• No results found

·HOE ZAL * .HET PUBLIEK DE ZILVEREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "·HOE ZAL * .HET PUBLIEK DE ZILVEREN "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

/

· VliJBEID IN DEMOCIATIE

Zaterdag 29 Mei 1954 - Ho. IN

Publiek en Zilver

(Zie pag. 2)

WEEKBLAD VAH DE VOLKSPARTIJ VDOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

..

WAAR

· Bij iedere poging tot plaatsbepaling als

· in de discussies over de perspectie- ven onzer partij na de Statenverkiezingen aan de orde is, vermengen zich onvermij- delijk· overwegingen en argumenten van meer principiële met die van meer tactische aard.

onvermijdelijk, want de politiek heeft altijd te doen met de concrete. situatie en met het~

geen deze, gezien in het licht van het partij- beginsel, ~etisch van haar vergt. Wil dus discussie werkelijk zin hebben, de zaak wer- kelijk verder brengen, dan is diepgaande be- schouwing van de concrete situatie eerste eis.

Dr Roethof · deed daartoe een poging in de drie artikelen die wij van zijn hand plaatstelt en gaarne plaatsten, al ware het alleen maar om zijn mening te ontzenuwen dat ook in onze kringen en in ons blad een zekere vrees voor eritiek zou bestaan.

* • •

wij

kunnen de analyse

STAAN WIJ?

In zijn algemeenheid ·moge dit juist zijn, geen ook voor hem ongewenste fundamentele concreet brengt zulk een constatering ons aantasting van het maatschappelijk bestel te niet verder. Wat de arbeider, ook de meer ~ . vrezen is -het is immers alleen maar "pro., onderlegde vakman betreft, heeft men reke- gressief" ! - wat zou hem dan nopen zich ning te houden . met een traditoneel-bepaalde los te scheuren van zijn vertrouwde politieke mentaliteit, die zich niet van de ene dag op milieu?

de andere verandert. Het ware welhaast his-

torisch-materialistisch geredeneerd te ver- wachten dat zijn tengevolge van sterk ge~te­

gen welvaartsstandaard. verburgerlijkte posi- tie hem nu plotseling ontvankelijk zou maken voor de ·liberale ideeën. Die ideeën zijn hem niet alleen tientallen jaren aaneen als de meest verachtelijke geschilderd, hijzelf leeft - ook in zijn vakorganisatie - voortdurend in een sterk door het socialisme beïnvloede sfeer, hij leest socialistische dagbladen en luistert. naar de socialistisçhe radio. Wotdt hem dan bovendien nog verteld, dat; het SQf

cialisme met hem verburgerlijkt is, ~atigd geworden in alles, zodat van dat socialisme

En wat de middenstand aangaat: hier . wijst de heer Roethof op de overgang van de meeste leidende figuren van de vroe.::

gere V.D.B. naar de P.v.d.A., die daarmede het .wo:r:treffelijke kader heeft gekregen dat de SJ::>.A.P. vroeger ontbrak. '

die dr;:-ft. vatrde situa~­

tie - het tijdsbeeld - gaf,

&p menig punt waarderen en voelen het slechts als een gemis, dat hij te weinig aan- dacht schonk aan de inter- nationale problematiek, ook voor onze concrete situatie van zo grote betekenis. On- danks onze waardering voor deze analyse komen wij nochtans tot veelszins ande- re conclusies en waar wij er gaarne met hem toe bij- dragen in onze partij de be- zinning op haar taak en haar mogelijkheden te be- vorderen, willen wij hier op enkele van die punten nader ingaan.

Er is s'ind$. lan~ ePn Sklme•e

tweeUnl{ in NedPrland

Inderdaad! Maar nu leidt, wat de heer R.

hier constateert, ons tot een conclusie, recht ingaande tegen de voornaamste tendens van zijn beschouwingen. Hij vreest immers dat een al te scherp stelling nemen tegen de P. v.

d.A. het gevaar inhoudt, dat men deze juist in de kaart speelt en hij dringt mede daarom aan op een wat vriendelijker ben-.dering onzerzijds van de P.v.d.A. Het feit nu, dat na de bevrijding de V.D.B. vrijwel geruisloos ondefging in de P.v.d.A., wijst ons op een veel ernstigèr gevaar: dat men hetgeen vrij- zinnige politiek principieel scheidt van socia- listische zo verdoezelt, dat de aanhang (het ,kader voorop!) de grênslijn niet meer ziet en naar het andere kamp overstapt, vooral .wan- neer uit dat kamp geruchten komen van prin- cipiële kenteringen ook daar.

• •

De heer Roethof spreekt een en andermaal van .,tragiek" zo waar het de verhouding van onze geestes- richting tegenover de arbei- der als tegenover de midden- stand betreft. Wij zijn er - zegt hij - niet in geslaagd voor de liberale denkwereld terrein te winnen onder die arbeiders, die nu toch wel meer ontvankelijk voor de liberale ideeën moesten zijn.

En we zijn er niet in ge- slaagd de (oude en nieuwe) middenstand voldoende aan ons te binden of voor ons te winnen.

Hier kan alleen de kiezer ingrijpen

* * ..

Het lijkt ons overbodig te betogen, dat de V.V.D. een vooruitstrevende politiek heeft te voeren. Overbodig, omdat wij ons geen vrijzinnige politiek kunnen voorstel- len die niet krachtens haar beginsel. voor~

uitstrevend zou zijn. Overbodig, omdat onze Kamerfracties steeds een vooruitstrevende politiek gevolgd hebben en volgen. Overbodig . om$lat ook ons beginselprogramma (zie bijv.

árlt. ,·4 en 5) zich duidelijk in vooruitstreven- de geest uitspreekt.

Wat zij wel te doen heeft? Duidelijk te stel- len wat haar principiële karakter is, duidelijk aan te geven, telkens weer, wat haar prin- cipiëel van ·andere partijen onderscheidt en waarom zij dus - thans als Öppositie-partij - een eigen koers vaart.

Dit alles buiten iedere speculatie met het oog op mogelijke regeringscoalities in de toe~

komst om. Die regeringscoalities worden trou- wens niet beheerst door vriendschappelijke gevoelens, doch door wat men op een ogen- blik als politieke noodzaak ziet. Waarbij wij alleen nog willen opmerken, dat voor zover ons bekend, niemand in onze kring uit is op een meelopen als vijfde rad aan de wagen in een overigens positief-christelijke regering!

De sterkste voorstander van de "Derde-macht"

heeft die derde macht trouwens steeds gezien als een reële macht tussen de K.V.P. en de P.v.d.A. in.

deR.

..

(2)

VRI.JIIEID EN DEMOORATQD • MEI ltH - PAG. a

·HOE ZAL * .HET PUBLIEK DE ZILVEREN

MUNTEN ONTVANGEN?

onze Eerste-Kamerfractie -der verbliJfsvergoeding

tegen de stemde

Onze reest-verwut pref. Moleltaar 11 - liet wordt alremeea erkead - bellalve een hboest bekwaam en scllerpzinnir, ook een buitengewoon ijverir lid van de Eerste llamer, dat het zich niet remakkelijk maakt en een hore opvatting heeft van het lidmaatschap van dit collere.

de zilveren guldens worden uitgegeven.

dit verschijnsel zich zou voordoen.

De minister had in de schriftelijke voorbereiding reeds getoond, het door prof. Molenaar aangeduide gevaar niet geheel te verwerpen, maar hij vertrouw- de, dat genoemd veac:hijnsel voldoende doeltreffend zou kunnen worden tegen- gegaan, door de nieuwe munten in kort

tij~bestek en op ruime achaal in Glllloop te brengen.

Îlet rebeurl dan ook vuk. ~ )tij e-ver eea wetMatwerp, dat daar aDders _ . . ,

<ie llamer door zou pan, als enire _ , iets in laet lllidden br-.t ea altijd 111 dat daa tecll nor de moeite waard ea weet llij errens - r een bijzonder licht op te w~rpea of eea bepaalde teeerrtnr YaD de bewindsman aellter d~ rererinptafel te verkrUren.

Dat wu .. 11: weer laet reY&I toea liet wetllonlwtll'll te& Invoerlor -van nieuwe (ziiYe-

·rea) rijksdaalders ea rucleaa aaD <ie erde __. reztel .. Maar daarmede, zo meende spreker,

heft de minister de oppotting niet op.

Hij voorkomt wel een tekort aan ruil- middelen. Maar als hij deze tactiek volgt, loopt hij dan niet vast met zijn beschik- bare muntmateriaal ?

Met bet ontwerp zelf konden bij en zijn fractiereaeten zlela ~I -vereatrea; llet laad de volle Instemmine van zijn fractie.

Als wij het ons roed herinneren, waz bet kouwens een ander lid -van onze fractie.

<ie lleer Weadelaar, die dest\fds -bet was nor onder minister Lieftlnck- als eerste lleeft aanredronrea. ea eliMielijk eeas tet de vervanrinr van dat vieze papleren pld

~ tet behoorlijke zDverea rijiudaaiden ea ruideall te komeL ·

Is het zilveren geld, dat op het ogen- blik nog in het verkeer is en dat zal moeten worden ingeleverd, plus het zil- ver, dat bij de Rijksmunt is gearriveerd, voldoende om in enigszins . omvangrijke mate extra zilveren guldens in het ver- keer te brengen ?

Prof. Molenaar wilde minister Van de Kieft gaarne prijzen voor de duidelijke en sterke verdediging, die hij van zijn voorstel had gegeven. Er was, zo zei hij,

~ enige malen gesproken over het ,,sluit- stuk van de sanering van ons geldwe- zen".

De heer Molenaar was wat voorzichtig om deze term te gebruiken, maar een bewijs van het gezond worden van ons . geld was dit voorstel weL

Die terugkeer tot de zilveren munten van f 2,50 en f 1,- achtte hij ook om verkeerstechnische redenen in hoge mate gewenst; ten dienste van het bank- wezen, voor automaten en ook op grond

'fan hygiënische overwegingen moeten

wij toejuichen, dat wij tot de zilveren munten kunnen terugkeren.

Ook wat betreft het gehalte, de dia- meter en de zwaarte van de nieuwe munten, kon spreker de minister vol- ien. Naar men weet, worden de nieu- we munten wat kleiner en aanmerkelijk lichter dan de vroegere, hetgeen velen zeker welkom zal zijn.

Rad de heer Molenaar voor het voor- Jestelde tot nu toe dus alle waardering, toch had hij ook een enkele critiscbe opmerking, waarvan de voornaamste be- trof de afspraak, welke de minister met de commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer had gemaakt, de over- wegîngen, welke daartoe hadden geleid en de mogelijke consequen~ies daarvan.

In het wetsontwerp <thans inmiddels wet geworden) staat, dat de papieren rijksdaalders en guldens door zilveren zullen worden vervangen, maar zoals men zich wellicht nog zal herinneren.

heeft de minister op aandr~ van de eommissie van rapporteurs uit de Twee- de Kamer toegezegd, zich voorlopig te zullen beperken tot de uitgifte der zil- veren guldens en het resultaat daarvan te zullen afwachten alvorens met de rijksdaalders te volgen.

Het had onze geestverwant getroffen, ö t uit de stukken vaa de Tweede Ka- mer in het geheel niet bleek, welk be- zwaar of welk gevaar men had gevoeld, reap .. ledueht..

Welke ervaring wenate de Tweede Ka- mer eerst opgedaan te zien en waarom.

was de minister overstag gegaan? Voor- alsnog wilde prof. Molenaar wel zeggen, dat hij de toezegging van de minister aan de Tweede-Kamercommissie niet bijzonder gelukkig vond.

••••

Wat was de vrees van prof. Mole- naar ? Die was deze, dat, wanneer er nu zilveren guldens komen, men deze zal achterhouden en papieren rijksdaal- ders zal gaan uitgeven of tientjes zal wisselen om papiei;_en rijksdaalders · te krijgen. M.a.w.: dat het papieren geld het goede geld, nL de zilveren guldens, in zekere mate uit het verkeer zou weg- persen.

Dat is, zo zei de heer Molenaar, in zekere zin een moderne wet van Gres- ham. De wet van Gresham werkte op economische gronden. Daarvan is hier natuurlijk geen sprake, maar deze mo- derne wet van Gresham zal op psycholo- gische gronden werken. ·

MINISTER VAN DE KIEFT ... Zilver

Zij komt hierop neer, dat bij het pu- bliek een neiging zal blijken te bestaan om munten, die een zekere reële waarde hebben - de helft van de waarde, die de munt als tekengeld aanduidt - ach- ter te houden. Da'. behoeft niet te zijn ingeval er een dreiging ia in het geld- verkeer.

Onze wootdvoerder kon zich heelloed voorstellen, dat morgen un de dag, ala

Of moeten wij er rekening mede hou- den, dat de minister tijdelijk 'zilver zal moeten kopen om aan deze drang naar het oppotten van zilveren guldens tege- moet te komen?

Prof. Molenaars voornaamste vraag was nu, of de minister, wanneer het op- potten zich op enigszins belangrijke schaal zou blijken voor ·te doen, bereid was zich met de commissie van rappor- . teurs van de Tweede Kamer in verbin- ding ·te stellen en· haar te verzoeken hem de vrije hand te laten, opdat hij ook zil- veren rijksdaalders in circulatie kon brengen. Slechts dit zou dat oppotten dan in voldoende mate kunnen tegen- gaan en de maatregel doen slagen.

Minister Van de Kieft was het in zijn antwoord aan onze geestver- want geheel met deze eens, dat het weer in omloop brengen van de zilveren gul- dens en rijksdaalders behoorde tot het gezond maken van ons muntstell!ll'!l.

De minister meende, dat dit een psy- chologische uitwerking van betekenis heeft en was van mening, dat de gehele positie van de gulden dat rechtvaardigt.

Hij geloofde, dat het duidelijk tot uit- drukking brengt, dat ons muntwezen weer een gezonde basis heeft, ons ge- hele economische leven weer een zekere stabiliteit vertoont en onze monetaire positie redelijk bevredigend is.

DEZE BURGER

is, zoals gij - hem k:ennende - wel begrijpen zult geheel vervuld van de Ronde Tafel Conferentie. Als groot •ymbolist voor het aangezicht der heren zit hij nu nog alléén maar aan ronde tafels; als Mj er zeil al• broUie-Jan Publiek: zijnde, niet bij mag wezen en alleen maar sllH:en mag wat die éne o/licfeuze journalist op zijn bord legt, -dan wil hij tOëh in· iedeF gëval de ge- dachte hebben aan een ronde terlel te ziften, wanneer hij zijn dagelijlcse bal gehakt soldaat maakt.

U k:unt evenzeer begrijpen, dat, mèt die bal gehakt, de Procureur Generaal Aller Antillen hem zwaar op de maag ligt en hem aardig dwars zit boven- dien. Ik heb ergens gelezen dat de heer ezcellentie gouverneur, meester Struyck:en zijn positie van des procureurs dito laat afhangen en dat is alle- maal zéér ingewik1celd, want 6f wij verliezen de ronde tafel 61 de vierk:ante gouverneur. En dat is een moeilijke keus, .want het Koninlelijke Nieuwe Stijl is héél aardig, maar meneer Struycken 661c. 11 ben blij dat ik alleen maar deze burger ben en niet meneer Romme.

Laten wij maar met ons allen duimen dat de slimme jongens in Den Haag, hij ons, zonder ons en over ons heen, dat nieuwe k:oninlcrijlc in elkaar gepast hijgen zonder dat de heer Struyc.1cen zijn warme Curaçaotie boos verlaat.

Het is een fijne eigenschap vàn hoge, politielee heren, dat zij de royco nooit zo heet eten als zij op het damast wordt gezet en dat zij best even kunnen wachten, tot zij een beetje is afgekoeld.

Maar wij intussen maar naar die wazige ronde tafel zitten te staren en scherp letten op de krul in meneer da Costa Gomez' baard.

Ik heb, ergens in mijn puntig achterhoofd, zo het idee dat de slimmerds er wat op zullen vinden, dat iedereen blijft zitten waar-ie zit en dat er een mooi glanzend nieuw koninkrijk zal worden neerg_ezet voor de stralende

ogen van DEZE BURGER.

verhoging

Onder die omstandigheden meende ook hij, dat ook naar de uiterlijke klll!t de zilveren gulden dit alles accentueert ea bevestigt.

Bovendien herinnerde de minister er- aan, dat de muntbiljettea ill de eerste wereldoorlog door de toenmalige minis- ter van Financiën, prof. Treub, werdea ingevoerd ea deze bij die invoering da- delijk als zijn overtuigina uitsprak, dat dit papieren geld zo spoedig mogelijk zou moeten verdwijnen.

Provisorische maatregelen hebben ecb- ter dikwijls een buitengewoon taai levea en de "voorlopige maatregelen", die· mi- nister Treub in de eerste wereldoorloc nam, hadden een nogal langgerekt be- staan geleid ! De belofte, door Treub ia de eerste wereldoorlog aedaan. om • spoedig mogelijk van deze papiertjes te worden verlost, zou dan nu worden in- gelost.

Het geschil met de commissie van rap..

porteurs van de Tweede Kamer had hierin bestaan, dat die commissie vreee- de, dat het in circulatie brengen vaa een zilveren munt niet zou gelukken.

Naar het oordeel van de oommissie van rapporteurs was men in de laatste 31 jaar zozeer aan het papieren geld ge- wend geraakt, dat men tot het bij zich dragen, het op zak hebben van zilveren munten, niet meer geneigd zou zijn.

De minister was nu met de commissie tot het eompromis gekomen, dat 'bij zou beginnen met de gllldens en wan- neer nu zou blijken, dat die niet on- middellijk uit de circulatie verdwenen,

zou hij verder kunnen gaan met de rijksdaalders.

Dat was ook practisch voor de minis- ter, naar hij zeide, een geschikte oploe- sing, omdat hij toch guldens en rijlul- daalders niet in grote quantiteiten tege- lijk in circulatie kon brengen, daar de Munt die vrij belangrijke hoeveelheden natuurlijk afwerkt in een zeker tijdsver- loop .

Dat was dus de reden geweest van 's minisfers aanvaarding ftD dit com- promis en hij had dat met te meer ver- trouwen gedaan, omdat hij persoonlijk overtuigd was van het slagen van bet in circulatie brengen van zilveren mun- ten.

Wel was de minister er van overtuigd, dat het alleen zou gelukken, wanneer uitgifte van de zilveren munten niet

"druppelsgewijze" zou geschieden, maar in royale quantiteiten en dat was bij dan ook ~e~ van pUuL

Ter geruststelling van prof. Molenaar op dit punt kon de minister mededelen, dat er een reserve aan zilver bij de Munt aanwezig ia. Alle berekeningen, zo verzekerde de minister - waarbij eea zekere marge van speculatie niet valt uit te schakelen - wijzen uit, dat het beschikbare zilver, dat uit de circulatie zal worden genomen, ruim voldoende zal zijn om in de circulatie van nieuwe zilveren munten te voorzien.

Replieerend, kon prol. Kolenaar n•

vaststellen, dat het betoog van de miniao ter een hoogst Interessant ·probleem voor·

ogen had Jebracht.. De commissie V1Ul

rapporteurs uit de Tweede Kamer vrees- de, dat de zilveren guldens "er niet in•

zouden gaan.

De consequentie daarvan zou zijn, dat het in circulatie brengen dan niet door zou moeten caan en de minister zei, dat dit zou blijken, wanneer de guldens wer- den opgepot..

De gedachtengang van de heer Mole- naar was nu precies een andere. Hij vreesde, dat het publiek ze om psy~

logische redenen zou oppotten, dus om- dat men ze - zoals de heer Wendelaar de minister op een gegeven ogenblik in- terrumpeerde - graag wil hebben.

In ieder geval echter was de bedoeling van prof. Molenaar, dat, wanneer men de guldens aanvankelijk zou blijken te gaan oppotten, de minister naar de Tweede-Kamercommissie zou teruggaan om haar te verzoeken, hem dan de vrije hand te geven.

<Vervolg op pag. 4.)

(3)

:

*

CUJt1,

WEEK tot WEEK *

De strate~ische betekenis van N.-Noorwegen

nat het noordelijkste gedeelte van Noor- wegen van strategisch standpunt bezien, ten zeerste aan belangrijkheid heeft gewon- nen, blijkt treffend uit een recent artikel van de Noorse po1itieke commentator Helge Gi- verholt in het te Londen verschijnende tijd- schrift "The Norseman", waarvan een van de

Ia~q:;te . n~ers .voor een .groot deel aan Noord-Noorwegen is gewijd.

Hij wijst er op, dat de snelle technische ont- wikkelingen sedert het einde van de oorlog, Noord-Noorwegen in "een volkomen nieuw strategisch kader" hebben geplaatst.

"Van haar bases in IJsland en Groenland, is de luchtmacht van de Verenigde Staten van Amerika in staat - zo schrijft Giverholt o.m.

- uitgebreide luchtaanvallen uit te voeren op elk militair of industrieel doel in de Sovjet- Unie. van de YeniSsei tot de Oostzee en van de Noordelijke IJszee tot de Zwarte Zee ... .

Een aantal mogelijke routes, die dé lucht- macht der Verenigde Staten zou kunnen ge- bruiken van haar startplaatsen van achter de Noordelijke IJszee, moet noodzakelijker wijze lopen over noord-Noors grondgebied.

De Verenigde Staten zullen het verlangen hebben hun bombardementstoestellen door ja- gers van noord-Noorse bases te doen escor- teren, terwijl de . Sovjet-Unie de noodzaak onder het oog heeft te zien haar defenMeve posities naar de kust van noord-Noorwegen y()Oruit te schuiven".

· Op grond van zij~ beschouwingen zegt Gi- verholt dan ook, dat "heden de Pool-strategie de internationale positie van noord-Noorwe.

gen beheerst".

Hij wijst er voorts o.a. nog op, dat de moge- lijkheden voor Russische onderzeebootactie zouden worden verhoogd door de bases naar de fjorden van noord-Noorwegen op te schui- ven.

Een socialist over Vrijheid en Economische

Noodzakelijkheid

Dr W. J. v.d. Woestijne,'wiens economische beschouwingen in De Groene steeds be- langwekkend zijn, schreef in zijn kroniek van 15 dezer het een en ander dat wij gaarne in zijn geheel tot de kennis onze lezers brachten.

Plaatsgebrek noopt ons tot 'een samenvat- ting.

Hem werd .._ zo schrijft hij - door een

~zer. verweten, dat hij zich, als dê meeste economen, niet los kan maken van· de libe- rale ideeën.

Hij stelt hier al dadelijk tegenover, dat hij het niet zijn taak acht, persoonlijke inzichten uit te stallen, maar wel om door het bijbren- gen van feitelijke gegevens en het leggen van zo logisch mogelijke verbanden daar tussen, iedere lezer in de gelegenheid te stellen zijn eigen oordeel te vormen over wat zich op eco- nomisch gebied afspeelt.

Na erop gewezen te hebben, dat hij zelf in de jaren 20 en 30 slachtoffers van de werk- loosheid is geweest en daarbij veel ervaring te hebben opgedaan, vervolgt de heer v. d.

W.:

"Mijn briefschrijver heeft volkomen gelijk, als hij zegt dat (theoretische) economen zich niet geheel los kunnen maken van wat hij noemt "liberale ideeën". Dit geldt bijv. ook

in hoge mate voor Karl Marx: - als econoom, niet als politicus. Wie ,,Das Kapital" verge- liJ"kt met de "Principles" van de bankier Ri- cardo, wordt getroffen door de grote mate t.

van overeenstemming. Marx zelf wijst daarop en schaamde zich daarvoor niet. Hij trok de scheidingslijn niet tussen socialistische en burgerlijke economen, maar tussen economen die scherp probeerden te analyseren en hen die "zwevend., waren in hun denkbeelden.

Vandaar zijn vlijmende critiek op de socialist Proudhon.

"Wij geloven dat het juister is om te zeg- gen, dat bij de liberalen de economische ge- dachten overheersen, dan dat de economen liberale ideeën hebben. Het is bijna steeds een ruwe benadering en dus in de grond gevaar-

liJ'k om met een enkele zin een grote histori- sche beweging als . het liberalisme te ken- schetsen. Als wij ons hier van zulk een popu- larisatie of liever vulgarisatie bedienen, zou- den wij kunnen zegen, dat bij de liberale de neiging bestaat om snel· van het economische rationale tot het ~aatschappelijk juiste te be- sluiten. Onder sommige omstandigheden is dat evenwel noodzakelijk en dus juist. Wij kunnen zonder goede economische basis niet leven en zeker niet menswaardig leven. Als deze basis smal is missen wij de vrijheid ons iets te ver- oorloven dat economisch niet verantwoord zou zijn. Waar niet is verliest zelfs de keizer zijn recht:•

,, Terugkomende op de verschillen tussen liberalisten en socialisten in economisch op- zicht- vervolgt de schr. - kunnen wij zeggen dat vroeger, voor 1930, deze verschillen dui- delijker waren dan thans.· De oUde liberaal

wks principiëel voor een béroep op het eco- nomisch automatisme en de socialist voor be- wust ingrijpen met als einddoel de socialisatie van de productiemiddelen". In het midden van de vorige eeuw heeft men teveel vertrouwd op het "laisser-faire". Maar anderzijds is men aan socialistische zijde in gaan zien dat socia- lisatie niet steeds de juiste oplossing is. De socialisten (in Nederland, België en Enge- land) zijn daarbij in hoger mate dus de libera- listen genaderd, die reeds in de vorige eeuw voor bedrijven als P.T.T. en gas en water de gemeenschapsexploitatie invoerden.

"Een van de weinige, zij het al niet princi- piële verschillen, is gebleven in de mate van vrijheid die men, buiten het economische, voor de maatschappij ziet. Persoonlijk is mijn indruk dat liberalen deze vrijheid in het al- gemeen te beperkt zien, maar vele socialisten juist in de tegenovergestelde fout vervallen en daarom de econoom die aangeeft waar de grenzen van noodzaak en vrijheid liggen; maar een lastige, weinig progressieve geest vinden.

Maar met Jacques Perk zeggen wij: "De ware vrijheid luistert naar de wetten".

,, Wij bouwen" (1)

1 n de dezer dagen te Leiden gehouden jaarvergadering van de Nederlandse Aannemers- en Patroonsbond in de Bouwbe- drijven, heeft de voorzitter dezer organisatie, ir J. J. G. van Hoek, de werkgelegenheidspoli- tiek op verschillende punten becritiseerd, waarbij hij sprak over gevoelens van diepe teleurstelling over de houding van de overheid tegenover de ondernemers in deze bedrijfstak.

Zo worden voorschriften, welke voor andere bedrijfstakken niet worden genomen met jarenlange terugwerkende kracht op de onder- nemers in de bouwnijverheid toegepast, ter- wijl z.g. schikkingen worden aangeboden, die variëren van f 10.- tot f 10.000 • .,.-.

!9 MEI 1954- PAG. a

In 1952 zijn volgens het Centraal Verslag van de Arbeidsinspectie 2000 ondernemingen in de bouwvakken gecontroleerd en 63 % bleek in overtreding. In de metaalindustria werden twee maal zo veei ondernemingen ge.

controleerd, het percentage overtreders was ook daar 63 %, doch het aantal processen- verbaal bedroeg daarentegen slechts de helft.

Spr. wees vervolgens op het merkwaardige verschijnsel, dat de ·regering in een periode.

waarin alom gebrek bestaat aan arbeidskrach- ten, aanvullende werken in een soort moderne werkverschaffing of semi-werkverschaffing doet uitvoeren, alsof er ernstige werkloosheid heerste.

De ondernemel'S kunnea soms voor. zeer ur- gente werken geen arbeiders krijgen, omdat deze in de D.U.W. werk vinden en daar niet weg willen, omdat de arbeidsvoorwaarden daar zo zijn, dat het vrije bedrijf geen aan- trekkingskracht voor hen heeft.

Tenslotte vroeg de heer Van Hoek de aan·

dacht van de regering voor de problemen van de particuliere woningbouwers, die, hoewel de minister van Wederopbouw ·onomwonden ver.- klaart, dat de particuliere bouw nodig is voor de oplossing van de woningnood, veel tegen- werking ondervinden van gemeentebesturen, die geen bouwvolume beschikbaar stellen of vestigingsvergunningen weigeren. Het coördi- nerend optreden van het ministerie op dit ge- bied achtte spr. dringend gewenst. Tot zover de heer Van Hoek.

"Wij bouwen'' (liJ

Men mag toch aannemen, dat deze klac&o ten van iemand uit de praktijk van de bouwnijverheid op waarheid berusten. Maar dan moet men zich over de werkgelegenheids- politiek in de wóningbouw toch wel ten zeer- ste verbazen, temeer daar het hier gaat om . werkzaamheden, die voor ons gehele Neder- landse volk van de grootste importantie zijn.

Als men van de overheid ooit soepelheid zou verwachten, dan is het toch wel in deze sector, die behoeften creëert, waaraan een schreeuwend gebrek is.

Er gebeuren trouwens toch eigenaardige dingen in de bouwvakken. Als een onderne- mer aan zijn arbeider z.g. zwart loon betaalt, d.w.z. dus boven het toege~:~tane tarief, dan wordt bij ontdekking wel de ondernemer ge- straft, die het te hoge loon uitbetaalde, terwijl de arbeider, die dit hoge loon accepteerde, niet wordt vervolgd.

Zo zijn er meer voetangels en klemmen in . het bijzonder in de bouwvakken voorkomend, die een vlotte productie van woonruimte waarlijk niet bevorderen.

Wellicht kunnen stemmen van protest als hierboven geciteerd er toe bijdragen, dat de regering deze gehele zaak nog eens op de helling neemt.

Kinderen beoordelen ouders

Blijkêns een bericht van de cörresponden.t te Bonn van Het Vrije Volk, heeft de _ protestantse bisschop van Berlijn, dr Sibelius, zich in een rapport beklaagd over de moei ..

lijkheden die de protestantse kerk in Oost- Duitsland in de weg worden gelegd.

Weliswaar houden de hoogste instanties zich aan de met de kerk getroffen overeen- komst ,doch nu treden lagere instanties af- brekend op.

Kinderen krijgen op school opstellen te ma- ken over de politieke en religieuse houding van hun ouders en hebben daarbij de opdracht die houding critisch te beoordelen. Daa~a

moeten de ouders de opstellen voor gezien tekenen.

Zo zijn de praktijken achter het IJzeren

Gordijn. ,

Misschien moge een dergelijk bericht ons inspireren nog iets meer voor de handhaving van de vrijheid te doen dan wij tot dusverre deden. Wij hebben nog steeds de kans. Mogen wij haar zien en haar vooral niet voorbij laten:

gaan.

(4)

(Vervolg van pag. 2)

Daarop vroeg hij - de minister had dat in eerste instahtie niet gedaan nu .éen ondubbelzinnig _antwoord.

grip (reis. en) verblijfkosten breder moest uitleggen dan was geschied.

Men beriep zich hiervoor o.a. op arti·

kel 87 der Grondwet van 1815, maar.

prof. Molenaar wees dit beroèp at In-.

derdaad was toen een ogenschijnlijk hoog vast bedrag bepaald, namelijk f 3000 per jaar. Ook dat was gebaseerd op een schatting en die vergoeding was.· alles·

zins billijk.

Deze toezeg~ing heeft de· minister in tweede aanleg inderdaad gedaan, maar hij voegde daaraan toe, dat, wanneer de guldens inderdaad· uit de circulatie zou·

den verdwijnen, het . waarschijnlijk wel heel moeilijk zou zijn, toch tot de uit·

gifte van rijksdaalqers ~ver te gaan (de minister bedoelde waarschijnlijk: in ver·

·band met de houding en de opvattingen van de commissie van rapporteurs van de Tweede Kamer).

De leden uit Noord-Nederland gingen immt>rs hef ene jaar naar Brussel om

t te vergaderen- en die uit Zuid-Neder·

land het andere jaar naar Den .Haag.

Prof. Molenaar heeft er ook nog sterk op aangedrongen, om, nu de biljetten van f 2,50. voorlopig zullen·- blijven ge- handhaafd, de oude, vieze exemplaren toch . .zóveel mogèliJk te vervangen en zonqdig nog een tota~e verva1;1ging mo·

gelijk .. te maken. Op dit punt was de . , minister echter :weinig enthousiaSt, ge-·

zien de onzekere situatie omtrent de

· vraag hoe het met het papieren geld zou lopen.

Men ziet: er zitten aan· éleze zaken be·

langwekkende kanten. Wij hopen echter,

· dat dè proef w e 1· zal slágen, want met de minister en met onze Eerste-Kamer·

fractie zullen wij de vervanging van het

· vieze papiergeld door· zilveren munten, . een land alS het onze waardig, van harte

toejuichen.

0 nze Eerste-Kamerfractie heeft una- niem gestemd tegen het voorstel

· der Regering (neergelegd in een wets- O)\twerp),. om de verblijfkostenvergoe- ding voor de leden der Eerste Kamer, welke thans f 30,- per vergaderdag be- dr;iagt, te stellen op f 30,-, f 40,- of f 50,-, naar gelang van de afstand tus- . sen het woonhuis van het lid en het

'Binnenhof. ·

Ook hier was prof. Molenaar de woord.

voerder van onze fractie en hij ontwik- kelde daarbij drie be;ii:waren te,gen het

wetsontwerp. ·

In .de eerste plaats richtten zich de be- . zwaren . van hem en zijn fractiegenoten

tegen het verhogen van de verblijfkos- te!lvergoeding.

Wij hebben, zo kon hij· verklaren, ons, destijds met de . verhogi!l' van het be- . drag van f. 20 tot f 39. kunnen vereni- gen. Nu echter het bedrag in maximum, voor de verst afwonenden, f 50 wordt, achtte zijn fractie dat bedrag te hoog.

Voor enkele verblijfkosten - dat staat toch wel vast·- kan een lid dat bedrag niet' opmaken.

Men had dat, toen het ontwerp in de . Tweede Kamer werd behandeld, óók wel gevoeld en men had toen betoogd: het is billijk, rlat de leden van de Eerste Ka- mer ook voor hun andere kosten, bij- , voorbeeld telefoonkosten, een vergoe-

ding krijgen.

In abstracto betwistte de heer Mole- . naar dat niet, maar hel is de vraag, of . men dat ,kan vatten onder "verblijfkos-

ten" en dat is nu eenmaal hetgeen in de Grondwet wordt gesteld.

Nu hadden Regering en verscheidene leden zowel van de Tweede als 'lan de Eerste Kamer zich erop beroepen, dat men hier historisch moest interpreteren en dat dan zou bllj:ken. dat men het be-

Wanneer men de Handelingen uit d!e tijd nagaat, ziet men. dat de lede.n bij·

voorbeeld van 16 October 1815 tot 11 No.

verober 1815 onafgebroken in de plaats van· vergadering l'lanwez,_g zijn geweest. -·

Daarna g.ing men naa-r hu1&', ·om na 4'ni- ge weko>n terug te ke;:en.

Bóvendie11 toonde prof. MGl~naar aan, dát men in die tl1d sprak van een ,.tr<li·

tement" <tractemerit>. De grote vraag I'!

echier, of dat zo gèbleven is en het ant·

woord daarop moet, zoal$ prof; Molenaar aantoonde, ontkennend luiden. Dat was veranderd in 1848. ' ·

In dat jaar is de toestand, zoals hij on- der de Grondwet van 1815 bestond, doC)r de toemrialige Regering zeer bewust ge-

wijzigd. ·

Zij motiveerde haar voorstel om (al- leen) reis- en verblijfkosten volgens de wet in de Grondwet in uitzicht te stellen, aldus: "Aangezien zij <de toenmalige Ie·

den der Eerste Kamer) door hun belas- tingplicht tot de meest gegoeden blijlken te behoren, kan met blote schadeloos- stelling worden volstaan". Op diezelfde grond (belastingplicht) verzetten Buys en Thorbecke , zich zelfs tegen e 1 k ~

schadeloosstelling.

Zij meenden, dat. aangezien de 'leden lv_;og in de belasting werden aangesla- gen, hun geen schadeloosstelling behoor- de te worden uitgekeerd, "onder" - zo- . als Thorbecke het uitdrukte - "welk

deksel ook". ,

Nu wist prof.' Molenaar natuurlijk wel,·

da~ de kring, waaruit de leden van de Eerste Kamer tot deze functie worden geroepen, is veranderd. · ·

Maf\r dat neemt niet weg, dat men in 1848, door de woorden "reis- en ver- blijfkosten" op te nemen. in het artilkel, waar het hier om gaa:t, niet verder heeft willen gáan dan een "blote schadeloos· · stelling", nameHik een verkoeding·•voor·

reis- en verbl\ifkosten.

Voor de Tweede Kamer kwam in 1848 naast de vergoeding van verblijfkosten (van f 2500) "als verdere schadeloösstel- ling f 2000. per jaar".

Hier bezigde men het woord "schade- loosstelling" naast verblijfkosten en ook dit haalde prof. Molenaar aan als bewijs, dat bij de Eerste Kamer alleen en uit- sluitend aan· een vergoeding voor reizen:

logies, maalt\jden. e.d. moest worden ge- dacht en dat een afwliken daarvan met een gerust geweten ten aanzien van rle Grondwet niet te verdedigen was.

* * *

H et tweede bezwaar van prof. Mole- naar ging tegen de vergoeding van de verblUfkosten voor de voorzitter van de Eerste Kamer, welke thans op f 100 per vergaderdag zou worden gesteld.

Bijeenkomst

op 19

Nationale Vrouwenraad

en 20 Mei 1954

Een kort verslal{

n e toegemeten plaatsruimte laat slechts een l!:orte opsomming van enkele bijzonderheden toe.

Er is een commissie benoemd tot bestudering van de mogelijkheid tot uitgave van een boekje over het Nederlandse Vrouwenvercnigings~e­

ven.

De commissie tot reorganisatie van de N.V.R. is nog niet tot een conclu- sie gekomen; aan een rapport wordt gewerkt. De financiële positie van cte N.V.R. is iets: gunstiger geworden.

In de loop van de ledenraadsverga- dering zijn drie voorstellen aangeno- men: le. een actie zal gevoerd wor- den tot verbetering van de kennis der Nederlandse taal van de school- jeugd; 2e. de bij de N.V.R. aangeslo- ten verenigingen zullen elk in haar plaatselijke aansluiting bij de Federa- tie voor Vrouwelijke Hulpverlening er op aandringen, dat krachtige steun

wordt verleend aan de Vluchtelingen- hulp; 3e. aangedrongen zal worden op spoedige behandeling van de wet op het kleuteronderwijs en op opheffing van de bouwstop voor kleuterscholen;

bovel1dien spreekt de N.V.R. zich uit tegen het ontslag van de gehuwd~

onderwijzeres.

In het comité voor Pers en Publici- teit is benoemd mej. Elka Schrijver.

De resoluties voor de Internationale Vrouwenraad te Helsinki konden slechts zeer oppervlakkig worden be·

handeld daar op het laatste mom~nt

nog ingrijpende amendementen waren binnengekomen.

De drie . voor-drachten, tijdens de Algemene Vergaderin,:: gehoudén, over kinderlectuur, kinderbescher- ming en beeldende expressie op school en in huis, waren zeer interes- sant en vormden een goed aaneen- sluitend geheel.

De heer Molenaar herinnerde daarbij aan hetgeen Donker Curtius in 1840 voorstelde ten aanzien van de ministers en de voorzitter van de Tweede Kamer.

Mr Donker Curtius stelde voor beiden een hoge vergoeding voor en zeide: "ook zij, die de verantwoordelijkheid dragen, mogen er wel een gering deel van heb·

.b.en, en de voorzitter der volksvertegen- woordigers ·moet het aanzien dier Kamer kunnen ophouden. Het volk mag ook wel een en maarschalkstaf uitdeelen".

Welnu, zei onze. woordvoerder, de voorzitter van de Eerste Kamer stelt zich, evenals zijn voorganger, tot taak, ook door representatie naar buiten, het aanzien der Kamer op te houden.

Daarom is in hoofdstuk II der begro- ting ook een bedrag aan repr.esentatie- geld opg~nomen. Daartegen. hebben wij niet het minste bezwaar.

Ons bezwaar is, dat men zodanig be- drag niet mä'g vinden · în · verdubbelihg van het bedrag ;,verl:ilijflkösten", dat voor de andere leden On maximum) wordt vastgesteld.

Wil men de ar b e i d van de voorzit- ter belonen - ook In dat opzicht zijn de tljden veranderd; vroeger was het voorzitterschap een erebetrekking dan valt daarover met mijn fractie te praten. Onder verblUfkosten is dit alles echter niet te begrijpen.

Het _derde bezwaar 'tenslotte gold de terugwerkende kracht (~ot 1 Januari 1953>. Hiertegen had de heer Louwes, toen het ging· over de vergoeding van de Tweede Kamerleden, reeds · zijn bezwa- ren doen horen.

Welnu, deze bezwaren, zo zei prof. Mo- lenaar, spitsen zich toe, nu het om eigen vergoeding gaat. Wij hebben te maken met het treffen van een regeling in on- ze eigen .zaak. Dat eist, naar mijn me- ning, de grootste zorgvuldigheid .

Hier geldt: Quis custodiet ipsos custo- des? Wie bewaakt de wl!Jkers· voor het algemeen .belang?' Het is al pijnlijk, dat wij door wettelijke bepalingen moeten medewerken àan het vaststellen van on- ze eig!!n reis- en verblijfkosten.

Deze taak dient met grote te:.;-ughou- dendheid te worden vervuld. Het is op deze grond, dat wij het beter hadden ge- vonden, als in .dit wetsontwerp geen te- rugwerkende kracht was opgenomen. En dit klemt te meer, omdat wij eigenlijk van oordeel zijn, dat het begrip ver- blijfkosten, in verband met hetgeen wij per dag 'kunnen uitgeven, te hoog is.

Aan het einde van zUn rede verklaarde prof. Molenaar dan ook: "Het is dus op deze gronden, dat wij bezwaar hebben tegen een verhoging van verblijfkosten, hoe gaarne wij ook, indien dat met het oog op de Grondwet mogelijk ware, met een andere • regeling onze instemming zouden betuigl!n. DaarV'oor is echter een wijziging van de Grondwet nodig.

Naast deze bedenkingen zijn er dan nog de bezwaren, die ik in het licht heb gesteld in verband met de vergoeding van de kosten van de president en de te~

rugwerkende kracht van deze regeling;

redenen, ·waarom wii onze stem aan deze voordracht zu1len onthouden".

* * *

Copie voo1 deze rubriek te tenden naar:

Mejuftr. Joh H SpringeT.

Alexanderstraat 16 Haarlem.

De heer Post legde in laatstgenoem- de lezing o.m. de nadruk op het feit, dat uitingsmogelijkheden van een kind in een of andere vorm van kunst zijn evenwichtigheid en ook zijn in- tellectuele pr·estaties bevorderen.

De gehele vergadering mag, al was zij af en toe wat mat yan stemming, toch geslaagd genoemd worden, he•- geen zeker mede te -danken is aan de stijlvolle omgeving van en goede ver- zorging in het Kasteel Hoekelum.

E. v.-s.

. . . PA&···

Ook iets voor U ?

Een van onze · Kamwieden ver- klaarde ons onlangs, zeer ingeno_..

men te z.ijn met de losbladige over·

drukken van de ,,Parlementaire Flitsen" en deze geregeld ter doe•

inentatie te raadplegen.

Ook gij, spr~kers, propagandisten, functionarissen en andere bela11f1•

stellenden in het wert van onze V.V.D.-Kamerlracties en m de pro- blemen, die op alle gebieden in . de Kamers aan. de orde .tomen, l:unt u van dit waardevolle documenta·

tie-materiaal, . dat veel tijdrovend nazoeken bespaart, ·verzekeren.

Ee~ eenvoudig l>erichtje qan _het Algemeen Secretariaat, Koninginn, . • gracht 61, 's-Gravenhage, is vol;.

. doendé,' óJ:zder gelijktijdige övétma·

king van f 2.50 (het abonnements- geld . per. jaar) op Girorekening 67880 van genoemd Secretariaat.

Zolang de voorraad sfrelrt, zijn ook dE! volledige jaargangen 1~50- 51, 1951-52 en 1952;53. (met indei en map). tegen dezellde _prijs nog

\...verkrijgbaar.

E en aa'ntai . andere leden van de Eerste Kamer en ministex Beel verdedigdên echter de verhoging en achtten deze niet in strijd met de Grond.

wet. Wij beperken ons hier tot hetgèen minister ·Beel omtrent die terugwerlken·

de kracht opmerkte. .

Hij gaf toe, dat het voorstel op grond , van het. feit, dat het helaas nu pas kon worden behandeld. begrijpelijkerwijs een minder aantrekkel\ik karakter had ge- kregen. De Regering had het wetsont- werp echter in 1953 voorgesteld, in het kader van :verschillende ontwerpen. die beoogden een recht trekken van ver- houdingen, die naar haar mening waren scheef getrokken.

Dit gold zowel wat betreft de jaàrwed- den der Hoge Colleges van Sta:;t, de schadeloosstelling.__ resp. verblijfkosten van de leden der ·1weede en Eerste Ka- mer, als' de bezoldiging van hogere functionarissen . in ambtelijk :verband.

Als wij - zo betoogde minister Beel .- op dat gehele teq·ein een stel voo,rzienin.

gen voorstellen, ingaànde 1 Januari 1953, is het toch wel moeiHik te zeggen: voor de Eerste Kamer zullen wij dat niet doen en zullen wij die regeling doen in- gaan op de dag, waarop de beslissmg over het ontwerp valt,

Ik hoop, dat de Kamer, wanneer zij het in dat licht beziet, zal begrijpen, dat de Regering voor allen gelijkelijk rlezelf- de maatstaf wil aanleggen.

Het voorstel is tenslotte aange;JOmen met 28 tegen 12 stemmen. Tegen stem- den onze V.V.D.-fractie <4 leden), de C.P.N.-fractie <2 leden), 2 K.V.P.-ers .<de heren De Goe\i en ir Kraayvangerl, 3 A.R.-leden (de professoren Anema ,Die- penhorst en Hellemal en 1 lid van de C.H.-fractie (prof. Gerretson >.

Onverdeeld vóór stemden alleen de P.v.d.A.-fractie en voorts .de overige le- den van de K.V.P., de A.R. en de C.H.

PROVINCIALE DAG ZUID-HOLLANO

lnteres1ant pro{!.ramma Ü p Woensdag 2 Juni in Café-Res-

taurant "De Beursklok", Markt . in Gouda.

Het definitieve programma ver·

meldt:

10.30-11.00 uur: Ontvangst in .,De Beursklok", waarna bezichtiging van de beroemde glazen en van Musea.

1.00 uur:Koffiemaaltijd in ,.De Beursklok", gevolgd door 3 inleidin- gen n.l.: mevr. F. T. v. d. Torren- Veendorp: "Het werk in de Provin·

ciale Staten"; mevrouw E. C. Bier- Reitsma: "Eerste indrukken van een nieuw raadslid"; mej. mr T. Hefting:

,.Waarom moet de vrouw deelnemen aan het openbare leven".

Verder theedrinken en discussies.

Totale kosten ·plm. f 3.50.

Aanmelding gaarne tevoren bij mevr. M. v. d. Want-v. d. Heiden, Ridder van Catsweg 77, Gouda.

Ook gedeeltelijke deelname is mo- gelijk.

A.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

die niet voor ons maar voor de collega’s in de coalitie belangrijk waren.. Ik noem de wietexperimenten die er komen en het leenstelsel

Die twee andere functies had hij goed gedaan, hoewel hij beter was als vicepremier dan als minister van Binnenlandse Zaken met dat eeuwige gedonder over meer

The aims of the study were to determine student field hockey players’ perceived need for Mental skills training (MST), and their perceptions regarding their ability to

'Voor de bescherming van het vertrouwen, gewekt door een niet met de wil van de verklarende partij overeen- stemmende verklaring welke ertoe strekt een gebonden- heid aan

a sterke groei van de wereldeconomie b grotere vraag naar Canadese dollars. c exportwaarde van olie van Canada neemt toe d grotere vraag op

Ook toen De Telegraaf vanaf de verkiezingen van 1935 steeds meer een spreekbuis van Colijn werd, bleef in vergelijking met andere kranten een stevige veroordeling van de NSB uit.

Nauwelijks had hij uitgelegd waar hij zijn meester gevonden had, of Theresia stond voor de deur met het verhaal, dat haar vader bij haar was aangekomen, en dat hij

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State