Vraag nr. 126 van 13 februari 1997
van de heer JOS STASSEN
Restauratiepremies – Misbruik en terugvordering Artikel 6, § 4 van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 5 april 1995 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan be-schermde monumenten luidt als volgt : "De krach-tens dit besluit verleende voorschotten mogen niet aangewend worden voor enig ander oogmerk dan dit waarvoor de premie werd verleend. Bij niet-naleving van deze bepaling wordt de premie ver-vallen verklaard door de Vlaamse regering en wordt overgegaan tot de terugvordering van de reeds uitbetaalde voorschotten, vermeerderd met de wettelijke interest."
In vorige besluiten van de Vlaamse regering inzake restauratiepremies was een gelijkaardige bepaling opgenomen.
Al heeft het besluit het inzake de beslissing tot terugvordering over "de Vlaamse regering", toch is het me niet duidelijk wie in de praktijk deze beslis-sing neemt.
1. Op welke manier wordt het al of niet naleven van de geciteerde bepaling gecontroleerd ? 2. Wie neemt de beslissing inzake de
vervallenver-klaring van de premie : de Vlaamse regering, een minister (en zo ja, welke) of een ambte-naar ?
3. Hoe dikwijls werd in respectievelijk 1994, 1995 en 1996 een premie vervallen verklaard en werd overgegaan tot terugvordering ? Om welke bedragen gaat het telkens ?
4. Indien dit niet tot de bevoegdheid van de minis-ter behoort en de vorige vraag dus zonder voor-werp is, hoe dikwijls hebben de minister of zijn diensten in respectievelijk 1994, 1995 en 1996 gevraagd dat een premie vervallen zou worden verklaard en dat zou worden overgegaan tot terugvordering ?
5. Welk bedrag wordt, in uitvoering van dit of van een vorig regeringsbesluit inzake restauratie, momenteel nog teruggevorderd en is nog niet terugbetaald ?
N.B. : Deelvragen 2, 3 en 5 werden eveneens ge-steld aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams
minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening.
Antwoord
De restauratiepremieregeling bepaalt dat voor-schotten niet mogen worden aangewend voor enig ander oogmerk dan dit waarvoor de premie werd verleend en dat bij niet-naleving hiervan de premie wordt teruggevorderd. De bedoeling hiervan is dat de premietrekkers dit geld niet voor andere doel-einden aanwenden.
Hieromtrent kan ik de Vlaamse volksvertegen-woordiger het volgende meedelen.
De premie wordt toegekend op basis van een dos-sier dat in hoofdzaak bestaat uit een gedetailleerde beschrijving van de werken (lastenboek) en een postgewijze raming van deze werken.
Dit bestek wordt opgesteld door een architect in opdracht van de klant die, wat de premieregeling betreft, in drie categorieën kan worden verdeeld : – de particuliere sector met inbegrip van scholen ; – de openbare sector met inbegrip van scholen ; – de sector eredienst.
Wat de categorieën openbare sector en sector ere-dienst betreft, worden de ontwerpdossiers eerst voor goedkeuring voorgelegd aan het provinciaal b e s t u u r, dat ze na goedkeuring doorstuurt naar het Vlaams Gewest.
Na toekenning van de premie op basis van dit dos-sier gaan de werken in aanbesteding. Het goedkeu-ringscircuit verloopt op dezelfde wijze als bij het ontwerp.
De betalingsaanvragen worden eveneens via de gouverneur na controle naar het Vlaams Gewest doorgestuurd.
De inspecteurs van de afdeling Monumenten en Landschappen volgen de werven en zijn in de mate van het mogelijke aanwezig op de werfvergaderin-gen.
Na uitvoering van de werken moet een proces-ver-baal van oplevering worden opgemaakt. Dit bete-kent dat nagekeken wordt of de werken conform het bestek werden uitgevoerd en of de werken van goede kwaliteit zijn. De oplevering gebeurt door het opdrachtgevend bestuur, in aanwezigheid van
de aannemer, de architect en de medebetalende partijen (in casu gewest en provincie).
Wat de private sector betreft, gebeurt de afhande-ling van het dossier rechtstreeks met de afdeafhande-ling Monumenten en Landschappen.
Ook daar worden de werven gevolgd door de inspecteurs van Monumentenzorg en moet na uit-voering van de werken een proces-verbaal van oplevering worden opgemaakt.
De betalingsaanvragen worden na nazicht door de afdeling Monumenten en Landschappen overge-maakt aan het betrokken provincie- en gemeente-bestuur om hun aandeel in de kosten te vereffenen. Het spreekt vanzelf dat deze instanties ook de nodige controles kunnen uitoefenen.
De eindafrekening wordt aan het visum van het Rekenhof onderworpen.
Er kan dus gerust worden gesteld dat de controles effectief zijn.
Tot op heden werden geen voorschotten wegens het onrechtmatig aanwenden van premies terugge-vorderd.
De beslissing omtrent het onrechtmatig aanwen-den van premies zal woraanwen-den bestatigd door de afdeling Monumenten en Landschappen, die de nodige stappen zal zetten met het oog op de terug-vordering van premies.