Marcus van Vaernewyck, Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden en voornamelick in Ghendt 1566-1568 · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Vlaenderen, jn welcke, om jonste, die hij daertoe heeft, hij gheresideert heeft ende hem daerjn meer ghehouden dan jn eenich van sijne andere landen, ende boven al ghemint,
En ghelijkt niet qualik oa / ende wy Néderlanders móghenze dęrven: ende zy en comt nerghens in te passe/dan alsser (volghēde de La tijnsche spellijnghe) q vóren staad: wāt in de
procratersche ende hadde procratersche geweest van ‖ dier tijt dattet cloester iersten geslaten a) waert 3). Ende sie weren te samen één herte ende één ziele in onsen lieven heren
Als de boer 's avonds terugkeert, lopen zijn kinderen hem tegemoet en vragen hem: ‘Vader, heb je wat meegebracht?’ De vader haalt dan uit zijn knapzak een hompje gespaard brood en
Mevrouw: Mijn bureau staat hier wel, maar dat gebruik ik alleen voor mijn gewoon dagelijks schrijfwerk, brieven of drukproeven en zo, maar voor mijn literair werk trek ik me terug in
Ik moet zowat 42 jaar geweest zijn toen ik op zekere dag een sneeuwman maakte voor mijn kinderen?. Toen hij klaar was, dacht ik: ik
Naast zijn zuiver literair werk heeft Lode Baekelmans heel zijn leven door allerhande studies geschreven waaruit wij alleen lichten: de bloemlezing met inleiding over de
Mensen die niet om een speciale reden naar de schouwburg gaan maar omdat ze een avond uit willen, moeten geboeid worden want anders verlangen ze alleen maar naar de pauze of ze