in Leopoldsburg. De Generale Staf en de korpsoversten doen bij die gelegenheden hun uiterste best om ‘hun’

commissarissen een leerrijke en spectacu- laire dag vol demonstraties aan te bieden.

Een taalprobleem is er nooit, want ieder- een spreekt in principe zijn eigen taal en tal van officieren doen werkelijk hun best om zich voortreffelijk in de andere taal uit te drukken. Bij beide werkbezoeken was de grote afwezige de MR. De Franstalige libe- ralen durven zich wellicht niet vertonen bij zoveel correct taalevenwicht. Want in de Kamer zijn zij het die altijd bij hoog en bij laag beweren dat het leger volledig in han- den van de Vlamingen is en dat de Fransta- ligen er steevast gediscrimineerd worden.

Maar ja, wat wil je met woordvoerders als FDF-burgemeester Thiéry van Linkebeek die geen Vlamingen kan horen of zien en ze

‘moet’ tolereren in zijn eigen Vlaamse (Rand) gemeente...

Voor zover ik me herinner, botste ik voor het eerst op Frans in mijn kleuterklas in een Mechelse gemeenteschool; een stad waar de socialist Antoon Spinoy bur- gemeester was. Sinterklaas kwam op bezoek en de kleuterjuffrouw deelde ons mee dat de goedheiligman uiteraard geen Nederlands sprak maar alleen de taal van de heiligen: Frans dus. Ik moest eraan terugdenken toen ik het interessante

“Vic van Aelst heeft gelijk” las in het Journaal van Mark Grammens.

Tweede taal

Mijn moeder heeft al mijn rapporten, al de schoolpalmaressen met de uitslagen van iedereen, zorgvuldig bewaard. Dat zijn din- gen die je als dertigjarige in de vuilbak gooit en die twintig jaar later in dank aanvaard worden; uit jeugdsentiment maar ook omdat dit een erg belangrijke bron is voor de histo- ricus. Ik heb alleen een voet in officiële scho- len gezet en altijd werd ons op het belang van het Frans gewezen – dat was zeker niet anders in de katholieke scholen – met een vervolg in de praktijk. Vanaf het 2de stu- diejaar kregen we al een paar uur Frans per week, zogenaamd facultatief maar in wer- kelijkheid verplicht. Geen vader of moeder dacht eraan die lessen Frans te weigeren.

Officieel begonnen de lessen Frans eerst in het vijfde studiejaar, al is dat maar eerst wettelijk verplicht sinds 2004. Mijn rappor- ten uit 1955 en 1956 vermelden duidelijk dat over heel het schooljaar Frans evenveel punten waard was als Nederlands. Rekenen telde maar voor 75% van het aantal punten Frans. In de humaniora veranderde het pers- pectief wat. Er kwamen nogal wat vakken bij en het Frans moest inleveren. Neder- lands was jarenlang vak nummer 1 met 900 punten en Frans een goede tweede met 600 punten. Een paar punten minder dan de ver- plichte 300 op 600 voor Frans en de leerling mocht de hele vakantie studeren en begin september herexamens afleggen. Delibe- reren bestond in het Atheneum niet. Mijn palmaressen bewijzen dat 7 op 38 leerlin- gen binnen de normale 6 jaar afstudeer- den, exact 20%, en daar werden geen dra- ma’s over gemaakt. Officieel doceerde men vier uur Frans per week maar in werkelijk- heid was er een verplicht “facultatief” vijfde uur. De school deed voortdurend haar best de leerlingen van het belang van die taal te

overtuigen. Bij de prijsuitdelingen werden het ene jaar Franse gedichten voorgedra- gen van “Marguerite Bervoets; une héroine de la résistance” en het andere jaar voerden de zoontjes van franskiljonse liberalen een tafereel op uit La Reine Morte van Henri de Montherlant. Na het Atheneum trok ik naar de Rijksmiddelbare Normaalschool in Lier waar ik leraar Nederlands-Engels-Economie werd. Jan de Herdt, de leraar Engels, was een beul die onbarmhartig wiedde. Hij had overschot van gelijk en ik leerde dat Engels helemaal geen gemakkelijke taal is die je op korte tijd via wat idiote songteksten leert. Ik schrijf al tientallen jaren Engelse artikels en nog altijd moet ik dingen opzoeken en fou- ten verbeteren. Ik verafschuw de idioten aan de universiteiten die vinden dat cursussen in steenkolen-Engels kunnen gedoceerd wor- den. Ik moet nog altijd de eerste minister of universiteitsrector horen die het woordje

“and” juist uitspreekt want deze provinci- aaltjes zeggen altijd “ant” (mier). En ik hoop dat Club Brugge degradeert. Tegen Standard waren de verdediging en het middenveld vol- ledig Nederlandstalig (8 spelers) maar vol- gens het nieuwe bestuur, pardon manage- ment, moeten ze Engels gebruiken op het veld omdat een of andere racistische neger of Balkanlamstraal weigert een paar hon- derd Nederlandse woorden te leren. Heel die tijd bestond een Belgische wet – uiter- aard toegesneden op la Wallonie – die de mogelijkheid bood een andere dan het Frans als tweede taal te kiezen als acht ouders dat vroegen. In de loop van de jaren zestig werd de invloed van het Engels immers altijd belangrijker. De komst van de veelal Engels- talige multinationals creëerde tienduizenden banen. De populaire muziek, de speelfilms, de bekendste televisiereeksen kwamen uit

het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Sta- ten. En voor sommige Vlaamsgezinde ouders was de keuze van Engels als tweede taal een middel om de nood aan de deugd te paren en dat gehate Frans letterlijk een toon lager te laten zingen. Ze moesten dan wel zoals een bekende flamingantische tandarts ware veldslagen uitvechten met sommige school- besturen. In mijn Atheneum ging het vlot maar het Mechels aartsbisschoppelijk college weigerde in 1971 hardnekkig om Engels als tweede taal te doceren. Toen ik die tandarts vroeg waarom hij de kinderen dan niet naar het Atheneum stuurde, kreeg ik het verras- sende antwoord: “Dan laat ik ze nog liever in het Frans studeren.” Dat waren de laat- ste jaren dat katholieke scholen nog katho- lieke leraars, katholieke leerlingen en katho- lieke ouders hadden. Toen ik een vroege roeping volgde om een zeer late gelofte als historicus af te leggen, zag ik direct het ver- schil met mijn generatie. Onze hoogleraars aan de universiteit publiceerden zowel in het Nederlands als in het Frans en geloof- den hun oren niet meer toen hun studenten protesteerden omdat ze ook Franstalige arti- kels moesten lezen. De discussies over een tweede taal bleven jaren duren al kozen de meeste Vlaamse ouders, angsthazen als Vla- mingen nu eenmaal zijn, toch maar voor het Frans. In 1988 werd Vlaanderen en niet lan- ger België bevoegd voor zijn onderwijs en wat deed het? De Belgische wet afschaffen en ze vervangen door een Vlaamse die wel het Frans als tweede taal verplicht stelde.

Waanzin van een stel politieke onbenullen die nog altijd Belgisch dachten, die in Kamer en Senaat altijd gekropen hadden voor de vijandige landgenoten. In september 2010 lanceerde minister Smet een proefballonne- tje om het Frans door het Engels te vervan- gen en dat werd onmiddellijk neergesabeld door zijn parteigenossen en door minister- president Peeters. Had Smet gelijk? Neen.

Hij had ongelijk. Frans mag geen derde taal worden; hoogstens vierde taal. Ik heb op kosten van de omroep – maar ook van mezelf – van Spokane tot Tai-Pe, van Sint-Peters- burg tot Kaapstad gereisd. Alleen met Engels heb je een kans om je uit de slag te trek- ken. Dus inderdaad, Engels tweede taal. Maar

van Lissabon tot Moskou viel me vooral het belang van het Duits op. Dat is tevens de taal van onze belangrijkste niet-Nederlands- talige zakenpartner. Dus, Duits derde taal.

Eventueel mag men overwegen dat leerlin- gen Frans als derde taal kunnen kiezen omdat ze ervan dromen onderbureauchef bij de centrale diensten van de NMBS te worden of “commis-voyageur” stofzuigers in Hene- gouwen of Namen of – uiteraard – volks- vertegenwoordiger voor de collaboratiepar- tijen sp.a of Groen!. Maar voor de rest kan je niet ene moer aanvangen met Frans, ten- zij je graag Franse literatuur verslindt of de vele goede Franse strips leest zoals onder- getekende. Maar zelfs in Parijs, oh horreur!, kan je tegenwoordig moeiteloos en overal terecht in het Engels. Waar is de tijd dat men je daar met een schuin hoofdje bekeek omdat je hun accent niet had. Eén van de belangrijkste promotoren van La Belgique unie et indivisible graaft zelf ononderbroken mee aan het graf van het Frans. De omroep heeft de weinige Franse films naar de rottig- ste plekken in het zendschema van Canvas verbannen, programmeert zonder proble- men Zweedse detectives maar denkt er niet aan de steengoede Maigrets met Bruno Cre- mer uit te zenden. Vergif voor de kijkcijfers.

De Vlaamse leerlingen zeggen tegenwoordig exact hetzelfde over het Frans wat de Waalse leerlingen al 180 jaar zeggen: “A quoi ça sert le Néerlandais?” En toch blijft de politieke dwaasheid maar duren. In de huidige rich- tingen Wiskunde-Economie of Wetenschap- pen-Wiskunde van het secundair onderwijs krijgen Vlaamse leerlingen nog altijd één uur meer Frans dan Engels hoewel het Frans in hun latere loopbaan een dode taal is. Nog altijd zijn toekomstige Vlaamse wetenschap- pers en ingenieurs benadeeld – zelfs tegen- over Fransen – omdat zij in het internationale circuit staan te schutteren met hun slechte Engels. En er is nog een voordeel om het Frans stiefmoederlijk als vierde taal te behan- delen. Dan ga je niet mee in dat ziekmakende langdradige discours, de uren durende blabla van Franstalige politici. Je ontregelt hun argu- menten als je hen kort en goed op hun plaats zet en vraagt een internationale taal te spre- ken. Doen, Bart de Wever! Jan Neckers

(5)

De dingen dezer dagen

4 mei 2011

5

Geëngageerde journalistiek

Een goed vraaggesprek, meer heeft een mens niet nodig om een zonnig weekeinde ook nog eens interessant te maken ook.

Voor De Standaard voerden Wim Win- kelmans en Isabel Albers een over drie bladzijden uitgesmeerd gesprek met de CD&V’ers Inge Vervotte en Rik Torfs.

Die hebben het ideologisch vernieu- wingsrapport van hun partij klaar en dan wil een mens toch graag vernemen welke paden de christendemocraten morgen plannen te gaan bewandelen?

De hoop op verstrekking eniger duide- lijkheid werd niet echt aangewakkerd door de titel boven het lange stuk: “Wij houden ervan mossel noch vis te zijn”.

Als was het de bedoeling zelfs de meest vastberaden lezer te ontmoedigen om ver- der te lezen, begint het artikel dan nog als volgt: “Enerzijds, anderzijds is het mooi- ste wat er is”.

Tiens, betrof het geen vernieuwings- rapport? Maar dat lijkt dan toch verdacht sterk op de typische CVP-taal waar alle Vlaamse 35-plussers zowat politiek mee zijn opgevoed.

CD&V gelooft niet in kant-en-klare oplossingen, klinkt het wat verder. Juist, dat weten we ook al ruim een halve eeuw.

Torfs steekt wel een beklijvend plei- dooi af voor onvoorwaardelijke solida- riteit, maar als het over de vrijheid van christenen in Saoudi-Arabië gaat, klinkt het onomwonden “dat interesseert me niet”.

Dan toch één keer klare taal.

Gelukkig waren er nog de journalisten, want die hebben duidelijk wel een mening.

Het zit er soms wat subtiel ingewerkt, maar volgt u even aandachtig mee. Niet alles wat een mens overkomt, is z’n eigen

schuld, weet Torfs, en sociale zekerheid is geen vorm van profitariaat. “We moeten de mensen weer opnieuw leren voelen wat de waarde van solidariteit is.” En dan volgt de vraag: “Is het daar waarin de christen- democratie verschilt van het Vlaams-nati- onalisme?”

Het lijkt een vraag, maar is natuurlijk een sneer naar het Vlaams-nationalisme, dat volgens onze DS-redacteurs dus wars is van de solidariteitsgedachte.

Een beetje journalist stelt natuurlijk kri- tische vragen, maar in de regel zijn die dan wel kritisch voor degene waarmee het gesprek wordt gevoerd en niet tegenover derden die niet kunnen antwoorden, zou een mens denken.

Zo kunnen wij De Standaard er nog wel enkele suggereren. “Wij willen dat er geresponsabiliseerd wordt in dit land”, zegt Bart De Wever.

“Is dat het verschil tussen uw partij en de socialisten?” “Wij geloven in de vrije meningsuiting”, legt Jean-Marie Dedec- ker uit.

“Zet u zich daarom zo fel af van Groen!?”

“Voor ons moeten de straten veilig zijn voor de burger”, vindt Filip Dewinter. “Valt u de regering-Leterme daarom zo zwaar aan?”

Dit soort vragen is niet ongebruikelijk in een specifiek soort interviews. Meer bepaald in de vraaggesprekken die ver- schijnen in partijbladen waar iemand van de eigen politieke familie z’n zeg mag doen.

In een kwaliteitskrant lijken ze een beetje minder gepast.

Voorheteenmanscollectief

Den Blooten KoonincK

Den Blooten Kooninck

Het volksnationalisme kleurt allicht niet donkerblauw

Libera, De Wever, Dalrymple en co

Bont gezelschap dus, en veel schoon volk aangekondigd in de grote Aula van het Leu- vense Maria-Theresacollege, met als spreker dé man van het moment: Bart de Wever.

Inderdaad, meestal wordt bij de laureaat een passende lofredenaar gezocht. In die zin herinneren we ons de hilarische laudatio van Johan Sanctorum in 2007 toen Urbanus de prijs kreeg.

Maar we hebben de indruk dat het dit jaar andersom gebeurde: men wilde absoluut de N-VA-voorzitter als spreker, en kwam zo uit bij een voor de hand liggend feestvar- ken: de Britse psychiater Theodore Dalrym- ple, schuilnaam voor Anthony M. Daniels, en absolute goeroe van De Wever, die hem een jaar geleden ook naar hier haalde voor een congres.

Wie dus Dalrymple in huis haalt, maakt kennis met een stuk N-VA-ideologie én met de gecompliceerde hersenkaart van Bart de Wever. Als veelzijdig essayist is hij vooral bekend door zijn boek uit 2001 ‘Life at the bottom. The worldview that makes the under- class’ (in 2004 in het Nederlands verschenen als ‘Leven aan de onderkant. Het systeem dat de onderklasse in stand houdt’). Hij haalt daar vooral zijn eigen ervaringen aan als arts in de achterstandswijken van Birmingham, waar men struikelt over junkies, werklozen en hangjongeren, die allemaal gepamperd worden door het welzijnsnetwerk, en zo eigenlijk elke goesting afleren om nog eens vroeg op te staan.

Terecht fulmineert hij tegen de verzor- gingsstaat die alles en iedereen ont-respon- sabiliseert: het is altijd de schuld van het systeem en de maatschappij als er iets mis- loopt, nooit van het individu zelf. Dat kennen wij ook,- het bleek nog maar eens na de relle- tjes op de Antwerpse Turnhoutsebaan, waar de allochtone jeugd een lijnbus als ballen-

kraam viseerde, waarna allerlei straathoek- werkers zich haastten om in de media een potje te lullen over “kansarmoede”. Zodat de schoelies zich ook echt slachtoffer gaan voelen en zich nog meer permitteren: de cirkel is rond.

Dalrymples devies is “trek uw plan”, we schaffen het welzijnswerk gewoon af. Dat zou allicht een aantal leden van de onder- klasse tot enige zelfhulpactiviteit kunnen ver- leiden (zakkenrollen bijvoorbeeld, of tippe- len), de rest zou gewoon creperen, zoals in de natuur. Zeker zou dit de belastingbeta- lende middenklasse ten goede komen, en dat is ook het echte streefdoel van de Libe- rianen, aangevoerd door donkerblauwe die- hards als Boudewijn Bouckaert (tot nader order nog altijd LDD’er): Libera is vooral een tea-party-achtige antibelastingbeweging.

Daar is voor de rest niets mis mee: kanke- ren op de fiscus, creatief belasting ontwijken, het is een oer-Belgische bezigheid, vraag het maar aan Electrabel, die hanteert voor zich- zelf het nultarief.

Er is pas stront aan de knikker wanneer die vlaktaksfanaten last van hun geweten krij- gen, en naar een “ethisch fundament” van het liberalisme op zoek gaan. Dat is er natuurlijk niet, tenzij dan de ethiek van het egoïsme, wat politiek onverkoopbaar is.

De “conservatieve liberalen” zakken dan precies weg, waar Dalrymple vaste grond verliest, en waar ook het verhaal van De Wever drassig wordt: in een hulde aan de klassiek-Europese “normen en waarden”, met zelfs de christelijke moraal als “moreel kompas”.

Vooral dat laatste is problematisch: wie de Bergrede in het Evangelie gelezen heeft, beseft dat het authentieke christendom een soort prehistorisch socialisme is, waar her- verdeling, gelijkheid (en dus ook nivellering)

primeert, samen met het aloude principe van de naastenliefde.

Niettemin doet Theodore Dalrymple enorm zijn best om het vrijemarktdenken en de christelijke deugden aan elkaar te breien. Drijfzand zo blijkt, waar ook Fritz Bolkestein, laureaat 2010, zich vorig jaar in vast reed: een morele herbewapening predi- ken, én het groepsegoïsme propageren, dat is als een kwadratuur van de cirkel.

Gezocht:

republikeinse volkspartij

De mist van het identiteitsdiscours (in dit blad enkele weken geleden door Koenraad Elst kritisch ontleed) en van het normen- en-waardenverhaal, is dus een soort flou artistique waaronder een antisociale agenda schuilgaat. In dat opzicht klopt de driehoek Libera-De Wever-Dalrymple perfect.

Maar deze ultraliberale positionering staat dan wel haaks op De Wevers these van de sociale cohesie (“Het kostbare weef- sel”). Hoe kan je de solidariteit onder de Vlamingen organiseren, als per definitie elke werkloze als een “profiteur” wordt gebrandmerkt (Knack-interview met BDW van 17/2/2009)?

Dus niet alleen de Roemeense OCMW- toerist, maar ook de Vlaamse vijftiger die zijn job kwijtgeraakte wegens herstructu- rering, en heel zijn leven al sociale bijdragen afdroeg. De ruim 100.000 Vlaamse gezin- nen die hun elektriciteitsrekening niet meer kunnen betalen, zijn duidelijk ook niet het geprefereerde kiescliënteel van de N-VA.

Maar, van welke partij dan wel? Van de kavi- aarsocialisten die hun paarse kater nog aan het verteren zijn? Van het handjevol PvdA- klaplopers? Toch niet de elitaire bobo’s van Groen!?

Het volksnationalisme kleurt allicht niet donkerblauw: hier is een geweldig gat in de politieke markt. Terecht stelde VB-voorzit- ter Bruno Valkeniers op zijn 1 meitoespraak dat de N-VA door haar gebrek aan sociale reflex ook geen republikeinse desem kan aanmaken. Ze blijft steeds meer hangen in de status van zurige antibelastingpartij. Een republiek zonder “res publica”, zonder doc- trine van het gemenebest, die aan de heikele kwestie van het rechtvaardig verdelen van de taart voorbijgaat, is een dood begrip. Iets dat

enkel in de partijstatuten leeft.

Vlaanderen heeft dus nood aan een volks- partij, een echte “partij van de kleine man en vrouw”,- een vaststelling die ook Mark Grammens in zijn Journaal onlangs maakte.

Een partij voor mensen die sociaal relatief kwetsbaar zijn, en die ook de donkere neven- kanten van het multiculturele sprookje aan de lijve ondervinden, zoals de gezinnen die in het recreatiedomein van Hofstade door allochtone jeugdbendes werden geterrori- seerd. De toekomst van het Vlaams Belang zit ongetwijfeld daar, want in de blauw-con- servatieve clubs is het drummen om een toastje kaviaar te bemachtigen.

In de Europese opmars van zogenaamde

“populistische” anti-establishmentpar- tijen, zoals FPÖ, PVV/Wilders, Lega Nord, de Ware Finnen en anderen, zie ik dan het Vlaams Belang eerder een rol spelen dan de stijfconservatieve N-VA.

Valkeniers zal dan wel voluit de kaart van de nieuwe generatie moeten trekken, de ruziestokers aan de deur zetten (hij heeft geen andere keuze), en de oude krokodil- len op de reservebank plaatsen. Alleszins is het beeld dat de media al maanden ophan- gen rond een aangekondigde “dood van het Vlaams Belang” (ook weer in Canvas/Ter- zake van 28/4) niet correct. De jongste gene- ratie is geradicaliseerd en is op zoek naar een partij die dat radicalisme vertolkt.

Onlangs las ik in de GvA het verslag van een politiek debat, georganiseerd in een col- lege te Kapellen, waar de piepjonge VB-spre- ker Tim Willekens op de afsluitende stem- ming 30 % haalde, tegen 15 % voor de N-VA.

Dat zijn niet direct tekenen van een ster- vende partij, evenmin als trouwens het suc- ces dat een onder-de-toonbankboek zoals

“O2-Zuurstof voor Vlaanderen” geniet. Een boek dat door vriend en vijand erkend wordt als een meer dan degelijk werkstuk, maar niettemin wordt doodgezwegen.

Ondertussen maakt Leuven zich op voor het Libera-defilé der donkerblauwe maat- pakken. In de stad van Tobback, begot. Tip voor de leden van de onderklasse: de recep- tie is helemaal gratis, denk liberaal en help uzelf.

De minuten aftellend,

annicK VerBauwen

Hedenavond, 3 mei, vindt de jaarlijkse uitreiking plaats van de Prijs voor de Vrijheid. Het is een initiatief van de conservatief-liberale denktank “Libera!”, opvolger van Nova Civitas dat in 2009 versmolt met de webstek Work for All en met Cassandra, een verweesde dochter van LDD.

KWALiteit?

Wanneer een krant - zeker kwaliteitskrant De Standaard - iemand naar Rome stuurt om een stukje te maken over de komende zaligverkla- ring van paus Jan-Paul, zoudt ge toch verwach- ten dat ze iemand sturen die een kleine beetje op de hoogte is van religieuze praktijken. Niet dus. In de DS van vorig weekeinde meldt ene Dominque Minten dat de kist van paus Jan-Paul uit de crypte werd weggehaald om na de zalig- verklaring geplaatst te worden in een zijkapel zodat aanbidding makkelijker wordt. Aanbid- ding? Een zalige, zelfs een heilige, wordt nooit aanbeden. Aanroepen wel, hoogstens vereerd, maar aanbeden nooit. Als schrijvelaar van een voormalige katholieke krant kunt ge natuurlijk niet alles weten, maar toch. Als ge beweert een kwaliteitskrant te zijn...

PijNLijK

Op 19 februari publiceerde kwaliteitskrant De Standaard een artikel van Bart Brinckman over Marie-Rose Morel, gebaseerd op “confiden- ties” en horen zeggen. De kwaliteitnastrevende journalist van kwaliteitskrant De Standaard had wel iets essentieels nagelaten: zijn schrijfsel voor- leggen aan de personen wier namen in zijn arti- kel werden genoemd, Frank Vanhecke, en Wim Verreycken... om hen de gelegenheid te geven te kennen of te ontkennen. Kwaliteitskrant De Standaard heeft nu het spek aan haar broek.

Heel de bladzijde 12 moest de krant inleveren voor de publicatie van het recht van antwoord van Frank Vanhecke en ook van Wim Verreyc- ken. Pijnlijk!

eveNt

De voormalige katholieke Concentragazet- ten hadden ook wat plaats ingeruimd voor de zaligverklaring van paus Jan-Paul. Ze hadden er zelfs een kadertje met praktische tips bij geplaatst. Dat eindigt aldus: “500 journalisten coveren het event”. Vroeger maakten journalis- ten gewoon een verslag, nu “coveren” ze dat.

En een gebeurtenis is tegenwoordig een “event”.

Ze zijn wel bij de tijd, de meiden en knapen van Concentra. Denken ze toch. Maar het klinkt superbelachelijk.

DANKzij...

De Concentragazetten voerden in hun week- eindenuitgaven professor Louis Vos op, de pro- motor van Bart de Wever in Leuven. Prof Vos zegt dat hij stomverbaasd was over het hoge niveau van Barts licentiaatsthesis over de naoor- logse Vlaamse beweging. Hoogste onderschei- ding! We onthullen hier geen geheim, als we zeggen dat het “hoge niveau” voor een groot deel te danken was aan het fenomenale geheu- gen van Rudi van der Paal en diens uitstekende relaties met alle topfiguren uit de toenmalige Vlaamse beweging.

Wagens verliezen vaker lading

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Proberen we de plaats van Dirk Struik in de geschiedschrijving van de wiskunde te bepa- len, dan moeten we zowel vragen naar zijn betekenis voor vakgenoten als naar zijn be-

De kans dat bewoners in de controlegroep de stickers zien, is niet groot, omdat de 56 containerlocaties binnen het experiment over de hele stad verspreid zijn

Begin 2015: conferentie met brede steun voor gezamenlijke aanpak Mei – sept.: kwartiermakers fase:. *

Voor een goede uitvoering van de publieke taak is het van belang dat de verantwoording, het toezicht en de ‘checks and balances’ en het publiek- private profiel van de organisatie

De minister en de toezicht- houder zouden in hun toezicht meer aandacht aan publiek-private arrangemen- ten moeten besteden Het externe toezicht is niet ingericht op het

Daarnaast stellen wij in dit document een aantal maatregelen voor, waarvoor naar de mening van de werkgroep niet alleen de accountant maar ook de bevoegde organen binnen

‘Wat doen Ben en zijn vader om de goocheltruc goed te presenteren?’ Schrijf daarna op wat de kinderen allemaal hebben gezien.. Denk daarbij

H et heeft de oude middenstand in de na-oorlogse jaren niet bepaald te- gen gezeten. De agrarische bevolking moest in de jaren dertig èen grote klap