• No results found

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

voor de herziening van het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Regionaal bedrijventerrein Aalter

met het oog op de optimalisatie van de mobiliteit door de aanleg van een brug "

Deel 1: Toelichtingsnota

Aug 2011

(2)
(3)

Colofon

Dit document is een publicatie van Provincie Oost-Vlaanderen

Gouvernementstraat 1 9000 Gent

Directie Ruimte

Dienst R01 – Ruimtelijke planning secretariaat: 09-267 75 61

Dossiernummer rup/2009/prup/OVL/073

Dossierverloop

plenaire vergadering 30 juni 2011

voorlopige vaststelling door Provincieraad openbaar onderzoek

advies Provinciale Commissie Ruimtelijke ordening definitieve vaststelling door Provincieraad

De normatieve delen van dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn:

(deze zijn verordenend) - het grafisch plan

- de stedenbouwkundige voorschriften bij het grafisch plan

De niet-normatieve delen van dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn:

(deze zijn niet verordenend) - de toelichtingsnota

- het verzoek tot raadpleging - screening

(4)

Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van

………..

op bevel,

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

De Deputatie verklaard dat onderhavig RUP voor iedereen ter inzage heeft gelegen van ……….. tot ………...

Namens de Deputatie, op bevel,

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

Gezien en definitief vastgesteld door de provincieraad in vergadering van

………..

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

Verantwoordelijk ruimtelijk planners,

Katrien Huysman Barbara Smitz

(5)

I n h o u d s o p g a v e

Inhoud 

Inleiding en doelstelling van het RUP ... 8 

Situering en beschrijving van het plangebied ... 9 

2.1  Situering Aalter ... 9 

2.2  Ligging, begrenzing en geografische situering van het plangebied ... 10 

2.3  Bestaande ruimtelijk structuurbepalende elementen ... 13 

2.3.1  Nederzettingsstructuur ... 15 

2.3.2  Natuurlijke structuur ... 15 

2.3.3  Landschappelijke structuur ... 16 

2.3.4  Ruimtelijk-economische structuur ... 16 

2.3.5  Lijninfrastructuur ... 17 

2.3.6  Verkeerskundige kenmerken ... 17 

2.3.6.1  Auto- en vrachtverkeer ... 17 

2.3.6.2  Openbaar vervoer ... 17 

2.3.6.3  Langzaam verkeer ... 18 

2.3.7  Waterhuishouding ... 18 

2.4  Juridische toestand ... 19 

2.4.1  Gewestplan ... 20 

2.4.2  PRUP Woestijne. ... 20 

Planningscontext ... 22 

3.1  Beleidsmatig kader ... 22 

3.1.1  Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ... 22 

3.1.2  Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen ... 22 

3.1.3  Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ... 23 

3.2  Sectorale studies ... 24 

3.2.1  Streefbeeld N44 ... 24 

3.2.2  Gemeentelijk Mobiliteitsplan Aalter ... 27 

3.2.3  Sneltoets Gemeentelijk Mobiliteitsplan Aalter ... 27 

3.2.4  Studie Streekplatform Meetjesland ... 27 

3.2.5  Afbakeningsproces Veldgebied Brugge-Meetjesland ... 28 

3.2.6  Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan ... 30 

3.2.7  Landschapsatlas ... 30 

3.2.7.1  Traditionele landschappen ... 30 

3.2.7.2  Ankerplaatsen ... 30 

3.2.7.3  Relictzones ... 30 

3.2.7.4  Lijnrelicten ... 31 

3.2.7.5  Puntrelicten ... 31 

3.2.8  Herinrichting N499 en kruispunt met N44 ... 32 

3.3  Voorafgaande relevante planningsprocessen en gevolgen ... 33 

Visievorming / concepten en ontwerpmatig onderzoek ... 34 

(6)

4.1  Probleemstelling ... 34 

4.1.1  Beschrijving van de referentietoestand ... 34 

4.1.1.1  Verkeersinfrastructuur ... 34 

4.1.1.2  Snelheidsregime ... 34 

4.1.1.3  Verkeersintensiteit ... 35 

4.1.2  Beschrijving van de effecten ... 35 

4.1.3  Significantie van de effecten ... 37 

4.2  Visievorming ... 39 

4.3  Typering van het PRUP ... 40 

4.4  Verloop van het planproces ... 40 

4.5  Beschrijving van het PRUP ... 40 

4.6  Doelstelling: aanleiding en verantwoording voor het plan ... 41 

4.7  Ontsluitingsmogelijkheden ... 42 

4.7.1  Ontsluiting volgens het PRUP Woestijne ... 42 

4.7.2  Ontsluiting via een bijkomende brug ... 42 

4.8  Aandachtspunten en randvoorwaarden ... 43 

4.9  Ademruimte voor Aalter-Brug. ... 45 

4.10 Langzaam verkeer ... 46 

4.11 Keuze en locatie van de brug ... 48 

4.12 Type brug ... 48 

conclusies van de screening naar mogelijke milieueffecten ... 51 

5.1  Adviesvraag: ... 51 

5.2  Adviezen: ... 51 

5.3  Conclusie: ... 52 

5.4  Aanpassing plan na plenaire vergadering ... 53 

5.5  Diverse flankerende maatregelen ... 53 

Afbakening plangebied voor het RUP ... 55 

Maatregelen ter realisatie ... 55 

Ruimteboekhouding ... 56 

Mogelijke planbaten en planschade ... 57 

10  Referentieontwerp – gewenste ruimtelijke structuur ... 58 

(7)

Lijst der figuren

Kaart 1: Situering plangebied op topokaart Kaart 2: Situering plangebied op luchtfoto Kaart 3: Topografische kaart

Kaart 4: Luchtfoto Kaart 5: Kadasterkaart

Kaart 6: Uittreksel uit gewestplan

Figuur1: Schematische weergave bestaande feitelijke toestand Figuur 2: Prup Woestijne

Figuur 3: Ontsluitingsconcept bedrijventerrein Woestijne Figuur 4: Planalternatieven

Figuur 5: Alternatieven inplanting brug

Figuur 6: Impressie van de nieuwe brug- zicht naar het westen

Foto 1: Woestijnegoed

Foto 2: Bird view in de richting van het plangebied Foto 3: Kanaal Gent-Oostende

Tabel 1: verkeersintensiteit op de Urselweg te Aalter-Brug in de richting van Ursel Tabel 2: gemiddelde verkeersintensiteit op de Urselweg te Aalter-Brug in de richting

van Ursel op een weekdag

Tabel 3: bijkomende verkeersbelasting (in pae/uur) op de Urselweg ten gevolge van de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne per richting

Tabel 4: totale verkeersbelasting (in pae/uur) op de Urselweg ten gevolge van de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne

Tabel 5: Invloed van de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne op de verkeersintensiteit op de Urselweg (op dagbasis – weekdag)

Tabel 6: beoordeling van de drie locatiealternatieven

(8)

1 I n l e i d i n g e n d o e l s t e l l i n g v a n h e t R U P

De provincie Oost-Vlaanderen heeft beslist om een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor de optimalisatie van de mobiliteit door de aanleg van een brug ter ontsluiting van het bedrijventerrein Woestijne, gelegen op het grondgebied van de gemeente Aalter. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan doet uitspraak over de ontsluiting, de zone noodzakelijk voor de aanleg van de brug en aanliggende en noodzakelijk wegenis. Tevens wordt een wijziging opgenomen voor de hoeve Woestijnegoed om tegemoet te komen aan een gewijzigde visie op de gewenste parkeersituatie aan de hoeve.

Het PRUP doet verder geen uitspraken over zones die reeds vastgelegd werden in het PRUP 'Regionaal bedrijventerrein Aalter".

In het kader van de wettelijke verplichting1 werd voor de herziening van het provinciaal RUP

"Regionaal bedrijventerrein Aalter" een screening van de mogelijk aanzienlijke milieueffecten uitgevoerd.

Het deel 1 – de toelichtingsnota bij dit RUP – bestaat grotendeels uit de planologische onderbouwing en beschrijving van het plan. In de toelichting van het voorgenomen plan wordt het plangebied gesitueerd en wordt aangegeven hoe dit kadert binnen de geldende structuurplannen/de relatie met het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Oost-Vlaanderen, een weergave van de feitelijke en juridische toestand, de op te heffen voorschriften, een overzicht van de conclusies van de screening naar mogelijke milieueffecten en een register van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot planschadevergoeding, planbatenheffing of een compensatie.

Het deel 2 omvat het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP.

Enkel het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht.

1 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-mer-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van planMER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke

(9)

2 S i t u e r i n g e n b e s c h r i j v i n g v a n h e t p l a n g e b i e d

2.1 Situering Aalter

De gemeente Aalter is gelegen in het westen van de provincie Oost-Vlaanderen, in het arrondissement Gent. Aalter bevindt zich in een open ruimte gebied tussen de grote steden Gent en Brugge. Het grondgebied van de gemeente wordt doorsneden door een grootschalige infrastructuurbundel die deze twee steden met elkaar verbindt: de autosnelweg E40, de spoorlijn Gent-Brugge en het kanaal Gent-Oostende.

De gemeente grenst aan de provincie West-Vlaanderen. Ze wordt begrensd door de gemeente Knesselare in het noorden, door de gemeenten Zomergem en Nevele in het oosten, door de gemeenten Deinze en Tielt in het zuiden, en door de gemeenten Ruiselede en Beernem in het westen.

Op 1 januari 2003 telt Aalter 18.675 inwoners; de oppervlakte van de gemeente bedraagt 82,0 km2. Aalter is, qua inwonersaantal, de grootste gemeente in het open-ruimtegebied tussen de steden Gent, Brugge, Eeklo, Tielt en Deinze.

De bevolkingsdichtheid bedraagt 228 inwoners per km2, en dat is heel wat lager dan die in Vlaanderen (430 inwoners per km2).

(10)

2.2 Ligging, begrenzing en geografische situering van het plangebied

De herziening van het provinciaal RUP "Regionaal bedrijventerrein Aalter met het oog op de ontsluiting brug Woestijne is gelegen op het grondgebied van de gemeente Aalter, dwars op het kanaal Gent-Oostende.

Kaart 1: Situering plangebied op topokaart

Het terrein ligt ten oosten van de N44, de kern van Aalterbrug en omvat het te ontwikkelen bedrijventerrein Woestijne. In het zuiden is de kern van Aalter gelegen. Het plangebied neemt naast het te ontwikkelen bedrijventerrein Woestijne aan de oostelijke buffer een bijkomende smalle strook in en ook een smalle strook van het bestaande bedrijventerrein Lakeland.

Het provinciaal RUP doet uitspraken omtrent de ontsluiting, de zone noodzakelijk voor de aanleg van de brug en aanliggende en noodzakelijke wegenis. Tevens gebeurt een aanpassing van het voorschrift voor Woestijnegoed naar aanleiding van een concrete inrichtingsvraag voor de parkeerplaatsen voor deze functie. Het PRUP

"herziening Regionaal bedrijventerrein met het oog op de optimalisatie van de mobiliteit door de aanleg van een brug" doet verder GEEN uitspraak over de zones die reeds vastgelegd werden in het PRUP voor het nieuwe bedrijventerrein. Het PRUP "Regionaal bedrijventerrein Aalter" wordt als een uitgangspunt beschouwd.

(11)

Het PRUP voor de brug zal de industrieterreinen Lakeland en Woestijne verbinden en zal ook deels buiten de grenzen van het bestaande PRUP Woestijne liggen. De brug wordt verbonden met de Venecolaan door middel van een nieuw aan te leggen gedeelte wegenis. Het profiel van dit gedeelte wegenis wordt afgestemd op het profiel van de brug en de wegenis op Woestijne.

In het plangebied van het eerder opgemaakte RUP bevindt zich het Woestijnegoed, een beschermd monument. Het Woestijnegoed bevindt zich centraal in het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein. Deze hoeve vormde de basis voor de ruimtelijke ontwikkeling van Aalter en omgeving. Niet zozeer de huidige hoevegebouwen zijn van historisch belang, wel de site in haar geheel en de inbedding in de beekvallei. De site bevat naast de hoeve ook nog andere beeldbepalende elementen zoals de drevenstructuur, de walgracht en de Woestijnebeek.

Foto 1: Woestijnegoed

(12)

Foto 2: Bird view in de richting van het plangebied

Foto 3: Kanaal Gent-Oostende

Kaart 2 :Situering plangebied op luchtfoto

(13)

2.3 Bestaande ruimtelijk structuurbepalende elementen

Kaart 3: Topgrafische kaart

Kaart 4: Luchtfoto

(14)

Kaart 5: Kadaster

Figuur 1: Schematische weergave bestaande feitelijke toestand

(15)

2.3.1 Nederzettingsstructuur

Het bebouwd gebied valt samen met de zes kernen van de gemeente: Aalter-Brug, Aalter- centrum, Bellem, Lotenhulle, Poeke en Sint-Maria-Aalter. Meestal vormt de open ruimte de scheiding tussen deze kernen; in het geval van Aalter-Brug en Aalter-Centrum zorgt het kanaal Gent-Oostende en de aanpalende bedrijventerreinen voor de ruimtelijke scheiding tussen de twee kernen.

Op basis van de morfologie en uitrustingsgraad kunnen de kernen op een drieledige hiërarchie geplaatst worden.

Op het hoogste niveau bevindt zich Aalter-Centrum. De kern situeert zich ongeveer centraal op het grondgebied van de gemeente, en vormt zowel qua omvang als qua voorzieningen het zwaartepunt van de gemeente. Meer dan de helft van de bevolking woont in Aalter-Centrum (10.756 van de 18.659 inwoners in 2002). Naast vrijstaande en aaneengesloten eengezinswoningen komen hier eveneens appartementen in middelhoogbouw voor. De voorzieningen op gemeentelijk niveau bevinden zich allemaal in Aalter-Centrum. In het eigenlijke centrumgebied, dat zich uitstrekt langsheen de as Stationsstraat-Markt-Lostraat, doet zich een sterke concentratie voor van woningen, gemeenschapsvoorzieningen en handelszaken. De dichtheid en verwevenheid van deze functies vertonen hier quasi stedelijke kenmerken.

Een trapje lager op de hiërarchie bevinden zich de kernen Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter. Ze zijn heel wat kleiner dan Aalter-Centrum, en tellen elk ca. 2.000 inwoners . De bebouwing is er meestal open; enkel in het centrumgebied komt aaneengesloten bebouwing voor. Gemeenschapsvoorzieningen en handelszaken zijn aanwezig op het niveau van de kern.

De kernen Aalter-Brug en Poeke tenslotte zijn de kleinste kernen (500 à 1000 inwoners), en bevatten slechts een beperkt aantal voorzieningen. Ze zijn sterk aangewezen op de nabijgelegen kernen. Voor Aalter-Brug is dat Aalter-Centrum, voor Poeke is dat Lotenhulle.

Daarnaast worden nog lintbebouwing, woongroeperingen en de woonparken van Loveld en Bekenpark-Bosheide-Aalterveld-Ganzeplas onderscheiden.

2.3.2 Natuurlijke structuur

Een specifiek kenmerk van Aalter is de aanwezigheid van grote boscomplexen. Ongeveer 13% van het grondgebied wordt bedekt door bos. Ter vergelijking: de bosindex van Oost- Vlaanderen bedraagt slechts 4,4%.

De grootste bossen die voorkomen in Aalter vormen een onderdeel van de oude veldgebieden ten zuiden van Brugge. In Aalter kunnen twee samenhangende grote boscomplexen onderscheiden worden:

 De bossen rond Sint-Maria-Aalter zijn gestructureerd en met elkaar verbonden door rechtlijnige ontginningsdreven. Het boscomplex wordt doorsneden door de E40 en in mindere mate door de spoorlijn Gent-Brugge.

 De bossen rond Kranepoel, een oude veldvijver, vertonen eveneens een structuur van rechtlijnige ontginningsdreven. In het gebied ten westen bevinden zich de woonparken.

Een ander belangrijk aspect van de natuurlijke structuur betreft de beekvalleien.

 De belangrijkste beekvallei op het grondgebied is ongetwijfeld de vallei van de Wantebeek-Poekebeek. Het is een gebied met een grote ecologische en

(16)

landschappelijke waarde, vooral stroomopwaarts van Poeke. Het vormt een opeenvolging van bossen en vochtige graslanden.

 Andere beken die een ruimtelijk structurerend belang hebben in Aalter zijn o.m. de Zouterbeek, de Brielbeek, de Oostmolenbeek, de Keutelbeek, De Gaverbeek- Bellembeek en de Neerschuurbeek.

 De bermen van het kanaal Gent-Oostende vervullen een belangrijke ecologische verbindingsfunctie.

2.3.3 Landschappelijke structuur

Ten oosten van het uit te voeren bedrijventerrein is er een agrarisch open ruimtegebied gelegen wat na aanleg van de bedrijven moet blijven functioneren als vandaag. De hoeve Woestijnegoed, de dreven en de boomgaard dragen in belangrijke mate bij tot de landschappelijke waarden op het terrein.

2.3.4 Ruimtelijk-economische structuur

De industrie bevindt zich in een groot industrieterrein, gelegen tussen Aalter-Centrum en het kanaal van Gent-Oostende. Het industrieterrein bestaat uit twee delen, van elkaar gescheiden door de gewestweg N44: industrieterrein–oost (Lakeland) en industrieterrein- west (Langevoorde). Ze nemen samen ca. 165ha in beslag (Lakeland ca. 130 ha en Langevoorde ca. 35 ha).

Op het industrieterrein Lakeland bevinden zich meerdere regionale en multinationale bedrijven, alsook enkele KMO’s. Alle bedrijven gelegen langs het kanaal (met uitzondering van één) benutten het kanaal voor aan- en afvoer of voor koelwater. Meerdere bedrijven zijn gericht op een toelevering of verwerking van producten van het agrarisch hinterland, zoals een melkfabriek en een leverancier van grondstoffen (AVEVE). Het terrein is quasi volledig ingenomen en de inbreidingsmogelijkheden zijn er zeer beperkt. Enkel de oostelijke punt van Lakeland is nog niet aangesneden (5 à 6ha).

Het industrieterrein Langevoorde is thans in uitvoering conform het gelijknamig BPA (30/06/94). De terreinen zijn allemaal verkocht. Ze worden ingenomen o.m. door vleesverwerkende bedrijven, bouwondernemingen en bedrijven die uit hun bestaande infrastructuur op het industrieterrein gegroeid zijn. De infrastructuren die deze laatste achterlaten op het industrieterrein worden onmiddellijk opnieuw ingenomen.

Aalter beschikt over 4 ambachtelijke bedrijventerrein. Het gebied tussen Aalter-Centrum en het industrieterrein Lakeland vormt de overgang tussen de industrie en de woonzones. De overige drie ambachtelijke gebieden zijn gelegen in de kleinere kernen of in de open ruimte:

Lobulck, Aalter-Brug en Bellem.

 Lobulck (ca 10ha) is gelegen langs en geënt op de N409. Het terrein is grotendeels ingenomen, zij het dat enkele percelen in reserve gehouden worden. Het betreft ambachtelijke bedrijven met een productie-, herstel- en handelsfunctie. De activiteit is dus eerder gericht op een verzorgingsfunctie voor Aalter en de omliggende gemeenten.

 In het centrum van Aalter-Brug, net ten noorden van het kanaal Gent-Oostende, is het meubelbedrijf Sturzo gevestigd. Het is een historische vestiging van slechts één bedrijf.

 Vaart-Zuid (ca 5,3 ha) is een klein ambachtelijk bedrijventerrein in Bellem, gelegen langs het kanaal Gent-Oostende. Het wordt niet via het kanaal ontsloten daar het

(17)

slechts enkele kleine, ambachtelijke bedrijven betreft. Het is een historisch gegroeid terrein en is nog niet volledig gerealiseerd. De ontsluiting is beperkt.

Het regionaal bedrijventerrein Woestijne is eveneens in uitvoering conform het Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (13 februari 2007). Het voorziet in de ontwikkeling van ca. 31 ha. "gemengd regionaal bedrijventerrein" deels met watergebonden karakter.

2.3.5 Lijninfrastructuur

Aalter wordt doorkruist door verschillende wegen van bovenlokaal belang:

De E40 doorkruist de gemeente centraal door het grondgebied van west naar oost. Hij heeft een belangrijke nationale en internationale functie. Ter hoogte van het knooppunt met de N44, de N37 en de N409 is er een op- en afrittencomplex voorzien.

Haaks op de E40 loopt de N44. Deze regionale weg verbindt de E40 met de N49/A11. Ze zorgt voor een verbinding tussen Aalter en Maldegem. De N44 zorgt ook voor de ontsluiting van de bestaande industrieterreinen naar het hoger wegennet. De bovenlokale wegen N37 en N409 zorgen voor een verbinding met respectievelijk Tielt en Deinze. De N409 doorkruist de kern van Lotenhulle.

De spoorweg die dwars door Aalter loopt, verbindt Brugge met Gent. In Aalter-Centrum is er een station; in Sint-Maria-Aalter en Bellem zijn er halteplaatsen voor de stoptrein. In de gemeente zijn geen bedrijven aanwezig die gebruik maken van de spoorlijn voor goederenvervoer.

Voor de gemeente en voor de regio is het kanaal Gent-Oostende structuurbepalend. Het kanaal is bevaarbaar voor schepen tot 1.350 ton. Het kanaal is een waterweg voor de binnenscheepvaart en de recreatie scheepvaart, het levert koelwater voor de grotere aanpalende industriële bedrijven te Aalter, en het regelt de waterhuishouding in grote delen van de gemeente. Bepaalde delen van het kanaal zijn voorzien van kaaimuren. Het goederenvervoer naar de industrieterreinen Lakeland en Langevoorde is vrij belangrijk.

2.3.6 Verkeerskundige kenmerken

2.3.6.1 Auto- en vrachtverkeer

Het plangebied wordt ontsloten via de Urselweg naar de N44. De N44 zorgt voor een ontsluiting naar de E40 en de N49 die beiden een (inter)nationale functie hebben. Het kruispunt van de Urselweg met de N44 wordt momenteel geregeld via verkeerslichten.

De intensiteiten op de N44 zijn de laatste jaren sterk gestegen in tegenstelling tot de intensiteiten op de N499.

2.3.6.2 Openbaar vervoer

Aalter kent een goede treinverbinding met Gent en Brugge. Het dichtste station voor het plangebied is Aalter-centrum op ongeveer 3 kilometer. Er zijn twee treinen per uur richting Gent en Brugge. Een treinrit duurt 13 min. of 21 min. naar Gent afhankelijk van het aantal stopplaatsen en 12 min. of 18 min. naar Brugge.

Momenteel zijn er drie buslijnen die in de nabijheid van het plangebied passeren en die in de toekomst van belang kunnen zijn:

- Lijn 64 (Eeklo-Aalter): De frequentie is zeer laag. Er maken slechts twee bussen per dag per richting gebruik van de N499. De overige bussen van deze lijn rijden via Knesselare en dan pas via Ursel naar Eeklo.

- Lijn 87 (Deinze-Aalter-Maldegem) bedient het plangebied niet maar volgt hoofdzakelijk de N44. Er is een bushalte t.h.v. het kruispunt van de N499 met de N44

(18)

op 350 meter van de grens van het plangebied. De lijn heeft een goede frequentie. Er ieder uur een busverbinding met een verhoogde frequentie tijdens de spitsuren.

- De belbus Aalter-Maldegem-Knesselare

2.3.6.3 Langzaam verkeer

De N499 en N44 zijn opgenomen in het provinciaal fietsnetwerk. De N499 verbindt Aalter en Aalter-Brug met Ursel en Eeklo. Langsheen de N499 komen aanliggende fietspaden voor.

2.3.7 Waterhuishouding

Het plangebied maakt deel uit van het bekken van de Brugse polders. In het plangebied werden de Hollebeek en de Woestijnebeek geselecteerd als categorie 2.

Door de aftakking van de Hollebeek t.h.v. de kern van Aalter-Brug richting het kanaal Gent-Brugge en door de aanleg van een aquafin collector richting waterzuiveringsstation op Langevoorde is de functie van de Hollebeek stroomafwaarts zeer beperkt .

De afwatering van het plangebied geschiedt naar het kanaal Gent-Brugge. Door het permanent laag peil van het kanaal Gent-Brugge (max. WP: +7,350, gem. WP: 5,580), is er een continue afvoer van water en kent het gebied geen problemen met de afwatering.

(19)

2.4 Juridische toestand

Gewestplan Eeklo – Aalter (K.B. van 24.03.1978)

- Landschappelijke waardevol agrarisch gebied

- Reservatiedienstbaarheidsgebied (langsheen het kanaal)

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Geen

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen PRUP regionaal bedrijventerrein Aalter Gemeentelijke ruimtelijke

uitvoeringsplannen

Geen

Algemene plannen van aanleg Geen Bijzondere plannen van aanleg Geen

Verkavelingsvergunningen Geen Gewestelijke rooilijnplannen Geen

Provinciale rooilijnplannen N499: 10m. t.o.v. de as van de weg Gemeentelijke rooilijnplannen Geen

Afpalingsplan Langsheen het kanaal; opgemaakt door AWZ Habitatrichtlijngebieden Geen

Vogelrichtlijngebieden Geen Gebieden van het VEN Geen

Erkende natuurreservaten Geen Beschermingszones grondwaterwinning Geen

(20)

2.4.1 Gewestplan

Voorliggend provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan is gelegen binnen het gewestplan nr. 9

‘Eeklo Aalter’. Er bevindt zich een overdruk op de waterweg:

reservatiedienstbaarheidsgebied.

De reservatiedienstbaarheidsgebieden zijn die waar perken kunnen worden opgesteld aan de handelingen en werken, ten einde de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, of om deze werken te beschermen of in stand te houden.

Kaart 6 : Uittreksel uit gewestplan

2.4.2 PRUP Woestijne.

Op 13 februari 2007 werd het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'afbakening van een regionaal bedrijventerrein in Aalter' door de minister goedgekeurd. Het PRUP voorziet in de ontwikkeling van ca. 31 ha ‘gemengd regionaal bedrijventerrein deels met watergebonden karakter’.

De belangrijkste krachtlijnen van het PRUP zijn:

 Behoud van de site Woestijnegoed als identiteitsbepalend element voor het bedrijventerrein,

 Realisatie van een duurzaam bedrijventerrein met nadruk op de specifieke potenties voor watergebonden bedrijvigheid,

 Realisatie van een natuurlijk retentiebekken en een natuurstapsteen binnen het verbindingsgebied tussen het Drongengoedbos en de Markettebossen-Kraenepoel

(21)

Met als belangrijkste aandachtspunten:

 Seveso-bedrijven zijn niet toegelaten

 Minimale bedrijfsoppervlakte van 5000m²

 Autonome kleinhandel en kantoren zijn niet toegelaten

 Gebundelde verkeersontsluiting van het bedrijventerrein op de Urselweg

 Behoud van de drevenstructuur

 Natuurvriendelijke inrichting en beheer van de waterlopen

 Bewaken van de kwalitatieve inrichting en het beheer en zorgvuldig ruimtegebruik door het aanstellen van een terreinbeheerder

Figuur 2: PRUP Woestijne

In het PRUP is een zone voor 100m t.o.v. de waterloop ingetekend als regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter. Deze zone beslaat slechts een beperkt gedeelte van het totale bedrijventerrein.

Bij afweging van de precieze locatie van de brug zal dit een belangrijke rol spelen om zo weinig mogelijk ruimte verloren te laten gaan. Verder zullen de voorschriften voor de brug impact hebben op de zone voor bedrijvigheid en de bijhorende bufferzone.

(22)

3 P l a n n i n g s c o n t e x t

3.1 Beleidsmatig kader

3.1.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen

Het RSV is in 1997 in werking en vormt het kader voor het ruimtelijk beleid in Vlaanderen.

Voor de gemeenten en provincies is dit plan richtinggevend.In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) wordt Aalter als een economisch knooppunt beschouwd. Dit veronderstelt dat er werd/wordt gedacht aan de toekomst en de uitbreiding van de tewerkstelling. In oktober 1999 werd een eerste stap gezet naar de 21ste eeuw. Met een symbolische spadesteek werd een nieuw industrieterrein van 10 ha, Langevoorde, aangesneden. De Aalterse dynamiek en het vertrouwen van bedrijfsleiders zorgde voor een volledig gebruik binnen de kortste tijd. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen waren ook nog andere terreinen langs het kanaal aangeduid als regionaal bedrijventerrein. De precieze lokalisatie en afbakening zou gebeuren in een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan.

Volgende principes gelden voor de lokalisatie en inrichting van nieuwe regionale bedrijventerreinen:

a) lokalisatie uitsluitend in de stedelijke gebieden, de gemeenten van het netwerk Albertkanaal en de overige economische knooppunten;

b) lokalisatie bij voorkeur aansluitend bij de bestaande bedrijventerreinen;

c) afstemming van het bereikbaarheidsprofiel van de locatie op het mobiliteitsprofiel van de voorziene bedrijven (= locatiebeleid);

naast de uitwerking van het locatiebeleid dienen ook de in te zetten instrumenten (waaronder ook niet - ruimtelijke instrumenten zoals het organiseren van openbaar en collectief vervoer) te worden aangegeven;

d) ontsluiting uitsluitend en rechtstreeks via primaire wegen of secundaire wegen;

e) maximale algemene uitrusting (telecommunicatie, water, gas en electriciteitsvoorziening, waterzuivering en riolering) en maximale specifieke uitrusting voor de respectievelijke specifieke regionale bedrijventerreinen.

3.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen

Het ontwerp van het provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS) werd op 10 december 2003 door de provincieraad definitief vastgesteld. Op 18 februari 2004 keurde de Vlaamse regering het goed. Op 24 maart 2004 is het PRS in werking getreden.

In het voorontwerp van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan kreeg het gemeentebestuur een taakstelling van 30 ha bijkomende bedrijventerreinen. Het bestuur deed hiertoe in het

(23)

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (goedgekeurd in 2003) een afweging van diverse locaties. Het opteerde daarbij voor de noordzijde van het kanaal ter hoogte van” Woestijne”.

Regionale bedrijventerreinen zijn uitgeruste terreinen bestemd voor de inplanting van economische activiteiten die de schaal van hun omgeving overschrijden. Onderscheid wordt gemaakt in:

a) gemengd regionaal bedrijventerrein dat bestemd is voor de vestiging van industriële bedrijven en ondernemingen behorend tot de bouwnijverheid en het transport. Tevens kunnen dienstverlenende bedrijven, met uitzondering van kleinhandel, onderwijs en medico-sociale instellingen, worden toegelaten;

b) specifiek regionaal bedrijventerrein dat bestemd is voor de vestiging van specifieke industriële en tertiaire activiteiten (watergebonden, luchthavengebonden, kleinhandelszone, ...).

Ruimtelijke ordening vertrekt van het bestaande verkeers- en vervoersnet. Uitbreiding van de infrastructuur wordt vermeden. Door middel van vervoersmanagement moet het net zo efficiënt mogelijk beheerd worden. Het geheel van het mobiliteitsbeleid moet, onder andere steunend op een doelgroepenbeleid, in toenemende mate het beheer van het verkeer mogelijk maken. Parkeerbeleid en bedrijfsvervoerplannen zijn hiervan voorbeelden. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de geïntegreerde benadering van ruimtelijke ordening, mobiliteit en infrastructuur. Ruimtelijke ontwikkelingen worden immers in belangrijke mate bepaald door de mate van bereikbaarheid, en dus door de verkeers- en vervoersstructuur.

3.1.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Het GRS Aalter werd goedgekeurd op 19 december 2003. Ten noorden van Aalter-Centrum, langsheen het kanaal Gent-Oostende, situeert zich een cluster van regionale bedrijvigheid met de industrieterreinen Langevoorde en Lakeland. Aan de overkant van het kanaal wordt een locatie voorgesteld voor een bijkomend regionaal bedrijventerrein (site Woestijne). De precieze lokalisatie en afbakening van dit bijkomend regionaal bedrijventerrein is een taak van de provincie Oost-Vlaanderen.

Mogelijke locaties die in aanmerking komen om een taakstelling van 30 ha op te nemen zijn de volgende:

de site Woestijne, gelegen tussen de Urselweg (N499) en het kanaal Gent-Oostende, ten oosten van Aalter-Brug;

In het GRS is er sprake om het gebied te ontsluiten via de N499 om zo aan te takken op de N44.

In het voorontwerp van Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen (september 2002) krijgt de gemeente Aalter een taakstelling toebedeeld van 30 ha bijkomende regionale bedrijventerreinen (p 154). “De precieze lokalisatie en afbakening van die bijkomende regionale bedrijventerreinen zal gebeuren in een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. De voorkeur van het gemeentebestuur van Aalter gaat uit naar een bijkomend regionaal bedrijventerrein op de site Woestijne, gelegen tussen de Urselweg (N499) en het kanaal Gent-Oostende, ten oosten van Aalter-Brug. De site Woestijne kan ontsloten worden via de Urselweg (N499) naar de N44 toe, en kan gebruik maken van het kanaal. Het gebied bevindt zich vrij dicht tegen Aalter-Brug, maar kan sterk gebufferd worden

(24)

ten opzichte van het woongebied. De ontsluiting via de Urselweg vereist een herinrichting van deze weg en een alternatieve ontsluiting van de school. Het gebied Woestijne sluit ruimtelijk aan bij het bedrijventerrein Lakeland, gelegen aan de overkant van het kanaal. Dit beperkt tevens de visuele impact van het terrein op het omliggende landschap. Dit landbouwgebied bezit trouwens weinig ecologische en recreatieve waarden en potenties.

Het is noodzakelijk dat op het moment van uitgifte van het regionaal bedrijventerrein de voorzieningen in verband met de ontsluiting en de buffer tussen het bedrijventerrein en de woonkern gerealiseerd zijn. De twee bestaande grote bedrijventerreinen, Lakeland en Langevoorde, worden beiden ontsloten via de N44 en zijn gelegen aan het kanaal Gent- Oostende. Deze bestaande bedrijventerreinen zijn momenteel reeds volledig ingenomen.

Een kleine zone ten oosten van de huidige bedrijvigheid in Lakeland is industrieterrein volgens het gewestplan, en nog niet aangesneden. Dit zal verder ingevuld worden.”

3.2 Sectorale studies

3.2.1 Streefbeeld N44

Regionale bedrijvigheid sluit rechtstreeks aan op de N44 (p. 46) Momenteel wordt er een plan-MER opgemaakt voor dit streefbeeld.

De plan-MER werd nog niet opgeleverd.

De bestaande en nog te ontwikkelen regionale bedrijventerreinen Maldegem, Langevoorde, Lakeland en Woestijne sluiten rechtstreeks aan op de N44. Onder een rechtstreekse aansluiting wordt een gebundelde aansluiting van een zone verstaan; erftoegangen op de N44 zijn niet toegelaten. Om vrachtverkeer niet door de woonkernen te sturen (ongewenst economisch verkeer), dient de aansluiting van de regionale industrieterreinen op de N44 zo direct mogelijk te zijn.

Gezien de korte afstand (700m) tussen de knopen met het regionaal bedrijventerrein Aalter en de N499 worden deze wenselijk gebundeld tot één aansluitcomplex. In verband met de N499 werd in het PRS Oost-Vlaanderen (zie deel planningscontext) vermeld dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling is om regionale activiteiten te Eeklo via de N499 te ontsluiten naar de E40. In het PRUP Woestijne staat in de verordenende stedenbouwkundige voorschriften vermeld dat: “Het bedrijventerrein krijgt één gebundelde ontsluiting naar de Urselweg”.

Voor deze knoop kunnen verschillende varianten worden opgemaakt. In al deze varianten dient de bestaande brug over het Kanaal aangepast te worden of moet er een nieuwe (bijkomende) brug voorzien te worden; hierdoor wordt de financiële haalbaarheid in deze conceptversie als ‘gelijkwaardig’ beschouwd en niet opgenomen als afwegingscriterium.

(25)

VARIANT A: De geplande regionale bedrijvigheid site Woestijne sluit aan op de N44 via de N499.

Om aantrekking van (vracht)verkeer vanuit Eeklo te ontmoedigen worden op de N499 tussen de site Woestijne en Eeklo de nodige ‘filters’ ingebouwd. De N499 wordt eveneens (volgens de wegenselectie zelfs voorzien als bedoelde functie) gebruikt als lokale verbindende weg tussen Aalter en Ursel / Eeklo en is eveneens bereikbaar vanaf de N44. Het deel van de knoop ten noorden van het Kanaal wordt door een systeem van parallelle wegstructuren verbonden met het zuidelijke deel van deze ene knoop (ten zuiden van het Kanaal).

Het oostelijke en het westelijke deel van Aalter-Brug worden met elkaar verbonden door een verbinding parallel aan het Kanaal.

° voordelen:

− in overeenstemming met de voorschriften in het PRUP Woestijne.

− huidige lijnvoering openbaar vervoer (De Lijn) kan behouden blijven.

° nadelen:

− knoop met de N44 ter hoogte van de N499 is op zich tegenstrijdig met de doelstelling om geen verkeer aan te trekken vanuit Eeklo.

− Heroriëntering van het oostelijk deel van Aalter- Brug (richting Kanaal en verbinding met het westelijke deel) dringt zich op.

VARIANT B: De geplande regionale bedrijvigheid site

Woestijne sluit aan op de N44 via een nieuwe weg, uitsluitend bedoeld voor deze regionale bedrijvigheid van de site Woestijne.

De N499 wordt uitsluitend gebruikt als lokale verbindende weg tussen Aalter en Ursel / Eeklo en is enkel bereikbaar vanuit Aalter en Aalter-Brug46.

Filterwerking op de N499 is niet nodig aangezien de N499 losgekoppeld wordt van de onsluitingsweg voor de site Woestijne.

Indien het zuidelijke deel van de knoop en het noordelijke deel van de knoop gebundeld beschouwd worden (met elkaar verbonden door parallelle wegen), is er in deze variant sprake van 3 stromen dewelke op deze locatie geen uitwisseling met elkaar hebben:

(26)

• niveau 1: N44: doorgaande stroom, zonder uitwisseling

• niveau 2: parallelle wegen tussen de knopen, zonder uitwisseling met de N499

• niveau 3: lokale verbinding tussen Aalter- Brug oost en Aalter-Brug west

° voordelen:

− doordat de N499 niet rechtstreeks aansluit op de N44, zal er minder verkeer worden aangetrokken vanuit Eeklo.

° nadelen:

− niet in overeenstemming met de voorschriften in het PRUP Woestijne.

− veel ruimte-inname voor aanleg noordelijke knoop, terwijl de N499 als grensstellend element kan gezien worden voor de afbakening van de open ruimte.

− noordelijke knoop uitsluitend voor site Woestijne (aan te leggen infrastructuur (knoop) wordt wellicht onvoldoende benut.

− huidige lijnvoering openbaar vervoer (De Lijn) wordt niet gegarandeerd.

VARIANT C: De geplande regionale bedrijvigheid site

Woestijne sluit aan op de N44 via de bestaande regionale bedrijvigheid ten zuiden van het Kanaal en de voorziene knoop dewelke Lakeland en Langevoorde rechtstreeks aansluit op de N44.

De N499 wordt hierdoor uitsluitend gebruikt als lokale verbindende weg tussen Aalter en Ursel / Eeklo en is enkel bereikbaar vanuit Aalter en Aalter-Brug (al dan niet aansluitend op de knoop ter hoogte van Lakeland / Langevoorde).

Woestijne sluit dus niet aan op de N499 en de N499 sluit niet aan op de N44.

Het oostelijke en het westelijke deel van Aalter-Brug worden eveneens met elkaar verbonden door een verbinding parallel aan het Kanaal.

° voordelen:

− doordat de N499 niet rechtstreeks aansluit op de N44, zal er minder verkeer worden aangetrokken vanuit Eeklo.

− optimaal benutten van de infrastructuur.

− gunstige variant voor de leefbaarheid van de oostkant van Aalter-Brug

° nadelen:

− niet in overeenstemming met de voorschriften in het PRUP Woestijne.

− ‘optimale benutting’ van de knoop ten zuiden van het Kanaal leidt mogelijk tot overbelasting van deze knoop.

− huidige lijnvoering openbaar vervoer (De Lijn) wordt niet gegarandeerd.

(27)

3.2.2 Gemeentelijk Mobiliteitsplan Aalter

Het mobiliteitsplan werd op 18 november 2002 definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie. Het werd vervolgens door de gemeenteraad goedgekeurd op 19 december 2002.

Als principe geldt een zo kort mogelijke route voor zwaar verkeer naar het hoofdwegennet, met minimale omgevingshinder. Bij realisatie van het regionaal bedrijventerrein Woestijne langs Urselweg wordt een vlotte ontsluiting naar de N44 gegarandeerd. Doorgaand zwaar verkeer op de N499 richting Ursel wordt ontmoedigd, eventueel door middel van een tonnenmaatbeperking.

N499 Urselweg;

Deze weg werd niet geselecteerd als secundaire weg omwille van de verkeersleefbaarheid van kernen als Ursel (Knesselare), Oostwinkel (Zomergem) en de woon- en schoolomgeving in Aalter-Brug. Uitgangspunt is dat de N44 een beter alternatief is om doorgaand verkeer tussen Aalter en Eeklo / N49 op te vangen. De N499 mag daarbij niet maasverkleinend werken.

Ook na mogelijke inplanting van een nieuw regionaal bedrijventerrein Woestijne langs deze weg blijft selectie als lokale weg type I verantwoord, omdat door de bevoegde hogere instanties bevestigd wordt dat de voorziene zoekzone voldoet aan het criterium ‘zo rechtstreeks mogelijke aansluiting op een in de nabijheid gelegen primaire weg’.

Hierbij wordt als randvoorwaarde gesteld: een vlotte bereikbaarheid van het geplande industrieterrein Woestijne, gericht op de N44 (niet richting Ursel).

3.2.3 Sneltoets Gemeentelijk Mobiliteitsplan Aalter

Op dit moment is een sneltoets van het mobiliteitsplan opgestart. Bedoeling is om het bestaande plan te verbreden en te verdiepen en desgevallend rekening te houden met de nieuwe ontwikkelingen. Dit betekent het toetsen van de actualiteitswaarde en een richting te geven voor het toekomstige gemeentelijke mobiliteitsbeleid. Ook het recreatieve en functionele fietsverkeer zal in dat opzicht aangepast worden.

3.2.4 Studie Streekplatform Meetjesland

In 2003 stelde het Streekplatform Meetjesland een studie op omtrent de visie op de bedrijventerreinen in het Meetjesland. Naast een streekvisie wordt er ook een evaluatie gemaakt van de gemeentelijke voorstellen. Volgende elementen zijn van belang:

Algemene Streekvisie: Het Meetjesland stelt zich tot doel een duurzame socio-economische ontwikkeling te realiseren door belangrijke economische activiteiten in de streek te versterken (agro- en voeding, recreatie en toerisme, bouwsector, social profit) en haar interessante geo-economische ligging te valoriseren. Deze ontwikkeling dient enerzijds te gebeuren binnen een kwalitatief versterkte ruimte en wil anderzijds gebruik maken van de gunstige arbeidsomgeving

Toetsing voorstel gemeente (site Woestijne) aan de streekvisie

De afweging van de locatie ‘Woestijne’ is een moeilijke oefening, gezien de streekvisie enerzijds Aalter als economisch knooppunt verdere ontwikkelingskansen wil geven, maar

(28)

anderzijds de open ruimte zo goed mogelijk wil vrijwaren. Het streekplatform kan de ontwikkeling van ‘Woestijne’ ondersteunen:

 Gezien de ruimtelijke inplanting door de gemeente voldoende zorgvuldig werd overwogen en gemotiveerd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:

 Inplanting langs het kanaal om gebruik te maken van de binnenvaart.

Vlaams Gewest investeert in de opwaardering van het kanaal Zeebrugge - Gent. Op dit moment wordt op de kaaien in Aalter zo’n 365.700 ton per jaar gelost.

 Aansluitend op bestaande bedrijvenzone, met keuze voor concentratie rond knooppunt kanaal/N44 i.p.v. verlinting aan de zuidzijde.

 De Afdeling Ruimtelijk Planning van de Vlaamse Gemeenschap aanvaardt dat de gemeente Aalter de locatie Woestijne voordraagt aan de provincie (brief dd.

10/02/2003).

 Het gebrek aan beter geschikte alternatieven

Belangrijke aandachtspunten bij de verdere uitwerking zijn de leefbaarheid van Aalter-Brug en de ontsluiting via de Urselweg.

3.2.5 Afbakeningsproces Veldgebied Brugge-Meetjesland

Het planningsproces voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur voor de buitengebiedregio Veldgebied Brugge-Meetjesland werd in uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2003 opgestart. De doelstelling van dit proces is om in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen een geïntegreerde en gebiedsgerichte ruimtelijke visie op te stellen die het kader vormt voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur.

Aalter behoort tot twee deelgebieden namelijk het oostelijk houtland en het noordelijk houtland. Deze deelgebieden worden opgesplitst in programmagebieden. Volgende programmagebieden overlappen Aalter:

- oh7: samenhangend en minder samenhangend landbouwgebied Aalter-Sterrewijk - oh8: Minder samenhangend landbouwgebied Bellem

- oh15: Bossen en omgevend mozaïeklandschap Lindeveld-Hoogveld-Patersveld - oh17: Bossen Kraenepoel-Markette-Gavers

- nh2: Groot samenhangend landbouwgebied van Oedelem, inclusief de minder samenhangende landbouwgebieden rond Knesselare en bij Oostveld

- nh5: Samenhangend landbouwgebied Aalterbrug-Zomergem en minder samenhangende landbouwgebieden Ronsele en Ursel-zuid-oost

- nh9: Drongengoedcomplex en omgevend mozaïeklandschap

Enkel de programmagebieden waartoe een zoeklocatie behoord worden verder besproken (zie hoofdstuk 5.4):

Programmagebied oh7: samenhangend en minder samenhangend landbouwgebied Aalter- Sterrewijk (hiertoe behoort zoekzone 3):

- Grondgebonden landbouw wordt gevrijwaard en erkend als ruimtelijke drager

- Nieuwe inplantingen van niet grondgebonden land- en tuinbouwbedrijven moet worden vermeden en worden bij voorkeur ingeplant aansluitend bij kernen en lintbebouwing.

- Behoud van lijnvormige houtige kleine landschapselementen en een netwerk van kleine bos- en landschapselementen als verbindende functie tussen grote bos- en valleicomplexen

(29)

- Er wordt gestreefd naar, waar mogelijk, versterken van het netwerk van kleine bos- en landschapselementen.

Programmagebied oh8: Minder samenhangend landbouwgebied Bellem (hiertoe behoort zoekzone 4):

- Grondgebonden landbouw wordt gevrijwaar en erkend als ruimtelijkd rager van de open ruimte in delen van het landbouwgebied in de omgeving van Aalter-Bellem en ten oosten van Bellem.

- Nieuwe inplantingen van niet grondgebonden land- en tuinbouwbedrijven moet worden vermeden.

- Behoud van lijnvormige houtig kleine landschapselementen en een netwerk van kleine bos- en valleicomplexen.

- Er wordt gestreefd naar, waar mogelijk, versterken van het netwerk van kleine bos- en landschapselementen

Programmagebied oh15: Bossen en omgevend mozaïeklandschap Lindeveld-Hoogveld- Patersveld (hiertoe behoort zoekzone 3):

- Behoud en versterking van de historische bos- en parkstructuur van Lindeveld, Schuurlobos, Egypteveld, Hoogveld, Stratem, Blekkerbos, Vaanders en Hulstlo.

- Behoud en versterking van het mozaïeklandschap van de landbouwgebieden in Bulskampveld (Lindeveld, Bakensgoed en Schuurlo).

- Behoud en versterking van zeer waardevolle complexen van bos en heide

- Binnen de mozaïekstructuur wordt een afwisseling van landbouw en natuur-, bos- en landschapselementen vooropgesteld.

- Behoud en herstel van gave landschaps- en erfgoedwaarden van samenhangende veldgebieden met oude veldpatronen

- Vrijwaren van landbouwfuncties in de landbouwgebieden bij Bulskampveld, in de omgeving van Blekkerbos-Nieuwendam en in de omgeving van Nieuwendam en Sterrewijk.

Programmagebied nh9: Drongengoedcomplex en omgevend mozaïeklandschap (hiertoe behoort zoekzone 2):

- Behoud, versterken en uitbreiden van het waardevolle bos- en heidecomplex Drongengoedbos (zeer waardevolle ecologische kwaliteit van internationaal belang).

- Ecologisch zeer waardevolle gebieden worden gebufferd en recreatief gezoneerd en gericht op het vrijwaren van kwetsbare natuurkernen. Binnen deze complexen wordt gestreefd naar behoud en herstel (o.m. cuestahellingen) en worden grotere en meer natuurlijke, aaneengesloten ongeperceleerde eenheden natuur vooropgesteld.

- In de omgeving van het boscomplex de afwisseling van landbouw en kleine bos-, natuur- en landschapselementen behouden.

- Dreven en kleine landschapselementen vervullen een belangrijke functie als ecologische en landschappelijke verbinding tussen bos- en natuurgebieden.

- Behoud en herstel van gave landschaps- en erfgoedwaarden

- Dele van het hoogwaardig veldgebied Drongengoed en omgeving met cultuurhistorische betekenis van veldontginningen. Vrijwaren van landbouwfuncties bij de verbinding Burkel-Drongengoed, de omgeving van Buisputten-kasteel Prinseveld, de omgeving van de Wagemakersbeek te Ursel, het samenhangend landbouwgebied Aalter-Brug – Zomergem, het landbouwgebied tussen Oostwinkel en Adegem en het landbouwgebied ten noorden van Knesselare.

(30)

3.2.6 Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan

In 1996 werd voor de gemeente Aalter een Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan opgemaakt. Dit GNOP werd goedgekeurd door de gemeenteraad en door de adviesverstrekkende administratie AMINAL.

Op basis van een algemene inventaris werd de gemeente opgedeeld in 39 ecologische entiteiten (zie locatie op kaart) waaraan maatregelen voor natuurontwikkeling werden gekoppeld. Uit deze entiteiten werden twee projecten uitgewerkt tot actieplannen: actieplan Zouter-Schuurlo en actieplan Charlestonstraat.

 Actieplan Zouter-Schuurlo

Gesitueerd op de voormalige terreinen van Belgacom. Natuurontwikkeling bewerkstelligen door verschillende zones te onderscheiden met elk karakteristieke ontwikkelingsmogelijkheden en –perspectieven zoals heideontwikkeling, bosontwikkelingen en aanpassing van gangbaar graslandgebruik.

 Actieplan Charlestonstraat

Gesitueerd ten westen van Aalter-centrum en de N44. Natuurontwikkeling bewerkstelligen door verpleging van kleine landschapselementen en aanpassing van gangbaar graslandgebruik in combinatie met een beperkte passief-recreatief ontsluiting (tussen Loskaaistraat, Charlestonstraat en Maria-Aalterstraat).

3.2.7 Landschapsatlas

De landschapsatlas is een inventaris van alle landschapskenmerken met erfgoedwaarde die op mesoniveau relevant zijn. Zowel puntvormige, lijnvormige als vlakvormige relicten van bovenlokaal belang werden gebiedsdekkend gekarteerd.

3.2.7.1 Traditionele landschappen

De gemeente Aalter wordt opgedeeld in vier traditionele landschappen met name Houtland, Straatdorpengebied van Waarschoot, Oude veldgebieden van Aalter en Plateau van Tielt.

3.2.7.2 Ankerplaatsen

Ankerplaatsen zijn de meest waardevolle landschappelijke plaatsen die bestaan uit complexen van gevarieerde erfgoedelementen die een geheel of ensemble vormen. Ze zijn uitzonderlijk inzake gaafheid of representativiteit of nemen ruimtelijk een plaats in die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving. In Aalter komen volgende ankerplaatsen voor: Schuurlo; Hoogveld; Schoonbergbos-Vorte bossen- Wantebeek; Vallei van de Poekebeek met kasteeldomein van Poeke; Kraenepoel en Markettebossen2.

3.2.7.3 Relictzones

Relictzones zijn gebieden van wisselend oppervlakte waarin de landschappelijk structuren van bewoning, wegen, kavels of perceelsbeplanting van de traditionele landschappen op een herkenbare manier bewaard zijn gebleven. Volgende relictzones komen voor: Oude

2 Er ligt geen enkel van de vier zoeklocatie voor nieuwe bedrijvigheid, die verder uitvoerig zullen

(31)

veldgebieden Hoogveld, Blekkerbos en Bulskampveld; Molenmeersen en kasteel van Poeke;

Markette; Land van Nevele; Open landschappen van het straatdorpengebied. Eén van de zoekzones (die in deze toelichtingsnota zal onderzocht worden namelijk zoekzone 2) voor nieuwe bedrijvigheid is gelegen in een relictzone. Deze relictzone (van het traditionele landschap Houtland) wordt verder beschreven:

Beleidswenselijkheden:

Vrijwaren resten van open ruimte (s.s.), behoud en herwaardering (restauratie) van de kernen van de belangrijke oorspronkelijke straat- en driesdorpen. Herstel biocorridors die verankerd kunnen worden op de talrijke (19de eeuwse) kasteelparken in de Gentse banlieue. Concentratie in beperkte oppervlakte van nieuwe bewoning en agro- en bio- industriële bedrijven.

Herkenbaarheid:

Middel : het omschreven criterium is nog duidelijk aanwezig.

Gaafheid:

Middel : het omschreven criterium is nog duidelijk aanwezig.

Samenhang:

Middel : het omschreven criterium is nog duidelijk aanwezig.

Wetenschappelijke waarde:

Gedeelte van de Vlaamse Vallei, overwegend zandige bodem. Duidelijke overgang naar de cuesta van Oedelem-Zomergem. Vrij vlak gebied. Gelegen in de depressie van het kanaal Gent - Brugge.

Historische waarde:

Zuidrand van de cuesta van Zomergem-Oedelem : tientallen grafvelden en grafheuvels uit de bronstijd aanwezig. Vallei van de Hoogkale van Aalter-Woestijne tot Aalter- Oostmolen : archeologische vindplaatsen uit de Romeinse tijd. Ursel Berkenkapel : grafheuvels uit de bronstijd en Romeinse site. Bellem, Hansbekeveer : grafheuvels uit de bronstijd en Romeinse site. Zomergem, Ro : Romeinse tijd. Zomergem, Schuttershoek : grafheuvels uit de bronstijd. Buntelaere : perceleringspatroon en wegenpatroon volgens Ferraris. Vinken-Dries-Woestijnbeek : percelering ongeveer volgens Ferraris, bevat een groot hoevecomplex met kleine bosjes zoals op Ferraris. Wegenpatroon grotendeels volgens Ferraris. Vrekkem : op Ferraris een gebied met moerassige weiden, ook te zien op MGI 1/20,000. In sommige delen is de percelering nog volgens Ferraris, anders is de richting zeker gelijk gebleven.

Esthetische waarde:

Vrij vlak landbouwgebied met een dicht verstedelijkt weefsel (wegen, lintbebouwing).

Sterk versnipperde ruimten met een beperkt aantal smalle en verre doorkijken.

Buntelaere : weilandcomplex met kleine percelen, onregelmatige vorm, met perceelsrandbegroeiing. Bredelenbuisbeek. Vinken-Dries-Woestijnbeek : kleine regelmatige percelen, overwegend weiland, perceelsrandbegroeiing nog aanwezig.

Vrekkem : kleine percelen met perceelsranden.

3.2.7.4 Lijnrelicten

Lijnrelicten worden gevormd door lijnvormige landschapselementen die drager zijn van een cultuurhistorische betekenis. Volgende lijnrelicten zijn aanwezig: Kanaal Gent-Brugge; Oude arm kanaal Brugge-Gent en Poekebeek.

3.2.7.5 Puntrelicten

Puntrelicten bestaan uit afzonderlijke objecten met hun onmiddellijke omgeving. Het zijn dikwijls bouwkundige elementen met een bijzondere erfgoedwaarde. In de landschapsatlas

(32)

worden volgende elementen weergegeven: omwalde hoeve (2x); Artemeersmolen; Kasteel Nobelstede; Onze Lieve Vrouwkerk Bellem; kasteel Bellem; dorpskern Aalter; Kasteel Loveld; Kasteel “Ter Wallen” Lotenhulle; Vormzele Hoeve; Leurebroekhoeve; Kasteel van Poeke; Goed te Barel; Hoeve Schoonberg; Rattekasteel St-Maria-Aalter; Sint-Maria-Aalter;

Kasteel Blekkervijver; Kasteel Schuurlo.

3.2.8 Herinrichting N499 en kruispunt met N44

Momenteel wordt aan volgende acties gewerkt teneinde tot een verkeersveiliger situatie te komen:

- Schoolomgeving basisschool Aalter Brug, aan begin provincieweg N499: via module 10 van het mobiliteitsconvenant wordt deze schoolomgeving heraangelegd (vanaf N44 t.e.m. 1° Poolse Pantserdivisiestraat). Het concept van oplossing voorziet o.m. in een lichte asverschuiving t.h.v. school door inbrengen van een middeneiland. Dit zorgt mee voor een poorteffect.

- aansluiting op N44 : op korte termijn wordt een veiliger inrichting in het kader van aanpak gevaarlijke punten (Veilig Verkeer Vlaanderen) voorgesteld; de lange termijnoplossing zal worden opgenomen in het Streefbeeld N44.

(33)

3.3 Voorafgaande relevante planningsprocessen en gevolgen Ontstaan nieuwe inzichten ontsluiting Woestijne:

Met het oog op de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne werd een Provinciaal Ruimtelijk uitvoeringplan opgesteld. In dit PRUP is opgelegd dat langsheen de N499 maatregelen dienden gerealiseerd te worden om de verkeershinder aan Aalter-Brug, ten gevolge van de ontwikkeling van het bedrijventerrein, te milderen. Sinds de goedkeuring van het PRUP door de Vlaamse regering is, onder andere als gevolg van de verworven inzichten binnen de streefbeeldstudie van de N44, de visie op de ontsluiting van het bedrijventerrein geëvolueerd.

(34)

4 V i s i e v o r m i n g / c o n c e p t e n e n o n t w e r p m a t i g o n d e r z o e k

4.1 Probleemstelling

Volgens het PRUP "regionaal bedrijventerrein werd de ontsluiting van het nieuwe

bedrijventerrein voorzien via de Urselweg (N499) naar de N44. De bedrijfsactiviteiten op het regionaal bedrijventerrein van ongeveer 30 ha zullen voor bijkomend verkeer zorgen op de Urselweg. Er worden drie scenario’s doorgerekend:

- een worst-case scenario waarbij een groot deel van de bedrijven een logistieke functie hebben

- een best-case scenario waarbij het aantal bedrijven met een logistieke functie beperkt is

- een gemiddeld scenario waarbij het aantal bedrijven met een logistieke functie zich situeert tussen bovengenoemde scenario’s

4.1.1 Beschrijving van de referentietoestand

4.1.1.1 Verkeersinfrastructuur

De Urselweg heeft een 2x1-profiel met een constante rijwegbreedte van 7m. De rijweg is even breed binnen en buiten de bebouwde kom van Aalter-Brug. Er zijn enkelrijrichtingsfietspaden aanwezig (ongeveer 1,5 meter breed), van de rijweg gescheiden door een veiligheidsstrook. De veiligheidsstrook is ongeveer 1 meter breed. Binnen de bebouwde kom van Aalter-Brug is aan de noordzijde van de Urselweg de veiligheidsstrook 1,85 meter breed. Er is ook opgaand groen aanwezig in deze veiligheidsstrook. De ruimte tussen de fietspaden en de rooilijn binnen de bebouwde kom bestaat uit kiezel. Hierop kan geparkeerd worden, behalve ter hoogte van de school (te weinig ruimte). Buiten de bebouwde kom zijn er groene bermen aanwezig en een langsgracht. Ter hoogte van de school is er een oversteekplaats. Het kruispunt van de Knokkeweg (N44)-Urselweg (N499) is een lichtengeregeld kruispunt (2 fasen). Op de Urselweg is er een afslagstrook voor linksafslaand verkeer. Hier wordt verwezen naar de startnota Module 10 Urselweg Aalter, p.

10, figuur type-profiel.

4.1.1.2 Snelheidsregime

Het snelheidsregime binnen de bebouwde kom is 50km/h en 30 km/h ter hoogte van de schoolomgeving. Buiten de bebouwde kom bedraagt het snelheidsregime 90 km/h. Door het gebrek aan een logische overgang tussen de snelheidsregimes (90-70-50-30 km/h) die ondersteund wordt in de inrichting van de weg en door het kaarsrecht karakter van de weg, wordt er in de bebouwde kom te snel gereden. Ter hoogte van de Eerste Poolse Pantserdivisiestraat bedraagt de V85 102 km/h richting Aalter-Brug en 95 km/h richting Ursel (cfr. startnota Urselweg Aalter), daar waar maximum 50 km/h toegelaten is. V85 is de snelheid die door 85% van de bestuurders niet overschreden wordt. Ruim 15% van de

(35)

bestuurders rijdt met andere woorden meer dan bovenvermelde snelheden in de bebouwde kom. Dit is een belangrijk knelpunt met betrekking tot de verkeersveiligheid.

4.1.1.3 Verkeersintensiteit

De huidige verkeersintensiteit is weergegeven in onderstaande tabel voor de ochtend- en avondspits. In de richting van Ursel passeren op een weekdag gemiddeld 2.968 voertuigen (verkeerstellingen van 4 september 2006 tot 11 september 2006). Op zaterdag zijn dit er 2.568 en op zondag 2.241. De totale verkeersintensiteit op het wegvak (beide richtingen) ligt dus rond 6.000 voertuigen per dag tijdens de week en rond 5.000 voertuigen in het weekend.

Dit is een raming gebaseerd op het feit dat er in beide richtingen evenveel verkeer is. Het aandeel vrachtverkeer (voertuigen meer dan 5,5 ton) bedraagt ongeveer 12% op een weekdag, 7% op zaterdag en 4% op zondag. Met 6.000 voertuigen per dag heeft de weg eerder een verkeersfunctie dan een verblijfsfunctie, wat conflicteert met de aanwezigheid van de schoolomgeving. Aangezien het een lokale weg betreft, is dit een lokale verkeersfunctie.

Tabel 1: verkeersintensiteit op de Urselweg te Aalter-Brug in de richting van Ursel (verkeerstellingen van 4 september 2006 tot 11 september 2006)

Ochtendspits (8u-9u) Avondspits (16u-17u) Auto's Vrachtwagens Totaal Auto's Vrachtwagens Totaal

Maandag * * * 210 39 249

Dinsdag 129 29 158 214 23 237 Woensdag 127 29 156 212 25 237 Donderdag 133 36 169 218 37 255 Vrijdag 122 35 157 209 19 228

Zaterdag 79 7 86 162 8 170

Zondag 42 1 43 118 1 119

(*)= geen telgegevens beschikbaar

Aangezien de verkeersbelasting gedurende een weekdag maatgevend is, wordt verder gewerkt met de gemiddelde belasting in pae tijdens de ochtend- en avondspits. Dit is een belasting in personenwagenequivalenten. Eén vrachtwagen komt overeen met 2,5

personenwagenequivalenten.

Tabel 2: gemiddelde verkeersintensiteit op de Urselweg te Aalter-Brug in de richting van Ursel op een weekdag (verkeerstellingen van 4 september 2006 tot 11

september 2006)

Ochtendspits(8u-9u) Avondspits (16u-17u) Auto's Vrachtwagens Totaal Auto's Vrachtwagens Totaal

Gemiddelde

verkeersintensiteit 128 32 160 213 29 241

in pae 128 80 208 213 72 285

4.1.2 Beschrijving van de effecten

De inschatting van de verkeersattractie in het gemiddeld scenario gebeurt op basis van reële verkeerstellingen op het bedrijventerrein E3-De Prijkels op het grondgebied van Deinze en Nazareth. Dit is een gemengd regionaal bedrijventerrein waarbij enkele distributieactiviteiten

(36)

zijn gevestigd die gebruik maken van de goede ontsluiting via de E17. Er wordt aangenomen dat het bedrijventerrein Woestijne in het gemiddeld scenario door een gelijkaardige verkeersattractie zal gekenmerkt worden (vanzelfsprekend wordt gerekend met een relatieve verkeersattractie in verhouding tot de oppervlakte van het bedrijventerrein). De verkeersattractie wordt in beeld gebracht voor de ochtendspits (8u-9u) en avondspits (16u- 17u). Dit zijn tevens de momenten dat er woon-schoolverkeer is op de Urselweg. We nemen aan dat de volledige verkeersattractie van het bedrijventerrein wordt afgewikkeld door de Urselweg in de richting van de N44. In werkelijkheid zal een deel van het verkeer richting Ursel/Eeklo rijden, maar we beschouwen hier een worst case. In het worst case scenario wordt uitgegaan van een verdubbeling van het aantal vrachtwagenbewegingen ten opzichte van het gemiddeld scenario en een kwart meer personenwagenbewegingen. In het best- case scenario wordt gerekend met de helft minder vrachtwagenbewegingen en een kwart minder personenwagenbewegingen ten opzichte van het gemiddeld scenario. Een doorrekening van de drie scenario’s geeft volgende bijkomende verkeersattractie tijdens de spits op de Urselweg (in pae).

Tabel 3: bijkomende verkeersbelasting (in pae/uur) op de Urselweg ten gevolge van de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne per richting (in de richting van Ursel tijdens de ochtendspits en richting N44 tijdens de avondspits)

Ochtendspits (8u-9u) Avondspits (16u-17u) Auto's Vrachtwagens Totaal Auto's Vrachtwagens Totaal

Worst-case 156 66 222 139 60 199 Gemiddeld 125 33 158 111 30 141

Best-case 94 16 110 83 15 98

Tabel 4: totale verkeersbelasting (in pae/uur) op de Urselweg ten gevolge van de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne

Ochtendspits (8u-9u) Avondspits (16u-17u) Auto's Vrachtwagens Totaal Auto's Vrachtwagens Totaal

Worst-case 284 147 431 351 132 483 Gemiddeld 253 114 366 324 102 425

Best-case 222 97 319 296 87 382

Het effectieve aantal vrachtwagens kan berekend worden door in bovenstaande tabellen het aantal vrachtwagens in pae te delen door 2,5.

Op dagbasis zou het totaal aantal motorvoertuigen op de Urselweg toenemen van ongeveer 6.000 in de referentiesituatie naar ongeveer 8.900 in het worst-case-scenario, ongeveer 8.100 in het gemiddeld scenario en rond 7.500 in het best-case scenario (zie onderstaande tabel). Dit is een relatieve toename van respectievelijk bijna 50%, 36% en 26%. Het aandeel vrachtwagens blijft nagenoeg ongewijzigd (12%) in het best-case scenario. In het gemiddeld scenario is er een minieme stijging tot 13%, in het worst-case scenario een lichte stijging tot 15%.

(37)

Tabel 5: Invloed van de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne op de verkeersintensiteit op de Urselweg (op dagbasis – weekdag)

Aantal

personenwagens

Aantal vrachtwagens (meer dan 5,5 ton)

Totaal aantal voertuigen

Aandeel vrachtwagens

Referentietoestand 5.230 706 5.936 11,9%

Bijkomende belasting door ontwikkeling regionaal bedrijventerrein Woestijne

Worst-case 2.288 642 2.930 21,9%

Gemiddeld 1.830 321 2.151 14,9%

Best-case 1.373 161 1.533 10,5%

Totale belasting na ontwikkeling regionaal bedrijventerrein Woestijne

Worst-case 7.518 1.348 8.866 15,2%

Gemiddeld 7.060 1.027 8.087 12,7%

Best-case 6.603 867 7.469 11,6%

De toename van de verkeersintensiteit als gevolg van de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne heeft een impact op de oversteekbaarheid van de weg. Vooral ter hoogte van het schooltje is dit relevant. In de huidige situatie bedraagt de gemiddelde wachttijd voor kinderen om de weg over te steken 8 seconden. Dit is redelijk (tussen 5 en 10 sec). Na ontwikkeling van het bedrijventerrein bedraagt deze in alle scenario’s ongeveer 13 seconden. Dit is een matige wachttijd (tussen 10 en 15 seconden) die een ingreep verantwoordt.

4.1.3 Significantie van de effecten

 Capaciteit van de Urselweg

De Urselweg is een 2x1-weg met gescheiden verkeersafwikkeling (fietspaden) met relatief weinig kruisingen. De praktische capaciteit van de weg wordt geraamd op ongeveer 900- 1.200 pae per richting (afhankelijk van het snelheidsregime). Ter hoogte van het kruispunt met de N44 zal de praktische capaciteit lager liggen als gevolg van de lichtenregeling op het kruispunt. Uit de raming van de verkeersintensiteiten in de verschillende scenario’s tijdens de spits blijkt dat de capaciteit van de Urselweg ruim volstaat. De verkeersintensiteit bedraagt in alle scenario’s minder dan de helft van de praktische capaciteit van de weg.

 Rol van de weg

De Urselweg is niet geselecteerd in bovenlokale structuurplannen (Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen). In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Aalter is de Urselweg (N499) geselecteerd als lokale weg type I.

Lokale wegen type I hebben een hoofdfunctie verbinden op lokaal en interlokaal niveau, en een aanvullende functie ontsluiten en toegang geven.

Er bestaat geen toetsingskader in functie van de selectie van de weg (rekening houdend met de verblijfsfunctie en de stroomfunctie) en de maximale verkeersintensteit in functie van de leefbaarheid. Volgens een indeling die in Nederland gebruikelijk is, behoort de Urselweg tot de categorie van buurt- of wijkverzamelwegen (tussen 4.000 en 10.000 motorvoertuigen per dag). Ook in de nieuwe situatie, na ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Woestijne, blijft de weg in dezelfde categorie. De weg krijgt met andere woorden geen gewijzigde rol op het vlak van stroomfunctie of verblijfsfunctie.

 Impact op de leefbaarheid

De impact op de leefbaarheid van Aalter-Brug in beeld brengen is relatief complex.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

De Koninklijke Nederlandse Bil- jart Bond (KNBB), vereniging Carambole, zoals dat met in- gang van 1 januari officieel heet, heeft besloten om voor het eerst met deze

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

Gemotiveerde bezwaarschriften kunnen gedurende 6 weken na de dag van verzending van de vergunning worden ingediend bij het college van Burgemeester en Wethouders van Velsen

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

De afbakening van de waardevolste delen strand en voorduin binnen de Natuurlijke Structuur moet er de natuurfunctie opnieuw bevestigen en versterken (bijvoorbeeld

ƒ Wordt dit aantal vergeleken met het aantal crematies in andere noordwest Europese landen, bijvoorbeeld Nederland en Zweden (ca. 43%), Groot-Brittannië (70%), dan blijkt er nog

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de