• No results found

• XminY is een progressieve en onafhankelijke fondsorganisatie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "• XminY is een progressieve en onafhankelijke fondsorganisatie. "

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

JAARGANG l - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R l 9 8 8

Donateurs gezocht

Het afgelopen jaar gaf X min Y ruim een half miljoen aan subsidies.

Te weinig naar onze mening. We willen meer donateurs (m/v) er- bij hebben. We willen mensen, die het heel belangrijk vinden, dat progressieve basisbewegingen waar ook ter wereld daadwerkelijk gesteund worden. We willen mensen, die daarvoor een (klein) ge- deelte van hun inkomen overhebben.

• XminY is een progressieve en onafhankelijke fondsorganisatie.

Zij stelt haar geld ter beschikking aan groepen en bewegingen in Derde-Wereldlanden en in 'rijke' landen, die gericht zijn op maat- schappelijke veranderingen in politieke, sociale, economische en/

of culturele zin. Rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid, zelfbeschik- king en emancipatie zijn daarbij voor XminY sleutelbegrippen.

• Het geld van X min Y gaat veelal naar groepen en bewegingen,

die vanwege hun links-politieke opstelling niet bij andere (geves- tigde) fondsorganisaties terecht kunnen, omdat hun aktiviteiten (nog) niet breed maatschappelijk aanvaard zijn.

• XminY opereert onafhankelijk van de Nederlandse overheid, in het bijzonder van haar buitenlandse beleid, en van slechts enkele grote donateurs. XminY heeft enige duizenden donateurs (v/m) die relatief kleine bedragen overmaken. Daarom kan X min Y vol- komen ongebonden steun geven aan politieke basisbewegingen.

Zonder invloed van de overheid, het bedrijfsleven of politieke par- tijen.

• X min Y werkt met een kleine betaalde staf en een grote groep vrijwilligers/deskundigen (v/m) om de apparaatskasten zo laag mo- gelijk te houden.

• Xmin Y is basisdemocratisch georganiseerd.

Noordermarkt 26, Amsterdam. Voor telefonische informatie: 020-279661. Voor donaties: giro 609060.

olitieke oeiale

Themanummers in 1988:

• politieke vorming in de jaren '90

• nieuwe technologieën

• moderne armoede

• confrontaties met de dood

orming

elk nummer bevat: 6:

achtergrondartikelen, lessuggesties en leerlingenmateriaal, recensies van relevante vakliteratuur, informatie over recent verschenen materiaal, een column van een gastauteur en de agenda.

voor

abonnementen en

informatie:

D

BURGERSCHAPSKUN!!

Nederlands Centrum voor Politieke Vorming Noordeinde 2A. Leiden. Telefoon (071) 121841

E H E

ELKE MAAND * ZORG * POLITIEK *

WELZIJN * ARBEID * BELEID *

HULPVERLENING * IN

TIJDSCHRIFT VOOR DE SOCIALE SECTOR

• een opiniërend vaktijdschrift

• met een traditie van diepgang

• . met gevoel voor leesbaarheid

• met intuïtie voor trends

• met oog voor geschiedenis

• met tweemaandelijkse themadelen die jaren meegaan

• met achtergronden, reportages, interviews, commentaar, recensies

• kortom: 44 pagina's onmisbaar eigentijds sociaal élan

Tijdschrift voor de Sociale Sector, elke maand 44 pagina's voorsprong ...

bel: 023 - 276354

L L N G

(3)

I

Colofon

Uitgever

St1cht1ng TIJdschnh voor Linkse Politiek DE HELLING verschijnt VIJfmaal per jaar; priJS losse nummers f t 0,-;

jaarabonnement

f

39,50 G1ronummer 268784 o.v.v. DE HELLING Redactie Frank van den Berg, Mananne van den Boomen, Wlllem de BrUin, Wout Buitelaar, Els Diekerhof, Flonan D1epenbrock, Jan D1rx, Chns Huinder, Henk Knjnen

(redact1esecretaris), Paul Ku1Jpers, Alexander de Roo, Karin Spa1nk en Jos Vernoo1j Eindredactie Henk Kn1nen Vormgeving Marcel Bakker I Hollandse Hoogte Zetwerk Ruparo, Amsterdam Druk

Macula, Boskoop Distributie Bêtapress, Rijen Advertentietarieven

f

300,- per t 12 pagm;

f

t50,- per tl4 pagm;

f

75,- per tl8 pagm Abonnementenadmini- stratie en zakelijke correspondentie De Helling I T1jdschrih voor L1nkse Pol1t1ek Postbus t 52 40 tOOt ME Amsterdam Redactiesecretariaat Henk KriJnen (020) 257298 De Helling 1s een onafhankeliJk pol1t1ek IIJdschnft met belangstelling voor ontw1kkel1ngen op het soc1ale en culturele vlak Het IIJdschnft w1l een algemeen med1um ZIJn voor linkse pol1tleke men1ngsvorm1ng en w1l publieke debatten be1nvloeden ISSN 0922- OI 19

D E

4

REPORTAGE lfet

kind

CJ1

het:bädwatcr:-

1516 Diekerhof

Oe slag om dE! :P!lby, tlE!tl verelag

v:~n h~t

·

feministisch front ·. · ·

8

coLUMN

Huis te koop-

Astrid Roemer

9

RE c EN s 1 E

Drieluik van het Nederlandse COmmunisme -

Gerrit Voerman

12 16

Herinneringen van lna Brouwer, Fré Meis en Ton Regtien.

A NA L v sE

Vijftien jaar Chileense oppositie

- Jan de Kievid

De grenzen van een 'laboratorium-experiment'.

coMMENTAAR

De satelliet van Pinochet-

Bram van Ojik

MIDDENKATERN

18

29

35 36

BALANs

Technologie en cultuur

Het gesloten circuit van mens en machine

- Marianne van den Boomen

Een tour d'horizon langs recente literatuur over technologie en maatschappij.

ANALYSE

De bekabeling van de consument

- Thea Wijers

Wordt de klant eindelijk koning?

coLUMN

Mijn Erika-

Wout Buitelaar

BESCHOUWING

Technologische cultuur en de Onmacht Van de politiek -

Miehiel Schwarz

Technologie is overal, maar de politiek niet.

H E L L

49

53

54 58

63

HET BETooG

Vloedgolven overspoelen Nederland -

Jeroen Saris

coLUMN

Amsterdam-

Ton Regtien

RE c EN s 1 E

Sociale stijging en de rechte lijn naar het geluk-

Henk Krijnen

De culturele fuik van Lieneke van Schaardenburg.

BESCHOUWING

De arbeidersbeweging in de grote Stad -

Eric Hobsbawm

De teloorgang van de stad als politieke arena.

TIJDSCHRIFTEN

Bladeren

Korte besprekingen van buitenlandse

wetenschappelijke tijdschriften van progressieve signatuur.

64

CARTOON

Kafak

N G

3

(4)

~-~---~--- ---~

JAARGANG 1 - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1 9

s a

e consumptie van beschuit met muisjes is in feministi·

sche kringen enorm toegeno- men. Kinderen en bevallin- gen staan hoog genoteerd op het lijstje van gespreksonder·

werpen in het vrouwencircuit Tegen moederschap wordt niet meer negatief aangeke- ken. Moeders worden niet langer tot slachtoffers van een pa- triarchale samenleving bestempeld.

Moeder worden is weer een creatie- ve daad.

De omslag in het 'moederschaps- debat' vond verbazingwekkend snel plaats. Het gaat niet meer om moe- derschap als onderdrukkend maat- schappelijk instituut maar om moe- dige, bewuste, persoonlijke keuzes.

De bevrijding van de vrouw. Het ultieme bewijs dat vrouwen tot alles in staat zijn, gaat geleverd worden.

Kinderen èn carrière - ze moeten allebei kunnen. De angst om zich te verliezen in de vrouwelijkheid van het moederschap heeft plaatsge- maakt voor de uitdaging het femi- niene en masculiene in zichzelf te combineren. De ideale zelfrealise- ring van de hedendaagse feminist lijkt het zonder moederschap niet te kunnen stellen. Volgens sommigen worden vrouwen pas 'hele mensen' als zij moeder worden.

Anti conceptie

Merkwaardigerwijs gaat de opkomst van het nieuwe moederen gepaard met een verkettering van het 'ou- derwetse' feminisme. De kersverse feministische moeders putten zich uit in rtegatîeve herinneringen over 'de tweede golf'. Nu ze zelf ervaren hoe geweldig het moederschap kan zijn, ontstaan rancunes over het feit dat ze zich zo lang hebben laten op- houden door de toenmalige feminis- tische ideologie. Hoe hebben femi- nisten - inclusief zijzelf - ooit kun- nen denken dat een kind louter een last was en belemmering voor je carrière?

In de herinnering van veel nieuwe moeders wordt het feminisme van de jaren zeventig en begin jaren tachtig gekenmerkt door een ideolo- gische terreur tegen het moeder- schap. Er wordt nu geschreven dat er voor moeders nauwelijks plaats was in de beweging.

De feminist als moeder komt er in het rijtje van populaire strijdpunten inderdaad bekaaid vanaf. Abortus, werkgelegenheid, sociale zekerheid

4 D E

en

Er gaat de laatste jaren geen maand voorbij of er valt wel een envelopje van negen bij veertien centimeter op de deurmat. Wie even twijfelde aan potentie en vrucht- baarheid van progressief Nederland kan gerust zijn.

Steeds meer feministische vrouwen en mannen krijgen kinderen. Vaak op de valreep.

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dat belooft wat!

Of toch niet?

foto: Paul Babel1owsky/HH

(5)

J A A R G A N G - N U M M E R 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1988

<

Post-feministisch ouderschap

Els Diekerhof

hadden aanvankelijk meer prioriteit dan kinderopvang. Voorzichtig geopperde plannen voor een baar- staking kunnen wellicht als moeder- vijandig gekwalificeerd worden. (In het Lijf-boek voor vrouwen - elke feminist had dat in de kast - wor- den wel vele pagina's gevuld met in- formatie over anti-conceptie maar wordt met geen woord gerept over hoe je- eventueel snel en gewenst - zwanger wordt.)

Maar waren moeders en zwangere vrouwen taboe binnen de beweging?

Dat viel wel mee. Er was geen en- kel feministisch congres dat niet voor kinderopvang zorgde. Vergade- ringen liepen niet uit omdat een aantal vrouwen kinderen van school moest halen. De slagzin 'het per- soonlijke is politiek' bezorgde menig feministisch moeder een legitiem ex- cuus om afspraken niet na te ko- men. 'Sorry hoor, het is niet af, Lo- wietje had een oorontsteking en je begrijpt ... ', werd zonder meer geac- cepteerd (en mannen met zo'n ex- cuus konden zelfs rekenen op ap- plaus). Als rechtgeaarde feminist haalde je het niet in je hoofd géén rekening te houden met kinderen.

Feministen konden en kunnen met respect moeder worden. En hetero- vrouwen gingen indertijd (dus) ook gewoon met hun onderdrukkers naar bed. (Nog zo'n vals eind-jaren- tachtig-herinnering: dat vrouwen toen niet aan hetero-seks deden.) Libelie-jargon

Iets anders is dat het feminisme uit en te na heeft gewaarschuwd voor de onderdrukkende en eenzijdige aspecten van het moederschap bin- nen het gezin. Er werden uitgebrei- de analyses gemaakt van de sekse- specifieke arbeidsdeling. Er werd betoogd dat mannen ook binnens- huis de handen uit de mouwen hoorden steken. De rol van vaders bij de opvoeding van kinderen werd benadrukt. Ouderwetse taakverde- lingen moesten in de ijskast.

Voorop stond dat de verzorging van het nageslacht geen exclusieve aan- gelegenheid van vrouwen mocht blijven. Mannen zijn daar net zo goed verantwoordelijk voor, en bio- logisch niet minder geschikt. Lange tijd was de voorwaarde waaronder feministische vrouwen kinderen wil- den baren bijzonder duidelijk: hij doet de helft en anders begin ik er niet aan. Een bijkomende voor- waarde leek dat vrouwen eerst een

L L

redelijke plek op de arbeidsmarkt veroverd wilden hebben. Zowel vanwege 'de factor man' als vanwe- ge 'de factor werk' duurde het even voordat de meiden van 'de tweede golf' zwanger werden.

Nu hebben ze en masse besloten dat het zover is. Moederschap heeft niet meer de negatieve bijklank van lots- bestemmming en plicht. Moeder- schap is een bewuste keuze. En moeder worden en moeder zijn is een fantastische ervaring. (Zelfs de meest geharde tantes en goedgebek- te ideologes vervallen in Libelie- jargon wanneer het hun kroost be- treft.)

Ondertussen wordt de klassieke fe- ministische terminologie uit het spraakgebruik verbannen. Die is- vinden de nieuwe moeders - inmid- dels achterhaald. Het moederschap op zich, daar is niets mee mis. Het gaat erom het anders te organise- ren, luidt nu het credo.

De feministische moeders verwerpen moederen in traditioneel gezinsver- band en kiezen voor andere vor- men. Vrijwel allemaal zijn ze be- wust ongehuwde moeder in de let- terlijke betekenis van het woord.

De trouwboekjes van haar moeders zijn vervangen door de meest inge- wikkelde notariële aktes op maat.

(Hoewel hier en daar 'voor het ge- mak en de lagere kosten' weer naar het stadhuis gegaan wordt.) Er zijn feministische moeders in soorten en maten. Moeders die hun kind alleen opvoeden, moeders met 'mee-moeders', moeders in woon- groepen (met en zonder vader), moeders met vaders-op-afstand en moeders die het samen met haar mannelijke partner doen. De kinde- ren van feministen tref je zelden in doorsneegezinnetjes.

De vraag is echter wat al die alter- natieven opleveren. Zijn niet- traditionele samenlevingsvormen een garantie voor een andere taakverde- ling tussen de geslachten? Is de zorg voor kinderen daarmee evenzeer een aangelegenheid voor mannen geworden?

Zonder een vader in de buurt wordt het principe 'ieder de helft' nogal ingewikkeld. Maar ook voor vrou- wen die min of meer samenwonen met de vaders van haar kinderen lijkt het niet eenvoudig.

De prijs van de pampers De bedoeling was dat vaders even- veel verantwoordelijkheid voor de

N G

5

(6)

J A A R G A N G l ~NUMMER ·1/::i ~NOVEMBER/DECEMBER l 9 8 8

kinderen zouden nemen als moe- ders. Dat ze net zo vaak, net zoveel tijd en net zoveel aandacht aan hun zonen en dochters zouden besteden.

Keiharde cijfers over hoe de onder- linge taakverdeling in de praktijk verloopt, zijn er nog niet maar een een voorzichtige indicatie geeft aan dat daar in driekwart van de geval- len bar weinig van terecht komt. De

redenen zijn even

De feminist als moeder treurig als voor de hand liggend: 'Hans kan zich hoogstens een dag in de week vrijmaken', 'Aange- zien Erik full-time werkt. .. ', 'Peter verdient nu een- maal beter dan ik en zijn salaris heb- ben we hard no- dig'.

komt er in het rijtje van populair feministische strijdpunten bekaaid vanaf

De meeste vrouwen hadden het zich an- ders voorgesteld - indertijd. Ze vin- den dat de huidige

•·• ··v·"•' .".._. "· ·•··"'•····<>··--·~

.. ". -.-... ,.,"""""_' taakverdeling verre

6

van fifty-fifty en ideaal is. Moeizame onderhandelin- gen voor, tijdens en na de zwanger- schap leverden niet het gewenste re- sultaat op. Op de spits

drijven~

dat wil zeggen je mannelijke partner dwingen tot een evenredige beste- ding van tijd en aandacht- was niet realistisch en bovendien niet bevor- derlijk voor de relatie, en daarmee niet bevorderlijk voor het aanstaan- de kind.

Veel vaders maakten zich er met een Jantje van Leiden vanaf. Er zijn er maar weinig die omwille van een verantwoord vaderschap afzien van een boeiend en druk leven bui- tenshuis. En het argument van het hogere salaris

~

mannen werken ge- middeld nog steeds in de betere ba- nen - komt hen daarbij, mede ge- zien de prijs van de pampers, goed van pas.

Het merendeel van de nieuwe moe- ders heeft de strijd om de taak- verdeling thuis inmiddels bijna op- gegeven. Sommigen zijn de strijd niet eens meer aangegaan omdat het resultaat al bij voorbaat vast- stond. Vaak zijn ze er niet echt rouwig om. Op berustende toon wordt verslag gedaan over de on- veranderlijkheid van de mannelijke natuur en de noodzaak van rust aan het thuisfront.

D E H

Nieuwe vaders

Niet onbelangrijk is bovendien dat die veel grotere tijdsinvestering vrouwen het recht geeft op een doorslaggevende stem in opvoeding- saangelegenheden. Als het kind er net is, vinden vrouwen haar moede- rende partners ontroerend prijzens- waardig. Natuurlijk snappen niet meteen echt alles, maar die lieve onhandigheid in omgang met en verzorging van de peuter is ook ver- tederend om te zien.

Na verloop van tijd ontstaat er ech- ter enige irritatie. Veel moeders worden er doodmoe van om continu uit te leggen hoe je kinderen op- voedt. Vaders reageren haars in- ziens altijd net even te laat op sig- nalen van het kind. Op den duur is het dan sneller en handiger om zelf maar in actie te komen, in plaats van hem aan te sporen iets te doen.

Stiekem beginnen de moeders te ge- loven dat vrouwen toch eigenlijk beter kunnen moederen dan man- nen. Misschien zijn mannen dan toch wel anders geconstitueerd dan vrouwen, wat betreft het ouder- schap. Eigenlijk vinden ze die nieu- we vaders maar lastig. Moeders we- ten immers toch het beste wat goed is voor het kind, en vaders lopen hen voor de voeten bij de uitvoe- ring van haar opvoedingsideeën.

Mannen krijgen zo minder kansen om te moederen op hun manier en hebben - omdat ze meestal minder uren beschikbaar zijn - een deel van hun rechten verspeeld. Ze wor- den de kinderkamer uitgebonjourd en moeten zich dat laten welgevallen.

Het is niet alleen de vermeende on- deskundigheid van mannen die er- voor zorgt dat vrouwen het liefst zelf het heft in handen houden. Het heeft ook alles te maken met een hang naar ouderwetse romantiek.

De rondtuttelende, zorgzame, moe- derende partner staat haaks op het beeld van de macho-prins op het witte paard. Hetero-feministen be- ginnen een lichte voorkeur voor het macho-type te ontwikkelen en krij- gen behoefte aan ridderlijke min- naars. Al te moederlijke mannen zijn wel praktisch maar bepaald niet opwindend en aantrekkelijk.

De gevolgen zijn duidelijk. De kin- deren zitten weer bij moeder op schoot. Vader is er wel, maar komt als ouder niet uit de verf. Van een gedeelde zorgzaamheid komt zo weinig terecht.

E L L

Een steeds grotere groep vrouwen kiest ervoor om zonder een vader in de buurt haar kind op te voeden.

De wens om moeder te worden, wordt onafhankelijk gesteld van een specifieke relatie.

Daarvoor hebben ze deels politieke en deels pragmatische redenen.

Door in je eentje een kind op te voeden, laat je zien dat gezinsideo- logie en hetero(stel)-cultuur je niet aanstaan. Ook zijn er veel vrouwen die bij het naderen van de kritische leeftijd geen geschikte mannelijke partner voorhanden hebben. Nog afgezien van de eisen die aan part- ners 'als man' gesteld worden, wordt van de partners als vader geëist dat ze minstens zoveel zorg en aandacht aan een kind besteden als zijzelf. Zoniet, dan dragen ze de verantwoordelijkheid liever alleen.

Kinderen zonder copulatie

Via anonieme kunstmatige insemi- natie, via zelfinseminatie of door te vrijen met een man die zijn zaad belangeloos ter beschikking stelt, is zo'n keuze tegenwoordig ook iets eenvoudiger uitvoerbaar. De nieuwe alleenstaande moeders zijn meestal niet de enige verzorgsters van haar kind. Naast de (zeer beperkte en zeer slecht geregelde) mogelijkhe- den voor kinderopvang buiten de deur doen ze een beroep op vrien- dinnen, familie en soms de verwek- ker. Er worden ingewikkelde roos- ters opgesteld over wie wanneer en waar 'het kind doet'. Het vergt aar- dig wat organisatie en emotionele energie om in je eentje ouder te zijn. Ook al zijn er andere verzor- gers. de uiteindelijke verantwoorde- lijkheid wordt niet gedeeld en maakt soms behoorlijk eenzaam.

Op zich is het verschijnsel 'alleen- staande moeder' niet nieuw. In Ca- ribische culturen bijvoorbeeld is het tamelijk gewoon dat vaders afwezig zijn. Tachtigduizend Nederlandse bijstandsmoeders rooien het ook al jaren in haar eentje. Nieuw is dat vrouwen bewust kiezen in haar eentje moeder te worden. Die keu- ze maakt duidelijk dat vrouwen onafhankelijk van mannen haar bes- taan willen inrichten. Het geeft aan dat vrouwen op alle fronten zelf- standig willen en kunnen opereren.

ook wat betreft het ouderschap.

Voor lesbische vrouwen is zo'n be- sluit niet eenvoudig, maar uiteinde- lijk wel vanzelfsprekend. Voor

N G

(7)

J A A R G A N G l - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1 9 8 8

hetero-vrouwen die zelfstandig moe- der willen worden, liggen de motie- ven ingewikkelder. Door te kiezen voor jezelf en een kind voor jezelf gaan ze de strijd met potentiële va- ders in haar omgeving uit de weg.

Hoe begrijpelijk in individuele ge- vallen de keuze voor moederschap zonder verantwoordelijke vader ook is, het is de vraag of deze niet contra-produktief werkt voor een meer op feministische leest ge- schoeide samenleving. De kinderen zullen er niet onder lijden, maar of de zaak van vrouwen hiermee ge- diend is, valt te betwijfelen. Hoewel bepaald niet populair ind dit anti- moralistische feministische tijdperk blijft het van belang na te denken over gevolgen van dergelijke beslui- ten voor de positie van vrouwen.

Niet bij zaad alleen Vreemd genoeg- hoewel? - hoor je mannen nauwelijks over hun on- evenredige aandeel in de verzorging van kinderen. Er zijn er wel die mopperen dat de rol van mannen gereduceerd wordt tot zaadleveran- cier. Maar dat is slechts een kleine minderheid, wiens motieven hoogst- waarschijnlijk voornamelijk voortko- men uit de angst er in de toekomst helemaal niet meer aan te pas te komen.

Het komt de meeste vaders wel goed uit dat de moeders het liever allemaal zelf doen. Biologische va- ders op afstand en andere zaaddo- noren vinden het kennelijk welleuk om een nageslacht te hebben, zon- der dat ze daar verder veel omkij- ken naar hebben. Misschien dat de wroeging later komt, maar voorlo- pig lijkt het wel best zo.

Voor vaders die wel een relatie met de moeder van hun kind hebben, ligt het iets ingewikkelder. Aan de ene kant is het handig dat hun fe- ministische partners de zeggenschap over de kinderen naar zich toetrek- ken. Dat geeft hen de ruimte en de tijd om nog enige vrijbuiter- elementen in hun dagelijkse leven te handhaven. Het vaderschap is zo minder ingrijpend, beperkend en benauwend als wanneer ze zich in dezelfde mate als de moeders ver- antwoordelijk zouden tonen en voe- len. Bovendien profiteren ze ervan dat het fenomeen 'slechte vader' nog ouderwets gedefinieerd is. In tegenstelling tot vrouwen hebben ze geen last van aangeprate of aange- boren ouderschuld-complexen. Hoe

D E H

gering hun bijdrage ook, zij is altijd groter dan die dan vorige generaties vaders en wordt maatschappelijk ge- waardeerd.

Aan de andere kant is het ook be- vreemdend dat mannen genoegen nemen met een marginale vaderrol.

Dat mannen niet uit zichzelf het recht op de helft van de afwas clai- men, is begrijpelijk. Dat ze zich de helft van de kinderopvoeding laten ontnemen, is wel merkwaardig.

Hoewel de lasten - een geregeld en beperkt leven buitenshuis en een gefragmenteerd leven binnenshuis - duidelijk zijn, zouden mannen toch inmiddels ook de lusten ontdekt moeten hebben.

Twee walletjes

Waarom eisen mannen het recht op de kinderkamer niet op? Hoe komt het dat ze zich de zorgende, warme, intieme en koesterende aspecten van het leven met kinderen voor een deellaten ontzeggen? Waarom is er nog zo weinig gedebatteerd en geschreven over het vaderschap? En waarom zijn ze niet verontwaardigd dat feministen nog steeds over moe- derschap schrijven en niet over ou- derschap?

Het antwoord ligt voor de hand, de maatschappelijke waardering voor de zorg en opvoeding van kinderen is nog steeds gering. Maar wat bete- kent dat voor individuele mannen?

Allicht, ze zijn er nog volstrekt niet aan gewend om als vaders aange- sproken te worden. Hun gevoel van eigenwaarde ontlenen ze (nog) niet aan verantwoord vaderschap, maar aan hun maatschappelijke positie buitenshuis. Bovendien zijn ze nog onzeker over hun eigen ouderlijk optreden en ontbreken vaderlijke identificatie-modellen. Maar waar- schijnlijk zit de angst om voor softie te worden aangezien het allerdiepst.

Dus voorlopig eten ze maar van twee walletjes. Als het zo uitkomt, presenteren mannen zich (aan hun feministische vriendinnen bijvoor- beeld) als de zorgzame, nieuwerwet- se, verantwoordelijke vader. Komt het niet uit (op hun werk bijvoor- beeld), dan verdonkeremanen ze hun kinderen. En thuis, in hun rela- tie, vinden ze het ingewikkeld om ruimte te vragen voor hun eigen on- wennigheid met de invulling van hun vaderroL Temeer daar de moe- ders met moeite terrein prijsgeven en hun grotere tijdsinvestering hen het gelijk aan hun kant geeft.

E L L

Het netto-resultaat is dat mannen de keuze hebben (en gelaten wordt) op welke wijze ze hun vaderschap invullen. Vaderschap is daarmee .in principe vrijblijvend gebleven.

Het is er allemaal niet overzichtelij- ker op geworden nu progressieve kringen de zorg voor de instandhou- ding van de soort niet meer aan rechts overlaten. Ouderschap in

theorie en praktijk is ook voor fe- ministische mannen en vrouwen een voorwerp van aanhoudende zorg ge- worden.

In veel gevallen lukt het nog niet echt om de oude idealen te realise- ren. Er is een tendens om die dan maar met het badwater weg te gooien. De nieuwe vaders en moe- ders vervallen hier en daar in ou- derwetse rolpatronen. Wat dat be- treft is het nog maar de vraag of die alternatieve ouderschapspraktij- ken een andere taakverdeling tussen mannen en vrouwen zullen bewerk- stelligen.

Gelukkig zijn er ook vrouwen en mannen die nog degelijke (pre- )fe- ministische ruzies maken en met el- kaar de strijd aanbinden over de zorg van hun kind. Die met vallen en opstaan proberen een nieuwe in- vulling aan ouderschap te geven.

Laten we het er voorlopig maar op houden dat we in een overgangstijd- perk zitten, met alle groeistuipjes

die daar bij horen. •

ELS DIEKERIIOF (Met dank aan Trees, Maan, llugo en Jos)

N G

foto: Bert1en van Manen/HH

Els Diekerhof is redacteur van DE HELLING.

Bronnen:

Michèle Fitoussi.

We lijken wel gek'.

supervrouwen haken af

1988.

Nora Holtrust en lneke de Hondt. Bewust

Ongehuwd Moeder.

1987.

Margriet Prinssen.

Nieuwe moeders. 1988.

Jullette Zipper. Moeders

in soorten en maten.

1987.

7

I

(8)

Huis te koop

Astrid Roemer

Mijn buren hebb.en hun huis te koop aangeboden. De eerste keer toen ik het bekende bord zag staan, heb ik de neiging moeten onderdrukken om bru- taal bij hen aan te kloppen met de vraag hoe zij het in hoofd konden halen mij plotseling met andere naasten op te schepen.

Tenslotte wonen wij reeds jaren als twee onder een kap en al- dus hadden wij genoeg tijd ge- had om te wennen aan elkaars eigenaardigheden. Mijn buur- man doet veel aan zijn huis en het misselijkmakende geluid van zijn boor heb ik leren ac- cepteren als de hondedrollen op mijn stoep - bijvoorbeeld.

En wat betreft de rest van de overlast die ik van heb: zijn vrouw vraagt mij gelukkig niet meer op de koffie. Op oude- jaarsdag drinken we samen

kandeel en kletsen voor een

nieuw jaar bij. Zo hebben we naast elkaar geleefd onder een dakkap, in onverstoorbare vre- de.

Maar, hij gaat dus zijn woning verkopen - en ik ben sindsdien meer geïnteresseerd in mijn nieuwe buren dan in de reden van zijn vertrek.

ledere keer wanneer er zo'n auto voor het huis stopt, ga ik in vol ornaat naar buiten om de mogelijke kopers te taxeren - een beschaafd persoon mag zo zijn voorkeuren hebben, vindt U niet?

Om te beginnen ben ik huiverig voor buitenlanders - Amerika- nen en Engelsen uitgezonderd natuurlijk, want die mensen hebben genoeg geld en ver- plichtingen om veelvuldig bui- ten te zijn. Maar die andere klanten die hier als werknemers te gast zijn - olala, die wil ik niet zo dichtbij hebben.

Stel je voor dat zo'n Marok- kaans of Turks gezin neerstrijkt naast me - nou, dan durf ik nooit meer in bikini in mijn ei-

8 D E

gen tuin te liggen. Om maar te zwijgen van al dat volk dat zich als houtblokken naast mij zal opstapelen in de winter: opoe uit Ankara, schoonfamilie uit de bergen van Tauri, etcetera. Het is altijd hetzelfde gedonder met dat soort en als auteur moet ik het van een volkomen even- wichtige omgeving hebben waarin vooral alleen mijn eigen buitenissigheden tot leven kun- nen komen - op papier natuur- lijk.

Laatst hield er zo'n Mercedes stil, gloednieuw, veel chroom en propvol zwarten. Natuurlijk ben ik weer naar buiten geschoten - deze keer met mijn neus in de wind. Stel je voor dat een stel pooiers bij mij zou intrek- ken. Mijn nachtrust zal eraan gaan en mijn waardigheid als vrouw zal meteen afnemen. En al zouden het niet dát soort mensen zijn - Antillianen als buren wil ik niet. Al die Sa/sa- muziek die de godganse dag uit het raam zal schetteren, dat da- verende gelach steeds. Dus dan ook maar geen landgenoten dacht ik steeds beslister: Suri- namers grijpen werkelijk alles aan om een feest te organise- ren, om weer eens alle uit- heemse gerechten uit te probe- ren en om te dansen - en om messen te trekken om een meid. Bovendien weet je bij mijn landgenoten nooit of het aanhangers van Bouterse of Brunswijk zijn met als gevolg dat je onverwacht onder schot kunt staan.

U begrijpt het al - als ik goed

H E

./.;til:li~J;;;,f;P !P " ...

E R / D E C E M B E R l 9 8 8

bij kas was, dan had ik het huis van mijn buren zelf opgekocht om er mijn dag- en nachtmer- ries in op te slaan. Tenslotte doen dromen niemand kwaad:

ze bewegen niet, ze maken geen geluid - en de mijne ko- men nooit uit.

Gisteren werd ik aangesproken door mijn buren. Het echtpaar moet zeker haar verontschuldi- gingen aanbieden voor de ko- mende overlast - dacht ik wre- velig. De man begon te vertel- len dat hij voor zijn baan naar het Noorden van het land moest en dat hij graag in deze omge- ving was gebleven. Toen nam zijn vrouw met vaste stem het verhaal over: of ik hen een ge- noegen wou doen en niet ponti- ficaal naar buiten wou komen als er mensen kwamen kijken naar hun huis dat al veel te lang te koop staat. Want de ko- pers lieten het allemaal afweten - omdat ze niet zoveel geld wil- den uitgeven aan wonen naast een zwarte buurvrouw. Jaja, ze had hen uitgelegd dat ik alleen- staand ben en een degelijk le- ven leid als auteur - maar niets helpt.

Ik heb mij niet meer laten zien.

Ik ben zelfs achter de lamellen gebleven toen de nieuwe buren erin trokken - het zijn twee mannen die elkaar kussen, ge- lukkig.

L L N G

(9)

J A A R G A N G 1 - NUMMER 4 / S - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1 9 8 8

Herinneriug~»'':Van Fré Meis, Ton Regtien en lna Brouwer

In 1975 werd in het partijkantoor van de CPN in Groningen een persconferentie belegd. Achter de tafel zaten onder anderen Fré Meis, Ton Regtien en lna Brouwer. Alternatieve plannen werden ontvouwd die de noodlijdende Groningse strokartonindustrie weer nieuw leven in moesten blazen. Vele

vergaderingen waren hieraan voorafgegaan, voornan1elijk in Oude Pekela.

D E

'Daar', aldus lna 1:3rouwer, 'in zaal Sasker, sloegen de kameraden uit de strokarton al voor tienen hun eerste borrel achterover en bespraken de stemming in de fabriek.

Zo werden plannen geboren en acties beraamd. Wij, 'de intellectuelen', hielden de werkloosheidscijfers bij, werkten aan alternatieven en organiseerden de sólidariteit. Zij, 'de jongens van de karton', namen de acties in de fabriek voor hun rekening. Zo werd de samenwerking geboren tussen arbeiders en studenten, tussen 'oude' en 'nieuwe' CPN- leden.'

Deze gebeurtenis, de ontmoeting van arbeiders en stu- denten, lijkt symbolisch voor de CPN van de jaren zeven- tig. Het dogmatische, statische karakter van het Neder- landse communisme van de jaren vijftig kwam in aanraking met de dynamische mentaliteit van de jaren zestig. Een harmonieuze synthese kwam echter niet tot stand - al- thans niet op de lange duur. Mede doordat ten gevolge van de economische ontwikkelingen de traditionele achterban

H E L L

van handarbeiders afkalfde, geraakte de CPN na 1980 in een diepe ideologische en organisatorische crisis. Duizen- den leden verlieten de partij, die in 1986 zelfs uit de Tweede Kamer verdween.

De herinneringen van Meis, Regtien en Brouwer geven - zowel qua vorm als qua inhoud - deze ontwikkelingsgang treffend weer. Hun boeken, die zeker ook een afzonderlijke waarde hebben, vertonen een onderlinge samenhang. Zij vormen gezamenlijk een trilogie van het Nederlandse com- munisme; een drieluik, niet alleen in tijd maar ook in representatie. Het feit dat Regtien niet rept over de CPN doet daar weinig aan af. Meis personifieert de orthodoxe, in de Koude Oorlog gestaalde, kaders; Regtien en Brouwer vertegenwoordigen de na 1970 toestromende studenten, waarvan velen zich later als vernieuwers ontpopten. Brou- wer werd aan het eind van de jaren zeventig één der exponenten van het zich toen aandienende feminisme in de CPN. Orthodox, intellectueel en feministisch: deze drie - deels samenvallende of elkaar overlappende - catego- rieën speelden een rol bij de teloorgang van de CPN.

My party

Meis' herinneringen zijn geen levensbeschrijving (die staat ons nog te wachten), maar vormen het relaas van zijn activiteiten als vakbondsbestuurder. In ouderwets com- munistisch jargon snelt hij van staking naar staking. In al deze conflicten trekken de arbeiders uiteindelijk aan het langste eind. Zijn doortastende optreden als stakingsleider levert het zogenaamde 'Fré Meis-effect' op. Met gepaste trots wordt vermeld dat alleen al door het dreigement van

N G q

(10)

JAARGANG l - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R l 9 8 8

10

de komst van Meis sommige ondernemers zouden zijn gezwicht voor eisen van arbeiders.

Tussen de bedrijven door belijdt Meis zijn rotsvaste geloof in de heilzame werking van het socialisme, dat de onver- mijdelijke uitkomst zal zijn van de strijd tussen het reactio- naire kapitalisme en de krachten van de vooruitgang. Dit gesloten wereldbeeld lijkt niet te zijn veranderd sinds hij in 1945 vanwege haar vooraanstaande rol in het verzet lid werd van de CPN. Naar twijfels over de toepasbaarheid van de oude dogma's anno 1988 zal men bij Meis tever- geefs zoeken; een 'crisis van het communisme' komt niet in zijn politieke vocabulaire voor. De toekomst van de CPN ziet hij met optimisme tegemoet. De frontale aanval die enige tijd geleden onder het mom van "Nieuwe Wegen"

werd ondernomen 'op de Marxistisch-Leninistische princi- pes' is de partij weer te boven. Meis, in de ijzige jaren vijftig vergroeid geraakt met de CPN, haalt fel uit naar degenen die zich in de jaren tachtig van de partij gedistantieerd hebben. Hen wordt karakterloosheid verweten. Ook de 'scheurmakers' van 1958 krijgen een veeg uit de pan;

dertig jaar na dato is hun optreden nog steeds onaan- vaardbaar en onvergeeflijk. 'Right or wrong, my party' lijkt het adagium van Meis. Fouten worden er altijd gemaakt, maar: 'de hoofdlijnen van de partij zijn altijd goed ge- weest'.

'Sterft, gij oude vormen en gedachten' De memoires van Regtien zijn van een geheel ander kaliber dan die van Meis. Het onderscheid tussen het vastgeroes- te, verstarde naoorlogse communisme en het enerveren- de, dynamische karakter van de jaren zestig wordt weers- piegeld in de vorm waarin beide hun herinneringen gego- ten hebben. In tegenstelling tot de chronologisch verhalen- de Meis, die staking na staking de revue laat passeren, confronteert Regtien op impressionistische, 'bandeloos subjectieve' wijze zijn herinneringen aan tóen met zijn ervaringen van nu.

Ook wat de inhoud betreft lopen beide boeken - uiteraard - sterk uiteen. Regtien doet in Springtij verslag van zijn lotgevallen gedurende de woelige jaren zestig, een periode van 'losbarstende creatieve oorspronkelijkheid', kortom:

van de verbeelding, losgewoeld door het toentertijd explo- sief groeiende aantal studenten en de oorlog in Vietnam.

Regtien is gefascineerd door de 'duizendvoudige ont- plooiïng van actiegroepen en initiatieven, overal, met ver- gelijkbare bezigheden en doelstellingen' -en dat zonder enige hiërarchische organisatie.

Aan deze tijd heeft Regtien zelf ook een bijdrage geleverd.

Zo was hij in 1963 medeoprichter (onder meer met Mate- man, het huidige CDA-Kamerlid) en voorzitter van de Studenten Vakbeweging, en als zodanig een vakbroeder van Meis. Hij voerde acties tegen de oorlog in Vietnam, 'het brandmerk van de jaren zestig': niet alleen was hij betrok- ken bij de oprichting van het 'Vietnam bulletin', ook hielp hij Amerikaanse deserteurs bij hun vlucht naar Zweden.

Hoogtepunt van zijn activistenloopbaan was de legendari- sche bezetting van het Maagdenhuis in 1969. Onder de banier van democratisering ('medebeslissingsrecht van alle geledingen op alle nivo's') annexeerden honderden studenten, met in het voorste gelid Ton Regtien, het bestuurlijk-administratief centrum van de Universiteit van Amsterdam.

Communist was Regtien in de jaren zestig nog zeker niet.

Hij was toentertijd lid van de PvdA, waarvoor hij ooit zelfs kandidaat voor de Tweede Kamer stond. Helaas valt zijn

D E H E

toetreden tot de stalinistische CPN aan het begin van de jaren zeventig buiten het bestek van Springtij. Het zou immers interessant zijn te vernemen hoe Regtien iets van zijn ideaal van 'beweeglijke, open bewegingen' heeft kun- nen terugvinden in de stalinistisch geleide CPN, temeer omdat een narrige Paul de Groot lange tijd zijn lidmaat- schap in de weg stond door van hem distantiëring van zijn studentenactivisten-verleden te eisen. Pas in 1975 zou hij lid worden, vanwege- zoals hij in een interview meedeelde - de 'praktische solidariteit' die de CPN aan de dag legde.

Hoewel Regtien een aanhanger van de vernieuwing in de CPN was, heeft hij zich naar zijn eigen zeggen hiervoor niet het vuur uit de sloffen gelopen. Dit doet evenwel weinig af aan het representatieve van zijn herinneringen. Het is de door hem beschreven geest van de jaren zestig die met enige vertraging vaardig werd over delen van de CPN. In Tussentijds wordt dit door lna Brouwer onderstreept.

The party is over

lna Brouwer maakt de balans op, na de stabiliteit van veertig jaar actie en het kortstondige springtij van van de jaren zestig. Aanleiding voor het schrijven van haar boek was de vernietigende verkiezingsnederlaag van 1986, waardoor de CPN met lijsttrekker en al (I na Brouwer) uit de Tweede Kamer verdween. Het boek is een samenvoegsel van onder meer dagboeknotities, een verslag van een verblijf in de Sovjet -Unie en van persoonlijke politieke beschouwingen; het resultaat van haar individuele verwer- kingsproces en van gesprekken met anderen over de crisis van links. Het is een vaag, zoekend 'boek zonder eind';

weinig systematisch in vorm en gedachtengang geeft het op eigen wijze uitdrukking aan de crisis van links.

In Tussentijds staat Brouwer uiteraard stil bij de crisis in de CPN. In 1973 trad zij tot de CPN toe vanwege haar strijdbare inslag. In 1981 komt zij op de wieken van het feminisme voor die partij in de Tweede Kamer, een jaar later wordt zij fractievoorzitter. Het conflict in de CPN beschrijft zij - overdrachtelijk gesproken - als een treffen tussen de generaties van Meisen Regtien. In de CPN had door de Koude Oorlog de praktische politiek voorrang gekregen. Dit was ten koste gegaan van de discussie.

Juist de activistische opstelling van de CPN trok mensen van de studerende generatie van 1968 aan. Aanvankelijk gingen zij op in het partijwerk, maar na de zware nederlaag bij de Kamerverkiezingen van 1977 klonk vooral uit deze hoek de roep om verandering. Een conflict tussen ortho- doxie en vernieuwing (waarbij het feminisme zich later ook voegde) ontbrandde; 'een botsing tussen de oude arbei- derscultuur en de cultuur van de verschillende emancipa- tiebewegingen, zoals die van vrouwen en minderheden.

De laatsten weigerden nog langer te accepteren, dat er vóór hen werd gedacht; zij wilden mee vorm geven aan de politiek van de CPN'.

Post-industriële samenleving

De crisis van het Nederlandse communisme wordt door Brouwer in het bredere perspectief van de crisis van links geplaatst. Ze poogt nadrukkelijk de uitwerking van de vernieuwingsbeweging van 1968 op de linkse politiek te traceren, waarbij zij vaststelt dat de idealen van toen 'uit het oude jasje van de gesloten politieke partijen zijn ge- groeid'. In haar verklaringsmodel is emancipatie het sleu- telbegrip. Als gevolg van het maatschappelijk transforma- tieproces van de laatste tijd is het individu mondiger ge-

L L N G

(11)

JAARGANG l - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1 9 8 8

worden en ontstonden nieuwe vor- men van democratie: een toenemen- de emancipatie van het individu is op gang gekomen. (De term 'individuali- sering' krijgt Brouwer maar moeizaam uit de pen).

Deze ontwikkeling culmineerde vol- gens Brouwer in de voor klein-links zo desastreus verlopen Kamerverkiezin- gen van 1986. De uitslag was geen signaal van verrechtsing of van toene- mend egoïsme, maar uitdrukking van de tendens naar meer individuele zelf- standigheid en verantwoordelijkheid.

Men emancipeert zich op alle fronten, dus ook op het terrein van de staat en van de politieke partij. Links is zich hier niet van bewust. Een geëmancipeerde samenleving impli- ceert - zo schrijft Brouwer - 'niet alleen minder staat. Het betekent ook minder politieke partij'.

De crisis bij links (dat wil zeggen PPR, PSP en CPN) bestaat nu hoofdzake- lijk hierin, dat men van die nieuwe, post-industriële samenleving van de jaren tachtig geen diepgravende ana- lyse heeft gemaakt. Het gangbare in- strumentarium is achterhaald en schiet tekort bij het uitzetten van een bestek voor de toekomst. Links is door een verouderde wijze van poli- tiek bedrijven afgesneden van het maatschappelijke reservoir aan crea- tiviteit, dat nu juist aangeboord zou moeten worden om deze tekortko- ming te overwinnen. Ondanks haar verdiensten op het gebied van het

feminisme, de ontwapening en het milieu dreigt links nu de boot te missen, aldus Brouwer. Organisatorische renova- tie, waardoor de dichtgeslibde levensader tussen politiek en maatschappij weer gaat functioneren, is een eerste vereiste voor ideologische vernieuwing: de partijen moeten zich instellen op een directe democratie in plaats van een vertegenwoordigende.

De organisatorische wijzigingen die Brouwer aanbeveelt, moeten ontspruiten aan wat zij een 'nieuwe verbeelding' noemt. De voorstellen zijn evenwel zó vérstrekkend, dat voor de toekomst van de CPN (en van de andere partijen) gevreesd moet worden. Zo dient de CPN met het oog op de Kamerverkiezingen samen met de PPR en de PSP een parlementaire kiesvereniging te vormen die eventueel ook niet-partijgebonden personen kandidaat stelt. Met de volksvertegenwoordigers zal dan hoogstwaarschijnlijk geen directe band meer bestaan. Daarnaast moet de partij in plaats van een gesloten organisatie meer een open platform worden. Het heeft er alle schijn van dat in Brou- wers optiek de tegenstelling tussen stilstand en traditie versus vooruitgang en vernieuwing slechts dialektisch kan worden opgeheven door de opheffing van de CPN in haar huidige vorm.

Fré Meis, Ton Regtien, lna Brouwer. Alle drie hebben zij zich ooit in de rijen van de CPN geschaard vanwege haar strijdbare, praktische politieke opstelling. Stuk voor stuk zijn zij nog steeds lid. Regtiens betrokkenheid staat mo-

D E H E

menteel evenwel op een laag pitje; gevoelens van loyaliteit en bewondering voor de geslaagde destalinisatie binden hem nog aan de partij. Meis en Brouwer zijn nog wel actief van de partij. De vraag is echter van welke. Meis denkt lid te zijn van een CPN die, weer stevig verankerd op marxistisch-leninistische grondslagen, met vertrouwen de toekomst tegemoet kan zien. Brouwer denkt daarentegen lid te zijn van een CPN, wier toekomstige levensvatbaar- heid afhangt van ingrijpende hervormingen. In deze schi- zofrene toestand viert de CPN dit jaar haar zeventigste verjaardag; geen bloemen, geen toespraken? •

GERRIT VOERMAN

F. Meis. 40 jaar actie. U1tgeven1 Xeno, 1987.

l Regtm Springtij hennnenngen aan de jaren zest1g. Het Wereldvenster, 1988.

I. Brouwer. Tussentijds: dagboeknotities en beschouwingen over politiek. SDU Uitgeven]. 1988.

L L N G

toto: Dolf Kruger

Gerrit Voerman is wetenschappelijk medewerker bij het Documentatie- centrum voor Poli- tieke Partijen in Groningen.

1 1

(12)

J A A R G A N G l - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1 9 8 8

Vijftien jaar oppositie tegen Pinochet

Jan de Kievid

Vijftien jaar·geleden pleegde het Chileense leger on- der Pinochet een bloedige staatsgreep. Op l l sep- tember 1973 brachten de militairen de wettig geko- zen president Allende om het leven. De beelden van de in het voetbalstadion samengedrevenen staan scherp in het geheugen gegrift. Het is net alsof het gisteren gebeurd is. Nu is Chili naast

Parag,~;:ay

de laatste dictatuur op het

Latijns-Amerik~~ns•=:

corrt!- nent. Jan de Kievid onderzoekt hoe hoe! de oppo;;hie in die lange, donkere jaren is vergaan"

12

Begin dit jaar bezocht de beroemde: Urugu"yaanst: schrij- ver Eduardo Galeano voor het eerst sinds vijftien jaar Chili. Hij was daar om de José Carasco-prijs in ontvangst te nemen, een literaire prijs genoemd naar een in 1986 door een doodseskader vermoorde Chileense journalist. Galea- no bleef een week in Chili: 'Ik vertrok half duizelig door de intense emoties en de verwarde indrukken ... Maar Helena Villagra, die me vergezelde, droomde dat de Chilenen het vuur bewaard hadden. Oude vrouwen hadden het bewaard in de keukens in de volkswijken. Om het aan te wakkeren zouden zij slechts zachtjes in hun handen hoeven bla- zen'.

Hoe staat het na vijftien jaar dictatuur met het vuur van de Chilenen, het vuur van verzet, van hoop, van democratie, van socialisme misschien? De dictaturen in Argentinië, Uruguay en Brazilië hebben inmiddels het veld moeten ruimen. Tegenstribbelend zijn de militairen in de kazernes teruggekeerd. Maar in Chili - nota bene het land met de sterkste democratische en linkse traditie op het Latijns- Amerikaanse continent - is het juk nog steeds niet afge- schud.

De militaire en economische machthebbers hebben in Chili ongestoord een neo-liberaal 'laboratorium-experiment' kunnen uitvoeren. Het land is er sociaal en economisch door in een puinhoop veranderd. Geen steen is op de andere gebleven. Terwijl buitenlands kapitaal en produk- ten binnenstroomden, werd de binnenlandse markt vrijwel afgebroken en kwam de eigen voedselproduktie zo onge- veer tot stilstand. Eén op de drie Chilenen werd werkloos, de werkgelegenheid in de industriële sector daalde drama- tisch en grote delen van de middenklasse verarmden. Van de eens vrij goede sociale voorzieningen bleef weinig over.

Chilenen die na jarenlange ballingschap terugkeerden, schrokken van de verscherpte tegenstellingen: 'Ik zag het centrum van Santiago terug, luxer dan ooit tevoren, met de mooiste en modernste winkels ... Tegelijkertijd is er dage- lijks een invasie van allerlei straatventers'.

Gehavende oppositie

In dit Chili - geteisterd door armoede, repressie, angst, wanhoop, wantrouwen en vaak ook apathie - moet de oppositie strijd voeren. Hoe dan ook, de militaire dictatuur is - ondanks hardnekkige pogingen daartoe - er niet in

D E H E

geslaagd de organisaties van links te vermetlgen. Links heeft weten te overleven, niet in de laatste plaats door haar geworteldheid in de Chileense maatschappij. Vóór de staatsgreep van 1973 haalden de socialistische en de com- munistische partij ieder meestal zo'n vijftien procent van de stemmen. Ook kende vrijwel geen ander Latijns-Ameri- kaans land een zo sterke van ondernemers en staat onaf- hankelijke vakbeweging.

Maar de onderlinge verdeeldheid nam na de staatsgreep niet af, eerder toe. Na de fatale afloop van het 'Allende- experiment' viel de socialistische partij (PS) uiteen. Uitein- delijk bleven er twee belangrijke fracties over. De ene, sociaal-democratisch georiënteerde fractie (onder leiding van Nunez), leek lang een bijwagen van de christen-demo- craten, de andere (onder leiding van Almeyda) een aan- hangsel van de communisten. Pas de laatste tijd krijgen beide stromingen een eigen gezicht, vooral in de campagne rond de volksstemming.

De communistische partij (PC) had tientallen jaren langs vreedzame weg voor het socialisme gestreden en kon in de jaren zestig dan ook weinig enthousiasme opbrengen voor de Cubaanse revolutie en Che Guevara. zeker niet als voorbeeld voor Chili. Aan het Cubaanse model ontleende ideeën vonden indertijd wel een gretig onthaal bij de socialisten. De PS drong tijdens de regeerperiode van haar partijgenoot Allende telkenmale aan op versnelling van de 'socialistische revolutie', terwijl de president zelf- vooral gesteund door de communisten - juist met tactisch en

L L N G

(13)

J A A R G A N G l - NUMMER 1 . / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1 9 8 8

behoedzaam manoeuvreren, probeerde de christen-demo- cratische oppositie niet te sterk van zich te vervreemden.

Momenteellijken de rollen van communisten en socialisten omgedraaid. De socialisten zijn zich sinds de militaire machtsgreep flink gaan matigen. In 1980 koos de PC voor 'alle vormen van strijd' tegen de dictatuur, gewapende strijd niet uitgesloten. Het frauduleus doordrukken van een nieuwe grondwet in dat jaar en de overwinning van de Sandinistische guerilla in Nicaragua een jaar eerder waren gebeurtenissen die een belangrijke rol speelden in de ge- noemde radicalisering.

Door de communistische koerswijziging kwamen PC en MIR (Beweging van Revolutionair Links) dichter bij el- kaar. De MIR was in 1965 opgericht, sterk geïnspireerd door de Cubaanse revolutie. Tijdens de Unidad Popular- de regering van Allende, waaraan de MIR als enige belang- rijke linkse partij niet meedeed - hadden de voorzichtige PC en de radicale MIR elkaar nog bijna op leven en dood bestreden. Meteen na de staatsgreep van Pinochet in 1973 probeerde de MIR het gewapend verzet te organiseren.

Een poging in 1978 om een plattelandsguerilla te ontkete- nen, werd door het leger in bloed gesmoord.

Sinds het midden van de jaren zestig zijn de christen- democraten (DC) de grootste partij in Chili. De partij- leiding keurde de militaire staatsgreep goed en verwachtte -na een gedacht kort militair intermezzo- opnieuw aan de macht te komen, net als tussen 1964 en 1970. Het pakte anders uit. Toen het tot de christen-democratische gelede-

D E H E

ren doordrong dat de militairen korte metten wilden maken met elke vorm van partijpolitiek kwam ook deze cen- trumpartij geleidelijk in de oppositie terecht.

Protestgolf

Van massaal en openlijk verzet kon tot 1983 geen sprake zijn. In de eerste tien jaar van de militaire dictatuur ontstonden wel langzamerhand men- senrechtencomité's en organisaties van bewoners uit de volkswijken, vrouwen en jongeren, meestal onder bescherming van de kerk. Vaak waren leden van linkse partijen daarin actief, zij het niet openlijk. Eind zeventiger jaren slaagden tegenstanders van de dictatuur er in de leiding in de semi- illegale vakbeweging in handen te krij- gen.

Tien jaar lang had de oppositie moe- ten wachten, maar in 1983 barstte ein- delijk de bom. De wereldcrisis had de façade-economie doen instorten. Op 11 mei 1983 riep de vakbeweging op tot een nationale protestdag en vanaf dat moment waren de protesten niet meer te stuiten. De Chilenen begon- nen hun angst te verliezen en te gelo- ven in een spoedig einde van de dicta- tuur.

In het kielzog van de protestbeweging traden ook de politieke partijen weer naar buiten. Al heel snel echter legden zij hun onderlinge verdeeldheid vast.

toto Koen Wess,ng/HH

Er ontstond een centrumblok rond de christen-democraten en een links blok rond de communis- ten. In de sociale organisaties werkten mensen van verschil- lende politieke richtingen vaak goed samen, maar de par- tijen konden niet tot overeenstemming komen. De christen-democraten streven nog altijd naar onderhandelin- gen met de militairen om een overgang naar democratie te bewerkstelligen. De communisten daarentegen hopen via een volksopstand een einde te maken aan de dictatuur. De PC probeert het volksverzet te ondersteunen met kleine, gerichte gewapende acties van het eind 1983 opgerichte Patriottisch Front Manuel Rodriguez (FPMR), de 'gewa- pende arm van het volk'. Op protestdagen en tijdens televisietoespraken van Pinochet laat het FPMR het licht uitvallen. Ook heeft het Front enkele malen militairen ontvoerd en later ongedeerd weer vrijgelaten, een zwaar gezichtsverlies voor de strijdkrachten.

De iets sterkere - maar zeker niet overheersende - oriën- tatie van de PC op gewapende strijd sluit ook aan bij een verandering in haar sociale basis. Vroeger steunde de partij sterk op industriearbeiders, geschoold in een harde maar gedisciplineerde en geweldloze vakbondsstrijd. Met de af- braak van de industrie is een deel van die aanhang verdwe- nen, en steunt de PC nu ook op werklozen en jongeren in de volkswijken. Vooral die jongeren verzetten zich met geweld tegen de terreur van politie en militairen. Het oude vakbondskader heeft moeite met de nieuwe lijn. Menings- verschillen in de PC leidden regelmatig tot wisselingen in standpunten en tot uitstel van besluiten.

L L N G

13

(14)

JAARGANG l - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 9 8 8

De christen-democraten willen geen politiek verbond met de communisten sluiten, zolang deze niet het gebruik van geweld afzweren. Waarschijnlijk is dit een voorwendsel.

Immers, openlijke politieke samenwerking met de commu- nisten zou de aanvaardbaarheid van de christen-democratie voor rechts, de militairen en de VS op het spel zetten.

Sociale organisaties doen vaak een wanhopig beroep op de partijen om hun meningsverschillen bij te leggen. Vak- bondsleider Manuel Bustos, net vrij na drie maanden cel, zei begin 1986: 'Als wij niet in staat zijn tot een minimale politieke samenwerking zal de repressie voortduren, zal de dictatuur biijven en zal voortgegaan worden de halzen van mensen van de oppositie door te snijden. Wij arbeiders zijn bezorgd over de eindeloze discussie van de politici'. Met de nationale staking van 2 en 3 juli 1986 bereikten de protesten hun hoogtepunt. Als reactie daarop vloog in allerijl een hoge VS-functionaris naar Santiago om de christen-demo- craten te bewegen hun praktische samenwerking via de sociale organisaties met links te beëindigen, en dat miste zijn effect niet. Een maand later ontdekte de dictatuur wapenarsenalen van het verzet en op 7 september pleegde het FPMR een mislukte aanslag op Pinochet. De christen- democraten grepen de wapenvondst en de aanslag aan om zich nog meer van de communisten te distantiëren. Pino- ehet riep de staat van beleg uit en nam het initiatief weer in handen. De volksopstand bleef uit en 1986 werd niet het beslissende jaar, ondanks wat de communisten verkondigd hadden.

De in 1983 begonnen protestgolf ebde weer weg. Hoewel de dictatuur niet gevallen was, had de oppositie in die drie jaar zeker resultaten geboekt. In vrijwel alle belangrijke sociale organisaties waren verkiezingen afgedwongen, die steeds gewonnen werden door tegenstanders van de dicta- tuur: bij de studenten, de vakbonden, de artsen, de leer- krachten, enzovoorts. Een groot deel van de middenklasse, die altijd Pinochet gesteund had, was tot oppositie overge- gaan. Al bleven vervolgingen, razzia's en martelingen door- gaan, de politieke partijen en de oppositiepers hadden meer ruimte veroverd om openbaar te functioneren.

Waarom Pinocheter nog zit

De oppositie leek eind 1986 terug bij af. Terwijl in Argenti- nië, Uruguay en Brazilië de democratie achtereenvolgens in 1983, 1984 en 1985 aarzelend was hersteld, was Chili in 1986 niet gevolgd. Veel meer dan zijn militaire collega's in de buurlanden heeft Pinochet zijn bewind gekleurd door ideologisch fanatisme en persoonlijke macht, waar nog eens bijkomt dat de dictator verzekerd is van de trouw van zijn militairen. Deze zijn in Chili op Pruisische wijze ge- drild en waren tot nu toe meestal loyaal aan het (in hun ogen) 'wettig gezag', behalve in 1973.

Ook bleven de Verenigde Staten Pinochet steunen, on- danks toenemende - in de openbaarheid geventileerde - kritiek op de schendingen van de mensenrechten. De VS maken zich voornamelijk bezorgd om de kracht van de linkse partijen en de sociale organisaties in Chili. In Argen- tinië, Brazilië en Uruguay lag de situatie wezenlijk an- ders. Daar was links grotendeels uitgeschakeld. Toch heeft Washington wel enige reserves. Men is bang dat de halsstar- rige houding van Pinochet links in de kaart speelt, waar- door een 'nieuw Nicaragua' zou kunnen ontstaan, hetgeen tot een voor de VS oncontroleerbare situatie kan leiden.

Ondanks het risico wil Washington Pinochet evenwel pas laten vallen als er een kansrijk centrum-rechts alternatief in Chili voorhanden is. De VS willen hun belangen in Chili en

14 D E H

in de hele zuidkegel niet in de waagschaal stellen.

Ook de verdeeldheid van de Chileense oppositie heeft meegeholpen aan de consolidatie van de militaire dictatuur.

Nu al proberen de verschillende partijen hun posities in het post-Pinochet-Chili veilig te stellen. Voor de christen- democraten is angst voor de groei van links daarbij een belangrijke factor. Dat laatste geldt nog sterker voor die militairen en ondernemers die onderhand ook wel van Pinochet afwillen, maar die het huidige maatschappijmodel en politieke systeem alleen kosmetisch willen veranderen.

Zo speelt de angst voor links- belangrijkste motief bij het vestigen van de dictatuur in 1973- opnieuw een hoofdrol, nu bij het handhaven van de status quo.

Volksstemming

Toen Pinochet na de aanslag op zijn leven het heft weer meer in handen nam, begon hij vorigjaar met de voorberei- ding van zijn herverkiezing. Inmiddels heeft hij op 5 okto- ber de strijd om voortzetting van zijn presidentschap verlo- ren. Maar ook na zijn recente nederlaag blijft Pinochet nog minstens een jaar president. Daarna moeten er verkiezin- gen komen met meerdere - niet-linkse - kandidaten, en ook dan blijft de dictatoriale grondwet van kracht.

De centrum-oppositie deed een poging de regels van de dictatuur te veranderen. Het startte zonder veel kracht en overtuiging een campagne voor 'vrije verkiezingen' met meerdere kandidaten. Pinochet wees deze botweg af.

Links wilde niet meedoen met pogingen het regime via haar eigen regels te veranderen, maar had zelf weinig anders te bieden. Voorwaarden voor massamobilisatie waren niet meer aanwezig. Veel mensen hadden hun vertrouwen in de politieke partijen met hun eeuwige geruzie verloren. Al- leen oproepen van politiek breed samengestelde sociale organisaties brachten nog massaal mensen op de been.

De communisten probeerden gewapende acties op een laag pitje te zetten. Daardoor ontstond een splitsing ontstond in het Frente Manuel Rodriguez (FPMR). Een deel van dat Front besloot - geheel los van de PC - met acties door te gaan. Ook de MIR viel ten gevolge van deze kwestie in een broedertwist uiteen. De ene stroming wil door middel van een jarenlang volgehouden guerilla het socialisme berei- ken, de andere ziet op dit moment meer heil in massamobi- lisatie, vergezeld van gewapende acties.

Het gewapend verzet is in de achterliggende vijftien jaar overigens van beperkte omvang geweest, al waren de aan- slag op Pinochet en de ontvoering van een kolonel die eind 1987 na tweeënhalve maand ongedeerd in Brazilië werd vrijgelaten, zeker spectaculair. Gezegd moet worden dat de aandacht voor deze acties zowel in de propaganda van de dictatuur als in de discussies in kringen van de oppositie in geen verhouding stond totde-beperkte-betekenis ervan.

De socialist Ricardo geeft de overheersende mening binnen Chileens links goed weer: 'Het proces in Nicaragua is waardevol en legitiem in Midden-Amerika, maar Chili heeft een heel andere geschiedenis, cultuur en klassenstruc- tuur. Het Chileense leger is wel tien of twintig keer sterker dan de Nationale Garde van Somoza destijds'.

Toen de campagne voor 'vrije verkiezingen' op niets uit- liep, deden de christen-democraten een appèl tot deelna- me aan de volksstemming; de Chilenen zouden 'nee' moe- ten stemmen tegen de kandidaat van de militairen. Voor het blok gezet door het centrum volgde een deel van links, waaronder de twee belangrijkste socialistische fracties. Op 2 februari van dit jaar sloten dertien centrum- en linkse partijen een akkoord om campagne voor het 'nee' te voe-

E L L N G

(15)

J A A R G A N G 1 - NUMMER 4 / 5 - N O V E M B E R / D E C E M B E R 1988

ren. 'Door 'nee' te stemmen zal het volk Pinochet en zijn regime verslaan', zo stellen zij optimistisch. Via een mas- saal 'nee' willen zij de strijdkrachten dwingen tot onderhan- delingen over herstel van de democratie.

Ook de communistische partij, die aanvankelijk het ak- koord bekritiseerde ('met deze capitulerende en verzoe- nende politiek zal de democratie niet van de dictatuur winnen') besloot in juni zich alsnog achter de campagne te scharen. Op slechts enkele kleine gewapende verzetsorga- nisaties na, die willen boycotten, sprak de gehele oppositie zich voor deelname aan de volksstemming uit.

Vooral jongeren voelden weinig voor meedoen met het spektakel. Eén van hun leiders: 'De jongeren hebben zich met risico voor lijf en leden ingezet bij de protesten van 1983 tot 1986 en dachten zo een einde aan de dictatuur te maken. Daarom bedenken ze zich wel

twee keer voor ze ingaan op een voor- stel dat opnieuw het einde van de dic- tatuur belooft'.

Inmiddels heeft het regime bij de volksstemming het onderspit gedol- ven. De miljoenen uit de staatskas voor propaganda en de dreigende taal van Pinochet konden de nederlaag niet voorkomen. De dreiging blijft aanwezig van een 'staatsgreep binnen de staatsgreep' door Pinochets land- macht.

Het 'nee' heeft gewonnen en de mili- tairen zullen misschien bereid blijken tot onderhandelingen met de opposi- tie. Er staan enkele hete hangijzers op de agenda. De militairen zullen am- nestie voor hun misdrijven, politieke uitsluiting van links, garanties voor bestendiging van het particulier eigen- dom en handhaving van hun onder de dictatuur verworven privileges eisen.

Daarbij kunnen zij rekenen op steun van de Verenigde Staten.

Een toekomstige burgerregering zal worden geconfronteerd met massale werkloosheid, een van de hoogste schuldenlasten ter wereld en een ont- mantelde staatssector, waardoor het moeilijk is greep op de economie te krijgen. De linkse partijen en sociale organisaties krijgen de zware taak om aan zo'n beperkte en formele demo- cratie echt inhoud te geven. Daarbij zallinks zich niet meer zo overwegend als vroeger moeten oriënteren op de industriële arbeidersklasse en de vak- beweging. die door het neo-liberale beleid sterk in omvang en betekenis afgenomen zijn. Dat is een werkelijk dramatisch proces: in 1973 waren er tienmaal zo veel vakbondsleden als werklozen, tien jaar later driemaal zo- veel werklozen als vakbondsleden.

Links zal ook aansluiting moeten vin- den bij vrouwen en jongeren. Juist die hebben zich onder de dictatuur breed georganiseerd met overbrugging van afgesleten ideologische scheidslijnen

D E H E

en met opener organisatievormen dan de nogal formele en autoritaire partijcultuur.

Nu leven de Chilenen nog onder de dictatuur. Zullen de oude vrouwen uit de volkswijken het vuur weer aanwakke- ren? Volgens de Chileense schrijver Ariel Dorfman is dat al gebeurd: 'Ondanks de angst, de apathie en de ellende hebben mijn landgenoten zich creatief georganiseerd in een campagne voor het nee'. Zal dit vuur blijven branden, of krijgt Carmen Gloria Quintana, het meisje dat in 1986 door de militairen met een heel ander soort vuur voor het leven verminkt werd, gelijk: 'Ik zou willen geloven dat de volks- stemming werkelijk iets kan veranderen, maar door wat dit regime mij aangedaan heeft, kan ik dat niet'. •

JAN DE KIEVlD

L L N G

Jan de Kievid is

coördinator van het

Chili Komitee

Nederland

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ethische vraagstukken zijn in de wijkteams met de transities voor professionals in het sociale domein nadrukkelijk dan ooit aan de orde en betreffen complexe vraagstukken die

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

De lire r Tjeenk Willink zegt dat de Tweede kamer meer aandacht moet l.rsteden aan de uitvoering van het beleid; dus dat is meer op lokaal mveau.. De heer

Met de huidige sancties wordt er voor je ge­ dacht en gezorgd (voor sommigen is dit wel plezierig) maar dit is op lange termijn niet\ de bedoeling daar juist deze

Hoewel de verschillen in aandelen kiezers en leden voor deze partijen in de regel geringer zijn in de onderscheiden leef- tijdsgroepen – zij het dat de SGP in de leeftijds categorie

van de waarden die aan democratic en rechts- staat ten grondslag liggen. De rooms-katholieke kerk, het protestantisme en de oosterse orthodoxie hebben ieder hun eigen

De buurt is niet alleen een belangrijke eenheid van sociale en ruimtelijke ongelijkheid, maar ook een platform voor gemeenschapsvorming en de dagelijkse sociale interactie

Ik maak een onder- scheid in drie niveaus waarop de transformatie te herkennen en vorm te geven is: het individueel niveau van hulp geven, het buurtniveau van preventie organiseren