• No results found

Zondagslezing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kerk & leven

27 februari 2013

lezingen & Commentaar C

Lezingen door de week | Maandag  18  maart:  Daniël 13, 1-9.15-17 en Johannes 8, 12-20 • Dinsdag 19 maart (Heilige Jozef, bruidegom van de heilige Maagd Maria) Tweede Boek Samuël 7, 4-5a.12-14a.16 – Brief aan de Romeinen 4, 13.16-18.22 – Matteüs 1, 16.18-21.24a of Lucas 2, 41-51a • Woensdag 20 maart: Daniël 3, 14- 20.91-92.95 en Johannes 8, 31-42 • Donderdag 21 maart: Genesis

17, 3-9 en Johannes 8, 51-59 • Vrijdag 22 maart: Jeremia 20, 10-13 en Johannes 10, 31-42 • Zaterdag 23 maart: Ezechiël 37, 21-28 en Jo- hannes 11, 45-56 • Zondag 24 maart (Palmzondag • Passie van de Heer) Lucas 19, 28-40 (Palmprocessie) – Jesaja 50, 4-7 – Brief aan de Filippenzen 2, 6-11 – Lucas 22, 14 – 23, 56.

eucharistie op radio | 17 maart, 10 uur, VRT Radio 1: vanuit de Sint-Catharinaparochie in Hasselt.

eucharistie op tv | 17 maart, 10 uur, VRT één: vanuit de Onze- Lieve-Vrouwkerk Abdij Vlierbeek in Kessel-Lo. Het verenigd paro- chiekoor Adagio onder leiding van Rudi Thomassen verzorgt de zang, begeleid door Paul van Hooff aan het Le-Picardorgel.

EERSTE LEZING

jesaja 43, 16-21

Zo spreekt de Heer, die door de zee een weg legt, een baan door de onstuimige golven; en die wagen en paard daarover laat gaan, leger en strijdmacht, geslo- ten aaneen, maar dan gaan ze rusten, staan niet meer op, uitgeblust zijn ze, uitgedoofd als een vlaspit.

„Denk niet meer aan het verleden en sla geen acht op wat reeds lang voorbij is: Ik onderneem iets nieuws, het begin is er al: ziet ge het niet? Een weg leg Ik door de steppe, rivieren laat Ik stromen door de woestijn.

De wilde dieren zullen ontzag voor Mij hebben, de jakhalzen en de struisvogels; want door de steppe laat Ik beken stromen, rivieren door de woestijn, zo- dat mijn uitverkoren volk zich kan laven: en dit volk dat Ik Mij gevormd heb zal mijn lof verkondigen!”

TWEEDE LEZING

brief aan de filippenzen 3, 8-14

Broeders en zusters,

Ik beschouw alles als verlies, want mijn Heer Chris- tus Jezus kennen gaat alles te boven. Om Christus heb ik alles prijsgegeven en houd ik alles voor afval, als het er om gaat Hem te winnen en één te zijn met Hem. Ik heb geen eigen gerechtigheid op grond van de wet; mijn gerechtigheid komt door het geloof in Christus, ze is een gave van God en steunt op het ge- loof. Ik wil Christus kennen, ik wil de kracht van zijn opstanding gewaarworden en de gemeenschap met zijn lijden, ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven, om eens te mogen komen tot de wederop- standing uit de doden.

Niet dat ik het al bereikt heb. Ik ben nog niet vol- maakt. Maar ik streef er vurig naar het te grijpen, ge- grepen als ik ben door Christus Jezus. Nee, vrienden, ik beeld mij niet in er al te zijn. Alleen dit: ik vergeet wat achter me ligt, ik reik naar wat voor me ligt, ik storm af op het doel: de prijs van Gods heerlijke roe- ping.

EVANGELIE

johannes 8, 1-11

In die tijd begaf Jezus zich naar de Olijfberg. ’s Mor- gens vroeg verscheen Hij weer in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe. Hij ging zitten en onder- richtte hen.

Toen brachten Schriftgeleerden en Farizeeën Hem een vrouw die op overspel was betrapt. Zij plaatsten haar in het midden en zeiden tot Hem: „Meester, de- ze vrouw is op heterdaad betrapt terwijl ze overspel bedreef. Nu heeft Mozes ons in de Wet bevolen zulke vrouwen te stenigen. Maar Gij, wat zegt Gij ervan?”

Dit bedoelden ze als een strikvraag in de hoop Hem ergens van te kunnen beschuldigen.

Jezus echter boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond. Toen zij bij Hem aanhielden met vragen richtte Hij zich op en zei tot hen: „Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.” Weer boog Hij zich voorover en schreef op de grond. Toen zij dit hoorden dropen zij een voor een af, de oudsten eerst, totdat Jezus alleen achter- bleef met de vrouw die daar was blijven staan.

Nu richtte Jezus zich op en sprak tot haar: „Vrouw, waar zijn ze gebleven? Heeft niemand u veroor- deeld?” Zij antwoordde: „Niemand, Heer.” Toen zei Jezus tot haar: „Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.”

Schriftlezingen © Katholieke Bijbelstichting

’s Hertogenbosch, www.bijbel.net

commentaar bij de zondagslezingen

— Jean Bastiaens —

god wil iets nieuws beginnen

De drie lezingen van deze vijfde zondag van de veertigdagentijd hebben een gemeen- schappelijk thema: richt je ogen niet langer op het verleden, maar kijk naar wat er nu staat te gebeuren. In de eerste lezing wordt er een vergelijking gemaakt tussen de uittocht uit Egypte en de nieuwe uittocht uit Babel: tijdens die eerste uittocht werden de strijdwagens van de machtige farao naar de zee gelokt, maar ze kwamen om in diezelfde zee. In de twee- de uittocht, uit Babel, zal het er echter heel anders toegaan. Nu maakt god geen weg door de onstuimige zee, maar bevloeit Hij het dorstige steppelandschap met water, opdat het volk dat Hij liefheeft erdoor kan trekken, zonder angst te moeten hebben voor de wilde die- ren die heer en meester zijn in die woestijn. De eerste uittocht verbleekt als het ware bij de tweede. Het verleden moet je gedenken, maar je mag er niet aan vastgekleefd zitten, anders mis je de boot naar de toekomst. Een heerlijk vers staat in het midden: „Denk niet meer aan het verleden, Ik ga iets nieuws beginnen — het is er al, zie je het niet?”

In de tweede lezing balanceert Paulus eveneens tussen verleden en toekomst. Paulus weet zich schatplichtig aan zijn joodse opvoeding en zijn farizese opleiding. En toch zegt hij — overdrijving is bij hem een gebruikelijke retorische stijlfiguur — beschouw ik alles als ‘afval’ als het erom gaat Christus te winnen en hem te leren kennen. Vóór zijn ommekeer was Paulus een man van het verleden, van de grote tradities, maar na zijn ommekeer is hij een man van de toekomst. Hij voelt zich niet langer gebonden aan prachtige tradities, maar weet zich gegrepen door Jezus Christus, die hij wil navolgen in leven, lijden en sterven. En wat een geluk: de zo op perfectie gerichte Paulus weet dat hij niet langer volmaakt hoeft te zijn, de messias heeft hem daarvan verlost.

Met behulp van deze twee lezingen zijn we goed voorbereid om het evangelie te beluis- teren. Het is een sterke tekst die ons van heel dichtbij laat aanvoelen hoe innerlijk vrij Jezus was en hoezeer hij vanuit die vrijheid mensen een nieuwe toekomst kon geven. Het verhaal ademt de sfeer van de patriarchale samenleving: mannen proberen er de wet voor te schrij- ven aan vrouwen. Wanneer Jezus in de tempel aan het onderrichten is, komen er Schrift- geleerden en Farizeeën naar hem toe. Ze sleuren een vrouw mee die op overspel is betrapt.

De man die bij dit overspel betrokken was, blijft buiten beeld. De Schriftgeleerden en Fari- zeeën willen Jezus aan een test onderwerpen: hoe gaat Hij om met het spanningsveld van traditie en interpretatie? De Tora van Mozes zegt immers duidelijk wat er met deze vrouw moet gebeuren. Uiteraard weten die mannen ook wel dat de Tora uitgelegd, geïnterpre- teerd en geactualiseerd moet worden, dat is immers hun taak. Maar ze willen weten hoe- zeer Jezus zich bij dat alles aan hun tradities houdt.

Jezus weet wel waar de Schriftgeleerden en Farizeeën op aansturen. Hij zwijgt en stelt een teken door met zijn vinger in het zand te schrijven. Zijn tegenstrevers begrijpen niet wat Hij doet en dringen aan op een duidelijk antwoord. Hierop doet Jezus iets dat ze hele- maal niet verwachten. In plaats van te focussen op de vrouw, richt Hij zich tot de mannen in hun dreigende agressie: „Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.” En weer bukt Hij zich en schrijft met de vinger in het zand. Jezus doet twee dingen. Ten eerste confronteert Hij de mannen die erop aansturen iemand van het leven te beroven met hun eigen agressie. Waar komt die agressie eigenlijk vandaan? Is het ijver voor de Tora van Mozes of heeft het een an- dere bron? Hebben zij wel eens aan zelfreflectie gedaan en zich afgevraagd of zij nooit een zwaar gebod uit de Tora hebben overtreden? Daarnaast stelt Jezus een teken: Hij schrijft met de vinger in het zand. Wat betekent dat? De Schrift zegt dat de tien woorden (beter dan

‘tien geboden’, want het gaat om meer dan geboden) door Gods eigen vinger geschreven zijn. Die tien woorden vormen samen met alle andere geboden en verhalen de schriftelijke Tora. Maar die Tora moet geïnterpreteerd worden. En het is juist een taak van de messias om de Tora gezagvol en vernieuwend te interpreteren. En die interpretatie luidt: niemand kan de Tora volmaakt vervullen en naleven. Niemand kan zichzelf tot rechtvaardige ma- ken. En alleen al daarom heeft de messias het recht om de vrouw vrij te spreken. Jezus doet dat op een zeer slimme manier. Zijn tegenvraag doet de mannen een voor een afdruipen.

Pas dan richt Hij zich tot de vrouw: „Zie nu eens, heeft niemand u veroordeeld?” En als de vrouw dit goed en wel beseft, voegt Hij eraan toe: „Ook Ik (!) veroordeel u niet. Ga en zondig niet meer.” Er is weer toekomst.

17 m aa rt 2013 – v i j f d e zo n dag i n d e v e e rt i g dag e n t i j d

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Samen denken we na en gaan we in gesprek over de betekenis en de zin van geloven, over christelijke symbolen en sacramenten en over de betekenis van het doopsel.. Door het doopsel

Nu nam Pilatus weer het woord en vroeg hun: “Wat moet ik dan doen met Hem, die gij de koning der Joden noemt?”  Nu schreeuwden ze opnieuw: “Kruisig Hem!”  Daarop vroeg

teiten zóó is, dat zij bij het onvermijdelijk buigen en wenden wel in 't ouderwetsch Evacostuum lijkt te zijn. In hoeveel zaken, ook zoogenaamd wat deftiger

Inleiding Het zesde zegel geeft ons zicht op een belangrijke fase in het werk van Jezus Christus in zijn gemeente: het gaat aan op het einde (=voleinding) van alle dingen.. Met

Hij voelt zich niet langer gebonden aan prachtige tradities, maar weet zich gegrepen door Jezus Christus, die hij wil navolgen in leven, lijden en sterven. En wat een geluk: de zo

O, gemeente, dat we ook in de tijd waarin wij leven, ook als de Heere onze ogen geopend heeft - en mogen er maar velen onder ons tot het licht komen, door de bediening van de

Deze vier hemelse vorsten willen ‘via’ de Eufraat de grote stad Babylon volledig aan zich onderwerpen, met als doel: haar te... Om zich daarna te richten op de hemelse hof van

Maar in Johannes gaf Jezus haar een zoon terug, een zoon die één met haar was in zijn liefde voor Jezus.. Maria keek Johannes aan en glimlachte, door haar