Aan Provinciale Staten
Onderwerp
Technische vragen Jaarstukken 2019, derde set Geachte Statenleden,
Lid Gedeputeerde Staten
drs. J.N. (Jeannette) Baljeu
Contact
070 - 441 86 88 j.baljeu@pzh.nl
Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070 - 441 66 11 www.zuid-holland.nl
Datum 29 mei 2020
Ons kenmerk
DOS-2018-0008917 PZH-2020-742016587 Bijlagen
Hierbij ontvangt u de derde set aan antwoorden op technische
vragen die zijn gesteld met betrekking tot jaarstukken 2019. In totaal zijn er op dit moment 131 vragen gesteld. De in de Statencommissies gestelde vragen over de grondbank, Waterbus en contractduren extern personeel worden in aparte brieven beantwoord. De overige antwoorden vindt u in deze brief,
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
drs. J.N. (Jeannette) Baljeu
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord 08-05-
2020
PvdD 10 Pag. 31 3e alinea: de provincie is in 2018 aan de slag gegaan met verbetering inzicht in droogtegevoelige natuurgebieden. Om welke gebieden gaat het? En welke verbetering in inzicht is verkregen?
De beleidstafel droogte heeft de provincies verzocht om de natuurgebieden op een kaart te zetten die in de verdringingreeks droogte in categorie 1 vallen. Het gaat specifiek om gebieden waar sprake kan zijn van onomkeerbare schade als gevolg van acute droogte (dus niet structurele droogte). In geval van watertekort en het inzetten van de verdringingsreeks moeten snel keuzes gemaakt worden welke functies of gebieden nog wel water krijgen en welke niet. Door de gebieden op kaart te hebben is dit snel inzichtelijk. Deze kaart is opgesteld in samenwerking met de
natuurbeheerders en de waterschappen.
De kaart is niet bedoeld om te kijken of er sprake is van verbetering of verslechtering.
https://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/wetgeving-beleid/handboek- water/thema-s/watertekort/verdringingsreeks/
08-05- 2020
PvdD 13 Pag. 31, laatste alinea: Hoeveel van de in totaal 123
oppervlaktewaterlichamen voldeden in 2019 volledig aan de KRW eisen?
Geen, dat komt door het ‘one out all out’ principe van de parameters waarmee de doelen worden gemonitord. (dat wil zeggen: alle afzonderlijke parameters moeten voldoen aan de daarvoor gestelde KRW-norm wil het waterlichaam totaal voldoende scoren).
11-05- 2020
CDA 1 Pag 16 nr.4: voor corridor leiden centraal-lammenschans is nog geen aanvraag ontvangen. Waarom en komt deze nog?
De gemeente heeft in 2019 het eerste deel van de beschikbare middelen aangevraagd maar het is niet meer gelukt om ook nog een aanvraag voor deze middelen in te dienen in 2019. De subsidieaanvraag wordt binnenkort verwacht.
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord 11-05-
2020
FvD 3 In programma 2 staat op blz. 70 en blz. 71 een bedrag van € 5,3 miljoen m.b.t. de gemeente Leiden.
Op blz. 70 is de financiële afwijking positief omdat er geen aanvraag is ontvangen van de gemeente Leiden voor de bijdrage no regret maatregelen. Dat is mij duidelijk.
Op blz. 71 kom ik hetzelfde onderwerp tegen waarbij de € 5,3 miljoen aan de reserve wordt onttrokken.
1. is mijn conclusie juist dat er € 5,3 miljoen aan de reserve is onttrokken?
2. waarom is deze reserve niet aangehouden in 2020?
3. is dat een politieke keuze?
1. De conclusie is niet juist. Net als bij de lasten en baten wordt de financiële afwijking ten opzichte van de begroting toegelicht. De onttrekking aan de reserve is wel geraamd, maar niet gerealiseerd, waardoor een nadeel van € 5,3 mln ontstaat. Dit nadeel valt weg tegen de positieve afwijking bij de lasten.
2. Omdat de middelen in 2019 niet aan de reserve zijn onttrokken, blijven ze beschikbaar voor de no‑regret maatregelen van de gemeente Leiden.
In de VJN 2020 wordt een voorstel opgenomen om de middelen opnieuw in de Begroting op te nemen, omdat de gemeente Leiden naar
verwachting de subsidie binnenkort zal aanvragen.
3. Niet van toepassing, zie antwoord op vraag 2.
13-05- 2020
VVD 8 Pag. 102 zie je bij punt 3.6.a een trend “groen” omhoog. Dit lijkt me verklaarbaar want de streefwaarde was 80% en de meetwaarde 90%. We zien dus blijkbaar een trend richting de 100%. Maar bij punt 3.6.d. is een horizontale trend “grijs” weergegeven, terwijl de streefwaarde 8 is en de meetwaarde 9. Net zo positief als bij punt 3.6.a, maar blijkbaar een andere trend.
Dit zal per abuis zo ingevuld zijn. We zullen dit punt corrigeren.
17-05- 2020
GL 3 Pag. 19 Sinds 2017 worden projecten met een maatschappelijk nut geactiveerd en het verschil met de lasten daarvóór storten we nu in een reserve. Is het doel van die reserve dan ook dat we de kosten daar voor de totale afschrijvingsperiode aan onttrekken? En was het dan niet voldoende geweest om daar alleen in jaar 1 een reserve voor maken? Nu bouwen die reserves op terwijl de kosten al door de exploitatie worden gedekt. Sparen we dan in feite niet te veel? (deze vraag is ook door mij in de technische sessie gesteld maar ik begreep het antwoord onvoldoende, vandaar dat ik hem toch nog een keer stel).
Bedoelde tekst is een verklaring zoals die ook vorig jaar gegeven is voor de toename van reserves in het verleden. Met het afschaffen van de reserve afschrijvingslasten is deze methodiek komen te vervallen en worden verschillen in afschrijvingslasten verrekend via het begrotingssaldo en daarmee algemene reserve.
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord 17-05-
2020
GL 4 Pag. 20 Hoe wordt de hoogte van een egalisatiereserve bepaald?
En indien die op de maximale piek is gezet, is het nodig dat we voor alle pieken en dalen zo'n egalisatiereserve hebben? Niet alle pieken komen tegelijkertijd.
In de basis dient een egalisatiereserve inderdaad de maximale piek af te dekken en bepaalt dat de hoogte van de egalisatiereserve. Conform onze huidige nota reserves en voorzieningen vormen we reserves voor een specifiek doel en dus niet voor meerdere doelen tegelijk. Dit betekent dat in het geval van egalisatiereserves per reserve (met bijbehorend doel) een piek wordt opgevangen.
17-05- 2020
GL 6 Pag 251 Kunnen we een overzicht krijgen met per reserve vragen waar de beklemming precies op is gebaseerd en wat daarvan de einddatum is?
Per reserve is een toelichting opgenomen waarin bijvoorbeeld de
onttrekkingen en toevoegingen zijn toegelicht maar ook de achtergrond van de beklemming is opgenomen.
15-05- 2020
CU / SGP P
9 Lees ik het goed onderaan pagina 135 dat naast elke euro risico er twee moeten zijn als weerstandscapaciteit daartegenover PLUS eerst de benadering onderaan pagina 135?
De twee beleidsuitgangspunten zijn complementair aan elkaar. Dit resulteert erin dat in de paragraaf weerstandsvermogen slechts de netto strategische risico’s worden opgenomen. Dit zijn de risico’s die met de benadering zoals beschreven onderaan pagina 135 niet worden afgedekt. Voor deze netto strategische risico’s geldt de weerstandsratio van >2.
15-05- 2020
CU / SGP
10 Hoe is de weerstandratio >2 tot stand gekomen? Deze ratio is opgenomen in de beleidsnota ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2017’ en is bij de herziening van deze nota door PS vastgesteld. De beleidsnota wordt in 2020 opnieuw herzien.
15-05- 2020
CU / SGP
11 Welk effect heeft een verlaging van de ratio? De ratio is een streefwaarde waaraan het weerstandsvermogen wordt getoetst. Het aanpassen van de ratio an sich heeft geen effect op de hoogte van het weerstandsvermogen. De streefwaarde verlagen, betekent dat minder weerstandscapaciteit hoeft te worden aangehouden om risico’s af te dekken. Op dit moment is de weerstandscapaciteit ruimschoots voldoende om te voldoen aan deze ratio.
15-05- 2020
CU / SGP
12 Is de lagere opbrengst MRB pagina 137 wel een risico? We hanteren toch nog steeds niet het maximumtarief?
Het risico is dat bij gelijkblijvend tarief de opbrengsten dalen ten gevolge van een aantal genoemde exogene factoren. Een beheersmaatregel is het verhogen van het tarief.
15-05- 2020
CU / SGP
14 Risico Omgevingswet: hoe komen we aan extra benodigde financiële middelen?
Bevoegd gezagen zijn zelf verantwoordelijk voor de kosten van de implementatie van de Omgevingswet op basis van het bestuursakkoord 1/7/2015. De implementatiekosten zijn tot op heden gefinancierd vanuit een
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord
programmareserve van € 6 mln die door PS juni 2016 beschikbaar gesteld is met de verwachting dat de Omgevingswet per 2018 in werk zou treden. De verschuivingen van inwerkingtreding (medio 2018, 2019, medio 2019) tot 1/1/2021 zijn opgevangen binnen deze programmareserve. Met het nieuwe uitstel van de invoeringsdatum naar 1 januari 2022 is de programma-reserve naar verwachting in de loop van 2021 uitgeput.
15-05- 2020
CU / SGP
15 Risico Informatieveiligheid, pagina 145: ik mis het datalek 2019 in deze verantwoording?
Het risico informatieveiligheid in de paragraaf weerstandsvermogen heeft betrekking op de informatiebeveiliging. Het onderwerp ‘datalek’ heeft weliswaar inhoudelijke raakvlakken met informatieveiligheid, maar valt in het domein van privacy. Hier wordt in de jaarrekening (vooralsnog) niet apart op gerapporteerd. Datalekken die zich in 2019 hebben voorgedaan zijn volgens de vastgestelde procedures afgehandeld. De ernst van een datalek wordt volgens protocol beoordeeld, waarna al dan niet gemeld wordt aan de Autoriteit Persoonsgegevens. In 2019 is dat laatste 3 keer voorgekomen.
15-05- 2020
CU / SGP
16 Risico ingeleend personeel: risico belastingschuld uitlener kan afgedekt worden door G-rekening. Wordt daar gebruik van gemaakt?
Nee, daar wordt geen gebruik van gemaakt. De reden is dat het risico zeer laag wordt ingeschat. Vanwege de administratieve lasten die een G-rekening met zich meebrengen, heeft de provincie ervoor gekozen om deze maatregel niet te nemen om het risico te beperken
15-05- 2020
CU / SGP
20 Hoeveel steekproeven zijn er gedaan bij arrangement 1 en 2 (195) n.a.v. het Uniform Subsidie kader?
In totaal zijn er 101 steekproeven gedaan n.a.v. USK over het jaar 2019 voor arrangement 1 en 2
15-05- 2020
CU / SGP
21 Wat was ook alweer het verschil in:
1. Begrotingssubsidie (met subsidie plafond) 2. Projectsubsidie
3. Wat is een subsidieregeling 4. Boekjaarsubsidie
1. Begrotingssubsidies zijn subsidies waarbij de subsidieontvanger en het bedrag wat maximaal als subsidie verleend kan worden expliciet op de begroting van Provincie Zuid-Holland staat. Begrotingssubsidies kennen geen subsidieplafond maar een maximaal bedrag dat aangevraagd kan worden. (Subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht)
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord
2. Een projectsubsidie is een subsidie voor een activiteit of een
samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en zijn gericht op een specifiek eindresultaat.
3. Een subsidieregeling is een wettelijke basis voor het verstrekken van subsidies waarvoor meerdere aanvragers een beroep kunnen doen. Aan subsidieregelingen worden doorgaans een subsidieplafond gekoppeld.
Dit in tegenstelling tot begrotingssubsidies.
4. Boekjaarsubsidies worden voor 1 of meer boekjaren verstrekt voor activiteiten die behoren tot de structurele activiteiten die de subsidieontvanger gewoonlijk in het kader van zijn alledaagse bedrijfsvoering ontplooit.
15-05- 2020
CU / SGP
22 EU-Subsidies (209) Geen vermelding ‘wat heeft het gekost’. Daar is al meer om gevraagd, wanneer wordt dat inzichtelijk?
Voor de kosten van de overkoepelende activiteiten van de provincie in internationaal verband, waaronder die inzake Europese subsidies; zie het antwoord op vraag 74. In de ophanden zijnde Internationale strategie Zuid- Holland 2020-2023 die binnenkort ter vaststelling aan PS zal worden voorgelegd, wordt een nadere uitwerking van deze overkoepelende kosten gegeven.
Naast deze overkoepelende kosten zijn er specifieke uitvoeringskosten van EU-subsidieprogramma’s waarvoor de provincie medeverantwoordelijk is, die zijn opgenomen onder de doelen van de des betreffende
begrotingsprogramma’s waarop deze EU-programma’s inhoudelijk betrekking hebben. Zo vallen de uitvoeringskosten van POP3 onder doel 1-5 Duurzame landbouw (p. 45) en de uitvoeringskosten van Kansen voor West 2 onder doel 3-1 Een groeiende, duurzame en innovatieve economie (p. 79).
15-05- 2020
CU / SGP
24 Niet opgenomen verlofuren: 120.422 uur.
1. Hoeveel is dat gemiddeld per medewerker?
2. Zijn er (grote) uitschieters of is het een gemiddeld beeld?
3. Zijn hier conclusies uit te halen qua werkbelasting?
De uren genoemd in de jaarrekening (peildatum 31-12-2019) zijn de uren die buiten de financiële verslaglegging vallen waardoor ze als aparte kostenpost moeten worden opgenomen. Het betreft: vakantieverlof, overwerkverlof en
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord Is het te prefereren of moet je juist beleid voeren dat medewerkers
hun verlofuren opmaken? (294)
verlof op basis van oude rechten. In onderstaande beantwoording hebben we het enkel over deze 120.322 uur.
1. Gemiddeld is het ongeveer 77 uur per medewerker. Je mag volgens Provinciaal beleid 1800 uur op je verlofkaart hebben staan (combinatie van alle soorten verlof). Daar blijven alle medewerkers ruim binnen.
2. We zien een gemiddeld beeld over alle afdelingen. Schalen 10 en hoger hebben gemiddeld iets meer verlofuren dan de schalen eronder, maar dit is weinig significant.
We weten dat er individuele uitschieters zijn. Deze hebben vaak
‘stuwmeren’ met een reden uit het verleden. Met deze medewerkers zijn samen met leidinggevende en personeelsadviseur afbouwregelingen afgesproken.
3. Op basis van de cijfers kunnen we niet met zekerheid conclusies trekken over werkbelasting. De cijfers geven namelijk niet voldoende
onderbouwing voor een causale relatie met werkbelasting zonder hier verder (kwalitatief) onderzoek naar te doen.
Bij de Provincie stimuleren wij medewerkers actief om voldoende verlof op te nemen om voldoende rust te krijgen tussen de werkweken. Het vervallen van het vakantie en compensatieverlof na één of twee jaar stimuleert mensen extra om dit tijdig te doen. In individuele gevallen waar dit door het werk niet kan, worden specifieke afspraken gemaakt en kan het verlof voor maximaal één jaar worden doorgeschoven naar het jaar erna. Er wordt dus actief gestuurd op het opmaken van verlof.
19-05- 2020
D66 2 Zijn middelen uit het provinciefonds vrij besteedbaar of hebben deze dezelfde karakter als specifieke uitkeringen, waarbij ze strikt geoormerkt zijn?
Middelen uit het provinciefonds zijn formeel gezien algemene middelen en zijn vrij besteedbaar ter vervulling van de taken die de provincie heeft.
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord 19-05-
2020
D66 3 Specifiek voor decentralisatie-uitkeringen, zijn decentralisatie- uitkeringen vrij besteedbaar of hebben deze dezelfde karakter als specifieke uitkeringen, waarbij ze strikt geoormerkt zijn?
Decentralisatie uitkeringen in het provinciefonds zijn formeel gezien algemene middelen dit ondanks het feit dat deze door het Rijk voor een specifiek doel ter beschikking zijn gesteld. Hierdoor kunnen er door het Rijk geen verantwoordingseisen aan de uitkering worden gesteld. Het is tot nu toe gebruikelijk om deze uitkeringen ook daadwerkelijk voor het beoogde doel te gebruiken.
19-05- 2020
D66 6 Pg 92/93: Bij de financiële afwijking met betrekking tot de onttrekking aan reserves wordt een voordeel geduid. Dit moet volgens mij een nadeel zijn. We zien vaker dat voordelen en nadelen verkeerd worden geduid. Zie ook bijvoorbeeld op pagina 37, zowel bij de toevoeging als de onttrekking.
Er wordt minder onttrokken aan de reserve dan eerder gepland c.q. begroot was, dit betekent dat er meer middelen in de reserve beschikbaar blijven voor volgende jaren dan voorzien. Dit benoemen we begrotingstechnisch als een voordeel.
19-05- 2020
D66 7 Pg 37: In de toelichting staat dat er € 0,2 mln. en € 0,9 mln. minder wordt onttrokken aan respectievelijk de reserve NatuurNetwerk Nederland en de reserve Decentralisatieakkkoord Natuur. Uit de tabel blijkt echter dat er helemaal geen onttrekking op deze posten was begroot. Wat is de verklaring voor de afwijking tussen de toelichting en de werkelijke cijfers
De negatieve onttrekking m.b.t de reserve decentralisatieakkoord natuur betreft het verschuiven naar volgende jaren van gesubsidieerde activiteiten.
Omdat de lasten van deze gesubsidieerde activiteiten in het verleden zijn genomen en deze ook in het verleden aan de reserve zijn onttrokken, dienen deze als ver gevolg van dit verschuiven te worden gecorrigeerd. De lasten worden gecorrigeerd en ook de onttrekking aan de reserve wordt
gecorrigeerd. Vandaar dat hier sprake is van een negatieve onttrekking van de reserve.
De negatieve onttrekking m.b.t. de reserve Natuurnetwerk Nederland betreft de last, gecorrigeerd met een baat, die daardoor per saldo negatief is. Dit leidt tot een negatieve onttrekking.
19-05- 2020
D66 8 Pg 37: Doorgaand op voorgaande vraag: waarom worden er negatieve onttrekkingen gepresenteerd? Is dit conform BBV toegestaan?
De negatieve onttrekkingen als gevolg van verschuiving van gesubsidieerde activiteiten en in het groter geheel de werkwijze m.b.t. looptijdwijziging van subsidies is in nauwe samenspraak/samenwerking met de accountant tot stand gekomen.
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord 19-05-
2020
D66 9 Pg 37: Doorgaand op de eerdere vraag: Als er wordt gesteld dat de lasten niet zijn gerealiseerd en er dus ook geen onttrekking zou hoeven plaatsvinden, welke toch al niet was begroot, klopt het dat er nu onterecht € 1,1 mln. aan het resultaat is onttrokken en deze dus eigenlijk € 22,2 mln. bedraagt?
Nee, er is, conform met de account afgesproken werkwijze, een correctie doorgevoerd. Eerder genomen lasten en daaruit volgende onttrekking zijn gecorrigeerd
19-05- 2020
D66 10 Pg 42: Hoe kan het dat er in de eerste zin wordt gesteld dat er hogere lasten voor de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland zijn gemaakt en in de tweede zin juist lagere lasten? Op pg 41 lees ik alleen over lagere lasten.
De beide verklaringen voor de afwijkingen worden ieder voor zich gerelateerd aan een specifieke reserve. De beide reserves, Ontwikkelopgave Natuur en Natuurnetwerk Nederland, worden beide ingezet voor de realisatie van het NNN.
Wellicht was het beter geweest één toelichting te geven voor het verschil in de realisatie van het NNN en deze binnen de verklaring te splitsen naar de beide reserves.
19-05- 2020
D66 11 Pg 41 en 42: waarom wordt er € 8 ton minder onttrokken als de lasten € 6 ton lager zijn dan begroot? Bent u het met mij eens dat hierdoor het resultaat met € 2 ton wordt beïnvloed?
De lasten m.b.t. IODS zijn € 0,6 mln lager dan begroot. Ook de onttrekking aan de reserves (IODS en Groene Ambities) zijn € 0,6 mln lager.
De lagere onttrekking is verdeeld over de reserve IODS (€ 0,8 mln) en de reserve Groene Ambities (€ -0,3 mln). Afgerond is de mutaties van de subsidies € 0,6 mln lager.
19-05- 2020
D66 12 Pg 43: Verzoek om alert te zijn op de leesbaarheid van figuren. Bij volgende P&C-producten letten wij op een betere leesbaarheid van de figuren. Nadere toelichting op voortgang en resultaten is onder andere terug te vinden op de website van de provincie Zuid-Holland en op de Staat van Zuid-Holland. Vanuit de P&C-producten zullen we hier met links naar verwijzen.
20-05- 2020
VVD 9 Bij 1.1.1.2 staat beschreven dat er dit jaar geen
dijkversterkingsprogramma’s zijn aangeboden. Wat is de reden hiervan? Bij hoeveel plannen is de provincie niet betrokken en waarom niet?
Op dit moment zijn in Zuid-Holland geen dijktracés in de fase van goedkeuring van de plannen door GS. In het
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van het Rijk en Waterschappen wordt bepaald wanneer een dijktraject in aanmerking komt voor een
dijkversterking (onder andere gebaseerd op de toetsing aan de norm).
Ontvangen Partij Nr Vraag Antwoord 20-05-
2020
VVD 10 Wat gaan we doen met de vrijgekomen exploitatiekosten van de Zandmotor (€0,2 mln) en met de bijdrage van €0,1 mln die niet gebruikt voor de strategische verkenning klimaatadaptatie?
De lagere exploitatielasten voor de Zandmotor worden in 2019 niet onttrokken aan de reserve Zandmotor. De middelen zullen in latere jaren nodig zijn door de langere looptijd van de Zandmotor.
De € 0,1 mln voor strategische verkenning klimaatadaptatie is in 2019 niet aan de reserve (reserve Meerjarenplan bodemsanering) onttrokken. De activiteiten schuiven door naar 2020 (e.v.) en zullen dan worden onttrokken aan de reserve.
