• No results found

Eén Europa Programma van het Deense Voorzitterschap van de Europese Unie juli-december 2002

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Eén Europa Programma van het Deense Voorzitterschap van de Europese Unie juli-december 2002"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eén Europa

Programma

van het Deense Voorzitterschap van de Europese Unie

juli-december 2002

(2)

Productie:

© 2002

Het Koninklijke Deense ministerie van Buitenlandse Zaken Asiatisk Plads 2

DK - 1448 Kopenhagen K info@um.dk

www.eu2002.dk Grafische vormgeving:

Bysted HQ AS

(3)

Eén Europa

Programma van

het Deense Voorzitterschap van de Europese Unie

juli-december 2002

(4)

Eén Europa

4

1. Van Kopenhagen naar Kopenhagen

8

Het doel 8

De criteria van Kopenhagen 8

Vooruitgang tot dusver 8

De onderhandelingen 9

Uitbreiding zonder nieuwe scheidingslijnen 10

2. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

11 Versterkte inspanningen tegen internationaal terrorisme 11 Efficiëntere criminaliteitsbestrijding 12

Asiel en immigratie 13

3. Duurzame ontwikkeling

16

Meer mensen aan het werk, meer welvaart en

economische groei 16

Versterking van de mededinging en de interne markt 17 Een modern en coherent vervoersysteem 19 Ontwikkeling van de informatiemaatschappij 19 Grensoverschrijdende handhaving van rechten 20

Beter milieu 20

Gezondheid en veiligheid 21

4. Veilig voedsel

22

Vooruitgang bij de evaluatie halverwege van het

gemeenschappelijk landbouwbeleid 22

Voedselveiligheid en dierenwelzijn 22

De verdere ontwikkeling van de visserijsector 23

Een innovatieve levensmiddelensector 24

5. Globale verantwoordelijkheid

25

Europees veiligheids- en defensiebeleid 25 Militaire aspecten (bijdrage van Griekenland) 26

Civiele aspecten 26

Conflictpreventie 27

Liberalisering van de wereldhandel en hulp aan

ontwikkelingslanden 27

Bevordering van democratie en mensenrechten 28 Versterking van de betrekkingen van de EU met

derde landen en regio’s 29

Besluit

32

(5)

Eén Europa

De voornaamste prioriteit van het Deense voorzitterschap is het afronden van de uitbreidingsonderhandelingen met maximum 10 nieuwe lidstaten. Het is in Kopenhagen dat de voorwaarden voor toetreding tot de EU in 1993 werden gedefinieerd. En het is wellicht in Kopenhagen dat de onderhande- lingen over de uitbreiding nu in 2002 worden voltooid. Een geslaagde af- ronding van de uitbreidingsonderhandelingen zal bijdragen tot de vorming van één heel en ongedeeld Europa.

Het Deense voorzitterschap zal ook een aantal andere belangrijke onderwer- pen hoog op de agenda van de EU plaatsen. De EU moet resultaten voor- leggen op de talrijke en belangrijke gebieden waarop de problemen het best gemeenschappelijk worden opgelost. En de EU moet haar globale

verantwoordelijkheid opnemen en bijdragen tot internationale oplossingen voor internationale problemen.

De kernpunten van het Deense voorzitterschap zijn dus:

• Van Kopenhagen naar Kopenhagen

• Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

• Duurzame ontwikkeling

• Veilig voedsel

• Globale verantwoordelijkheid

– Van Kopenhagen naar Kopenhagen

Door de meer dan veertigjarige communistische overheersing in Midden- en Oost-Europa was Europa kunstmatig opgedeeld. De val van de muur bood de kans om Europa één te maken. De tijd is nu aangebroken om die kans te grijpen en de beloften die wij elkaar in Europa gedaan hebben, gestand te doen.

Het Deense voorzitterschap wil de uitbreidingsonderhandelingen met maxi- mum 10 landen vóór eind 2002 afronden. Daardoor zullen die landen in 2004 tot de EU kunnen toetreden. Bovendien moet er vooruitgang worden geboekt in de onderhandelingen met de landen die pas later klaar zullen zijn voor toetreding en moeten de banden met onze – oude en nieuwe – buren worden versterkt.

De toetredingsonderhandelingen afronden is geen taak die het Deense voorzitterschap alleen aankan. Het is een bijzonder grote uitdaging, die van eenieder een grote inzet en compromisbereidheid vereist. Iedereen dient de uitbreiding in haar juiste historische samenhang te zien en dienovereenkom- stig te handelen.

De uitbreiding is geen geschenk van het westen aan het oosten. De uitbrei- ding is in het belang van heel Europa. Samen kunnen wij aan een veilige en stabiele toekomst bouwen. En samen kunnen wij alle Europeanen economi-

(6)

sche welvaart en welzijn brengen. Zo zal eenieder in Europa baat hebben bij de uitbreiding.

– Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

Eenieder heeft recht op vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in zijn dage- lijks leven. Daarom moeten wij samen de strijd aanbinden met de onveilig- heid en onzekerheid die het gevolg zijn van grensoverschrijdende criminali- teit. Criminaliteit heeft vele gezichten: terrorisme, mensensmokkel, vrouwen- handel, drugscriminaliteit en kinderpornografie op internet. Criminaliteit is vaak internationaal georganiseerd en moet op Europees en op wereldniveau worden aangepakt. De gebeurtenissen van 11 september 2001 hebben de agenda veranderd. Het Deense voorzitterschap zal een hoge prioriteit toe- kennen aan de uitvoering van het EU-actieplan voor de strijd tegen het in- ternationale terrorisme en aan gemeenschappelijke initiatieven inzake poli- tiële en strafrechtelijke samenwerking. Er is eensgezindheid over in de EU dat gezamenlijk concreet moet worden opgetreden op het gebied van asiel en immigratie, met inbegrip van versterkte grenscontroles. Het voorzitter- schap zal dat gebied hoog op de agenda zetten.

– Duurzame ontwikkeling

Een sterke en concurrerende Europese economie is een voorwaarde voor voortgezette groei, welvaart en welzijn in onze landen. Bovendien moet de ontwikkeling op een duurzame leest worden geschoeid om het milieu, waar wij allen zo afhankelijk van zijn, te kunnen bewaren en verbeteren. Dat zijn kerntaken van alle Europese regeringen. Maar het zijn ook taken die een krachtdadig, gemeenschappelijk optreden van de EU vergen. Nu de euro een tastbare realiteit is, komt het erop aan de vruchten te plukken. Wij moeten de nadruk leggen op de inspanningen van de lidstaten om de arbeidsparti- cipatie te vergroten, een duurzame economie te waarborgen en om schade- lijke belastingconcurrentie en belastingvlucht tegen te gaan, zodat er nog middelen overblijven voor welzijn wanneer de bevolking vergrijst. Wij moeten de concurrentie en de individuele keuzevrijheid aanscherpen via liberalisering en een consequente doorvoering van de interne markt. Een goed milieu en een goede economie zijn onderling verbonden. Daarom moeten wij het duurzame-ontwikkelingsdoel zowel in de EU als op wereldniveau omzetten in praktische resultaten.

– Veilig voedsel

Uit een aantal gebeurtenissen van de afgelopen jaren is duidelijk gebleken dat er behoefte is aan gezond en veilig voedsel. Als consumenten moeten wij erop kunnen vertrouwen dat het voedsel dat geproduceerd wordt en dat wij in de winkels kunnen kopen, aan de hoogste normen voldoet. Daartoe zijn gemeenschappelijke oplossingen voor gemeenschappelijke problemen nodig. Voedselveiligheid – van boer tot bord – is daarom een bijzonder be- langrijke opdracht voor de EU. Tegelijkertijd dient het gemeenschappelijk landbouwbeleid opnieuw onder de loep te worden genomen zodat wij het verder in een marktgerichte en groene richting kunnen blijven ontwikkelen.

(7)

Ook bestaat er behoefte aan een nieuw visserijbeleid, dat recht doet aan de belangen van de vissers en tegelijkertijd waarborgt dat er ook in de toe- komst genoeg vis in de zee zal zijn. Voedsel, landbouw en visserij zijn daar- om bijzonder belangrijke onderwerpen voor het Deense voorzitterschap.

– Globale verantwoordelijkheid

In een wereld die steeds kleiner wordt, zijn fanatisme en armoede de groot- ste bedreiging voor de globale veiligheid. Voor Europa, met zijn sterke tradi- tie op het gebied van democratie en eerbied voor de mensenrechten, is er in het streven naar vrede en ontwikkeling een natuurlijke rol en plicht wegge- legd. De nauwe trans-Atlantische banden stoelen op die gemeenschappelij- ke waarden en belangen. Het Deense voorzitterschap zal niets onverlet laten om ervoor te zorgen dat Europa in nauwe samenwerking met gelijkgezinden een actieve globale rol kan spelen – niet in de laatste plaats in de strijd te- gen het terrorisme. De Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling in Johan- nesburg is een uitgelezen kans om de globale dialoog en verstandhouding te bevorderen. Het voorzitterschap zal er specifiek naar streven dat tijdens de top een wereldwijde overeenkomst tot stand komt waarin concrete vooruit- gang en wederzijdse verplichtingen worden vastgesteld. Dialoog en weder- kerigheid zullen ook centraal staan tijdens de ASEM 4-topontmoeting in Ko- penhagen, waar de betrekkingen tussen Azië en Europa verder zullen worden versterkt.

* * *

Het Deense voorzitterschap zal worden gekenmerkt door openheid. De Eu- ropese burgers en de pers zullen de werkzaamheden in de EU op de voet kunnen volgen. Op de homepage van het voorzitterschap eu2002.dk zal iedereen passende en eenvoudig toegankelijke informatie kunnen vinden.

Het wetgevingswerk van de EU moet zoveel mogelijk voor het publiek wor- den opengesteld.

Het Deense voorzitterschap zal werk maken van de wijzigingen in de Raad waartoe tijdens de Europese Raad van Sevilla is besloten, teneinde de Raad zoveel als praktisch mogelijk is op de uitbreiding voor te bereiden. De bijeenkomsten van de Europese Raad in Brussel en Kopenhagen zullen daar- om in het licht van die besluiten worden georganiseerd. De nadruk zal meer komen te liggen op het bereiken van resultaten en het uitstippelen van be- leidslijnen voor de ontwikkeling van de EU. Het aantal Raadsformaties zal beperkt worden. Het besluit houdt ook een grotere transparantie van de wetgevingsactiviteit van de EU in.

Ten slotte moet de discussie over de toekomst van de EU het nodige elan krijgen. Dat is de taak van de Conventie, die de intergouvernementele con- ferentie in 2004 moet voorbereiden. Het Deense voorzitterschap zal tijdens

(8)

de bijeenkomsten van de Europese Raad in Brussel en Kopenhagen een stand van zaken maken. Daarbij wordt onder meer gestreefd naar meer dui- delijkheid over de taken van de EU, grotere transparantie en meer democra- tie. De nationale parlementen en het Europees Parlement spelen in dat ver- band een belangrijke rol in het streven om de Unie dichter bij de burgers te brengen.

Om voortgang te maken met de onderwerpen die op de agenda van de EU staan, moeten de instellingen samenwerken. Dat geldt voor het dagelijkse wetgevende werk én voor de verwezenlijking van het gemeenschappelijke historische project – de uitbreiding van de EU. Het Deense voorzitterschap streeft daarom naar nauwe samenwerking met het Europees Parlement en de Commissie.

* * *

Het Deense parlement, de Folketing, heeft besloten tijdens het voorzitter- schap een hele reeks ontmoetingen te organiseren om de parlementaire dimensie van de EU-samenwerking te versterken. Zo zullen in de Folketing verscheidene grote vergaderingen worden gehouden over actuele EU-onder- werpen, waaraan parlementsleden van de huidige lidstaten én de kandidaat- lidstaten zullen deelnemen. Een aantal van die vergaderingen vindt plaats in het kader van de inmiddels traditionele parlementaire samenwerking – on- der meer de halfjaarlijkse conferentie van de organen van de nationale par- lementen die gespecialiseerd zijn in communautaire aangelegenheden (de zogenaamde COSAC-conferenties).

(9)

De topprioriteit

Voorwaarden voor lidmaatschap: de criteria

van Kopenhagen

De kandidaat-lidstaten hebben veel vooruitgang geboekt

1. Van Kopenhagen naar Kopenhagen

Dankzij onder meer de indrukwekkende hervormingsinspanningen in de kandidaat- lidstaten zijn de uitbreidingsonderhandelingen nu zo ver gevorderd dat de beloften inzake EU-lidmaatschap gestand moeten worden gedaan. De onderhandelingen met maximaal tien landen moeten vóór eind 2002 worden afgerond, zodat de eerste landen, zoals beloofd, in 2004 lid kunnen worden van de EU. Tegelijkertijd moet er zoveel mogelijk vooruitgang worden geboekt in de onderhandelingen met de landen die pas later klaar zullen zijn voor het lidmaatschap van de EU. De afronding van de onderhandelingen is een moeilijke opgave, die van alle partijen politieke wil en compromisbereidheid zal vergen.

Het doel

De uitbreiding is de allerbelangrijkste opdracht voor het Deense voorzitter- schap. Het doel van het voorzitterschap is de toetredingsonderhandelingen met maximaal tien landen af te ronden vóór eind 2002. Tegelijkertijd moet er zoveel mogelijk vooruitgang worden geboekt in de onderhandelingen met de landen die de onderhandelingen niet tijdens het Deense voorzitterschap afsluiten.

De voorwaarden voor toetreding tot de EU de zogenaamde criteria van Ko- penhagen werden vastgesteld tijdens de Europese Raad van Kopenhagen in 1993. Nu, bijna tien jaar later, hebben wij de kans om de cirkel rond te ma- ken: van Kopenhagen naar Kopenhagen.

De criteria van Kopenhagen

In de criteria van Kopenhagen zijn de voorwaarden vastgelegd waaraan de kandidaat-lidstaten moeten voldoen om lid te worden van de EU. Er worden eisen gesteld inzake een stabiele politieke democratie, inzake de bescher- ming van minderheden en de eerbiediging van de mensenrechten. Boven- dien moeten de landen een goed functionerende markteconomie hebben en economisch sterk genoeg staan om de concurrentiedruk in de interne markt van de EU het hoofd te kunnen bieden. Ten slotte moeten de nieuwe lidsta- ten de verplichtingen van het EU-lidmaatschap op zich kunnen nemen. Dat houdt in dat zij de zeer uitgebreide EU-regelgeving moeten opnemen in hun nationale wetgeving en dat nieuwe wetgeving moet worden nageleefd.

Vooruitgang tot dusver

De criteria van Kopenhagen zijn een leidraad geweest voor het hervormings- proces dat de kandidaat-lidstaten hebben ingezet om aan de voorwaarden voor lidmaatschap van de EU te voldoen. Het voldoen aan de voorwaarden is een bijzonder veeleisende opgave, die aanpassingen in alle geledingen van de samenleving vereist. De kandidaat-lidstaten hebben een indrukwekkende vooruitgang geboekt. De Commissie heeft dat meermaals bevestigd, onder meer in haar voortgangsverslagen van november 2001. In heel wat kandi- daat-lidstaten is het hervormingsproces nu zo ver gevorderd dat de Com- missie in oktober 2002 zal aangeven met welke landen de onderhandelin-

(10)

EU vastbesloten de onder- handelingen tot een goed einde te brengen

gen eind 2002 kunnen worden afgesloten. Tien van de kandidaat-lidstaten voldoen thans bijna aan de voorwaarden voor lidmaatschap van de EU.

De basis voor het feit dat de toetredingsonderhandelingen met de eerste kandidaat-lidstaten tijdens het Deense voorzitterschap zullen kunnen wor- den afgesloten, is gelegd tijdens vorige voorzitterschappen. De toetredings- onderhandelingen met Cyprus, Estland, Polen, Slovenië, Tsjechië en Honga- rije werden in 1998 geopend. Het besluit inzake de opening van toetredings- onderhandelingen bepaalde eveneens het kader voor de actieve deelname van de overige kandidaat-lidstaten aan het uitbreidingsproces. Dat proces en het tempo van het hervormingsproces in de kandidaat-lidstaten leidden ertoe dat de onderhandelingen met Bulgarije, Malta, Letland, Litouwen, Roemenië en Slowakije in februari 2000 konden worden geopend.

Tijdens het eerste semester van 2001 slaagde het Zweedse voorzitterschap erin een doorbraak te bereiken in het uitbreidingsproces. Het Belgische voorzitterschap hield de vaart erin. Als gevolg daarvan kon aan het einde van het Belgische voorzitterschap in december 2001 met eensgezindheid wor- den onderstreept dat de EU vastbesloten is de toetredingsonderhandelin- gen met de kandidaat-lidstaten die er klaar voor zijn tegen eind 2002 tot een goed einde te brengen, zodat die landen in 2004 als lidstaat kunnen deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. Voor het eerst werden de tien landen die naar verwachting klaar kunnen zijn expliciet ge- noemd: Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië, Tsjechië en Hongarije. In het eerste semester van 2002 heeft het Spaanse voorzitterschap nog aanzienlijke vooruitgang geboekt in de onderhandelin- gen. Tijdens de Europese Raad van Sevilla is een tijdschema vastgesteld om de onderhandelingen eind 2002 af te sluiten. De Europese Raad moet tij- dens zijn bijeenkomst in het najaar van 2002 vaststellen met welke kandi- daat-lidstaten de onderhandelingen kunnen worden afgesloten. Bovendien moet de EU haar standpunt over alle financiële vraagstukken in verband met de uitbreiding bepalen, zodat het uiterlijk in de eerste dagen van november aan de kandidaat-lidstaten kan worden voorgelegd.

De tijd is nu aangebroken om de laatste stappen te zetten en de beloften over lidmaatschap van de EU gestand te doen.

De onderhandelingen

Dankzij de vooruitgang die de kandidaat-lidstaten in het hervormingsproces hebben geboekt, konden de onderhandelingen over de meeste gebieden van de EU-samenwerking worden afgesloten. Het is die vooruitgang die het mogelijk kan maken de onderhandelingen met de eerste landen vóór eind 2002 tot een goed einde te brengen. Voor het zover is, moeten nog enkele moeilijke onderwerpen worden behandeld. Dat geldt in de eerste plaats voor de deelname van de kandidaat-lidstaten aan het gemeenschappelijk land- bouwbeleid. Om de onderhandelingen te kunnen afsluiten zullen zowel de huidige als de toekomstige lidstaten blijk moeten geven van een constructie-

(11)

Steun van de bevolking – een hoeksteen

Eigen inspanningen bepalend voor de

vooruitgang

Het uitbreidingsverdrag wordt opgesteld

Niet alle kandidaat-lid- staten zijn nu al klaar

Turkije maakt deel uit van het uitbreidingsproces

De buurlanden van de EU

ve houding en compromisbereidheid. Voor de Commissie is een belangrijke taak weggelegd bij het bevorderen van dat proces. De kandidaat-lidstaten dienen voort te werken aan het vervullen van de voorwaarden voor het lid- maatschap en het afronden van nog onvoltooide hervormingen, zoals de ontwikkeling van bestuurlijke capaciteit.

Steun onder de bevolking is een hoeksteen van het uitbreidingsproces. Na de afsluiting van de toetredingsonderhandelingen moet er in een aantal kan- didaat-lidstaten een referendum worden gehouden over lidmaatschap van de EU. Het Deense voorzitterschap zal zich er krachtig voor inzetten om de laatste fase van de toetredingsonderhandelingen zodanig te doen verlopen dat de steun onder de bevolking, zowel in de kandidaat-lidstaten als in de huidige lidstaten bewaard blijft.

Bepalend voor de vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen blijven de eigen inspanningen van de kandidaat-lidstaten. Dat geldt ook voor de landen die pas in 2000 met de onderhandelingen zijn begonnen. Zij hebben de kans om de landen die in 1998 met de onderhandelingen zijn begonnen, in te halen. In de praktijk is dat gebeurd.

Het Spaanse voorzitterschap is begonnen met het opstellen van het uitbrei- dingsverdrag. Die werkzaamheden zullen tijdens het Deense voorzitterschap worden voortgezet, zodat het verdrag zo spoedig mogelijk na de afronding van de onderhandelingen kan worden ondertekend.

Uitbreiding zonder nieuwe scheidingslijnen

Verwacht wordt dat niet alle kandidaat-lidstaten die nu onderhandelingen voeren de toetredingsonderhandelingen tijdens het Deense voorzitterschap kunnen afsluiten. Daarom moet een bijzondere inspanning worden geleverd om de vooruitgang van die landen naar het lidmaatschap te continueren en te versterken. Dat geldt voor Bulgarije en Roemenië. Voor die landen moet een draaiboek voor de verdere onderhandelingen worden opgesteld. Het Deense voorzitterschap zal ervoor ijveren om de onderhandelingen met die landen in snel tempo voort te zetten, zodat hun vooruitzicht op het lidmaat- schap van de EU duidelijk gehandhaafd blijft.

Turkije maakt, als kandidaat-lidstaat, deel uit van het uitbreidingsproces van de EU. Net als andere kandidaat-lidstaten moet Turkije de politieke voor- waarden voor lidmaatschap vervullen om lidmaatschapsonderhandelingen te kunnen openen. Denemarken zal de inspanningen om Turkije nader tot de EU te brengen voortzetten tijdens zijn voorzitterschap.

Samen met de uitbreiding zal de EU haar banden met Rusland en de landen die de ”nieuwe” oosterburen van de EU worden, nauwer aanhalen. Het gaat om Oekraïne, Belarus en Moldavië. Het voorzitterschap zal er voor zorgen dat de uit- breiding geen nieuwe scheidingslijnen in Europa tot stand brengt en er toe bij- dragen dat de enorme kansen die de uitbreiding biedt ten volle worden benut.

(12)

EU-actieplan

Versterking van de centrale rol van de EU

EU neemt het voortouw

2. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid kunnen niet door de lidstaten alleen wor- den verwezenlijkt. De veiligheid en beveiliging van de burgers is een zaak van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, waarvoor gemeenschappelijk optreden vereist is. Het betreft met name de voortzetting van de strijd tegen het internatio- nale terrorisme, na de terroristische aanslagen van 11 september, en de verster- king van het optreden tegen grensoverschrijdende criminaliteit. Tegelijkertijd moeten de werkzaamheden voor een gemeenschappelijk Europees asiel- en immi- gratiebeleid worden versneld, met volledige inachtneming van internationale over- eenkomsten. Onderdanen van derde landen die hier legaal verblijven, moet een rechtvaardige behandeling worden gewaarborgd. De samenwerking bij de controle van de buitengrenzen van de EU moet worden versterkt. Illegale immigratie en mensensmokkel moeten worden bestreden. Het immigratiebeleid moet een grotere rol spelen in het buitenlands beleid van de EU.

Versterkte inspanningen tegen internationaal terrorisme

De strijd tegen het internationale terrorisme zal hoog op de agenda blijven staan tijdens het Deense voorzitterschap van de EU. De verhoogde inspan- ningen na de terroristische aanslagen van 11 september 2001, op basis van het EU-actieplan, moeten als volgt worden uitgevoerd:

Versterking van de centrale rol van de EU door:

• Meer aandacht in het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU voor de strijd tegen het terrorisme.

• Stelselmatige evaluatie van de inspanningen van derde landen in de strijd tegen het terrorisme.

• Opneming van anti-terrorismeclausules in overeenkomsten met derde landen.

De EU moet in de VN en andere internationale fora het voortouw nemen door:

• Voortzetting van de internationale coalitie tegen het terrorisme en samenwerking met de VS.

• Afsluiting van de onderhandelingen over een algemeen verdrag tegen het terrorisme en universele toetreding tot de 12 bestaande VN-overeen- komsten inzake de bestrijding van specifieke terroristische daden.

• Wereldwijde uitvoering van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en voortzetting van de werkzaamheden inzake de bevriezing van tegoeden van terroristen.

• Resultaten van de EU-initiatieven ter voorkoming van terrorisme op het gebied van ontwapening, non-proliferatie en exportcontrole.

• Verbeterde samenwerking bij de bescherming van de bevolking tegen eventuele biologische, chemische en nucleaire aanvallen.

(13)

Ontwikkeling van nieuwe instrumenten

Versterking van de politiële en strafrechtelijke samenwerking.

Tussentijdse evaluatie van het EU-actieplan inzake drugs

Effectieve rechtshandhaving

Ontwikkeling van nieuwe instrumenten ter bestrijding van het terrorisme, waaronder:

• Opstelling van een gemeenschappelijk overzicht van de modus operandi van terroristen. Het overzicht moet de voorkoming en bestrijding van het terrorisme vergemakkelijken.

• Sluiting van een samenwerkingsovereenkomst met de VS inzake uitleve- ring en wederzijdse rechtshulp in strafzaken.

Het Deense voorzitterschap zal actief proberen internationale erkenning te winnen voor het feit dat de strijd tegen het terrorisme ook moet worden gevoerd via een actief en efficiënt ontwikkelingsbeleid en dito ontwikkelings- hulp. Steun voor armoedebestrijding, bevordering van de democratie en eer- biediging van de mensenrechten kunnen ertoe bijdragen dat aan fundamen- talisme en politiek geweld de voedingsbodem wordt ontnomen.

Efficiëntere criminaliteitsbestrijding

De uitbreiding van de EU zal ook op politieel en strafrechtelijk gebied een belangrijke prioriteit voor het voorzitterschap zijn. De politiële en straf- rechtelijke samenwerking moeten worden versterkt om de grensoverschrij- dende criminaliteit efficiënter te kunnen bestrijden. Als de Europese Unie met een aantal nieuwe lidstaten wordt uitgebreid, moet ook de samenwer- king inzake grenscontroles worden versterkt. Daartoe is een snelle en veilige uitwisseling van informatie tussen de lidstaten vereist. Ter versterking van de samenwerking zal er tijdens het Deense voorzitterschap een grote inspan- ning worden geleverd om het elektronische Schengeninformatiesysteem (SIS II) verder te ontwikkelen. Versterking van de centrale rol van de EU

Drugscriminaliteit blijft een ernstig probleem. Kenmerkend voor deze criminaliteit is haar grensoverschrijdende karakter. Er moet een tussentijdse evaluatie worden gemaakt van het EU-actieplan inzake drugs om na te gaan hoever de lidstaten gevorderd zijn met de verwezenlijking van de doelstellin- gen van het actieplan. Het Deense voorzitterschap zal er voor ijveren dat beleidslijnen en -prioriteiten worden bepaald om de werkzaamheden op het gebied van drugs voort te zetten. Bovendien zal een initiatief worden inge- diend ter versterking van de inspanningen voor de behandeling van crimine- le drugsgebruikers in verband met de strafuitvoering.

Een effectieve rechtshandhaving vereist onder meer een vereenvoudigde toegang tot gegevensuitwisseling tussen politie en openbaar ministerie e.a.

in de lidstaten. Daarom zal het voorzitterschap zich inzetten voor betere mogelijkheden – zowel technische als juridische – tot elektronische gegevensuitwisseling tussen politie en openbaar ministerie in de lidstaten, die met name ook behelst vingerafdrukken en gegevens over eerdere straf- rechtelijke veroordelingen.

(14)

Verbetering van de rechten

Douanesamenwerking Voor het rechtsgevoel van de burgers is het van essentieel belang dat straf-

rechtelijke beslissingen die in één lidstaat gegeven zijn, in een andere lid- staat ten uitvoer kunnen worden gelegd (wederzijdse erkenning). Daarom zal het voorzitterschap de werkzaamheden op dit gebied voortzetten. De nadruk zal daarbij liggen op geldboeten en beslissingen inzake de confisca- tie van voorwerpen. Het voorzitterschap zal bovendien streven naar versterk- te samenwerking met betrekking tot de ontzetting van rechten.

Een hardere aanpak van criminaliteit vereist nauwe samenwerking met een aantal derde landen. Het voorzitterschap zal in dat verband bijzonder belang hechten aan de voorkoming en bestrijding van de handel in vrouwen en de seksuele uitbuiting van kinderen.

In het kader van de algemene versterking van de activiteiten op dit gebied zal het voorzitterschap bovendien:

• De besprekingen over de herziening van de Overeenkomst inzake de Eu- ropese Politiedienst (Europol) voortzetten.

• Samenwerking opzetten om overvallen op vrachtwagenbestuurders te voorkomen en te bestrijden.

• IJveren voor meer samenwerking om op gemeenschappelijke basis politie- verbindingsfunctionarissen in derde landen in te schakelen.

• De besprekingen over de onderlinge aanpassing van de strafwetgevingen en de sancties van de lidstaten op gebieden van grensoverschrijdend be- lang, zoals computercriminaliteit, racisme en vreemdelingenhaat, en cor- ruptie in de privésector, voortzetten.

• De samenwerking versterken bij het onderzoek naar oorlogsmisdrijven en soortgelijke ernstige misdrijven.

Douanesamenwerking is een wezenlijk onderdeel van de strijd tegen grens- overschrijdende criminaliteit. Die strijd moet worden opgevoerd. In het ka- der daarvan zal het Deense voorzitterschap:

• Voortgaan met de uitvoering van Napels II, die de politie o.m. de moge- lijkheid moet bieden om grensoverschrijdende achtervolgingen uit te voeren.

• Voortgaan met de uitvoering van de overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied (DIS-overeenkomst), die moet zorgen voor efficiëntere samenwerkings- en controleprocedures in verband met de opsporing en de vervolging van ernstige inbreuken op de nationale wet- geving.

• De opstelling van een actieplan bevorderen om te waarborgen dat de douaneautoriteiten de buitengrenzen van de EU na de uitbreiding effec- tief kunnen beschermen.

Asiel en immigratie

Het asiel- en immigratiebeleid is een belangrijk onderdeel van de inspannin- gen om van de EU een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te maken – ook voor de onderdanen van derde landen die legaal in de EU ver-

(15)

Gemeenschappelijke definitie van het begrip vluchteling

Versterking van de grenscontroles

blijven. De Europese Raad heeft in Sevilla besloten de samenwerking op die gebieden te versterken. Het Deense voorzitterschap zal zorgen voor de be- sluiten van de beslissingen van Sevilla.

Om de doelstellingen op asiel- en immigratiegebied te verwezenlijken zal het voorzitterschap voortgaan met de lopende en veelomvattende werkzaamhe- den op basis van reeds vastgestelde richtsnoeren voor de uitvoering van de bepalingen van het EG-Verdrag met betrekking tot asiel en immigratie. Het voorzitterschap zal ervoor zorgen dat de onderhandelingen over de vele Commissievoorstellen ter uitvoering van de Verdragsbepalingen over asiel en immigratie, efficiënt en evenwichtig verlopen.

Een van de hoekstenen van een gemeenschappelijk Europees asielbeleid is het vaststellen van nieuwe regels om te bepalen wie verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek (Dublin II). Het voorzitterschap zal zich daarom bijzonder inzetten om overeenstemming te bereiken over het Com- missievoorstel dienaangaande.

Verder is het van essentieel belang een gemeenschappelijke definitie van het begrip ”vluchteling” en andere vormen van bescherming vast te stellen.

Daarom zal het voorzitterschap voorrang verlenen aan de werkzaamheden om vooruitgang te boeken en overeenstemming te bereiken op basis van het richtlijnvoorstel van de Commissie.

Onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidsta- ten verblijven moeten een rechtvaardige behandeling krijgen. Het is belang- rijk dat wordt voorzien in een effectief integratiebeleid. Het doel zou moeten zijn dat onderdanen van derde landen rechten en plichten worden verleend die vergelijkbaar zijn met die van EU-burgers. Vanuit dat uitgangspunt zal het voorzitterschap de besprekingen over het Commissievoorstel over de rechten, de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen voortzetten. In dat kader zal er ook aandacht zijn voor de integratie van on- derdanen van derde landen in de Europese samenleving.

De beveiliging van de Europese grenzen ligt de Europese burgers na aan het hart. Een van de voorwaarden voor een veilig en betrouwbaar gemeen- schappelijk reisgebied binnen de grenzen van de EU is dat de samenwerking inzake de controle van de buitengrenzen (Schengensamenwerking) goed blijft functioneren. De uitbreiding van de EU houdt nieuwe uitdagingen in voor de controle van de buitengrenzen. Het voorzitterschap zal een hoge prioriteit toekennen aan het versterken en het efficiënter maken van de con- trole van de buitengrenzen en zal daarom de besprekingen over de verdere ontwikkeling van de Schengensamenwerking voortzetten, met inbegrip van de instelling van een Europese gegevensbank over visa.

(16)

Effectieve aanpak van de migratiestromen

Nadruk op integratie De waarborging van een efficiënte controle van de buitengrenzen vereist een

gemeenschappelijke aanpak op een hele reeks van gebieden, met als uitgangspunt de conclusies van de Europese Raad van Sevilla. Tijdens het Deense voorzitterschap zal de nadruk komen te liggen op de uitvoering van een aantal praktische maatregelen – gezamenlijke operaties aan de buiten- grenzen, proefprojecten en de oprichting van een netwerk van verbindings- officieren. Tegelijkertijd zal het voorzitterschap zich onder meer inzetten voor de opstelling van een gemeenschappelijk risicoanalysemodel om de zwakke plekken in de controle van de buitengrenzen van de EU op te spo- ren.

Een effectieve aanpak van de migratiestromen en de bestrijding van illegale immigratie en mensensmokkel zijn ook belangrijke onderdelen van het EU- beleid. Het voorzitterschap zal het Actieplan ter bestrijding van illegale im- migratie en mensenhandel in de EU verder uitvoeren. Er zal ook gevolg wor- den gegeven aan het Groenboek van de Commissie over een communautair terugkeerbeleid. De sluiting van overnameovereenkomsten tussen de Ge- meenschap en derde landen is een onderdeel van dat beleid. Het voorzitter- schap zal ijveren voor de bespoediging van de sluiting van de overname- overeenkomsten waarover onderhandeld wordt, en zal zich actief inzetten voor de goedkeuring van nieuwe mandaten met het oog op onderhandelin- gen over overnameovereenkomsten met bepaalde andere landen.

Bovendien zal het voorzitterschap ernaar streven dat in alle toekomstige door de EU gesloten samenwerkings- en associatieovereenkomsten een be- paling wordt opgenomen over de gemeenschappelijke aanpak van de migra- tiestromen en de overname van illegale immigranten. Dergelijke bepalingen zullen aansluiten bij het principebesluit van de Europese Raad van Sevilla.

De samenwerking op dit gebied zal voortaan een belangrijk onderdeel vor- men van de samenwerking van de EU en de lidstaten met derde landen. Dat geldt ook voor de mogelijkheid om maatregelen te nemen ingeval een derde land ten onrechte te weinig medewerking heeft verleend.

Het Deense voorzitterschap zal kwesties die verband houden met migratie en migratiestromen verder in het buitenlands beleid van de EU blijven inte- greren en een discussie over de relatie tussen armoedebestrijding en migra- tie op de agenda van de EU plaatsen, met name de inspanningen om con- flicten te voorkomen. Tenslotte zal het voorzitterschap ijveren voor een beter begrip van het belang van optreden in de omliggende gebieden.

(17)

Meer mensen aan het werk en minder werklozen

3. Duurzame ontwikkeling

Economische welvaart is gebaseerd op goede voorwaarden voor individuele bur- gers en bedrijven. Werken moet de moeite lonen. De mededinging moet vrijer wor- den met betere en goedkopere goederen. Wij moeten een consequent beleid voeren ter bevordering van duurzame ontwikkeling. Het moet gemakkelijker worden over de grenzen heen rechtszaken te voeren, bijvoorbeeld in invorderingszaken of om- gangskwesties. De belangrijkste grondstoffen van Europa zijn kennis, onderwijs, onderzoek en ideeën. Die moeten wij samen versterken, in plaats van elkaar de loef af te steken met oneerlijke belastingconcurrentie en staatssteun.

Meer mensen aan het werk, meer welvaart en economische groei

Een van de grootste uitdagingen voor de Europese economieën in de ko- mende jaren is meer mensen aan het werk te krijgen en de werkloosheid duurzaam te doen afnemen. Dat zal ertoe bijdragen dat de welvaart groter wordt en de houdbaarheid van de Europese welvaartsmaatschappijen ge- waarborgd wordt in het licht van de vergrijzing.

Om de welvaart in de toekomst te kunnen waarborgen moet ervoor worden gezorgd dat werken de moeite loont en dat veel meer mensen hun weg vin- den van passieve voorzieningen naar de arbeidsmarkt. De werkzame beroepsbevolking moet worden gestimuleerd om meer en langer te werken.

Dat is ook een voorwaarde om ervoor te zorgen dat Europa niet achterop komt in de globale wedloop met o.m. de VS. De lidstaten moeten daarom nagaan in hoeverre hun belastingen en uitkeringen en hun regels voor uit- treding uit de arbeidsmarkt aanpassing behoeven.

ieder EU-land is zelf verantwoordelijk voor het aangaan van de uitdagingen meer mensen aan een baan te helpen en een duurzame economie te waar- borgen. Toch is efficiënte samenwerking op het gebied van het economisch beleid in de EU belangrijk om die doelstellingen te bereiken, aangezien lan- den met ongeveer dezelfde uitdagingen te maken hebben. De lidstaten moe- ten beter samenwerken en eenvoudiger methoden gebruiken bij de samen- werking. Het centrale samenwerkingsinstrument blijven de zogenaamde glo- bale richtsnoeren voor het economisch beleid, waarbij de landen samenwer- ken door aanbevelingen uit te wisselen over de middelen die nodig zijn om de doelstellingen te bereiken.

Het Deense voorzitterschap zal:

• De samenwerking op het gebied van het economisch beleid verbeteren door meer nadruk te leggen op hetgeen de landen feitelijk doen om meer mensen aan het werk te krijgen en om een gezonde en duurzame econo- mie te waarborgen. Dat is belangrijker dan steeds meer nieuwe doelen te stellen.

• iJveren voor een grotere eenvoud en coherentie in de samenwerkings- methoden, zodat doublures en nodeloze bureaucratie vermeden worden.

(18)

Het belastingpakket moet de financiering van de welvaartstaat verzekeren

De interne markt ten voordele van consumenten én ondernemingen

• iJveren voor een vereenvoudiging van de EU-werkgelegenheidsstrategie, die in de eerste plaats moet waarborgen dat de EU-landen meer mensen aan het werk krijgen.

Het Deense voorzitterschap zal er actief aan werken dat de EU de bespre- kingen over het belastingpakket zoals overeengekomen vóór eind 2002 af kan ronden. Het belastingpakket beoogt onder meer de financiering van de welvaartstaat in de EU-landen te waarborgen. Het belastingpakket moet er- toe bijdragen dat de belastingstelsels van de lidstaten de interne markt van de EU ondersteunen. Het belastingpakket moet ook zó zijn samengesteld dat de lidstaten geen oneerlijke middelen gebruiken om bedrijven en kapi- taal aan te trekken ten nadele van andere landen en dat dubbele belasting wordt vermeden. Het belastingpakket moet ook waarborgen dat particulie- ren geen belasting ontduiken door spaargelden in andere landen onder te brengen. Daarom moeten de landen informatie uitwisselen over buitenland- se spaargelden. Dat is ook belangrijk voor de bestrijding van economische criminaliteit, zoals het witwassen van geld en de financiering van het ter- rorisme.

Het Deense voorzitterschap hecht er voorts aan dat de lidstaten zoals afge- sproken – tegelijk met de openstelling van de energiemarkten – overeen- stemming bereiken over een gemeenschappelijke regeling voor energie- belasting met minimumtarieven voor energieheffingen in de EU. Dit zal leiden tot meer gelijkheid in de mededingingsvoorwaarden voor de onder- nemingen in de EU en ertoe bijdragen dat de milieudoelstellingen van de EU op de economisch efficiëntste manier kunnen worden bereikt. Milieupro- blemen zijn grensoverschrijdend en milieuheffingen moeten daarom op EU- niveau worden overeengekomen.

Versterking van de mededinging en de interne markt

De consumenten moeten profijt kunnen trekken van een goed functioneren- de interne markt voor verzekeringen, consumentenkrediet, pensioenen, effecten en andere grensoverschrijdende financiële diensten. De gemeen- schappelijke munt maakt dit nog actueler. Meer concurrentie leidt tot lagere kapitaalkosten voor ondernemingen, hogere rendementen voor investeer- ders en daardoor betere pensioenen. Algemeen gezien moet er tijdens het Deense voorzitterschap aanzienlijke vooruitgang worden geboekt met de aanneming van de 16 op stapel staande financiële en consumentgerichte richtlijnen.

Het voorzitterschap zal de werkzaamheden om meer concurrentie tot stand te brengen ten voordele van ondernemingen en consumenten hoog op de agenda plaatsen. Dit zal gebeuren door:

• Een modernisering van de mededingingsregels van de EU, zodat mede- dingingszaken snel en efficiënt kunnen worden afgewikkeld.

(19)

Eenvoudiger en duidelijker regels

Eén interne energiemarkt

• Een vereenvoudiging van de EU-richtlijnen over openbare aanbestedings- procedures, zodat ondernemingen gemakkelijker kunnen inschrijven op openbare aanbestedingen in andere landen. Dit zal de concurrentie aan- scherpen, de groei doen toenemen en ervoor zorgen dat overheid en burgers meer waar voor hun geld krijgen.

• Verdere besprekingen over vermindering van de staatssteun en de gevol- gen daarvan voor de mededinging, zodat de steunverleningsvormen die de mededinging het meest verstoren, op termijn worden teruggeschroefd of volledig afgeschaft.

Verbruikers, ondernemingen en werknemers moeten profijt kunnen trekken van een interne markt zonder grenzen, met eenvoudigere en betere regels.

De consumenten moeten in de EU een hoog beschermingsniveau genieten.

Het voorzitterschap zal ijveren voor de instelling van zo goed mogelijke voorwaarden voor ondernemingen in de EU, met bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf. Het is van wezenlijk belang dat de EU zo een- voudig en duidelijk mogelijke regels gebruikt, zodat ondernemingen en con- sumenten niet in het ongewisse verkeren over het hoe en waarom van de regels. Het moet voor werknemers in loondienst en voor zelfstandige werk- nemers eenvoudiger worden om in andere lidstaten aan de slag te gaan.

Ook blijft een bijzondere inspanning nodig voor de zwakke groepen aan de rand van de arbeidsmarkt en de samenleving. Ondernemingen moeten actief bij dat proces worden betrokken.

Het Deense voorzitterschap zal ijveren voor:

• Betere en eenvoudigere EU-regels, die effectief en voorspelbaar worden toegepast en eenvormig worden gehandhaafd, zodat de administratieve lasten worden verlicht.

• Het vergemakkelijken van het opstarten en exploiteren van een onder- neming in de EU, met inbegrip van de toegang tot risicokapitaal.

• De bevordering van de interne markt voor diensten.

• Modernisering en vereenvoudiging van de socialezekerheidsregeling van migrerende werknemers en een meer eenvormige, doorzichtige en flexibe- le wederzijdse erkenning van beroepsopleidingen.

• Een vereenvoudiging van de voorschriften inzake het vrij verkeer van per- sonen.

• EU-voorschriften inzake goed marktgedrag.

• De integratie van het gelijkekansenaspect.

Ook op het gebied van energie moet de interne markt tot stand worden gebracht door:

• Een besluit te nemen over wijziging van de bestaande elektriciteits- en gasrichtlijnen, zodat alle niet-huishoudelijke verbruikers reeds met ingang van 1 januari 2004 vrij hun leverancier kunnen kiezen.

• In maart 2003 een besluit te nemen over volledige toegang tot de vrije verbruikskeuze voor alle huishoudelijke verbruikers.

(20)

Een coherent Europa op het gebied van vervoer

Goede voorwaarden voor innoverende ondernemingen

• Een besluit te nemen over de harmonisering van de prijsbepaling en het beheer van grensoverschrijdende elektriciteitsdoorvoer.

• Een besluit te nemen over herziene richtsnoeren voor steun aan de ont- wikkeling van het trans-Europees energienet, om de richtsnoeren af te stemmen op de ontwikkeling van de interne markt voor energie.

Een modern en coherent vervoersysteem

Europa moet coherenter worden op het gebied van vervoer – zowel in de lucht, per spoor, over zee en over de weg. Het Deense voorzitterschap zal ijveren voor:

• Nieuwe voorschriften op het gebied van de luchtvaart, met inbegrip van een hervorming van het luchtverkeer in het Europese luchtruim.

• De versterking van de samenwerking inzake gemeenschappelijke verbin- dingen door middel van nieuwe richtsnoeren voor trans-Europese net- werken.

• De liberalisering van de Europese spoormarkt.

• De vergemakkelijking van het vervoer over zee van en naar Europa via nieuwe maritieme overeenkomsten met India en China en meer veiligheid voor passagiers.

Ontwikkeling van de informatiemaatschappij

De groei en de welvaart in Europa zijn nauw verbonden met goede voor- waarden voor innoverende ondernemingen, zoals een effectieve en goedko- pe rechtsbescherming van uitvindingen. Het voorzitterschap zal ijveren voor:

• Zoveel mogelijk vooruitgang in het dossier van het Gemeenschaps- octrooi.

• Aandacht voor het gebruik van biotechnologie, die de groei en de wel- vaart kan bevorderen. Integratie van de ethische aspecten en een voor- spelbare, transparante regelgeving zijn hiervoor vereist.

• De ontwikkeling van de informatiemaatschappij voor iedereen door de werkzaamheden voor het nieuwe actieplan e-Europa 2005 aan te vatten, de aanneming van een richtlijn over de toegang tot commercieel herge- bruik van overheidsinformatie en de ontwikkeling van een strategie voor de beveiliging van netwerken en informatie.

• De uitvoering van het zesde kaderprogramma op het gebied van onder- zoek en technologische ontwikkeling en de bevordering van de totstand- brenging van de Europese onderzoeksruimte.

• De versterking van de samenwerking op het gebied van beroepsopleiding, met de nadruk op levenslang leren en een betere samenwerking met lan- den buiten de EU.

(21)

Eenvoudiger grensover- schrijdende samenwerking

De EU neemt een sleutel- positie in op de Wereldtop inzake duurzame ontwik- keling

Grensoverschrijdende handhaving van rechten

De civielrechtelijke samenwerking moet het burgers en ondernemingen ge- makkelijker maken in de EU grensoverschrijdend rechten te handhaven.

Daarom zal het Deense voorzitterschap de werkzaamheden voortzetten inzake:

• De snellere en efficiëntere invordering van tegoeden in andere EU-landen.

• De grensoverschrijdende tenuitvoerlegging in de EU van beslissingen in- zake de ouderlijke verantwoordelijkheid en het omgangsrecht.

• Kosteloze rechtsbijstand voor burgers in grensoverschrijdende geschillen in alle EU-landen.

• Het vergemakkelijken van de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissin- gen uit EU-landen in de rest van de wereld.

Beter milieu

Er is geen ruimte meer voor economische groei die de milieu-impact en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen evenredig doet toenemen. Verdere mi- lieuverbetering vereist echter wel een betere economie. Economische groei en een schoner milieu hangen derhalve samen. Daarom moet de EU in 2010 niet alleen de meest concurrerende, maar ook de meest eco-efficiënte eco- nomie van de wereld zijn. Daartoe moeten de milieubeleidskwesties op een nieuwe manier worden aangepakt. De marktkrachten moeten beter worden benut. Het milieu moet op alle terreinen in het EU-beleid worden geïnte- greerd. De resultaten moeten beter kunnen worden gemeten.

Op de Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling in Johannesburg moet de EU een sleutelpositie innemen, wat één van de voorwaarden zal zijn om op de Top concrete resultaten te kunnen behalen. De Top is gebaseerd op een aanpak die een evenwicht vormt tussen economische ontwikkeling, sociale ontwikkeling en milieubescherming. Het voorzitterschap zal ijveren voor een wereldwijde overeenkomst die de drie dimensies van duurzame ontwikkeling vooruit helpt en tegelijkertijd verplichtingen inhoudt voor Noord én Zuid.

Iedereen moet bijdragen – en iedereen moet er baat bij hebben. Het voor- zitterschap zal een herziening van de EU-strategie voor duurzame ontwikke- ling voorbereiden, waarin de resultaten van de Wereldtop van Johannesburg verwerkt worden.

Milieubescherming is bepalend voor de volksgezondheid en vormt daarom ook een belangrijke prioriteit. Het voorzitterschap zal waarborgen dat van de kwaliteit van water, bodem en lucht meer werk wordt gemaakt.

Het Deense EU-voorzitterschap zal ijveren voor:

• Een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van het Protocol van Kyoto door derde landen ertoe aan te zetten het Protocol te bekrachtigen.

• De naleving van de EU-verplichtingen uit hoofde van het Protocol wat de vermindering van de emissie van broeikasgassen betreft.

• Voortzetting van het globale leiderschap van de EU op klimaatgebied.

• Een politiek akkoord over de voorwaarden voor de handel in CO2-quota.

(22)

Gezondheid en veiligheid op het werk

• De verscherping van de EU-regels voor het gebruik en de emissie van stoffen die het milieu en de volksgezondheid schade toebrengen.

• De verdere reglementering van gevaarlijke stoffen door wijziging van de bestaande richtlijnen.

• De opstelling van nieuwe kaderwetgeving op het gebied van chemische stoffen, op basis van het voorzorgsbeginsel en meer verantwoordelijkheid voor de industrie. Er moet worden gewaarborgd dat chemische stoffen geëvalueerd worden en dat de chemische stoffen die het meest aanlei- ding geven tot bezorgdheid, geleidelijk uit de omloop verdwijnen.

• Stopzetting van het verlies aan biodiversiteit, uiterlijk in 2010. Dit zal on- der meer aan de orde komen bij de evaluatie halverwege van het land- bouwbeleid van de EU en de herziening van het visserijbeleid van de EU.

• Een spoedige bekrachtiging en uitvoering door de EU van internationale overeenkomsten over bioveiligheid. Correct gebruikte genmanipulatie kan de voedselzekerheid in de wereld en zo het welzijn ten goede komen. Wel moet genmanipulatie op een uit veiligheidsoogpunt verantwoorde manier worden beheerd om ongewenste effecten voor de biodiversiteit te vermij- den en bij het publiek vertrouwen te scheppen in het beheer van genetisch gemodificeerde organismen in de EU. Tenslotte moet er overeenstemming worden bereikt over adequate EU-voorschriften voor de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen.

Er moeten nieuwe regelgevingsinstrumenten worden gevonden voor het milieubeleid. Dat geldt met name voor het richtlijnvoorstel betreffende de aansprakelijkheid voor milieuschade, dat de vervuiler laat betalen voor het herstellen van de schade. En dat geldt ook voor de kaderrichtlijn over het in rekening brengen van infrastructuurkosten, die moet bewerkstelligen dat de vervoerprijzen een betere afspiegeling zijn van de reële kosten voor de sa- menleving.

Gezondheid en veiligheid

Gezondheid en veiligheid op het werk zijn een belangrijk onderdeel van het doel, het arbeidsaanbod in Europa te vergroten. Het Deense voorzitterschap zal de besprekingen over de wetgeving inzake het arbeidsmilieu voortzetten.

Een belangrijke taak voor het Deense voorzitterschap op gezondheidsgebied is de follow-up van het debat over de toekomstige inrichting van de Euro- pese samenwerking. De behandeling van het richtlijnvoorstel over tabaksre- clame en de onderhandelingen over het internationale WGO-Kaderverdrag ter bestrijding van tabaksgebruik staan ook hoog op de gezondheidsagenda.

Tenslotte wordt er veel belang gehecht aan vooruitgang in de onderhande- lingen over de hervorming van de EU-geneesmiddelenwetgeving.

(23)

Evaluatie halverwege met de nadruk op duurzame ontwikkeling

Verbetering van de voedselveiligheid en het dierenwelzijn

4. Veilig voedsel

De consumenten moeten erop kunnen vertrouwen dat het voedsel gezond, veilig en van hoge kwaliteit is. Levensmiddelen moeten op duurzame wijze worden geprodu- ceerd, met aandacht voor dierenwelzijn. Het beschermingsniveau moet hoog en eenvormig zijn in de hele EU en er moeten gemeenschappelijke voorschriften zijn voor het overheidstoezicht op de voedselproductie. Onderzoek en innovatie op het gebied van levensmiddelen moeten worden gestimuleerd. Zo wordt vermeden dat op een laag kwaliteitsniveau wordt geconcurreerd. De biologische productie moet worden bevorderd en de diversiteit van planten en dieren moet worden verdedigd.

Die aspecten staan ook voorop bij de verdere ontwikkeling van het landbouwbeleid van de EU, dat een uiterst belangrijk dossier is voor het voorzitterschap. Het vis- serijbeleid van de EU moet worden hervormd en duurzaam worden gemaakt, zodat het voortbestaan van de natuurlijke rijkdommen van de zee wordt gewaarborgd. Er moet rekening worden gehouden met de betekenis van de visserij voor talrijke loka- le samenlevingen, om zo te vermijden dat de hervorming haar doel voorbijschiet.

Vooruitgang bij de evaluatie halverwege van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Ter evaluatie van de Agenda 2000-hervorming moet de Commissie versla- gen en eventueel voorstellen indienen om ervoor te zorgen dat de hervor- mingen naar wens verlopen. De evaluatie halverwege van de Commissie moet worden besproken door de Raad. Het Deense voorzitterschap stelt zich ten doel bij die besprekingen vooruitgang te maken. Het voorzitter- schap zal overigens streven naar de aanneming van zoveel mogelijk voorstel- len die in het kader van de lopende aanpassing van een aantal marktorde- ningen worden ingediend.

De primaire landbouwproductie is van fundamenteel belang voor het platte- land. De landbouwproductie en het platteland vervullen diverse functies en moeten in hoge mate bijdragen tot de waarborging van een duurzame pro- ductie van gezonde producten van hoge kwaliteit, van het duurzaam gebruik en behoud van het agrarisch landschap en van het behoud van de culturele waarden. In dat verband zal het voorzitterschap de besprekingen over een Europees actieplan voor biologische landbouw voortzetten.

Voedselveiligheid en dierenwelzijn

Concreet zal het voorzitterschap de werkzaamheden toespitsen op de vol- gende gebieden:

• Hoge prioriteit op veevoedergebied. Dat is van fundamenteel belang voor de voedselveiligheid. Daarom zal het voorzitterschap voorstellen voor ver- beteringen op het gebied van veevoeder bevorderen, met inbegrip van het voorstel over toevoegingsmiddelen voor veevoeder. De restrictieve houding tegenover het gebruik van antibiotica als groeibevorderaar moet worden gehandhaafd.

(24)

Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid – een prioriteit

De hervorming moet de duurzame ontwikkeling versterken

Economie en regionaal beleid

• Aanneming van nieuwe efficiënte voorschriften ter bestrijding van door voedsel overgedragen ziekten, zoals salmonella, die een aanzienlijk ge- zondheidsprobleem vormen.

• Betere voorschriften voor levensmiddelenhygiëne.

• Additievengebruik op een voor de gezondheid verantwoord niveau.

• Vaststelling van een effectief EU-kader voor overheidstoezicht op alle facetten van de voedsel- en veevoederveiligheid, in de hele keten ”van boer tot bord”.

• Modernisering van de vleeskeuring, onder meer in het licht van de gekke- koeiencrisis.

• Akkoord over voorschriften voor genetisch gemodificeerd voedsel en vee- voeder.

• Het dierenwelzijn moet worden verbeterd. Met name het vervoer van die- ren moet onder de loep worden genomen. Er dienen aanzienlijk kortere vervoertijden voor slachtdieren te worden vastgesteld. Het toezicht op dierentransporten moet worden verbeterd. Er dienen ook minimumvoor- schriften te worden vastgesteld ter bescherming van vleeskuikens.

De verdere ontwikkeling van de visserijsector

De hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid is een belangrijke prioriteit voor het Deense voorzitterschap. Het gemeenschappelijk visserij- beleid moet vóór eind 2002 worden herzien. Dat moet gebeuren op grond van voorstellen van de Commissie.

Sinds de evaluatie halverwege in 1992 heeft de visserij-industrie in de EU zich in dier voege ontwikkeld dat belangrijke visbestanden overbevist wor- den en dat de capaciteit van de vissersvloot te groot is voor de beschikbare rijkdommen. Het gemeenschappelijk visserijbeleid moet worden hervormd:

het duurzaam gebruik van de rijkdommen en een stevige basis voor de toe- komst van de sector staan daarbij voorop.

Het Deense voorzitterschap zal zich inzetten voor een hervorming van het visserijbeleid die de duurzaamheid in het visserijbeheer versterkt. De bevis- singsmethoden moeten de visbestanden en het mariene milieu respecteren.

Er moet een oplossing worden gevonden voor het overboord gooien van toevallige bijvangsten. Bedreigde visbestanden moeten worden heropge- bouwd door middel van meerjarige maatregelen. Een centraal doel van de hervorming is daarom de inkrimping van de EU-vissersvloot, die in evenwicht moet worden gebracht met de beschikbare rijkdommen.

Het Deense voorzitterschap is zich bewust van het belang van de visserij voor de economie en het regionaal beleid en van het feit dat de visserij- industrie haar activiteiten beter moet kunnen inrichten. Bij de hervorming moet daarmee rekening worden gehouden en moet ervoor worden gezorgd dat de visserijbesluiten beter worden verankerd in de sector en de samenle- ving. Een belangrijke opdracht van de hervorming is de integratie van de bescherming van het mariene milieu in het visserijbeleid.

(25)

Tijdens het Deense voorzitterschap dient er ook een besluit te worden ge- nomen tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de oriëntatieprijzen voor visserijproducten voor 2003.

Een innovatieve levensmiddelensector

Voor de Europese landbouw, visserij en levensmiddelenindustrie zal het er vooral op aan komen concurrentievermogen en duurzaamheid te waarbor- gen en de voedselveiligheid en de gezondheid en voeding van de bevolking te verbeteren. Om het beleid bij te sturen moet daarom meer aandacht uit- gaan naar onderzoek en innovatie op de traditionale communautaire beleidsgebieden, zoals het landbouw- en het visserijbeleid. Het Deense voorzitterschap zal dan ook werken aan de instelling van een gemeenschap- pelijk Europees onderzoeksinitiatief ten behoeve van de gehele Europese levensmiddelensector.

(26)

Verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheids- beleid

5. Globale verantwoordelijkheid

In een wereld die steeds kleiner wordt draagt de EU een bijzondere verant- woordelijkheid voor vrede en stabiliteit Dat geldt vooral voor de strijd tegen het internationale terrorisme, het fanatisme en de armoede. De democratie en de eerbiediging van de mensenrechten moeten wereldwijd worden bevorderd. Interna- tionale conflicten moeten worden voorkomen en crises worden aangepakt wanneer zij ontstaan. Om de EU in staat te stellen haar globale verantwoordelijkheid op te nemen, moet het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid worden versterkt. Ook moet de EU op dat gebied nauw samenwerken met de VS, andere gelijkgezinde landen en internationale organisaties. Het doel van de EU is, dat wij tijdens de Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling in Johannesburg een wereldwij- de overeenkomst sluiten, die verplichtingen inhoudt voor rijke en arme landen.

Tijdens de topontmoeting van de ASEM in Kopenhagen zullen de betrekkingen tussen Azië en Europa worden uitgebouwd. En naarmate de Unie wordt uitgebreid zal de EU haar betrekkingen met Rusland en haar nieuwe oosterburen – Oekraïne, Belarus en Moldavië, versterken.

Het voorzitterschap zal de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid hoog op de agenda plaatsen, zodat de EU nog beter kan meewerken aan internationale stabiliteit. Dat zal gebeuren in nauwe samenwerking met de coördinator van het buitenlands beleid van de EU (de hoge vertegenwoordiger) en de Commissie. Het voorzitterschap zal ten volle gebruik maken van alle instrumenten en beleidsterreinen waarover de Unie met betrekking tot de rest van de wereld beschikt. De nadruk zal worden gelegd op een gezamenlijke, krachtdadige en snelle reactie van de EU op internationale gebeurtenissen en crises.

De doelstellingen van de EU op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid kunnen het best worden bevorderd door samenwerking met andere internationale organisaties. In de VN en de OVSE zal het Deense voorzitterschap, in nauw overleg met de andere landen van de EU, de stand- punten van de EU verdedigen.

Europees veiligheids- en defensiebeleid

Uit het besluit van Edinburgh van 1992 volgt dat Denemarken afziet van zijn recht op uitoefening van het voorzitterschap telkens wanneer een kwestie aan de orde is waarbij besluiten met implicaties op defensiegebied moeten worden uitgewerkt en tenuitvoergelegd. Als komend voorzitterland zal Grie- kenland het voorzitterschap waarnemen wanneer Denemarken daarvan af- ziet. Om een vlotte en efficiënte aanpak en een verdere dynamische ontwik- keling van het Europees veiligheids- en defensiebeleid te waarborgen zal Denemarken nauw samenwerken met Griekenland. Het programma van het voorzitterschap met betrekking tot de militaire crisisbeheersingscapaciteit van de EU is opgesteld door Griekenland, dat het voorzitterschap op dit gebied waarneemt.

(27)

Nadruk op het halen van de doelstellingen met be- trekking tot, onder meer, de politie

Militaire aspecten (bijdrage van Griekenland)

De ontwikkeling van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (EVDB), met inbegrip van de militaire aspecten daarvan, zal een versterking inhouden van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en van de bijdrage van de Unie aan internationale vrede en veiligheid, conform de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties. De tweede helft van 2002 zal van bijzonder belang zijn, omdat de EU zich zal beijveren om grote vorderingen te maken bij het bereiken van de gemeenschappelijke doel- stellingen inzake de ontwikkeling van militair vermogen. Daardoor moet het mogelijk zijn te voldoen aan de voorwaarden van zelfs de zwaarste van de EU-taken op het gebied van crisisbeheersing, met name de zogenaamde Pe- tersbergtaken, die onder meer vredeshandhavende en vredestichtende taken omvatten. In dit kader zal de hoogste prioriteit uitgaan naar verbetering van de militaire vermogens door het aanpakken van de vastgestelde lacunes. In het licht daarvan zal de samenwerking op het gebied van bewapening wor- den bevorderd binnen het kader van de overeengekomen plannen.

Zoals overeengekomen zal de EU voorts, na een beoordeling van de situatie en een onderzoek van alle opties, voorbereidingen treffen voor een EU-ope- ratie om de huidige NAVO-operatie in de Voormalige Joegoslavische Repu- bliek Macedonië af te lossen. Derhalve zal het van belang zijn de besprekin- gen met de NAVO voort te zetten om een algemeen akkoord over alle per- manente regelingen tussen de EU en de NAVO te bereiken.

Tot de andere prioriteiten behoren de uitvoering van het oefeningenpro- gramma en van regelingen voor de raadpleging en deelneming van Europese NAVO-landen die geen lid van de EU zijn, kandidaat-lidstaten van de EU en andere mogelijke partners, overeenkomstig de besluiten van de EU. De Unie zal tevens andere initiatieven bezien die tot de verdere ontwikkeling van het EVDB zouden kunnen bijdragen.

Civiele aspecten

De EU moet snel kunnen ingrijpen in situaties waar een crisis of conflict dreigt. Om daartoe in staat te zijn heeft de EU zowel militaire als civiele mid- delen nodig. De meeste aandacht is tot dusverre uitgegaan naar de ontwik- keling van militaire middelen door de EU. De civiele inspanningen zijn even- wel net zo belangrijk. Het voorzitterschap hecht eraan dat de militaire en civiele middelen van de EU in evenwicht zijn.

Op civiel gebied legt de EU de nadruk op vermogensopbouw op het gebied van: politie, de rechtsstaat, civiele bescherming en civiel bestuur. Op ieder gebied zijn doelstellingen vastgesteld om te bepalen wat de EU vóór eind 2003 moet kunnen verwezenlijken. Een van de doelstellingen op het gebied van politie is bijvoorbeeld de vorming van een pool van 5000 politieagen- ten die snel kunnen worden ingezet. Het voorzitterschap zal ernaar streven om zoveel mogelijk vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van de doelstellingen op dit gebied.

(28)

Conflictpreventie - een prioriteit

Nadruk op de kansen voor ontwikkelingslanden om een groter aandeel in de wereldhandel te verkrijgen

De markttoegang voor de ontwikkelingslanden verbeteren

Tegelijkertijd zal worden verduidelijkt hoe de diverse civiele vermogens het best met elkaar kunnen samenwerken in crisissituaties. De achterliggende gedachte is dat de EU in crisissituaties een pakket moet kunnen aanbieden, dat is toegesneden op de concrete taak. Tegelijkertijd moet er meer samen- hang komen tussen de inspanningen van de EU en die van andere interna- tionale actoren, zoals de VN, de OVSE en de Raad van Europa.

Conflictpreventie

Voortzetting van de conflictpreventie is een belangrijke taak voor het voor- zitterschap. De EU beschikt over een brede waaier van instrumenten die ge- welddadige conflicten kunnen helpen voorkomen. Die instrumenten moeten gerichter en samenhangender worden gebruikt. Tijdens het Zweedse voor- zitterschap in 2001 is een omvattend programma voor conflictpreventie van de EU aangenomen. Het voorzitterschap zal het zijne ertoe bijdragen om dat programma uit te voeren.

Liberalisering van de wereldhandel en hulp aan ontwikkelingslanden

Tijdens de ministeriële conferentie van Doha in november 2001 heeft de WTO een nieuwe onderhandelingsronde over de verdere liberalisering van de wereldhandel geopend. Het voorzitterschap zal, in nauwe samenwerking met de Commissie, ijveren voor vooruitgang in deze onderhandelingen. De kansen voor de ontwikkelingslanden om een groter aandeel in de wereldhan- del te verkrijgen vormt het hoofdthema van deze ronde.

Tijdens het Deense voorzitterschap zal er worden gewerkt aan een verdere liberalisering van de handel in industriële producten, landbouwproducten en diensten. Andere belangrijke gebieden zijn: milieubescherming, verbetering van de investeringsmogelijkheden in het buitenland en de toegang van de ontwikkelingslanden tot levensnoodzakelijke geneesmiddelen.

Een betere economische integratie van de ontwikkelingslanden in de wereld- handel is van fundamenteel belang voor de economische en duurzame ont- wikkeling van ontwikkelingslanden op de lange termijn. Het verband tussen handel en ontwikkeling zal daarom een hoofdthema zijn tijdens het Deense voorzitterschap. Het voorzitterschap zal werken aan een verbetering van de markttoegang voor de ontwikkelingslanden. Dat moet worden gecombineerd met steun voor, onder meer, deelname aan internationale onderhandelingen en de uitvoering van overeengekomen handelsakkoorden. Bovendien zouden de handelsvoorschriften in evenwicht moeten worden gebracht, zodat alle landen baat hebben bij het internationale handelssysteem. Actie zal worden ondernomen op diverse niveaus, onder meer in de WTO, de EU en de bilate- rale en multilaterale ontwikkelingshulp.

(29)

IJveren voor de VN-doelstelling inzake

ontwikkelingshulp

IMF

Twee doelstellingen

Meer effectiviteit

In EU-verband zullen de onderhandelingen over economische partner- schapsovereenkomsten (vrijhandelsovereenkomsten) ter uitvoering van de Overeenkomst van Cotonou tussen de EU en regionale landenassociaties in Afrika, het Caribish gebied en de Stille Oceaan (de ACS-landen) in septem- ber 2002 worden geopend. Het voorzitterschap zal er de nadruk op leggen dat het proces wordt gebaseerd op de eigen regionale integratie-inspannin- gen van de ACS-landen en dat rekening wordt gehouden met de verschillen- de behoeften en ontwikkelingsniveaus van de landen.

Denemarken zal, als EU-voorzitter, actief blijven ijveren voor de VN-doelstel- ling om 0,7% van het bruto nationaal product te besteden aan ontwikke- lingshulp. Dat zal onder meer gebeuren in het kader van de Wereldtop inza- ke duurzame ontwikkeling en de follow-up van de VN-conferenties over ont- wikkelingsfinanciering en de minst ontwikkelde landen. Tijdens de Conferen- tie van Monterrey over ontwikkelingsfinanciering in maart 2002 hebben de EU-landen zich er reeds toe verbonden de totale hulp van de EU in 2006 te verhogen tot 0,39% van het bruto nationaal product.

Het voorzitterschap zal, samen met de Commissie, de nadruk leggen op de handhaving en de uitvoering van de lopende hervormingen in de commu- nautaire ontwikkelingshulp. De bijstand moet efficiënter worden beheerd.

Bovendien moet er meer aandacht komen voor armoede en voor horizontale aspecten zoals het genderaspect, het milieu, de mensenrechten en democra- tisering.

Door de globalisering en de toenemende onderlinge afhankelijkheid van de economieën neemt de behoefte aan een sterk internationaal financieel stel- sel verder toe. In een aantal internationale fora, met name het Internationaal Monetair Fonds (IMF), moet de EU daarom blijven ijveren voor een ver- sterking van het internationale financiële stelsel. De EU zal ook haar rol in het IMF blijven versterken via een gemeenschappelijke aanpak van IMF-kwes- ties.

Bevordering van democratie en mensenrechten

Mensenrechten nemen een steeds vooraanstaander plaats in, in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en in de ontwikkelings- hulp van de EU en zullen voorrang krijgen. Het voorzitterschap zal de verwe- zenlijking van twee doelstellingen nastreven.

De eerste doelstelling is meer effectiviteit, die het mensenrechtenbeleid van de EU resultaatgerichter, consequenter en zichtbaarder moet maken. Deze werkzaamheden zullen worden bevorderd in het kader van de EU, in de Alge- mene Vergadering van de VN, in de mensenrechtendialogen van de EU met derde landen en in het EU-discussieforum over de mensenrechten, dat het voorzitterschap in december 2002 organiseert. Het hoofdthema van het forum zal een effectiever EU-beleid zijn.

(30)

Grotere openheid

De trans-Atlantische banden aanhalen

Meer economische samenwerking

Democratie en mensen- rechten consolideren

Kaliningrad De tweede doelstelling is het scheppen van meer transparantie bij de

totstandkoming en uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de EU en het leggen van rechtstreekse contacten met de NGO’s op het gebied van de mensenrechten.

Versterking van de betrekkingen van de EU met derde landen en regio’s

Trans-Atlantische banden

Het Deense voorzitterschap zal recht doen aan de nauwe trans-Atlantische banden, die stoelen op gemeenschappelijke waarden en belangen van Euro- pa en de Verenigde Staten. Het voorzitterschap zal de betrekkingen tussen beide zijden van de Atlantische Oceaan bevorderen en uitbreiden. De na- druk zal worden gelegd op de volgende prioritaire gebieden: 1) Verdere sa- menwerking in de strijd tegen het terrorisme en de internationale criminali- teit. Dit gebied zal een beslissende en centrale plaats innemen in de trans- Atlantische verhoudingen. 2) Samenwerking over de Topontmoeting van Jo- hannesburg inzake duurzame ontwikkeling. 3) Samenwerking met betrekking tot en met Rusland. 4) Samenwerking inzake de follow-up van de ministeriële conferentie van de WTO in Doha. Het Deense voorzitterschap zal op deze vier gebieden concrete resultaten nastreven.

Rusland

Het Deense voorzitterschap zal de samenwerking tussen Rusland en de EU uitbouwen. Heel Europa moet opnieuw samengroeien na de lange scheiding van de koude oorlog. De sleutel daarvoor is nauwe economische samenwer- king en handel. Het voorzitterschap zal de besprekingen over de harmonise- ring van wetgeving en normen bespoedigen, zodat Rusland en de EU door het wegwerken van tarifaire belemmeringen en bureaucratische obstakels op de wat langere termijn een gemeenschappelijke Europese economische ruimte kunnen vormen die meer is dan een gewone vrijhandelszone. Een eer- ste belangrijke stap is de toetreding van Rusland tot de Wereldhandelsorga- nisatie (WTO), een punt dat hoog op de agenda zal worden geplaatst.

Het voorzitterschap zal verder de nadruk leggen op maatregelen voor de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de beginselen van de rechtsstaat in Rusland. Ten slotte zal worden gepoogd de samenwerking te versterken op het gebied van gemeenschappelijke uitdagingen inzake ener- gie, milieu, nucleaire veiligheid, grensoverschrijdende criminaliteit en de vraagstukken betreffende de enclave Kaliningrad. Het voorzitterschap zal, in samenwerking met de Commissie, Rusland stimuleren om het Energiehand- vest te bekrachtigen.

Deze kwesties komen aan de orde tijdens de geplande topontmoeting met Rusland in Kopenhagen op 11 november 2002.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Europees Fonds voor strategische investeringen heeft (tot oktober 2019) al 439 miljard euro aan investeringen opgeleverd, en daarmee de verwachtingen overtroffen..

De negatief hellende OCA lijn in bovenstaande figuur geeft weer dat de voordelen verbonden met een gemeenschappelijke munt positief afhankelijk zijn van de graad van

overwegende dat een succesvolle toetreding van Kroatië ook gevolgen zal hebben voor de rest van Europa en de regio en het pad zal effenen voor Europese integratie zowel in de EU

Hierdoor dreigen de transities naar gemeenten steeds meer te ontaarden in verschuiving van (zorg)taken naar gemeenten op de oude manier met nóg meer bureaucratie, door ingewikkelde

In de oudste leeftijdsgroep is het verschil tussen EU-15 en de nieuwe lidstaten vrij groot waardoor België en Vlaanderen niet meer het laagste aandeel werkende ouderen van de

Het vaststellen van hoge normen voor de productie en verkoop van speelgoed is een van de maatregelen waarmee de Europese Unie het opneemt voor de belangen van de consument en

Onlangs werd het 25-jarig be- staan van de moskee gevierd, met onder meer op 18 februa- ri 2018 een open dag voor alle Velsenaren en belangstellenden.. Uit ervaring weet ik dat

doet een beroep op de lidstaten om volledige steun te geven aan vrouwen en mannen die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse zorg van mensen die met aids leven en/of zorgen voor