BIJLAGEN
Bijlage 1 Organigram van de Rabobank Groep
Rabobank
NLALG99a
Rabobank Groep
Coöperatieve Rabobanken
(369, Bron: Jaarverslag 2001)
Rabobank Nederland Rabobank Nederland
Aandachtsgebied Aangesloten Banken (AAB)
Rabobank International
Overige Deelnemingen
Interpolis Robeco
Groep De Lage
Landen
Schretlen
& Co.
Effecten- bank Stroeve
Gilde Invest-
ment Manage-
ment
Rabo Securities Product Markt Eenheden
(PME’s)
© 1 maart, 2002
Group Treasury en Group Treasury Support Stafgroepen en Diensten
Rabobank Nederland Corporate Clients
Rabo Vastgoed IPB
Holding Rabofacet
Bijlage 2 financiële gegevens van Capabel
Behaalde financieel resultaat 2002
x mio €
Project Connect Interim Totaal
Omzet € 21,7 € 10,0 € 7,0 € 38,7
Kosten € 22,9 € 9,1 € 6,7 € 38,7
Dekkingsbijdrage -€ 1,2 € 0,9 € 0,3 € 0,0
Omzet Rabogroep-en externe mdw € 3,4 € 0,3 € 2,2 € 5,9
Omzet Rabogroep-en externe mdw - restitutie -€ 0,4 € 0,0 € 0,0 -€ 0,4
Kosten Rabogroep-en externe mdw € 2,8 € 0,2 € 1,7 € 4,7
Dekkingsbijdrage Rabogroep-en externe mdw € 0,2 € 0,1 € 0,5 € 0,8
Netto dekkingsbijdrage per "label" -€ 1,0 € 1,0 € 0,8 € 0,8
Begrote dekkingsbijdrage 2002 -€ 2,0 € 0,1 -€ 0,2 -€ 2,1
Bijlage 3 Selectie van de onderzoeksrichting
In deze bijlage is een uitgebreide beoordeling van de onderzoeksrichtingen weergegeven. Allereerst is dit schematisch gedaan. Hierna volgt een toelichting.
Beoordeling van de onderzoeksrichtingen
Criterium Onderzoeksrichtingen
Onderzoeken van en aanbevelingen doen over:
1. De steun voor het bestaansrecht van Capabel door haar klanten 2. De steun voor het bestaansrecht van Capabel door haar medewerkers
3. De steun voor het bestaansrecht van Capabel door het bestuur van de Rabobank Groep.
4. Het vermogen van Capabel haar continuïteit te waarborgen door het creëren van steun bij haar belanghebbers.
5. Een algehele strategische analyse betreffende de toekomst van Capabel en de rol van de verschillende belangengroepen daarin
Bedrijf 1 2 3 4 5
1 Urgentie van
probleemoplossing/ belang van het onderzoek voor Capabel
Voldoende Onvoldoende Voldoende Goed Voldoende
2 Direct nut voor de opdrachtgever (MT)
Voldoende Matig Voldoende Goed Onvoldoende
3 Relevantie voor meerdere belangengroepen
Voldoende Voldoende Voldoende Goed Goed 4 Worden de antwoorden
daadwerkelijk gebruikt; zijn ze nuttig na de tijd van
verstrekking?
Matig Matig Matig Voldoende Onvoldoende
5 Genoeg afgebakend om met de beperkte tijd en middelen, tot praktische aanbevelingen te komen
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
6 Medewerking tijdens het onderzoek door alle noodzakelijke partijen?
Voldoende Voldoende Moeilijk Voldoende Voldoende
Wetenschap
7 Onderzoekbaar: toegang tot nodige bijeenkomsten/
informatie
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Moeilijk Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk 8 Onderbouwbaar; voldoende
literatuur aanwezig?
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk 9 Genoeg afgebakend om met de
beperkte tijd en middelen, tot correct onderbouwde aanbevelingen te komen
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
Voldoende mogelijk
10 Eventueel: iets kunnen bijdragen aan de wetenschap?
Nu nog niet duidelijk
Nu nog niet duidelijk
Nu nog niet duidelijk
Nu nog niet duidelijk
Nu nog niet duidelijk Onderzoeker
11 Interessant genoeg om acht maanden aan te werken
Voldoende Voldoende Voldoende Goed Goed
12 Leerzaam Voldoende Voldoende Goed Goed Goed
13 Genoeg afgebakend om eind Augustus de definitieve scriptie in te kunnen leveren
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
Toelichting
Op basis van bovenstaande beoordeling kan niet blind gekozen worden:
Er zijn een aantal criteria, die belangrijker zijn dan anderen; bijvoorbeeld criterium 2 is belangrijker dan criterium 3.
Bij een aantal van de criteria geldt, dat het een absolute voorwaarde is waar aan voldaan moet worden; bijvoorbeeld criterium 13.
Bij een aantal van de criteria geldt, dat er een absolute ondergrens is, die als absolute voorwaarde geldt; bijvoorbeeld criterium 2: bij onvoldoende nut valt de onderzoeksrichting per definitie af.
De vijf onderzoeksrichtingen zijn allereerst getest of ze voldoen aan de absolute voorwaarden:
Onderzoeksrichting vijf voldoet niet aan de absolute voorwaarden van criteria 1 t/m 4; Capabel is zelf reeds zover gevorderd met een businessplan ter oplossing van de problematiek, dat andere aanbevelingen (in bijvoorbeeld juni) zeer waarschijnlijk geen invloed meer kunnen hebben op het MT of de organisatie. Dit verkleint ook de kans dat er daadwerkelijk wat met de aanbevelingen wordt gedaan, die uit het onderzoek voortvloeien. Bovendien blijkt uit de geschiedenis van Capabel dat een beleidsstuk niet veel invloed heeft op de inrichting en activiteiten van Capabel.
Zelfs al zouden aanbevelingen met betrekking tot officieel beleid worden overgenomen, dan nog zou dit naar verwachting weinig daadwerkelijk effect op de toekomst van Capabel hebben.
Onderzoeksrichting 2 voldoet niet aan absolute voorwaarde 1: het aanpakken van deze problematiek komt uit de oriëntatie als niet zo urgent naar voren als die van de andere
onderzoeksrichtingen. Tevens wordt momenteel door een andere afstudeerder onderzoek gedaan naar de binding en communicatie tussen Capabel en haar medewerkers. Een tweede onderzoek op dit vlak is dus niet nuttig.
Onderzoeksrichtingen 1,3 en 4 voldoen allemaal aan de gestelde absolute voorwaarden. Deze zijn dus percategorie met elkaar vergeleken:
Betreffende de criteria van de wetenschap zijn alle drie de onderzoeksrichtingen redelijk gelijk aan elkaar. Het onderzoek kan dermate verder vormgegeven worden dat het voldoende onderzoekbaar, onderbouwbaar en genoeg afgebakend is. Ook hangt van de verdere vormgeving van het
onderzoek af of uitkomsten ervan een bijdrage leveren aan de wereld van de wetenschap. Wel lijkt het voor onderzoeksrichting drie moeilijker om bij de juiste informatiebronnen te komen; dit is echter nog geen reden om deze onderzoeksrichting als mogelijkheid te schrappen.
Betreffende de criteria van de onderzoeker: in principe kan in alle drie de onderzoeksrichtingen aan de criteria worden voldaan. De voorkeur gaat uit naar onderzoeksrichting 4, daarna 3 en daarna 1. Echter, omdat geen van de onderzoeken duidelijk onvoldoende scoort op de criteria van de onderzoek, wordt de eindbeslissing bepaald op basis van het voldoen aan de criteria van het bedrijf:
Op basis van de criteria van het bedrijf wordt onderzoeksrichting 4 verkozen boven onderzoeksrichtingen 1 en 3. Deze steekt boven de andere onderzoeksrichtingen uit in haar potentiële bijdrage aan de organisatie: de urgentie en het nut is groter, de onderzoeksrichting kan een bijdrage leveren aan meer belangengroepen en ook is er meer kans, dat de uiteindelijke aanbevelingen gebruikt zullen worden.
de problematiek van onderzoeksrichting 4 ligt aan de basis van de problematiek van de andere onderzoeksrichtingen. Als deze eerste problematiek niet had bestaan, was er een goede kans geweest, dat de andere problemen ook niet waren ontstaan. Dit is een exrta reden om deze problematiek aan te pakken.
Bovendien kan een onderzoek en aanbevelingen op dit vlak een relatief grotere bijdrage leveren aan het voortbestaan van Capabel. Het kan namelijk niet alleen een bijdrage leveren aan het voortbestaan van Capabel op dít moment, maar ook nog in een toekomstige situatie. Het draagt immers bij aan het vermogen van Capabel zelf om haar continuïteit te blijven waarborgen.
Bijlage 4 Interviewgegevens
De interviews voor het hoofdonderzoek zijn afgenomen tussen mei 2003 en augustus 2003-10-15.
Gemiddelde duur van de interviews was 1 uur. Verschillende personen, onder andere de MT leden en de relatiemanager zijn meerdere keren geïnterviewd om dieper op verschillende onderwerpen te kunnen ingaan.
Interviewonderwerpen
Hieronder is een overzicht opgenomen van de vragen die als basis zijn gebruikt voor de interviews met respectievelijk de klanten, het bestuur van de Rabobank Groep, de buitendienst, en de binnendienst van Capabel. Deze lijsten zijn een gemiddelde van de gebruikte vragenlijsten. Deze werden per interview aangepast. Bovendien dienden de vragen vooral om te controleren of alle gewenste onderwerpen in het gesprek aan de orde kwamen.
Voorbeeld van vragen aan de klanten van Capabel
1. In welke gevallen maakt u gebruik van capabel? Aan wat voor soort competenties heeft u behoefte?
2. Hoe waardeert u Capabel?
3. Wat vindt u specifiek voordelen en nadelen van Capabel?
4. Wat zou u het liefst veranderen aan Capabel 5. Hoe verloopt het contact met capabel?
6. Kunt u het proces met Capabel beschrijven, tussen de start van de behoefte tot het einde van het project
7. Hoeveel waarde/ belang hecht u aan Capabel? Als Capabel zou worden opgeheven, zou u dat dan heel vervelend vinden?
8. Heeft u het idee dat u alle mogelijkheden van Capabel goed kent?
9. Maakt u ook gebruik van andere organisaties om tijdelijk personeel aan te trekken? (Welke) 10. Wat zijn de verschillen tussen Capabel en die andere organisaties
11. Hoeveel neemt u af bij Capabel versus bij andere organisaties?
12. Als u een nieuwe behoefte heeft aan een nieuwe competentie, hoe gaat u daar dan mee om?
13. Hoe ontwikkeld Capabel zich mee met uw behoeften?
14. Vindt u dat Capabel en de concurrenten van Capabel zich voldoende mee-ontwikkelen met uw behoeften?
15. Welke andere diensten/ capaciteiten zou u graag willen dat Capabel nog ontwikkelt?
16. Heeft u een beeld van Capabel als organisatie: als u er de directeur zou zijn wat zou u dan anders doen?
Voorbeeld van vragen aan het bestuur van de Rabobank Groep
1. Wat is uw formele relatie tot Capabel: in welk opzicht heeft u in uw werk met Capabel te maken?
2. Hoe stuurt u Capabel aan?
3. Wat vindt u de toegevoegde waarde van Capabel aan de Rabobank Groep?
4. Wat vindt u de sterke en de zwakke punten van Capabel 5. Hoe ziet u de toekomst van Capabel
6. Als u directeur van Capabel was, wat zou u dan anders doen?
7. Wat vindt u van de huidige ontwikkelingen in Capabel?
8. Hoe verlopen de contacten met Capabel
9. Hoe draagt Capabel zichzelf uit in de Rabobank Groep en naar u toe?
10. Als Capabel zich in de toekomst wil blijven ontwikkelen, wat zijn dan de belangrijkste veranderingen die dan nodig zijn om dat goed mogelijk te maken?
Voorbeeld van vragen aan buitendienstmedewerkers 1. Welke verwachtingen heb jij van een werkgever?
2. Welke verwachtingen / wensen heb jij betreffende je werk?
3. Weet Capabel al jouw verwachtingen / wensen te vervullen die jij van je werk en je werkgever hebt? Welke wel, welke niet?
4. Verwacht jij dat je binnenkort of in de komende jaren bij Capabel uit dienst wilt treden?
5. Zo ja / zo nee: wat zouden hiervoor mogelijke redenen zijn?
6. Hoe denk jij dat je collega’s Capabel als werkgever waarderen?
7. Als je kijkt naar hoe Capabel zich ontwikkelt (ontwikkeling van nieuwe diensten, nieuwe markten, nieuwe doelstellingen, interne reorganisaties, etc.). Wat zou jij daar in willen veranderen, wat zou je laten zoals het is, en waarom?
8. Wat is de rol van jou en je buitendienst-collega’s bij de ontwikkeling van Capabel en wat vind je daarvan?
9. Hoe is het contact tussen binnendienst en buitendienst en tussen MT en buitendienst betreffende de ontwikkeling van Capabel?
10. Welke invloed hebben de ontwikkelingen van Capabel van de afgelopen jaren op jou en jouw werk gehad?
11. Als je directeur van Capabel zou zijn wat zou je dan anders doen?
Algemene richtlijnen interviews binnendienst 1. Introductie: uitleg interview en onderzoek
2. Vragen om voorbeelden van ontwikkelingen in Capael (in eigen afdeling, reorganisaties, dienstenontwikkeling). Komt de geïnterviewde niet met voorbeelden, dan zelf onderwerpen voorstellen.
3. Vragen om positieve en negatieve aspecten van de ontwikkelingen die als onderwerp zijn gekozen en van de processen die daarvoor zijn ontlopen.
4. Vragen wat er volgens de geïnterviewde beter had gekund
5. Algemene vragen over de ontwikkeling van Capabel. Hoe de geïnterviewde die ontwikkeling ziet en wat zijn menig over die ontwikkelingen zijn.
6. Vragen over de werkzaamheden en samenwerking van de geïnterviewde in Capabel 7. Vragen hoe de geïnterviewde de toekomst van Capabel voor zich ziet.
Mogelijke onderwerpen
Structuur: Werkverdeling, coordinatie, afstemming Processen: Werkprocessen, ontwikkelprocessen
Doelen: Hoofddoelen, tijdelijke doelen, hoe nagestreefd?
Mensen: Cultuur/waarden, werkstijl, vaardigheden, staf/personeel
Bijlage 5 Beschrijving van het onderzoeksproces
In de onderzoeksperiode zijn een drietal fasen te ontdekken: een oriëntatiefase, een hoofdonderzoeksfase en een verslagleggingfase.
De oriëntatiefase vangt aan op 5 januari 2003 (week 1) en wordt eind april (week 18) afgerond. In week een en twee wordt middels deskresearch een eerste inzicht verkregen in de werkzaamheden, de geschiedenis, de doelen en de organisatie van Capabel.
In week drie tot zeven wordt middels interviews dit inzicht verder verdiept. Tevens is tijdens de interviews aandacht besteed aan de problematiek omtrent de ontwikkeling van Capabel. In totaal wordt er bij een vijftiental personen interviews afgenomen. Een aantal van deze personen wordt meermalen geïnterviewd. Ter voorbereiding van de interviews wordt methodologie literatuur
doorgenomen over het doen van onderzoek. Eveneens worden de interviews verwerkt en geanalyseerd.
Vanaf week zeven wordt gewerkt aan de rapportage over de oriënterende diagnose. Tevens wordt tijd besteed aan een voorstel over richting, inhoud en planning tot het einde van het onderzoek. Ook na de afsluiting van de oriëntatiefase wordt nog gewerkt aan de teksten die zijn gebaseerd op deze fase voor het onderzoeksverslag.
Het hoofdonderzoek vindt plaat vanaf mei tot eind augustus. In deze periode wordt het
hoofdonderzoek opgezet en worden er 24 personen binnen en buiten Capabel geïnterviewd. Het opzetten van het hoofdonderzoek en de interviews verlopen parallel. Beiden worden telkens aangepast op basis van het voortschrijdend inzicht. Op deze manier wordt gepoogd de onderzoeksopzet zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de gevonden problematiek in Capabel. De wijze van weergave van het hoofdonderzoek wordt na afronding in september vastgesteld.
In september en oktober wordt hoofdzakelijk aan de verslaglegging gewerkt. Behalve een aantal interviews ten behoeve van de aanbeveling wordt geen nieuwe informatie verzameld. Ontwikkelingen in Capabel in deze periode worden ook niet meer meegenomen in het onderzoek.
Gedurende de gehele onderzoeksperiode wordt met enige regelmatig overleg gepleegd over inhoud en voortgang met de begeleider van Capabel, de heer Arkesteijn en met de eerste begeleider van de faculteit Bedrijfskunde in Groningen, de heer De Leeuw. Tevens is driemaal overlegd met de tweede begeleider van de faculteit Bedrijfskunde in Groningen, de heer Kuijpers. Daarnaast is eenmaal een tussentijdse presentatie gegeven aan het managementteam van Capabel.
De onderzoeksperiode wordt afgerond met een eindpresentatie tijdens de grote MT vergadering (het managementteam, de relatiemanager en de HR-coördinatoren zijn hier aanwezig) en met een verdediging van het onderzoek en van dit verslag op de faculteit.