Op 15 maart jl. heeft OPTA een ronde tafelbijeenkomst gehouden met marktpartijen over de relatie tussen tariefdifferentiatie van off net verkeer en internet-uitkoppeling en over KPN’s benadering van tariefdifferentiatie. Naar aanleiding van deze bijeenkomst brengt het college het volgende bij u onder de aandacht.
Tijdens deze bijeenkomst bleek al snel dat alle marktpartijen tariefdifferentiatie voor spraak niet wenselijk achten. Ook KPN is -om redenen van kenbaarheid en transparantie voor de eindgebruiker- van opvatting dat tariefdifferentiatie alleen voor internetverkeer via 06760-nummers zou moeten gelden en niet voor spraakverkeer. Verder menen vrijwel alle marktpartijen dat de samenhang tussen de
verschillende ontwikkelingen noodzaakt dat eerst internetverkeer uitgekoppeld moet worden alvorens eventueel tot tariefdifferentiatie wordt overgegaan. Immers, zodra internetverkeer wordt losgekoppeld van het spraakverkeer worden de financiële gevolgen van invoering van tariefdifferentiatie voor markt- partijen aanzienlijk kleiner vanwege de natuurlijke balans in verkeersstromen voor spraaktelefonie.
Hoewel KPN hiervan ook voorstander is, bleek zij tijdens de ronde tafel in beginsel uitsluitend bereid het bij OPTA ingediende voorstel voor tariefdifferentiatie op te schorten tot het moment dat internet- uitkoppeling geregeld is, op voorwaarde dat andere aanbieders vooruitlopend daarop hun terminating tarieven zouden verlagen. Aangezien KPN bereidheid daartoe bij andere aanbieders niet had
waargenomen, wendt KPN tariefdifferentiatie aan als een middel om deze verlaging te bewerkstelligen.
Bovendien wil KPN tariefdifferentiatie niet opschorten tot ná internet-uitkoppeling, omdat marktpartijen anders geen haast zullen maken met het uitkoppelen van internetverkeer.
Het college constateert dat indien de tariefvoorstellen van KPN in de huidige aan OPTA voorgelegde vorm doorgang zouden vinden, dit mogelijk verstrekkende gevolgen kan hebben voor de concurrentie- ontwikkeling op met name de internet-markt. Ik merk echter op dat mogelijke negatieve gevolgen voor de concurrentie-ontwikkeling voorkomen kunnen worden als de verschillende veranderingen in de goede volgorde doorlopen worden. Allereerst is nodig dat KPN komt met een dienstbeschrijving voor een originating model voor uitkoppeling van internetverkeer. Daarna moet worden vastgesteld wat een redelijke overgangsperiode is om andere aanbieders en ISP’s te laten migreren naar 06760. Hierbij zal ook rekening moeten worden gehouden met de tijd en inspanning die ISP’s nodig hebben om ervoor te zorgen dat hun klanten, de internetgebruikers, daadwerkelijk in staat worden gesteld om in te bellen op een 06760-nummer. Pas daarna komt eventueel tariefdifferentiatie aan de orde. Aannemelijk is dat marktpartijen dan wel tot afspraken met KPN over de te hanteren terminating tarieven kunnen en zullen komen als het alleen nog maar over telefonie gaat.
De instrumenten van OPTA om een en ander te sturen zijn beperkt. Het college beoordeelt
tariefvoorstellen op onder andere kostenorië ntatie en kan zonodig ook een beslissing nemen over de redelijkheid van verzoeken om internetverkeer uit te koppelen op basis van originating access indien hierover een geschil bij het college aanhangig wordt gemaakt. Daarnaast hebben OPTA en de
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) onlangs een gezamenlijke werkgroep ingesteld, die de problemen rondom internetuitkoppeling in beeld zal brengen opdat aan marktpartijen duidelijk kan worden gemaakt hoe OPTA en NMa hun respectieve bevoegdheden zullen inzetten.
Het lijkt erop dat er thans een patstelling tussen de betrokken partijen is ontstaan; hoewel vrijwel alle partijen de voorkeur geven aan de bovengeschetste volgorde waarin zaken zouden moeten plaatsvinden, lijkt niemand bereid daartoe een eerste stap te zetten. KPN is pas bereid internetverkeer uit te koppelen indien en nadat andere marktpartijen hun terminating tarieven verlagen. Andere marktpartijen zijn niet eerder bereid hun terminating tarieven te verlagen dan wanneer KPN uitkoppeling van het
internetverkeer op basis van originating access aanbiedt. Naar aanleiding van de discussie tijdens de ronde tafelbijeenkomst heeft OPTA evenwel de indruk dat een doorbraak in de patstelling voor het grijpen ligt. OPTA roept dan ook alle betrokken partijen op daarin zelf het voortouw te nemen. Gebeurt dat niet, dan rest OPTA niets anders dan voortgaan met de uitvoering van de wettelijke procedures inzake beoordeling van de tariefvoorstellen en eventuele geschilbeslechting. Het is echter zeer de vraag of de formele juridische procedures, die hieruit zouden kunnen voortvloeien, de markt op korte termijn de richting en duidelijkheid bieden, waar nu reeds zo duidelijk behoefte aan is.
Deze brief is tevens gestuurd aan de NMa.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
de voorzitter,
prof. dr. J.C. Arnbak
