• No results found

VERSLAG PLENAIRE VERGADERING PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN MAANDAG 3 FEBRUARI 2003

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERSLAG PLENAIRE VERGADERING PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN MAANDAG 3 FEBRUARI 2003"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERSLAG PLENAIRE VERGADERING PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

MAANDAG 3 FEBRUARI 2003

Aanwezig :

De lijst met de aanwezigen is opgenomen als bijlage (bijlage I) die integraal deel uitmaakt van dit verslag.

I. Verwelkoming door gedeputeerde Marc De Buck.

II. Overzicht van de gegeven opmerkingen.

Er werd een overzicht gegeven van de schriftelijke opmerkingen ingediend vòòr de plenaire vergadering door de gemeenten en administraties. Vervolgens werd een korte beschrijving van de inhoud van deze opmerkingen gegeven.

Er werd gevraagd of er gemeenten zijn die nog schriftelijke opmerkingen op de vergadering zelf willen indienen.

Uiteindelijk wordt volgende lijst bekomen van gemeenten en administraties die uiterlijk op de plenaire vergadering schriftelijke opmerkingen hebben ingediend:

Gemeenten: Aalst, Assenede (opmerkingen op document van september), Beveren, Buggenhout, De Pinte, Deinze, Dendermonde, Eeklo, Evergem, Gent, Geraardsbergen, Haaltert, Hamme, Herzele, Kaprijke, Kluisbergen, Knesselare, Kruishoutem, Laarne, Lebbeke, Lede (opmerkingen op het document van september), Lierde, Lochristi, Lokeren, Lovendegem, Maarkedal, Maldegem, Melle, Merelbeke, Nazareth, Nevele, Sint-Gillis-Waas, Sint-Lievens-Houtem, Sint-Niklaas, Stekene, Wachtebeke, Wetteren, Wichelen, Wortegem- Petegem, Zele, Zingem, Zomergem, Zottegem, Zulte, Zwalm. De opmerkingen van de gemeenten Stekene en Waasmunster zijn vervat in de opmerking van de Intercommunale van het Land van Waas.

Administraties: AMINAL afdeling Land, ROHM afdeling Gent, AMINAL afdeling Water, AMINAL afdeling Bos en Groen, Vervoersmaatschappij De Lijn, Vlaamse Landmaatschappij, Intercommunale Land van Waas, Toerisme Vlaanderen, Administratie Waterwegen en Zeewezen afdeling Bovenschelde, Instituut voor het Archeologisch Patrimonium, NMBS, Afdeling Land- en Tuinbouwvorming, AROHM afdeling Ruimtelijke Planning, Instituut voor Natuurbehoud, Administratie Wegen en Verkeer.

De gemeente Stekene en de gemeente Waasmunster merken op dat de opmerkingen van hun gemeente vervat zijn in de opmerkingen bezorgd door de Intercommunale van het Land van Waas.

(2)

De schriftelijk ingediende opmerkingen en adviezen worden integraal bij dit verslag als bijlage opgenomen (bijlage II). Aldus bevat bijlage II vooreerst de schriftelijke opmerkingen van de gemeenten in alfabetische volgorde om te eindigen met de schriftelijke opmerkingen van de administraties.

Er werd vervolgens gevraagd of er gemeenten of administraties zijn die op de plenaire vergadering toelichting willen geven. Volgende gemeenten maakten nog een toelichting van hun schriftelijke opmerkingen: Aalst, Beveren, Eeklo, Gent, Hamme, Kaprijke, Kruishoutem, Maldegem, Nevele, Sint-Gillis-Waas, Zomergem. Volgende administraties gaven een toelichting bij hun schriftelijke opmerkingen: NMBS, Afdeling Land- en Tuinbouwvorming, AROHM afdeling Ruimtelijke Planning.

De gemeenten en administraties die geen schriftelijke opmerkingen hadden doorgegeven kregen de gelegenheid deze mondeling op de plenaire vergadering te vermelden. Volgende gemeenten gaven mondelinge opmerkingen: Aalter en Oosterzele.

Volgende administratie gaf zijn opmerkingen mondeling: Vlaamse administratie Economie.

III. Chronologische weergave van de opmerkingen gemaakt tijdens de plenaire vergadering.

1. Namens de gemeente Beveren :

Van de opmerkingen die door de gemeente Beveren schriftelijk werden ingediend (zie bijlage), werden volgende opmerkingen benadrukt :

1.1 De gemeente betreurt dat de deelgemeente Doel in het PRS niet wordt geselecteerd als woonkern, hoewel het voldoet aan de gehanteerde selectiecriteria. De leefbaarheid van Doel is nochtans verzekerd tot 2007, aangezien de Vlaamse regering pas dan een beslissing zal nemen.

1.2 Het strategisch plan Linkeroever dat een leefbaarheidsstudie van de dorpen Kallo en Kieldrecht heeft gemaakt en waarin de provincie een voortrekkersrol speelt, concludeert dat voor deze dorpen op het vlak van wonen een inhaalbeweging nodig is. Er wordt gevraagd dit in het PRS te ondersteunen.

1.3 In de tekst wordt de noodzaak aangegeven voor een betere verbinding van het stedelijk gebied Beveren-Melsele met de E17. De gemeente wenst geen alternatieve ontsluiting.

2. Namens de gemeente Zomergem :

Volgende algemene bijkomende vragen werden gesteld :

2.1 Volgens de woonstudie mogen er 85 725 wooneenheden bijkomen, waarvan 61% in het stedelijk gebied en 39 % in het buitengebied. Door hantering van de referentiedatum 1991 is de taakstelling in veel gemeenten al opgebruikt en kan er tot 2007 geen enkele wooneenheid meer bijkomen. Is deze referentiedatum wel correct? Wat als de taakstelling al opgebruikt is?

2.2 Volgens verklaringen en omzendbrieven van minister Van Mechelen zou er in

Vlaanderen nood zijn aan 65 000 bijkomende wooneenheden in de eerstvolgende jaren. Een woonbehoeftenstudie zou niet (langer) noodzakelijk zijn. Wat is het standpunt van de

provincie hierover?

(3)

(Naar aanleiding van deze vraag werd hierover een toelichting gegeven door de vertegenwoordiger van ARP).

3. Namens de gemeente Sint-Gillis-Waas

Volgende elementen van de ingediende schriftelijke opmerkingen werden benadrukt :

3.1 De gemeente ligt in het buitengebied maar heeft een economisch belangrijke ligging (grenst aan Beveren, Waaslandhaven, autoweg E34). Dit aantrekkelijke vestigingsklimaat vraagt om aangepaste contingenten voor wonen en bedrijventerreinen.

3.2 De Klinge is geselecteerd als hoofddorp. Gevraagd wordt om Sint-Pauwels als hoofddorp te selecteren i.p.v. De Klinge.

3.3 De Watergang De Hoge Landen is geselecteerd als bovenlokale ecologische infrastructuur. Dit zal het overstromingsgevaar verhogen. Er wordt gevraagd om deze selectie in het PRS te schrappen.

3.4 De ambachtelijke zone "De Piramiden" wordt herbestemd als kleinhandelszone. Hiermee wordt akkoord gegaan. Wel wordt nog een beperkte uitbreidingsmogelijkheid gevraagd.

3.5 Er wordt gesteld dat de lokale bedrijvigheid langs de N403 niet mag afgebouwd worden.

3.6 De N41 wordt voor wat Sint- Gillis-Waas betreft nergens vermeld. De gemeente vreest dat de N41 zal uitbreiden tot St.-Pauwels wat deze kern onleefbaar zou maken. Het structuurplan zou hiervoor een kader moeten aangeven.

4. Namens de gemeente Maldegem

Volgende elementen van de ingediende schriftelijke opmerkingen werden benadrukt :

4.1 De berekening voor de taakstelling bedrijventerreinen voor de economische knooppunten zou voor Maldegem een fout bevatten. De gemeente geeft aan dat het basiscijfer voor de aanwezige bedrijventerreinen in Maldegem 164 i.p.v. 128 ha bedraagt.

4.2 De gemeente Maldegem geeft aan dat zij op een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan rekenen om de taakstelling bedrijventerreinen spoedig te realiseren.

4.3 De gemeente vraagt om ook Kruipuit – Veldekens en Middelburg als woonkern te erkennen.

4.4 Inzake sociale woningbouw is er een achterstand. Indien in de buitengebiedgemeenten geen woonuitbreidingsgebieden meer mogen worden aangesneden, zullen nog meer sociale woningen in de stedelijke gebieden terecht komen. De gemeente pleit ervoor om de 61-39 verhouding die voor de bijkomende woningen geldt, ook voor de sociale woningbouw te hanteren.

4.5 De gemeente stelt dat er geen beperkingen mogen gesteld worden voor de kleinhandelsconcentratie langs de N9.

4.6 De doortocht Kruipuit is geen secundaire weg

(4)

5. Namens de gemeente Stekene

De gemeente maakt volgende opmerkingen :

5.1 De gemeente sluit zich aan bij de i.v.m. de N41 ingediende bezwaren door de drie gemeenten.

5.2 De gemeente geeft tevens aan dat men wel de stedelijke visie uit het RSV kan verstaan, maar vraagt toch rekening te houden met wat leeft in de gemeenten.

6. Namens de gemeente Kruishoutem

Volgende elementen van de ingediende schriftelijke opmerkingen werden benadrukt : 6.1 Er wordt aangegeven dat voor Marolle het aantal leerlingen niet klopt.

6.2 De gemeente geeft aan dat zij op het vlak van toerisme en recreatie noch tot het

toeristisch recreatief netwerk de Vlaamse Ardennen nog tot dat van de Leiestreek behoren.

6.3 De gemeente stelt dat gezien de economische ontwikkelingen in de gemeente en Zulte zij eigenlijk als economische knooppunt wenst beschouwd te worden.

7. Namens de gemeente Gent

De vertegenwoordiger van de stad merkt volgende punten op :

7.1 In het PRS ontbreken een aantal essentiële elementen onder meer i.v.m. de visie (er is geen duidelijk toekomstbeeld), i.v.m. bepaalde onderdelen bijv. een ruimteboekhouding.

7.2 Er worden geen acties of selecties geformuleerd voor de nederzettingsstructuur met uitzondering voor de woonwagens, de glastuinbouwgebieden en de economische structuur.

7.3 Er wordt vastgesteld dat de taakstelling voor de groot- en regionaalstedelijke gebieden verminderd wordt tot 90 %, dit terwijl de afbakeningsprocessen reeds geruime tijd bezig zijn.

Deze vermindering leidt ertoe dat de kleinstedelijke gebieden enorm groeien.

7.4 De acties van de provincie inzake natuurverbindingsgebieden zijn minimaal. Er wordt in het bindend gedeelte slechts de verdere realisatie van maar 1 verbindingsgebied

vooropgesteld.

7.5 De principes ontbreken om gemeentelijke plannen te beoordelen of om eigen plannen op te maken. Het document is te algemeen om gemeentelijke structuurplannen te beoordelen.

7.6 Het plan getuigt niet van zorg voor het buitengebied. Er is geen verschil in het beleid dat wordt gevoerd in woonkernen en hoofddorpen. Dit kan volgens Gent ervoor zorgen dat een woonkern sterker groeit dan een hoofddorp.

8. Namens de gemeente Hamme

Volgende elementen van de ingediende schriftelijke opmerkingen werden benadrukt : 8.1 In de versie september was Moerzeke-Kastel nog vermeld als een belangrijk glastuinbouwgebied. In de voorliggende versie is dit niet meer het geval.

(5)

8.2 Er wordt gevraagd om Sint-Anna als woonkern te selecteren. Deze kern situeert zich in twee gemeenten. Er wordt tevens verwezen naar de opmerkingen van de gemeente Waasmunster.

9. Namens de gemeente Nevele

9.1 De gemeente verwijst naar het goedgekeurd gemeentelijk structuurplan van 1998 en geeft aan dat daarin 3 hoofdkernen vermeld worden. In het PRS is sprake van 1 hoofddorp.

Er wordt de selectie van een meerkernig hoofddorp gevraagd, waarvoor verwezen wordt naar de schriftelijke opmerkingen van de gemeente.

9.2 De gemeente wenst de N437 te bewaren als een secundaire weg type III 10 Namens de gemeente Aalst

Door de vertegenwoordiger van de stad worden volgende punten aangegeven :

10.1 Men sluit zich aan bij de opmerkingen van de stad Gent i.v.m. de vooropgestelde realisatiegraad van 90 % voor de taakstelling wonen in de stedelijke gebieden. De provincie moet er voor zorgen dat de steden hun taakstelling kunnen realiseren.

10.2 Het hoofdroutefietsnetwerk kent grote mazen. I.v.m. dit hoofdroute fietsnetwerk zijn er voorstellen om het verder in te vullen richting Zottegem.

10.3 Op het vlak van toerisme en recreatie is er maar weinig rekening gehouden met de vraagzijde. Er worden ook maar weinig nieuwe elementen toegevoegd. De stad heeft bijvoorbeeld een toeristisch project klaar. Ook meent Aalst dat zij niet als recreatieve pool is opgenomen.

11. Namens de Afdeling Land- en Tuinbouwvorming

11.1 Er wordt gesteld dat er geen grondige analyse gebeurd is van de sector. De gegevens omtrent tewerkstelling kloppen niet, er zitten fouten in de grafieken, het veevoederbedrijf in Aalter is als slachthuis aangeduid. Er wordt te weinig aandacht besteed aan belangrijke aspecten (zoals bijvoorbeeld de bodemgeschiktheid). Algemeen krijgt de landbouw niet de aandacht waar zij recht op heeft.

11.2 Bij de selectie van natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang werd geen rekening gehouden met agrarische elementen. Er wordt vastgesteld dat enkele van de beste landbouwgronden van de provincie als

natuurverbindingsgebied vermeld staan. Er wordt gevraagd om dit te herbekijken vanuit het oogpunt landbouw.

11.3 In het PRS wordt er aandacht besteed aan de verspreide bewoning op het platteland, doch er wordt niet echt diep op ingegaan. Er wordt gevraagd daar dieper op in te gaan. Er wordt bovendien te weinig aandacht besteed aan een beleid voor landbouwbedrijven die worden stopgezet, para-agrarische bedrijven, met landbouw aanverwante bedrijven.

11.4 Het bindend gedeelte van het PRS is te klein in vergelijking met de oppervlakte die landbouw inneemt in de provincie. Ook wordt de dimensie van de locaties voor

mestverwerking en glastuinbouw in het buitengebied niet aangegeven, terwijl er buiten deze

(6)

gebieden al beperkingen worden opgelegd voor deze sector. Er wordt gevreesd voor het einde van de glastuinbouwsector.

11.5 Er ontbreekt een ruimtebalans. Men vreest dat de land- en tuinbouw inzake ruimteinname een restfunctie zal worden.

12. Namens de gemeente Zomergem

Volgende elementen van de ingediende schriftelijke opmerkingen werden benadrukt :

12.1 Er wordt gevraagd om Oostwinkel te selecteren als woonkern. De gemeente wil dat Kruipuit, Veldekens en Oostwinkel hiervoor samen worden bekeken. Oostwinkel is hierin de kern met de meeste voorzieningen.

12.2 Er wordt duidelijkheid gevraagd i.v.m. de opties voor het Schipdonkkanaal.

12.3 Bij de selectiecriteria voor de hoofddorpen en woonkernen wordt een bedenking geformuleerd i.v.m. het niet respecteren van het gelijkheidsbeginsel.

13. Namens de gemeente Kaprijke

De gemeente belicht een aantal punten van de schriftelijke opmerkingen :

13.1 De gemeente vraagt de selectie van een meerkernig hoofddorp om zo de keuzevrijheid te behouden voor de locatie van een lokaal bedrijventerrein.

13.2 De gemeente vraagt naar de stand van zaken i.v.m. het op- en afrittencomplex op de N49. De gemeente geeft aan dat zij voorstander zijn van een aansluiting op de N49.

14. Namens de gemeente Kruibeke

Door de vertegenwoordiger van de gemeente worden volgende punten gesteld :

14.1 Voor het poldergebied in Kruibeke wordt momenteel een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt. Hierin worden een aantal taakstellingen van de provincie opgenomen (bijvoorbeeld in verband met de waterbeheersing van de Barbierbeek, terwijl deze Barbierbeek ook als natuurverbindingsgebied is opgenomen in het PRS). Welke is hierin de onderlinge afstemming tussen het gewestelijk en provinciaal ruimtelijk

uitvoeringsplan.

14.2 Er wordt gevraagd naar de mogelijkheid om algemene uitspraken te doen i.v.m. de herbestemming van de scheepswerven.

14.3 Er wordt gesteld dat de KMO-zones en de op- en afrit Kruibeke – E17 niet in het E17- netwerk zijn opgenomen, alhoewel zij er naar infrastructuur de facto toe behoren. De gemeente is er zich van bewust dat dit een lokaal bedrijventerrein is en zal blijven, maar vraagt zich af of dit terrein niet in het E17-netwerk kan vermelden worden als lokaal bedrijventerrein.

15. Namens de gemeente Stekene

15.1 De gemeente verwijst naar de opmerkingen van de Intercommunale Land van Waas waarin gesteld wordt het Zomerhuis te schrappen als dagrecreatief knooppunt. De gemeente

(7)

stelt hiermee niet akkoord te gaan, vermits er momenteel investeringen worden gedaan.

Voor het overige volgt de gemeente de opmerkingen van de Intercommunale van het Land van Waas.

16. Namens de gemeente Oosterzele

16.1 De gemeente is niet akkoord met de selectie van een meerkernig hoofddorp voor Balegem en Scheldewindeke.De gemeente wil de landschappelijke scheiding tussen beide kernen behouden.

16.2 In het PRS wordt een hypothese van VEN gemaakt. Dit is nog geen selectie. Er wordt gevraagd om de Molenbeek indien het niet in het VEN wordt opgenomen, als

natuurverbindingsgebied op te nemen.

16.3 De gemeente stelt vast dat zij op recreatief vlak nergens bij betrokken wordt. Zij geeft aan dat er samenwerking is met de Vlaamse Ardennen op het vlak van toerisme en

recreatie. Er wordt gevraagd om de gemeente mee op te nemen in het netwerk Vlaamse Ardennen.

16.4 I.v.m. de fietsroutes wordt gesteld dat er besprekingen ter zake aan de gang zijn om de route Balegem – Moortsele uit te breiden.

17. Namens de gemeente Waasmunster

17.1 Er wordt gevraagd om Ruiter en Sint-Anna als woonkern te selecteren. Er wordt gevraagd om hier rekening te houden met de woonkern en niet met de statistische sectoren alleen. Soms worden woonkernen door sectoren gesplitst.

17.2 Er wordt gesteld dat Waasmunster een woongemeente is, met veel bos en weinig industrie. De werkgelegenheid is vooral op horeca en dagjestoerisme gericht. Er wordt aangegeven dat het verwonderlijk is dat er in Waasmunster, ondanks de aanwezigheid van horeca, geen dagrecreatief knooppunt geselecteerd werd.

17.3 Er wordt gevraagd om de N446, die nu als secundaire weg type II tot aan het kruispunt met de Hoogstraat (dit is het begin van het centrum van Waasmunster) werd geselecteerd, bijkomend tot voorbij het centrum van Waasmunster (ongeveer ter hoogte van de

Durmebrug) te selecteren als een secundaire weg type II 18. Namens de gemeente Maldegem

18.1 Door de gemeente wordt een frustratie uitgedrukt i.v.m. de directieven die gegeven worden. De locatie van een lokaal bedrijventerrein of de aansnijding van een

woonuitbreidingsgebied zou door de gemeente moeten kunnen bepaald worden.

18.2 I.v.m. de N49 wordt er duidelijkheid gevraagd over de mogelijke ontwikkelingen langsheen deze verkeersas. Er werd door het PRS gesteld dat er geen bedrijvigheid langs deze as mag komen. Maldegem wil er echter op wijzen dat zij voorstander is van verdere economische ontwikkelingen langs deze N49. Momenteel is er echter een reservatiezone voorzien voor een spoorweg langs deze weg. Maldegem wil, als er geen economische ontwikkelingen langs deze weg mogen komen, dat dan dit gebied als een "stiltegebied"

geselecteerd wordt in plaats dat er spoor wordt aangelegd.

19. Namens de gemeente Stekene

(8)

19.1 Door een stedelijk beleid voor te staan is het moeilijk om in de buitengebiedgemeenten nog te laten wonen en werken. Er wordt gevraagd of de provincie deze frustratie van de buitengebiedgemeenten niet kan formuleren aan het Vlaams gewest. Ook qua mobiliteit wordt gesteld dat men zich niet wenst te kaderen in een foutief RSV.

20. Namens de NMBS

De vertegenwoordiger voor de NMBS licht een aantal punten van de schriftelijke bemerkingen toe en geeft aan dat bepaalde passages uit het document hierbij geherfomuleerd werden.

20.1 Oost-Vlaanderen is inzake het spoorverkeer de belangrijkste provincie van het land. Het spoorwegennet wordt beschouwd als de slagaders voor het openbaar vervoer. Het

structuurplan kan aangegrepen worden om aan iedereen die het lezen wil aan te geven wat de spoorwegmaatschappij te bieden heeft. Er wordt hierom een correcte weergave van het spoorwegennet in het informatief gedeelte gevraagd. Zo ontbreken volgens de NMBS volgende radiale lijnen vanuit Gent: Aalst-Denderleeuw, De Pinte-Deinze-Tielt en Aalst- Burst.

Hiervoor wordt verwezen naar de schriftelijke opmerkingen.

20.2 In het richtinggevende gedeelte wordt de ontsluiting voor goederenverkeer richting Gent en Antwerpen vermeld. De NMBS stelt dat de ontbrekende spoorboog waarvan sprake is, de "Gent-boog" wordt genoemd. Ook de NMBS pleit voor de realisatie van deze boog tussen lijn 59, die de lijn Antwerpen – Gent is, niet de lijn Antwerpen- Knokke, en de lijn 10, de ontsluiting van de Waaslandhaven.

20.3 Er wordt in het PRS gesteld dat er op lange termijn gedacht wordt aan een goederenlijn langs de A11. Hiervoor is een reservatiestrook voorzien. De NMBS doet de suggestie om hierbij te vermelden dat deze nieuwe lijn ook een belangrijke rol kan spelen in de

ontwikkeling van het Gentse havengebied indien deze nieuwe lijn ter hoogte van Zelzate wordt aangesloten op enerzijds de lijn 204 aan de oostkant van het Kanaal Gent-Terneuzen en anderzijds de lijn 55 aan de westkant van het Kanaal Gent-Terneuzen.

20.4 Betreffende de kanaalzone Gent-Terneuzen doet de NMBS eveneens de suggestie om in het informatief gedeelte, bij het aangeven van een grens voor de Gentse Kanaalzone ook de spoorlijnen 204 en 55 te vermelden.

20.5 Een verbinding Ronse-Leuze voor personenvervoer over het spoor is voor de NMBS absoluut geen optie aangezien die was gesloten wegens te weinig vraag. Momenteel wordt dit ook niet onderzocht.

20.6 Er wordt benadrukt dat het gebruik van goederenlijnen voor personenvervoer niet voor de hand ligt. Deze lijnen kunnen niet zomaar in gebruik worden genomen (er zijn forse investeringen nodig, deze lijnen liggen vaak ongunstig ten opzichte van de woonkernen en het is maar de vraag of er een markt voor is) en er moeten voldoende garanties zijn voor de exploitatiekosten ervan. In de Kanaalzone en in het gebied van de Waaslandhaven kan de bus een veel betere service verstrekken tegen aanzienlijk lagere kosten.

20.7 De NMBS voerde een studie uit voor de verbinding Aalst-Dendermonde, voor wat een rechtstreekse spoorverbinding betreft, met een negatief resultaat. De NMBS vindt het dan ook nuttig dat er in het PRS wat minder aandacht aan wordt besteed.

(9)

20.8 Een voorstadstreinnet kan het aandeel openbaar vervoer wel verhogen, doch er zijn forse investeringen in de infrastructuur nodig. Op diverse plaatsen is hiervoor de aanleg van een derde spoor noodzakelijk. Ook de heropening van bepaalde stopplaatsen vergt een grondige studie.

20.9 Er wordt gesteld dat Gent-Zeehaven het enige rangeerstation is in Oost-Vlaanderen. In het station van Merelbeke, dat gelegen is op het grondgebied van Melle zal een nieuwe tractiewerkplaats worden ingericht.

21. Namens AROHM Ruimtelijke Planning

De vertegenwoordiger van AROHM Ruimtelijke Planning (ARP) licht kort de schriftelijke opmerkingen toe :

21.1 ARP stelt dat zij opmerkingen heeft over de selectie van hoofddorpen en woonkernen . ARP stipt vooral het ontbreken van een onderscheid aan op het vlak van wonen en dat daar eigenlijk geen beleidsperspectief voor geformuleerd wordt.

21.2 ARP heeft ook de vermindering tot 90% van de taakstelling wonen voor de groot- en regionaalstedelijke gebieden opgenomen in haar advies.

21.3 Er wordt gesteld dat er technische bemerkingen zijn bij de berekeningswijze van de taakstelling wonen.

21.4 ARP heeft ook een bemerking bij de precieze toepassing van het begrip meervoudig hoofddorp .

21.5 ARP stelt dat er over de structurele verbreding in de landbouwgebieden nog wat onduidelijkheid is. ARP denkt dat het ontwikkelingsperspectief voor aan agrarisch verwante gebouwen of para-agrarische gebouwen niet altijd duidelijk is uitgewerkt. Ook het begrip para-agrarische bedrijven kan tot discussies leiden, denkt ARP. Dat geldt in mindere mate ook voor de ontwikkelingsperspectieven voor verspreide bebouwing in het buitengebied.

ARP denkt dat de opties zoals het er nu instaat tot verschillende interpretaties kan leiden.

ARP vraagt dat dat verder verduidelijkt wordt.

21.6 Rond mobiliteit en lijninfrastructuur wordt er gevraagd om bijzondere aandacht te besteden aan de selectie van secundaire wegen, dat via die selectie geen aanleiding wordt gegeven tot verdere maasverkleiningen. Er wordt gevraagd heel duidelijk op te nemen dat het niet de bedoeling is dat via secundaire wegen een maasverkleining tot stand komt.

21.7 ARP heeft nog enkele opmerkingen over subsidiariteit. Zo stelt de provincie in haar bindend gedeelte dat zij de afbakening van de natuurverbindingsgebieden koppelt aan de acties van het Vlaams gewest. ARP denkt dat dit een verkeerde interpretatie is van het subsidiariteitsprincipe. ARP denkt dat het de bedoeling is dat de verschillende overheden op hun eigen ritme beleidsacties uitvoeren.

21.8 Er is ook de indruk dat op een aantal plaatsen de provincie verfijningen zal aanbrengen binnen gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (bijvoorbeeld GEN-GENO, opties rond primaire wegen). Er wordt gesteld dat het niet de bedoeling kan zijn een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan te verfijnen met een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.

(10)

21.9 Er wordt gesteld dat de tegenstrijdigheden in de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen met het PRS limitatief, tegen het einde van de rit (bij de definitieve goedkeuring), moeten aangegeven worden.

22. Namens de gemeente Eeklo

22.1 Eeklo krijgt een belangrijke centrumfunctie van het PRS. Om deze doelstelling te halen is een goede en efficiënte bereikbaarheid noodzakelijk. Eeklo is bezorgt over het statuut van de N499, waarvan de categorisering als lokale weg voor de gemeente te laag is. Tevens wordt er geijverd voor een aansluiting van de R 43 op de N 499. Ook is de categorisering van de N9 tussen Eeklo en Maldegem is voor de gemeente verwonderlijk zeker indien gesteld wordt dat verlinting dient voorkomen te worden. De categorisering van de N 9 is over de gehele lengte dezelfde, met Eeklo-centrum inbegrepen.

22.2 Er wordt gevraagd om Balgerhoeke niet als woonkern maar als een deel van het stedelijk gebied te beschouwen, zeker met de komst en situering van een nieuw bedrijventerrein in Eeklo

23. Namens de gemeente Aalter

Door de vertegenwoordiger van de gemeente Aalter wordt gesteld :

23.1 Aalter onderschrijft de opmerkingen die door de verschillende buitengebiedgemeenten gemaakt zijn. De taakstelling naar wonen en tewerkstelling vindt de gemeente te krap.

23.2 In het informatief gedeelte moet voor Aalter een veevoederbedrijf en geen slachthuis worden aangegeven. Aalter is ook sterk in het verwerken van landbouwproducten (melk, vleeswaren).

23.3 Het gebied voor recreatie, Manewaarde (waar ook een herkende camping is gevestigd) in Aalter werd niet opgenomen in het informatief gedeelte.

23.4 De gemeente stelt dat zij zelf de opties voor het natuurverbindingsgebied 1N4 (het landbouwgebied Sterrewijk) dat geheel in het grondgebied van de gemeente gelegen is, in het kader van subsidiariteit wil uitwerken. Het is een gaaf landbouwgebied dat zijdelings is doorsneden door een primaire weg type II, secundaire weg type I en daarnaast nog een residentiële verkaveling. De gemeente stelt een natuurverbinding hier praktisch niet realiseerbaar is. De gemeente ziet de natuurverbinding en – uitbreiding eerder iets verder gelegen en wenst de aandacht en middelen eerder in die gebieden te concentreren.

23.5 De gemeente komt terug op de opmerking van Eeklo over de verbinding tussen Eeklo en Aalter. Hoewel zij in haar mobiliteitsplan en ontwerp van structuurplan deze verbinding als lokale weg heeft opgenomen, heeft zij hier wel bedenkingen bij en had zij deze weg eerder een ruimere typering gegeven.

23.6 Verder kan de gemeente de opties in het PRS genomen voor het gebied Aalter enkel onderschrijven.

24. Namens de Vlaamse Administratie Economie

De Vlaamse Administratie formuleert volgende bedenkingen:

(11)

24.1 I.v.m. de economische analyses wordt gesteld dat de kwantitatieve beleidsopties niet verder gaan dan een eerste aanzet. Het PRS geeft geen waarborgen voor de realisatie. De kwalitatieve beleidsopties steunen op randvoorwaarden en principes die weinig inspirerend zijn. Het vermijden van concurrentie tussen bepaalde gebieden hoort niet in een economisch locatiebeleid, waar uitgegaan wordt van economische potenties.

24.2 Er worden weinig uitspraken gedaan over bepaalde assen, bijvoorbeeld A8 en de ontsluiting van Geraardsbergen naar de A8, N16, Westerscheldeoeververbinding. Hoe moet daarmee worden omgegaan, wat kunnen ze teweegbrengen..?

Aanvullingen op het verslag van de plenaire vergadering d.d. 3 februari 2003 :

De gemeente Beveren vraagt om punt 1.3 van het verslag van de plenaire vergadering aan te vullen met de volgende verduidelijking : " De gemeente acht een betere

verbinding tussen het stedelijk gebied Beveren-Melsele en de E17 niet wenselijk en vraagt daarom deze zin in het PRS te schrappen (p. 361)."

De stad Geraardsbergen meldt dat de bemerkingen die informeel aan het provincie- bestuur overgemaakt werden, door het schepencollege onderschreven.

De gemeente Sint-Gillis-Waas maakt een aanvulling van haar schriftelijke motivering om Sint-Pauwels en niet De Klinge als hoofddorp te selecteren, vraagt dat de bepaling

"Wellicht is het vanuit de optiek van nauwe betrokkenheid van de gemeenten eerder aangewezen deze problematiek van kleinhandel te vatten in gemeentelijke plannen" uit het advies geschrapt wordt en wenst te benadrukken dat vanuit het hogere beleids- niveau een oplossing gevonden dient te worden.

De gemeente Wortegem-Petegem wijst erop dat het woonuitbreidingsgebied vermeld in artikel 1 van het besluit van hun schepencollege met betrekking tot het advies Voorontwerp PRS, slaat op de deelgemeente Ooike.

Gent, 4 maart 2003

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit kind is uw Licht van hoop voor heel de wereld.” Toen gaf hij Jezus weer terug aan Maria. Zijn ogen stonden nog steeds vol met

Aantal leerlingen in het gewoon lager en het gewoon secundair onderwijs woonachtig in de gemeente met minstens 2 jaar schoolse vertraging, naar thuistaal in 2016-2017. Bron:

- Maximaal 39% van de bijkomende woningen 10 in de periode 1991-2007 kan in de kernen van het buitengebied voorzien worden en minimum 61 % in de stedelijke gebieden. - Enkel in

dinsdag 25 Crea atelier met papier en verf donderdag 25 Kerstmis. woensdag 26

3 Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees – God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de

toepassing van het Mainzer model van Weiher en de Ars Moriendi van Leget in het eigen dagelijkse (multidisciplinaire) werkproces 5 Werkvorm: plenaire presentatie 1 demo

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ziet immers een belangrijke strategische rol voor de stedelijke gebieden als plaatsen voor concentratie en bundeling van wonen, wer-

verdicht netwerk - subgebied Mechelen - Leuven - Brussel kaart 48. verdicht netwerk - subgebied Mechelen - Leuven