• No results found

SAWEN MAKEN WE MORGEN MOOIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SAWEN MAKEN WE MORGEN MOOIER"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIB-BD-NH-20160U7185 De heer Daan Van Tassel

il Ruimtelijk- en duurzaamheidsbeleid Stad Leuven

Professor Van Overstraetenplein 1 3000 LEUVEN

SAWEN MAKEN WE MORGEN MOOIER

OpenbareVlaamse Afvalstoffenmaatschappij Stationsstraat110 B-2800Mechelen T: 015284284 F: 015203275 www.ovam.be

uwBERICHTVAN 01.02.2016 uwKENMERK ro_RUP/GGRH7

BIJLAGEN

MECHELEN 19.02.2016

AFDELING Bodeminformatiebeheer DIENST

CONTACTPERSOON NatalieHoffmann(015/284453)

ONSKENMERK BIP-BD-NH-20160117185(Dossiemummer:34089)

"Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van een plan of programma - GGRH7 Sportvelden Heverlee

Geachte heer Van Tassel,

Aansluitend bij uw schrijven van 1 februari 2016 met referentie ro_RUP/GGRH7 willen wij u het volgende meedelen.

Het bodemdecreet, in voege sinds 1 juni 2008, voorziet niet dat er door de OVAM advies wordt verleend bij de opmaak van BPA’s en/of MER-studies.

Concreet kan in dit dossier venwezen worden naar de bodemattesten die afgeleverd werden in het thans geviseerde gebied. Desgevallend kan u ook via de website www.ovam.be/webloket /webtoepassinqen en publieke lijsten/Geoloket: bodemonderzoeken en -saneringen een kaart raadplegen met informatie betreffende de locatie waarvoor bij de OVAM reeds onderzoeksgegevens beschikbaar zijn, en de fase waarin deze zich bevinden.

Als bijkomende informatiebron kan venwezen worden naar de bodemattesten die zijn afgeleverd geweest aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeenten waar de gronden zijn gelegen. Deze gegevens zijn aldaar raadpleegbaar.

Verder moet rekening gehouden worden met de volgende standaardopmerkingen;

— indien er calamiteiten optreden die impact kunnen hebben op de bodem, dienen zo snel mogelijk de nodige acties ondernomen te worden om de verontreiniging weg te nemen. De nodige

controlestalen dienen genomen te worden. Indien de calamiteit valt onder het toepassingsgebied van een schadegeval, dienen deze specifieke bepalingen nageleefd te worden (artikel 74 ev van het Bodemdecreet):

— indien gronden worden overgedragen, dienen de bepalingen van het Bodemdecreet te worden gevolgd (artikel 101 ev van het Bodemdecreet):

— indien gronden dienen onteigend te worden, diénen de bepalingen van het Bodemdecreet te worden gevolgd (artikel 119 en 119bis van het Bodemdecreet):

— de nodige aandacht dient te worden geschonken aan de regels van het grondverzet

— de nodige aandacht dient te worden geschonken aan de voorgenomen bestemming (wijziging) op

LBR00076213 I

Ditis 100%gerecycleerdpapier.

(2)

reeds vastgestelde bodemverontreiniging:.

artikel 38 van het Bodemdecreet: indien een beschrijvend bodemonderzoek werd uitgevoerd op deze grond kan een mogelijk andere bestemming impact hebben op de ernst van de bodemverontreiniging/saneringsnoodzaak en urgentie;

artikel 64 van het Vlarebo: indien het bestemmingstype.van de grond in die zin wijzigt dat een lagere bodemsaneringsnorm van toepassing wordt, dient een nieuw oriënterend

bodemonderzoek te worden uitgevoerd bij overdracht van de risicogrond.

Tevens willen wij ook nog aangeven dat het voorstel tot opmaak van een plan van aanleg of MER geen onderzoeksverplichting meebrengt in het kader van het Bodemdecreet.

In de hoop u met deze informatie van dienst te zijn geweest, verblijven wij.

Hoogachtend,

1-85 Eddy Van Dyck afdelingshoofd

(3)

DEPARTEMENT LEEFMILIEU NATUUR &

ENERGIE

AfdelingMilieu-,Natuur-en Energiebeleid

DienstVeiligheidsrapportering KoningAlbertll-iaan20 bus8 1000Brussel

T025530355 F025532125

seveso®vlaanderen.be

uwberichtvan 01/02/2016

SPo

StadsbestuurLeuven Afdelingruimtelijkbeleid T.a.v.DaanVantassel Prof.VanOverstraetenplein1 3000Leuven

!.. TOBBACK f

DEVUES

X

0. VANSINA D. ROBBEETS D. VANDEVOORT M. FANNES M. RIDOUANI <

B. VERLINDEN / b VANDERHEIDEN

(X

> k BECKERS \ VRIENS

. L. PEETERS uwkenmerk

ro_RUP/GGRH7 vragennaar/e-mail

KarolaImbrechts

Karola.imbrechts@lne.vlaanderen.be

onskenmerk SCRPL16001

S Jb0Co3350

telefoonnummer 02/55302 16

bijlagen / datum

22februari2016

Betreft:

Geachte,

Advies overhetverzoektot raadpleging(screeningsnota) in het kadervan hetonderzoektot milieueffectrapportagevan hetRUP “GGRH7 SportveldenHeverlee”

Met betrekking tot het in rubriek vermelde onderwerp vindt u hierbij het advies van de dienst Veiligheidsrapportering(dienstVR)van mijn afdeling.

De dienstVRwerd in de bijlage bij hetplan-m.e.r.-besluitvan 12oktober 2007 ingedeeld alste raadplegen instantie voor de categorie “mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten voor mens ofmilieu inzake de gezondheid endeveiligheid van demens”.

Hetadvies vande dienstVR heeftspecifiek betrekking op hetaspectexterne (mens)veiligheid alsbedoeld in de Seveso-richtlijn’, of, m.a.w. op de risico's waaraan mensen in de omgeving van Seveso-inrichtingen^

(kunnen) blootgesteld worden ten gevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in die inrichtingen.

Om een inschatting te maken van het aspea externe mensveiligheid, dient het voorliggende RUP afgetoetst te worden aan de hand van criteria die werden opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regeringvan26/01/2007houdendenadere regels inzakede ruimtelijkeveiligheidsrapportage.

'Europeserichtlijnbetreffendedebeheersingvandegevarenvanzwareongevallenwaarbijgevaarlijkestoffenbetrokkenzijn

^Ditzijninrichtingenmeteenzodanigehoeveelheidaangevaarlijkestoffenophetterreindatzijvallenonderhettoepassingsgebiedvande Seveso-richtlijn.

\ Vlaanderen

ismilieubewust

LBR0007641

pagina1van2

(4)

DedienstVRvoert hieronderdezetoetsing uit:

Geletop hetfeitdat

• volgensdegegevens vande dienstVR^in het plangebiedgeen Seveso-inrichtingen aanwezigzijn:

• volgens de gegevens van de dienst VR^ binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied Seveso-inrichtingen aanwezigzijn, met nameImec(opca. 1,9km), JSR Micro(opca.1,5 km) en VWR International(op ca. 1,2 km);

• volgens degegevens verstrektin descreeningsnota hetplangebied mogelijks een aandachtsgebied betreft:

• dedienst VRvoldoende elementen in handen heeftom derisico's inte schatten waaraan mensen in de omgeving van deze inrichtingen blootgesteld worden ten gevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen bij de inrichtingen en te besluiten dat de inplanting van het aandachtsgebied teverzoenen is metde aanwezigheidvan de Seveso-inrichtingen

stelter zich op hetvlakvan de externe mensveiligheid geen probleem en meentde dienstVR dater geen aanzienlijkeeffecten verwachtworden inzakeexterneveiligheid.

DedienstVRwenst er de initiatiefnemerop tewijzen dat hetaspect“externeveiligheid” eveneens in het voorontwerpvan hetRUPvoorde plenairevergaderingdientbehandeld worden.

Metvriendelijkegroeten.

Paul Van Snic Algemeen directeur AfdelingshoofdAMNE

^Bron:webstek!Uip://wyyw.h.is.,be/ihenias/yej[ighekfcr3Rpoaage/inhi;[Uingen/!!jsceii

\ Vlaamse

overheid

pagina2van2

(5)

Aan StadsbestuurLeuven Afdeling Ruimtelijkbeleid t.a.v. Daan VanTassel Prof.VanOverstraetenplein 1 3000 Leuven

L TOBBACK 1 / C DEVUES

r>. -ANSINA i 0 -IOB3EE' ' D. VANDEVC ; W. FANNES M. RIDÜJAlv

B VERLINCE- /

E. VANDERHr .DEN

rX

H. BECKERS G.VRIENS L. PEETERS

R d C m M-

Agentschap voor

Natuur en Bos

Uwkenmerk Ro_RUP/GGRH7 Vragen naar/e-mail ChrisVan Liefferinge

Chris.vanliefferinge@lne.vlaanderen.be

Onskenmerk*

CVI716/01707/VB Telefoonnummer 016 66 63 16

Bijlagen 0 Datum

23februari2016

BETREFT: plan MERscreening Onderwerp

Verzoektot raadpleging in het kadervan hetonderzoek totmilieueffectrapportagevan een planof programma -gebiedsgericht ruimtelijkuitvoeringsplan'GGRH7 Sportvelden Heverlee.

Datum van ontvangst 03/02/2016

Situering Kadaster Adres

Leuven, 13®afdeling/HeverleeAfdeling F, percelen28/G2, 28/H2en28/L2

Aanvrager

Naam Stad Leuven Adres

Beschermingsstatus

Het plangebiedis gelegen inmilitairgebied en is nietgelegen in SBZ, noch inVEN. Het isgelegen op Ikm van het dichtstbijzijndeSBZ'Valleienvan de Dijle, Laanen Ijse metaangrenzende bos-en moerasgebieden'en op 2km afstand van SBZ'Valleivan deWinge en Mottemetvalleihellingen' en VEN'de Molenbeek-Mollendaalbeek'. De percelen worden volgensde Biologischewaarderingskaart overwegend ingedeeldalsminderwaardevol (Hxen Uv). In het Noordenen Oosten van het projectgebied wordt langs de rand van hetplangebied een waardevol structuurelementKb gekarteerd welkeaansluitbijeen grotercomplexvan biologischwaardevolleen zeerwaardevolle elementen (sz, sp, ha, sg en uv-). Hetachterliggende militairdomein heeftbijgevolg wel hoge natuurwaardenmet brem-en sleedoornstruwelenafgewisseld met open plekkenen grazige vegetaties.

Gelieveditkenmerkinaluwbriefwisselingtevermelden.

AGENTSCHAPVOORMATUURENBOSPROVINCIALEDIENSTVLAAMS-BRABANT.DIESTSEPOORT6BUS75,Î000LEUVEN TEL016666300-SX016666305E-MAILVBRANBPVLAANDEREN.BEWEBWWW.NATUURENBOS.BE

LBR00076785

(6)

Rechtsgrond

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

Artikel 4.2.5. decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 3, 3° besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's

Bespreking passende beoordeling

Het project is gelegen op 1 km van het dichtstbijzijnde SBZ en op 2km van VEN. Derhalve wordt geen significante aantasting van de natuurlijke kenmerken van het habitatrichtlijngebied en

betekenisvolle schade aan de natuur in het VEN verwacht. Een uitgebreide toetsing voor dit project in zijn totaliteit wordt bijgevolg niet nodig geacht.

Bespreking MER screening (discipline Fauna Flora)

Naast de discipline fauna en flora omvat de Mer-screening tevens de disciplines bodem, water, landschep (met inbegrip van erfgoed en archeologie) en mens (socio-organisatorische, ruimtelijke aspecten, hinder en mobiliteit). In het RUP worden o.a. voor wat betreft de discipline water specifieke voorschriften opgenomen in verband met een verhoogde infiltratie en opvang van regenwater. Daarnaast laat het RUP geen activiteiten toe die bijkomende hinder zouden

veroorzaken ten opzichte van de huidige referentiesituatie en worden er geen lawaaiproducerende activiteiten toegelaten.

Het plangebied betreft het zuidelijk stadsdeel van Leuven met een oppervlakte van ongeveer 3 ha, min of meer begrensd door de oefenterreinen van het Militair domein, de Hertogstraat en de Kerspelstraat. Het voorgenomen plan dient om de bestemmingen vast te leggen en hieraan' gekoppeld de bouwmogelijkheden, bouwvolumes en inplanting/ontsluiting van de gebouwen.

Weliswaar is er reeds een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de aanleg van de sportterreinen en hockeyvelden met bijbehorende parking en wegenis en een nieuwbouw clubhuis.

Het gebied en bij uitbreiding het militair domein bevindt zich tussen Heverleebos en de Molenbeek- Bierbeekvallei en kan als dusdanig worden aanzien als een belangrijke stapsteen tussen beide gebieden. Het plangebied en het militair domein maakt deel uit van het open ruimte gebied tussen Woonkern Heverlee, Heverleebos en Haasrode.

Het specifieke plangebied werd vroeger reeds gebruikt als sportveld voor militairen, naast het oefenterrein zelf. Het gebied speelt bijgevolg al langer een recreatieve rol binnen het militair domein. Het RUP beoogt een wijziging van loutere militaire recreatie naar burgerrecreatie. Het RUP zet verder in op een herbestemming als publiek toegankelijke terreinen voor dagrecreatie waarbij de recreatieve sportbeoefening kan worden doorgevoerd in functie van de gestelde doelstellingen van het sportbeleid van de stad Leuven. Het plangebied wordt een zone voor kwalitatieve

openlucht- en dagrecreatie en sportieve activiteiten met bijbehorende infrastructuur. In de stedenbouwkundige vergunning werden reeds enkele engagementen verankerd als specifieke voorwaarden in functie van de aanpak van enkele knelpunten in de verkeersafwisseling, waaronder het verplaatsen van de toegang van de parking naar de Hertogstraat, het voorzien van voldoende fietsparkings en het doortrekken van de reeds voorziene groenbuffer.

Het plangebied valt binnen de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Leuven. Conform het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen dienen stedelijke natuurelementen en randstedelijke

groengebieden omwille van hun belang voor de stedelijke leefbaarheid behouden en verder ontwikkeld worden. Binnen het ruimtelijk structuurplan Leuven (RSL) werden groencorridors geselecteerd waarbij o.a. de open ruimte als onderdeel van een groter geheel wordt afgebakend.

Het Militair domein en Parkveld werden hierin als verbindingselementen opgenomen. Het RSL voorziet een bindende selectie van groencorridors die een opeenvolgende verbinding vormen tussen Heverleebos en Abdij van 't Park (C12), gevolgd door de verbinding tussen de Abdij van 't Park en het Oostelijk deel van de Molenbeek-Bierbeekvallei (C13). Het RSL voorziet bijgevolg

(7)

h

groene stapstenen die een verbinding vormen tussen Heverleebos en de Molenbeek-Bierbeekvallei.

Daarnaast selecteert het RSL het Militair oefenterrein als open ruimtegebied met natuur als hoofdfunctie, maar waarbij de natuurwaarde nevengeschikt is aan de gebruikswaarde (024). Dit impliceert dat er mogelijkheden zijn voor de inpassing en ruimte voor recreatieve gebruiksfuncties zoals sportvelden. Volgens de screeningsnota zal bij de verwachte herziening van het RSL

nadrukkelijk worden ingezet op zowel de recreatieve als corridorfunctie van deze open ruimte met respect voor de natuurwaarden. Desalniettemin is het van belang dat het recreatieve medegebruik van het plangebied geen hypotheek legt op de verdere ontwikkeling van de achterliggende

natuurwaarden en de functie van het gebied als groenverbinding.

De discipline fauna en flora beperkt zich tot de bespreking van de biologische waarderingskaart en de groenkaart. Vanuit natuuroogpunt dient aangegeven te worden dat er ook aandacht moet geschonken worden aan de functie van het militair domein als leefgebied voor bvb vleermuizen. In de onmiddellijke omgeving van de site en de Abdij van 't Park zijn er verschillende waarnemingen van gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis, baardvleermuis, gewone grootoor-vleermuis en grijze grootoorvleermuis. Alle van nature in het wild levende vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009

(vleermuizen worden onderverdeeld in cat3 van Bijlage 1 van het soorten besluit). Het zijn soorten die bovendien zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, waardoor vleermuizen van de strengste beschermingsregeling genieten. De bescherming heeft onder meer betrekking op het betekenisvol verstoren van de vleermuizen zelf (art 10) en de bescherming van de rust- en voortplantingsplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbeslult), welke niet

vernietigd, beschadigd of weggenomen mogen worden, maar waarbij ook kwaliteitsverlies van het habitat vermeden dient te worden.

Om deze reden is het van groot belang dat het RUP voorziet in een voldoende dichte (en hoge) groenbuffering zodat lichtemissies naar het achterliggende gebied met hoge natuurwaarde vermeden wordt. De hockeyterreinen en sportvelden dienen bijgevolg niet enkel gebufferd te worden naar de naastgelegen woongebieden en gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (groenbuffer langs Kerspelstraat en Hertogstraat), maar de groenbuffer dient ook in de Noordelijke en Oostelijke zone voldoende uitgewerkt te worden. Met de ontwikkeling van de site dient maximaal rekening gehouden te worden met de aanwezige natuurwaarden op terrein. De bestaande natuurwaarden aan de achterzijde van het perceel dienen te worden behouden en versterkt. De integratie en aanleg van groenbuffers dient te gebeuren met streekeigen autochtone, standplaats-geschikte soorten. De houtkant dient een minimale breedte van 5m te hebben en wordt best aangevuld met voldoende hoogstammig groen (en beheerd volgens de code goede natuurpraktijk). Het behoud en ontwikkeling van hoog groen is van belang als milderende maatregel voor de verhoogde lichtemissies. Daarnaast worden in de stedenbouwkundige voorschriften beste specifieke voorwaarden opgenomen om lichtverstrooiing afkomstig van de lichtmasten maximaal te vermijden.

Er wordt niet verwacht dat het plan in zijn huidige vorm aanzienlijk negatieve gevolgen zal hebben op vlak van fauna en flora, op voorwaarde dat afdoende maatregelen genomen worden om

lichtemissie te beperken. Er dient bijkomende aandacht geschonken worden aan het creëren van voldoende buffering en dat bestaande natuurwaarden aan de achterzijde van het perceel worden behouden en versterkt. De integratie en aanleg van groenbuffers dient te gebeuren met

streekeigen autochtone, standplaatsgeschikte soorten. De breedte van de houtkant moet minimaal 5m bedragen en wordt best aangevuld met voldoende hoogstammig groen zodat lichtemissies naar het achterliggende gebied worden vermeden. Een goede landschappelijke integratie is nodig zodat de functie van het gebied als ecologische verbinding verder kan ontwikkeld en gerealiseerd worden

(8)

Conclusie^

De screening nota geeft aan dat het voorgenomen plan geen aanzienlijk negatieve milieu-effecten zal hebben. Het Agentschap voor Natuur en Bos adviseert de kennisgeving gunstig. De opmaak van een plan-MER is niet vereist.

Voor de uitwerking van maximale kansen voor fauna en flora dienen wel enkele concepten nog verder uitgediept te worden. In de voorschriften dienen specifieke voorwaarden opgenomen te worden om lichtverstrooiing ten gevolge van de lichtmasten te voorkomen. Het RUP dient ook te voorzien in een voldoende dichte (en hoge) groenbuffering. Specifiek ook in de noordelijke en oostelijke zone van het projectgebied, zodat lichtemissies naar het achterliggende gebied met hoge natuurwaarde vermeden worden. De bestaande natuurwaarden aan de achterzijde van het perceel dienen te worden behouden en versterkt met streekeigen autochtone, standplaatsgeschikte soorten. De breedte van de houtkant moet minimaal 5m bedragen en wordt best aangevuld met voldoende hoogstammig groen.

kati^awt^/

w^üQCt'^fÏrecteur adviezen en vergunningen Vlaams-Brabant en Limburg Agentschap voor Natuur en Bos

^ Het Agentschap voor Natuur en Bos spreekt zich enkel uit over de uitwerking van de discipline fauna en flora en dus niet over de wenselijkheid van het plan/project voor natuur.

(9)

Ê.UM

LBFUI0077450

Stadsbestuur Leuven Afdeling ruimtelijk beleid T.a.v. de heer Daan Van Tassel Prof. Van Overstraeteplein 1 3000 LEUVEN

daan.vantasselfflileuven.be

Ti

1 L. TOBBACK t ^ t C. DEVLIES

D. VANSINA N

D. ROBBEETS D. VANDEVOORT Wl. FANNES M. RlDOUANl B. VERLINDF.N

E. VANDERHEIDEN

.0^

r. BECKERS

; VRIENS ... PEETERS

Co^

ons kenmerk 331AW/160210

contactpersoon Ann Witters

Leuven

29 februari 2016 aantal pagina's: 2

“Verzoek tot raadpleging” in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van een gebiedsgericht RUP “GGRH7 Sportvelden Heverlee”

Geachte heer Van Tassel

Wij verwijzen naar uw vraag (brief 4 februari 2016) om een advies over te maken op het “verzoek tot raadpleging” van een onderzoek tot milieueffectrapportage van het Gemeentelijk Gebiedsgericht RUP “GGRH7 Sportvelden" in Heverlee.

In het algemeen hebben we vanuit De Lijn geen opmerkingen wat betreft de gekozen locatie voor het clusteren van enkele recreatieve voorzieningen. Het is inderdaad zo dat de site ontsloten wordt door 3 stadslijnen die de toekomstige ontwikkeling frequent zullen bedienen. We lezen ook graag in het dossier (pagina 21) dat het openbaar vervoer en de fiets gepromoot zal worden bij de bezoekers/sportclubs.

Het is echter ook zo dat deze stadslijnen te kampen hebben met doorstromingsproblemen en dit vooral ter hoogte van de Geldenaaksebaan. Bij het doornemen van het dossier zien we dat op pagina 7 dit probleem wordt onderschreven: “Tijdens de spitsperiode doen er zich problemen voor op de Geldenaaksebaan. De doorstroming van het openbaar vervoer en het verkeer in het algemeen worden in de nabije toekomst verbeterd.”

Momenteel is er een maatregel voorzien in de Intentieovereenkomst bereikbaarheid Haasrode bedrijventerrein namelijk de linksafbeweging richting Pakenstraat verbieden komende van de richting Haasrode. Hierdoor zou het verkeer komende van Haasrode minder gehinderd worden door linksaf slaande voertuigen. Maar deze maatregel lost niet alles op. We zullen dit verder opvolgen en evalueren.

Verder willen we nog opmerken dat Heverlee Kazerne voor ons een heel belangrijke halte is. Het is het eindpunt van verschillende beperkte ritten op de stadslijnen 4, 5 en 6 (naast heel wat

doorgaande ritten). Dit is tevens een belangrijke halte voor de schoolomgeving Heverlee Heilig Hart.

Een goede wachtaccommodatie (schuilhuisje, fietsenstalling,...) en voldoende ruimte is dus nodig.

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn Vlaams-Brabant

Uartelamnpfln19-3000Leuven-tel.016313711-tax018313712 IBANBE86363105837750-BICBBRUBEBB-ING363-1058377-50 BTWBE0242089537-wvm.dalijn.be

(10)

UJM

Verder vragen we ook een goede wandelroute te voorzien tussen de sportaccommodatie en onze halte.

Tot slot willen we nog opmerken dat we vandaag problemen hebben aan het kruispunt Kerspelstraat - Hertogstraat omwille van een verkeersplateau dat niet voldoet aan de wettelijke normen. Onze voertuigen lopen hier schade op. Wij vragen de stad om in de meerjarenplanning te voorzien om deze plateaus in regel te stellen of ze te verwijderen. Bovendien is dit steeds een aandachtspunt bij de heraanleg of herstelling van wegen waarop de plateaus gelegen zijn.

Wij vinden evenwel dat de RUP in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten zal veroorzaken. Wanneer een antwoord geboden wordt op bovengenoemde vragen in verband met de doorstroming voor onze bussen, is bijgevolg de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk voor De Lijn.

Wij hopen verder op een goed resultaat. Indien u nog vragen heeft, kunt u ons hiervoor steeds contacteren.

Met vriendelijke groeten

Johan Van Looy Directeur

VlaamseVervoermaatschappij DeLijnVlaams-Brabant

Martelarenplein19-3000Leuven-tel.016313711-fax016313712 ING363-1058377-50-BTWBE0242069537-vmw.delijn.be

(11)

onroerend

lo _ ^

College van Burgemeester en Schepenen Leuven - afdeling bouwen

Professor Van Overstraetenplein 1 3000 LEUVEN

Uw bericht van 01/02/2016 Uw kenmerk ro RUP/GGRH7

Contactgegevens Els Patrouille

els.patrouille@rwo.vlaanderen.be 016 66 59 25

Ons kenmerk Bijlagen 4.002/24062/99.910

Datum

I S;U: ï

Betreft: advies op MER-screening voor ruimtelijk uitvoeringsplan(RUP)/ GGRH7 Sportvelden Heverlee.

Geachte mevrouw, Geachte heer,

Het agentschap Onroerend Erfgoed ontving de adviesvraag over de MER-screening voor GGRH7 Sportvelden Heverlee op 3 februari 2016.

Voor de discipline landschep, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn er de volgende bemerkingen:

Discipline archeologie:

De milieueffecten op de discipline archeologie worden correct ingeschat.

Discipline landschappen:

De milieueffecten op de discipline landschep worden correct Ingeschat.

Discipline bouwkundig erfgoed:

De milieueffecten op de discipline bouwkundig erfgoed worden correct ingeschat.

Conclusie

Het agentschap Onroerend Érfgoed vindt dat de MER-screening voldoende aantoont dat het RUP in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor de discipline landschep, bouwkundig erfgoed en archeologie.

Metv ndelijke g oet

Kristin Van aefUpbeele Provinciaal Directeur

LBR00077052

VlaamseOverheid-OnroerendErfgoedVlaams-Brabant-DirkBoutsgebouw-Diestsepoort6bus94-3000Leuven Tel.016665900-Fax016665905-e-mailvlaams-brabant@onroerenderfgoed.be-www.onroerenderfgoed.be

(12)

RUIMTEIRUIMTELIJKEORDENING EviCoomans

016267590

Evi.coomans@vlaamsbrabant.be

Uwkenmerk:

Onskenmerk:160304-adviesaancbs

Dossierkenmerk:RMT-RO-MER-2016010-LEU-SportveldenHeverlee

0 8 HMI 2016

ULAAMS- BRABANT

PROVINCIEVLAAMSBRABANT-PROVInCIEPLEIN1-3010LEUVEN

AANGETEKEND

Collegevanburgemeesterenschepenen stadLeuven

ProfessorVanOverstraetenplein1 3000Leuven

Geachte,

Betreft: Leuven - gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Sportvelden Heverlee’ - advies screeningsnota

Het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan beoogt een recreatie cluster mogelijk te maken in het huidige militair domein in Heverlee. Het specifieke plangebied betreft de voormalige sportterreinen van het militair domein (stadion Chômé). Via deze bestemmingswijziging zal het terrein door de stad worden gebruikt voor sportvelden met de bijhorende infrastructuur zoals een parking en enkele gebouwen.

Aangezien het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan de wijziging beoogt van het juridisch kader inzake ruimtelijke ordening voor beperkte gebieden op lokaal niveau, valt het plan, ons inziens, niet onder de plan-MER-plicht.

Voor een meer gedetailleerde inhoudelijke beoordeling van het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt verwezen naar het advies dat wordt uitgebracht in het kader van de plenaire vergadering, dat onderwerp uitmaakt van het besluitvormingsproces beschreven in artikel 2.2.13 en 2.2.14 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening.

Met vriendelijke groeten

Hilde TORFS directeur ruimte

LBR00077642

www.vlaam8brabant.be

Inhetkadervandeven/ullingvanonzetaakvanopenbaarbelangnemenwijuwrelevantepersoonlijkegegevensopinonzebestanden.Ukunt dezeinzienenverbeterenconformdeWetVerwerkingPersoonsgegevensvan8december1992.|Ondernemingsnummer:0253-973-219

(13)
(14)

F'

Collegevan BurgemeesterenSchepenen Leuven -afdeling bouwen

ProfessorVanOverstraetenplein 1 3000 LEUVEN

As RUIMTE VLAANDEREN

DEPARTEMENTVANDEVLAAMSEOVERHEID

uw kenmerk

vragen naar/e-mail SabineWeynants

Sabine.weynants@n/vo.Vlaanderen.be

ons kenmerk 2.14/24062/124.1 telefoonnummer 0166658 50

bijlagen

datum

S o HÀ0 2016

Betreft: Gemeente LEUVEN, gemeentelijk RUP “Sportvelden Heverlee“ : verzoektot raadplegingin hetkadervan een onderzoektotmilieueffectrapportage

Geachtcollege,

Het betreffende ‘verzoek tot raadpleging’ werd door het departement Ruimte Vlaanderen ontvangenop 03/02/2016.

In toepassing van artikel 4.2.5 van het decreet van 27 april 2007 inzake de milieueffectrapportage over plannen en programma’s en van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage overplannen en programma’s, vindtu hierbij hetadviesvan hetdepartementin verband metde ingeschatteeffecten opde ruimtelijkeordening.

De screeningnota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening.

Dit advies vervangt geenszins het advies van het departement Ruimte Vlaanderen in toepassing van artikel2.2.13 vandeVlaamse Codex RuimtelijkeOrdening.

Hoogachtend,

Voorhetdepartement, SabineWeynants

LBR00079561

: L.. TOBBACK

fc.DEVLIES

r/

i 0, VANSINA X

1 D. ROBBEET5 i 0, VANDEVOORT

■ M.FANNES I W. RIDOJANI i B. VERLINDEN

ƒ

i E. VANDERHEIDEN

o(

1 H.BECKERS \

i G. VRIENS i L. PEETERS www.ruimtevlaanderen.be

(15)
(16)

pagina 1 van 1

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen

01/02/2016

vragen naar/e-mail telefoonnummer datum

Jaak Boon 016/665849 31/03/2016

Jaak.boon@mow.vlaanderen.be

Betreft: Stad Leuven - onderzoek MER Sportvelden Heverlee

Afdeling Beleid volgt de conclusie dat het voorgenomen plan geen “aanzienlijke” mobliteitseffecten veroorzaakt.

Met vriendelijke groeten, Beleid

Diestsepoort 6 bus 82 3000 LEUVEN

T 016 66 58 49 mow.vlaanderen.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit document is de procesnota in functie van het geïntegreerde planningsproces voor het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Bedrijvigheid Oudenaarde’ op het grondgebied

te starten. Voor die vliegende start zijn wij met elkaar druk aan het werk geweest in de laatste week van de vakan- tie om ervoor te zorgen dat alle kinderen zich van harte

Dat opgemerkt wordt dat het Woestijnegoed centraal gelegen is binnen het plangebied van het PRUP, en dat deze hoeve de basis vormde voor de ruimtelijke ontwikkeling van Aalter

Ook al stond het ontwerp bij de start van de bouw zo goed als vast, tijdens het proces gaven Beter Wonen en Salverda elkaar de ruimte om het nog beter te maken?. ‘Op de

Volgende elementen van de ingediende schriftelijke opmerkingen werden benadrukt : 6.1 Er wordt aangegeven dat voor Marolle het aantal leerlingen niet klopt.. 6.2 De gemeente geeft

Inzetten op het verminderen van transport en mobili- teit zoals deze op vandaag georganiseerd wordt. Vraag om de plandoelstellingen sterker te focussen op duurzame mobiliteit

Omtrent deze gebouwen, opgenomen in de inventaris voor bouwkundig erfgoed, ware het aan- gewezen om in de stedenbouwkundige voorschriften aan te geven hoe met de waardevolle

Een nieuwe verbindingsweg tussen het zuidelijke deel van het plangebied en het Zeekanaal / Kersdonk (kadevoorzieningen Promat/Eternit), doorsnijdt de beekvallei en het open