Vraag nr. 58
van 16 september 1998
van de heer DOMINIEK LOOTENS-STAEL Werkvergadering communicatiestrategie Brussel – Deelnemers
Op initiatief van het kabinet van de minister werd onlangs in Lommel een werkvergadering georgani-seerd – onder begeleiding van een Dilbeeks "communicatieburo" – omtrent een nieuwe com-municatiestrategie voor Brussel.
1. Op basis van welke criteria werden de veertig deelnemers aan deze werkvergadering geselec-teerd ?
2. Zijn deze veertig deelnemers volgens de minis-ter representatief voor de Vlaams-Brusselse bevolking ?
3. Wat was de kostprijs van deze werkvergadering ?
Antwoord
Voor het kader van dit antwoord verwijs ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger graag naar het antwoord dat ik gaf naar aanleiding van vraag nr. 53.
Als Vlaams minister bevoegd voor Brusselse Aan-gelegenheden, heb ik mij tot doel gesteld om de Vlaamse Gemeenschap in Brussel met een sterk en duidelijk profiel, met een "gelaat" naar buiten te laten treden. De Brusselse Vlamingen moeten dui-delijk tonen dat zij een actieve en geëngageerde groep vormen, die open staat voor alle gemeen-schappen in Brussel en die haar verantwoordelijk-heid opneemt voor het geheel van de stad.
Deze communicatie richt zich naar drie doelgroe-pen : de Brusselse Vlamingen ; de andere Brusse-laars, van welke cultuurgroep dan ook, en de Vla-mingen buiten Brussel.
Deze noodzaak – en tevens uitdaging – staat met zoveel woorden beschreven in de Beleidsbrief Brussel 1998 -"Brussel : in het oog in het hart". Ik heb uitdrukkelijk deze beleidsoptie willen uit-werken in samenspraak met, en met de actieve medewerking van de Brusselse Vlamingen.
Om deze participatieve planning te realiseren, werd een overheidsopdracht uitgeschreven. Het communicatiebureau Kate Thomas & Kleyn werd geselecteerd. Dit bureau heeft de expertise om
deze taak aan te pakken. Zij hanteren hiervoor een methodiek die luistert naar de naam "Search Con-ference®", ofwel zoek-, werk- en planningsverga-dering.
De zoek-, werk- en planningsvergadering vertrekt van een 40-tal sleutelfiguren van al de verenigin-gen, organisaties en sectoren die in Brussel de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigen en vorm geven. De deelnemers aan de driedaagse werk- en planningsvergadering vertegenwoordigen dus een dwarsdoorsnede van de gemeenschap. Zij spelen in het verhaal een cruciale rol. Het idee is om net die mensen die motiverend en mobiliserend kunnen werken naar een brede achterban, in één ruimte te krijgen. Na de driedaagse moeten zij, voor de uitvoering van de plannen, een beroep kunnen doen op hun diverse achterbannen.
De selectie van de deelnemers was een arbeidsin-tendsief en omzichtig gegeven.
In eerste instantie werd, met medewerking van de bevoegde ambtenaren binnen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC Vlaams Gemeenschaps-commissie, het brede maatschappelijke veld in kaart gebracht en verdeeld, eerst in vijf werkvelden (onderwijs, welzijn, cultuur, economie en banden met de internationale gemeenschap). Deze werk-velden werden verder opgesplitst zodat men kwam tot 32 zogenaamde "clusters". Deze groep van ambtenaren, aangevuld met vertegenwoordigers uit het economische veld, wees dan, per cluster drie contactpersonen aan die elk stonden voor een spe-cifiek deel van die cluster. Aan deze lijst van men-sen werd, telefonisch, telkens gevraagd welke drie personen in het veld zij als zeer representatief zagen om hun groep te vertegenwoordigen maar ook in andere clusters actief waren. Ook aan deze personen werd dan weer dezelfde vraag gesteld. Dit leidde tot een lijst van 864 namen. De namen die in deze lijst het meest frequent voorkwamen en ook bij andere sectoren werden geciteerd – en het dus ging om personen die hun specifiek kader overstijgen – werden die in een eerste ronde gese-lecteerd.
Daarna werd deze groep onderzocht en geëvalu-eerd op socio-demografische criteria (woonplaats, leeftijd, geslacht). Op deze wijze werd een top-40 samengesteld die bijgevolg representatief is voor het actieve deel van de Vlaams-Brusselse bevol-king.
