BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nummer 4962/ 14
Betreft zaak: 4962 / Kroymans - Alfa
I. MELDING
1. Op 23 maart 2005 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Kroymans Corporation B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de
Mededingingswet, over Alfa Romeo Nederland, een onderdeel van Fiat Auto Nederland B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 61 van 30 maart 2005. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN
2. Kroymans Corporation B.V. (hierna: Kroymans) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht.Kroymans staat aan het hoofd van de Kroymans Corporation Groep. Kroymans is via verschillende dochterondernemingen actief op het gebied van de import en verkoop van personenauto’s, alsmede op het gebied van de import en verkoop van vervangingsonderdelen en –accessoires, autoschadeherstel, autoleasing en financieringsdiensten, de import en verkoop van werkplaatsuitrusting en de productie van hefbruggen.
3. Alfa Romeo Nederland (hierna: Alfa) is een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid. Zij is een dochteronderneming van Fiat Auto Nederland B.V., welke op haar beurt onderdeel is van Fiat Auto S.p.A. Fiat Auto S.p.A. is een naamloze vennootschap naar Italiaans recht. Alfa is actief op het gebied van de import van- en groothandel in nieuwe personenauto’s, onderdelen en accessoires van het merk Alfa Romeo; het aanbieden van financieringsdiensten aan Alfa Romeo dealers en het aanbieden van autoleasingdiensten.
III. ANDERE BELANGHEBBENDEN
IV. DE GEMELDE OPERATIE
5. De gemelde operatie betreft een activa-passiva transactie waarbij Kroymans nagenoeg alle activa van Alfa overneemt van Fiat Auto Nederland B.V., te weten de voorraden
personenauto’s en orders daarvoor, het gebruiksrecht ten aanzien van een aantal intellectuele eigendomsrechten, het gebruiksrecht van relevante know-how, de overdraagbare contracten (distributiecontracten, arbeidscontracten en dealercontracten1) en de overige voorraden.2 De
transactie is vastgelegd in de “Master Agreement by and between Fiat Auto S.p.A. and Fiat Auto
Nederland B.V. and Kroymans Corporation B.V.” d.d. 5 februari 2005.
V. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
6. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 5, omschreven transactie leidt er toe dat Kroymans uitsluitende zeggenschap zal verkrijgen over Alfa.
7. Betrokken ondernemingen zijn Kroymans en Alfa.
8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
VI. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN
Relevante productmarkten
9. De activiteiten van partijen overlappen op het gebied van (i) de import van
personenauto’s, (ii) de import van en groothandel in auto-onderdelen en -accessoires via het gebonden kanaal, (iii) financieringsdiensten voor dealers en (iv) autoleasing. Daarnaast is er een verticale relatie tussen Alfa en de activiteiten van Kroymans op het gebied van (v) de detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s, onderdelen en accessoires en (vi) de verhuur van personenauto’s en lichte bedrijfswagens.
- Horizontale overlap
1 Alfa heeft geen eigen dealernetwerk.
2
(i) Import van personenauto’s
10. Auto’s worden in zeer veel verschillende uitvoeringen, afmetingen, prijsklassen et cetera geproduceerd. Het is mogelijk dat verschillende markten voor auto’s onderscheiden dienen te worden voor bijvoorbeeld verschillende gebruiksgroepen, gebruiksdoeleinden of prijsklassen. In eerdere besluiten3 is een dergelijk onderscheid steeds in het midden gelaten.
11. De Europese Commissie heeft in eerdere beschikkingen eveneens in het midden gelaten of er sprake is van één markt voor alle personenauto’s of dat er binnen deze markt een
onderscheid naar verschillende segmenten gemaakt moet worden. Op basis van de grootte en de lengte van een auto is de meest nauw mogelijk afgebakende markt voor personenauto’s naar segmenten op basis van eerdere beschikkingen4 van de Europese Commissie de volgende:
− A: zeer kleine auto's − B: kleine auto's − C: middenklasse auto's − D: hogere middenklasse auto's − E: hogere klasse auto's
− F: luxe auto's − S: sportauto's
− M: polyvalente auto's/MPV − J: terreinwagens/SUV, incl. 4x4
12. De Europese Commissie geeft in de hierboven genoemde beschikkingen evenwel aan dat de grenzen tussen deze segmenten onduidelijk zijn. Naast de grootte of de lengte van een personenauto spelen ook andere factoren een belangrijke rol bij de keuze van een consument voor een bepaald merk en/of type auto.5 Deze factoren zijn bijvoorbeeld de prijs, het imago en de
hoeveelheid aan accessoires. Ook de ontwikkeling om in kleinere auto’s steeds meer opties zoals ABS, airbags, centrale deurvergrendeling etc. aan te bieden zorgt ervoor dat de grenzen tussen de traditionele segmenten vervagen. Afnemers kiezen hun personenauto’s op basis van een
combinatie van parameters zoals merk, grootte, uitrusting en prijs.
3
Zie bijvoorbeeld het besluit van de d-g NMa van 30 november 2000 in zaak 2182/Pon – Kreek, punt 11 en het besluit van de d-g NMa van 24 augustus 2000 in zaak 2045/Pon Holdings – ROBA Almelo, punt 11.
4
Zie bijvoorbeeld de beschikking van de Europese Commissie van 22 juli 2002 in zaak Comp/M.2832 – General Motors /
Daewoo Motors, punt 13, de beschikking van de Europese Commissie van 28 februari 2000 in zaak Comp/M.1847 – GM / Saab, punt 6 en de beschikking van de Europese Commissie van 26 maart 1999 in zaak IV/M.1452 – Ford / Volvo, punt 8.
De segmenten worden tevens gebruikt door JATO Dynamics Ltd., een Europese database van zowel aantallen registraties als kenmerken van auto’s.
5 Zie bijvoorbeeld de beschikking van de Europese Commissie in zaak COMP/M.2832 – General Motors / Daewoo Motors,
13. Aan de andere kant wordt de in punt 11 genoemde segmentering gebruikt door de fabrikanten van personenauto’s en is de segmentering een belangrijk instrument in de positionering van een personenauto in de markt. De hierboven genoemde segmenten vormen derhalve een aanwijzing welke merken en type personenauto’s elkaars meeste nabije
concurrenten zijn. In de onderhavige zaak kan, evenals in eerdere besluiten6 en beschikkingen7
van de Europese Commissie, in het midden worden gelaten of er sprake is van een markt voor personenauto’s of dat er een nader onderscheid moet worden gemaakt naar mogelijke
segmenten aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 27 tot 29).
(ii) Import van en groothandel in auto-onderdelen en -accessoires via het gebonden kanaal
14. Evenals in een recent besluit8 en verschillende beschikkingen van de Europese
Commissie9 kan in onderhavig besluit worden uitgegaan van verschillende markten die de
verschillende distributiekanalen voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires behelzen, te weten het zogenaamde “gebonden kanaal”, ook bekend als het OEM/OES-kanaal10, en het
“ongebonden kanaal”, ook bekend als het IAM-kanaal11. De activiteiten van partijen overlappen
alleen op het gebied van de import van en groothandel in auto-onderdelen en –accessoires bestemd voor de verkoop via het OEM/OES-kanaal. Via dit OEM/OES-kanaal vindt de verkoop plaats van onderdelen die in nieuwe auto’s worden gemonteerd, alsmede de vervanging van deze onderdelen door nieuwe onderdelen.
15. In overeenstemming met de Verordening 1400/200212 leveren de meeste autofabrikanten
de originele OEM/OES-onderdelen alleen aan leden van hun selectieve distributiestelsel, dat wil zeggen de door hen aangestelde importeurs, welke zich ertoe verbinden deze onderdelen niet aan niet-erkende distributeurs of onafhankelijke herstellers te verkopen. Op grond van artikel 4(1)(k) Vo. 1400/2002 kunnen fabrikanten de bij hen aangesloten dealers verplichten alleen originele
6
Zie bijvoorbeeld het besluit van de g NMa in zaak 2182/Pon – Kreek, reeds aangehaald, punt 11 en het besluit van de d-g NMa in zaak 2045/Pon Holdind-gs – ROBA Almelo, reeds aand-gehaald, punt 11.
7
Zie bijvoorbeeld de beschikking van de Europese Commissie in zaak Comp/M.2832 – General Motors / Daewoo Motors, reeds aangehaald, punt 13, de beschikking van de Europese Commissie in zaak Comp/M.1847 – GM / Saab, reeds aangehaald, punt 6 en de beschikking van de Europese Commissie in zaak IV/M.1452 – Ford / Volvo, reeds aangehaald, punt 8.
8
Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punt 13.
9Zie bijvoorbeeld de beschikking van 9 april 1996 in zaak IV/M.726 – Bosch / Allied Signal en de beschikking van 15
oktober 1993 in zaak IV/M.337 – Knorr-Bremse / Allied Signal.
10OEM: Original Equipment Manufacturers. OES: Original Equipment Services. 11
IAM: Independent After Market.
12 Zie de verordening (EG) Nr. 1400/2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale
onderdelen te gebruiken voor onderhoud en vervanging in het kader van garantie, terugroepacties of gratis service. Er is derhalve sprake van een gebonden (distributie)kanaal, waarbinnen originele onderdelen van het ene merk niet concurreren met originele onderdelen van andere merken. 16. Op basis van bovengenoemde marktomstandigheden binnen het gebonden kanaal is de positie van partijen op het gebied van de import van en groothandel in autoonderdelen en -accessoires een afgeleide van hun positie op de markt voor de import van personenauto’s. In het onderhavige besluit zal derhalve niet verder afzonderlijk op deze activiteiten worden ingegaan.
(iii) Financieringsdiensten voor dealers
17. Kroymans biedt de aan haar gebonden dealers financieringsdiensten aan, en wel met name de financiering van voorraden nieuwe auto’s. Op basis van de in punt 5 genoemde overeenkomst […]* krijgt Kroymans als nieuwe importeur de mogelijkheid deze dealers
financieringsdiensten aan te bieden. Aangezien de activiteiten van Kroymans op het gebied van het aanbieden van financieringsdiensten voor dealers minimaal zijn, zal in het onderhavige besluit hier niet verder op worden ingegaan.
(iv) Autoleasing
18. Partijen zijn beide actief op het gebied van leasing van personenauto’s en bestelwagens. In navolging van eerdere besluiten13 kan een mogelijk nader onderscheid binnen de markt voor
leasing naar (netto) operationele lease en financiële lease in het midden worden gelaten aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 30 en 31). De activiteiten van Alfa op het gebied van netto operationele lease zijn minimaal. Voorzover wordt uitgegaan van een afzonderlijke markt voor netto operationele lease blijft deze markt in het onderhavige besluit verder buiten beschouwing.
- Verticale relatie
(v) Detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s, onderdelen en accessoires
19. Kroymans is middels eigen dealerbedrijven actief op het gebied van de detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s, onderdelen en accessoires. De activiteiten van Alfa op het gebied van de import van personenauto’s staan in een verticale relatie tot deze markt. In
* In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes.
13Zie bijvoorbeeld het besluit van de d-g NMa van 23 juni 2004 in zaak 4072/Athlon – Unilease, punt 12 en het besluit van
navolging van eerdere besluiten14 zal in de onderhavige zaak worden uitgegaan van een aparte
markt voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s, onderdelen en accessoires. In navolging van punt 13 zal in de onderhavige zaak in het midden worden gelaten of er sprake is van één markt voor de detailhandel voor personenauto’s of dat er een nader onderscheid moet worden gemaakt naar mogelijke segmenten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 33). Tevens zal, net als in eerdere besluiten15, in het midden worden
gelaten of er een onderscheid gemaakt moet worden naar nieuwe en gebruikte personenauto’s aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 33).
(vi) Verhuur van auto’s
20. Binnen de Kroymans Groep bevinden zich autoverhuurbedrijven, welke afnemer zijn van motorvoertuigen. De activiteiten van Alfa op het gebied van de import van personenauto’s staan dus in een verticale relatie tot deze markt. Binnen de markt voor de verhuur van auto’s heeft de Europese Commissie in eerdere beschikkingen16 een nader onderscheid gemaakt naar de verhuur
van personenauto’s en bedrijfswagens. Evenals in een eerder besluit17 kan een exacte afbakening
van de markt voor de verhuur van auto’s achterwege blijven aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 34).
Relevante geografische markten
(i) Import van personenauto’s
21. Vrijwel alle fabrikanten van personenauto’s hebben een selectief distributiestelsel. Alhoewel vrijwel alle zelfstandige importeurs van personenauto’s binnen de gehele Europese Unie passief18 kunnen verkopen, stellen fabrikanten van personenauto’s vaak nog importeurs aan
14Zie bijvoorbeeld het besluit van de d-g NMa in zaak 2182/Pon – Kreek, reeds aangehaald, punt 10, het besluit van de d-g
NMa in zaak 2045/Pon Holdings – ROBA Almelo, reeds aangehaald, punt 8 en het besluit van de d-g NMa van 17 mei 2000 in zaak 1890/Citadel - ARM Stokvis, punt 8.
15
Zie bijvoorbeeld het besluit van de g NMa in zaak 2182/Pon – Kreek, reeds aangehaald, punt 12 en het besluit van de d-g NMa in zaak 2045/Pon Holdind-gs – ROBA Almelo, reeds aand-gehaald, punt 12.
16
Zie bijvoorbeeld de beschikking van de Europese Commissie van 29 juni 2004 in zaak COMP/M.3090 - Volkswagen /
Offset / Cresent / LeasePlan / JV, de beschikking van de Europese Commissie van 18 februari 2000 in zaak COMP/M.1810 – Volkswagen / Europecar en de beschikking van de Europese Commissie van 7 maart 1994 in zaak IV/M.397 – Ford / Hertz.
17Zie het besluit van de d-g NMa van 4 december 1998 in zaak 1142/Athlon Groep - Hiltermann Groep, punt 10. 18
die contractueel verplicht zijn hun actieve19 verkoopinspanningen op één lidstaat te richten.
Partijen geven aan dat de meeste importeurs nationaal opererende ondernemingen zijn. In navolging van eerdere besluiten20 zal in het onderhavige geval worden uitgegaan van een
geografische markt voor de import van personenauto’s die nationaal is.
(ii) Autoleasing
22. In navolging van eerdere besluiten21 zal in onderhavige zaak worden uitgegaan van
markt(en) die ten minste nationaal zijn. Of er sprake is van ruimer dan nationale markt(en) kan in het onderhavige geval, in navolging van eerdere besluiten, in het midden worden gelaten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 32).
- Verticale relatie
(iii) Detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s, onderdelen en accessoires
23. In navolging van eerdere besluiten22 zal in het onderhavige besluit in het midden worden
gelaten of de markt voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s, onderdelen en accessoires nationaal dan wel kleiner dan nationaal is, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 33).
(iv) Verhuur van auto’s
24. In navolging van een eerder besluit23 zal in het onderhavige besluit in het midden worden
gelaten of de geografische markt(en) van de verhuur van auto’s nationaal dan wel kleiner dan nationaal is, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 34 en 35).
B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE
19
Actieve verkoop houdt in dat individuele klanten actief worden benaderd, bijvoorbeeld door middel van direct mail of bezoeken, advertenties in de media of andere promoties die gewoonlijk niet beschikbaar zijn of in omloop zijn op de erkende vestigingsplaats van een dealer of reparateur.
20Zie bijvoorbeeld het besluit van de d-g NMa in zaak 2182/Pon – Kreek, reeds aangehaald, punt 18 en het besluit van de
d-g NMa in zaak 1890/Citadel – ARM Stokvis, reeds aangehaald, punt 12.
21Zie bijvoorbeeld het besluit van de d-g NMa in zaak 4072/Athlon – Unilease, reeds aangehaald, punt 19 en het besluit
van de d-g NMa in zaak 2949/ING LH – TOP Lease, reeds aangehaald, punt 21.
22Zie bijvoorbeeld het besluit van de d-g NMa in zaak 2182/Pon – Kreek, reeds aangehaald, punt 21, het besluit van de
d-g NMa in zaak 2045/Pon Holdings – ROBA Almelo, reeds aangehaald, punt 19 of het besluit van de d-g NMa in zaak 1890/Citadal – ARM-Stokvis, reeds aangehaald, punt 13.
23
- Horizontale overlap (i) Import van personenauto’s
25. In tegenstelling tot Kroymans die op alle in punt 11 genoemde segmenten actief is, is Alfa alleen actief op vier segmenten, namelijk de middenklasse auto’s (segment C), hogere
middenklasse auto’s (segment D), hogere klasse auto’s (segment E) en de sportauto’s (segment S).
26. In totaal werden in Nederland in 2004 483.873 auto’s geïmporteerd.24 Het gezamenlijke
marktaandeel van partijen op de gehele Nederlandse markt voor de import van personenauto’s in Nederland in 2004 bedraagt [0-10]%. Indien de markt wordt onderverdeeld naar segmenten is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor de import van personenauto’s in Nederland in 2004 op het segment sportauto’s [10-20]% en op alle andere segmenten is het gezamenlijke marktaandeel van partijen beneden de [0-10]%.
Onderverdeling naar segmenten
27. In het segment van de middenklasseauto’s is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor de import van personenauto’s in Nederland in 2004 [0-10]%. In het segment van de hogere middenklasse auto’s is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor de import van personenauto’s in Nederland in 2004 [0-10]%. In het segment van hogere klasse auto’s is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor de import van personenauto’s in Nederland in 2004 [0-10]%.
28. In het segment van sportauto’s is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor de import van personenauto’s in Nederland in 2004 [10-20]%. Naast partijen zijn er, naast diverse kleinere spelers, ten minste nog twee andere marktpartijen (Mercedes en
Volkswagen) actief in dit segment die elk een marktaandeel van boven de 15% hebben.
29. Op basis van bovenstaande punten is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt voor de import van
personenauto’s of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
(ii) Autoleasing
30. Indien wordt uitgegaan van één productmarkt voor autoleasing, waartoe financiële lease, operationele lease en netto operationele lease behoren, komt het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor leasing van auto’s in 2004 in Nederland bij een marktomvang van
24
676.000 auto’s25 op 10]%. De toevoeging van Alfa aan het marktaandeel van Kroymans is
[0-10]%.
31. Indien wordt uitgegaan van afzonderlijke markten voor financiële lease en operationele lease, dan zijn de gezamenlijke marktaandelen van partijen in Nederland op beide markten respectievelijk [0-10]% en [0-10]%, bij een marktomvang van respectievelijk 619.104 en 56.869 auto’s.
32. In punt 22 is aangegeven dat de geografische markt wellicht ruimer is dan nationaal. Gelet op de gezamenlijke marktaandelen van partijen op de Nederlandse markt en het grote aantal concurrenten op de Nederlandse markt is er in onderhavige zaak echter geen reden om de effecten van de concentratie op een ruimere dan nationale markt te onderzoeken.
- Verticale relatie
(iii) Detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s, onderdelen en accessoires
33. In punt 19 is aangegeven dat er een verticale relatie bestaat tussen de importactiviteiten van partijen en de detailhandelsactiviteiten van Kroymans. Zoals aangegeven in punt 26 bedraagt het marktaandeel van partijen op de markt voor import van personenauto’s op de meest nauw afgebakende mogelijke markt [10-20]%. In 2004 zijn 483.885 nieuwe personenauto’s verkocht in Nederland.26 Het aandeel van de eigen dealerbedrijven van Kroymans in de verkoop van nieuwe
personenauto’s bedraagt [0-10]%. Ook indien er een nader onderscheid gemaakt wordt naar, de in punt 11 genoemde, segmenten zal het marktaandeel van partijen op de in punt 19 en punt 23 genoemde mogelijke markt(en) voor de verkoop van personenauto’s in Nederland niet boven de 20% komen.
(iv) Verhuur van auto’s
34. In punt 20 is aangegeven dat er een verticale relatie bestaat tussen de importactiviteiten van partijen en de activiteiten van Kroymans op het gebied van de verhuur van auto’s. Zoals aangegeven in punt 26 bedraagt het marktaandeel van partijen op de markt voor de import van personenauto’s op de meest nauw afgebakende mogelijke markt [10-20]%. De totale omzet in Nederland in 2003 op de markt voor de verhuur van auto’s is EUR 535 miljoen27. Het
marktaandeel van Kroymans in Nederland op de markt voor de verhuur van auto’s bedraagt [0-10]%. Ook indien er een nader onderscheid gemaakt wordt naar, de in punt 11 genoemde,
25
Bron: Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen, “VNA autoleasemarkt jaarcijfers 2004”, 509.000 personenauto’s en 167.000 bestelauto’s.
26
Bron: Bovag / RDC Datacentrum.
27Bron: Jaarverslag Bovag 2003; er zijn nog geen cijfers voor 2004, maar er is geen reden om aan te nemen dat deze
segmenten zal het marktaandeel van partijen op de in punt 20 en punt 24 genoemde mogelijke markt(en) voor de verhuur van auto’s in Nederland niet boven de 20% komen.
35. Uit het voorafgaande blijkt dat voor beide onderzochte verticale relaties geconcludeerd kan worden dat ook ten aanzien van het verticale effect van de voorgenomen concentratie er geen reden is om aan te nemen dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VII. CONCLUSIE
36. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde
concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
37. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 20 april 2005
De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:
w.g. Drs. E.J. Kloosterhuis
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de
