• No results found

Dit was 2011 !

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Dit was 2011 !"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Deze week :

• Briefje aan Kris Peeters 3

• De schijnheilige kop van Sa Majesté 4

• Echo’s uit de Wetstraat 4

• Films uit Nollywood 9

• Het circus van de liefdadigheid 11

• Het Duitse jobwonder 14

Plankzeil als de bliksem www.pallieterke.info naar

65

ste

jaargang • nummer 52 • woensdag 29 december 2010 1,85 euro

Ook al die voorgekauwde jaaroverzichten beu waarbij de ene zender de andere krant de loef tracht af te steken door nog eens alle moorden en misda- den van het voorbije jaar uitgebreid de revue te laten passeren? Daarom zet- ten wij voor u in telegramstijl alvast de voornaamste gebeurtenissen van begin 2011 op een rijtje! Of althans de gebeurtenissen zoals ze zich best wel eens zou- den kunnen ontwikkelen.

1 Januari. Het Paleis stuurt onverwacht een nieuwe boodschap de wereld in. De Belgen verstaan de kunst van het compromis niet meer: daarom wordt Vande Lanotte bevorderd tot Koninklijke Compromitteur. Vuurwerk alom!

3 Januari. Vande Lanotte legt zijn compromitterende nota voor aan de onderhande- lende partijen.

5 Januari. Bart De Wever noemt de tekst on-aan-vaard-baar: de teller moet op nul worden gezet! De andere partijen vinden de nota desondanks een goed uitgangspunt om over te praten, en roepen op tot bezinning.

7 Januari. De N-VA praat voort: verkiezingen zijn geen gepast Nieuwjaarsgeschenk, zo luidt het na een tweede lezing van het voorstel. De partij is bereid om het einde van de soldenperiode af te wachten. Caroline Gennez pruilt. Ze had op de Nieuwjaarsreceptie van haar partij graag het woord gevoerd als vice-premier.

17 Januari. De speculatie tegen de euro zet de Belgische rente onder druk. VOKA- voorzitter De Bruyckere haalt in Le Soir scherp uit naar De Wever en diens plan B. De VRT laat de politoloog en belgicist Dave Sinardet interviewen door baron Paul Buysse en omge- keerd. De suggestie luidt dat er best lijfstraffen voor flaminganten worden ingevoerd.

18 Januari. Het Paleis promoveert Vande Lanotte tot Koninklijke Matraqueur.

31 Januari. De solden gaan hun laatste uren in. Alle kranten koppen: CRUCIALE DAG!

1 Februari. Er gebeurt niets. Unanimiteit in de media: het wordt eerder een CRU- CIALE WEEK! Alle partijen dienen om de beurt amendementen in. De Koninklijke Matra- queur pendelt heen en weer.

8 Februari. Er duikt een rekenfout op in de Brusselse begroting. Het tekort bedraagt geen half maar een heel miljard. De Brusselse PS heeft het over een voorafname op de nieuwe financieringwet. CD&V-voorzitter Beke pro- testeert voorzichtig, maar krijgt meteen een dreun rond de oren van het ACW. Ontslagnemend premier Leterme is in zijn nopjes. Hij draait in lopende zaken een budget voor 2011 in elkaar.

14 Februari. Het ABVV saboteert een akkoord over het statuut van arbeiders en bedienden. Argumentatie: de N-VA misbruikt het thema om tweedracht te zaaien tus- sen noord en zuid. De socialistische bediendencentrale wil namelijk geen enkele verandering.

21 Februari. Volgens de media tekenen de contouren van een akkoord over de financieringswet zich af, op voor- waarde dat de N-VA haar verantwoordelijkheid neemt.

Op de VRT interviewt de belgicist Paul de Grauwe poli- toloog Dave Sinardet en omgekeerd.

23 Februari. Bart De Wever stelt dat het tijd wordt

om af te ronden. Maar eerst moeten er nog een aantal verdiepende gesprekken wor- den gevoerd. Intussen is de N-VA bereid om vanuit de oppositie de begroting-Leterme te steunen.

28 Februari. Het Internationaal Muntfonds is klaar met zijn definitief rapport over Bel- gië. Het IMF concludeert dat er best zo snel mogelijk Koninklijke Arrangeurs worden aan- gesteld om een regering te vormen van nationale eenheid. Voor de rest houdt de eerbied- waardige instelling zich ver van de politiek.

1 Maart. Het ratingagentschap Moody’s verlaagt de kredietwaardigheid van België en Vlaanderen. Wallonië heeft sinds de verkiezingen een voordelig status quo weten te behouden en ontspringt voorlopig de dans. De Europese Centrale Bank hekelt de hou- ding van de Belgische politici in het algemeen en van Bart De Wever in het bijzonder. Di Rupo kijkt monkelend toe.

5 Maart. Vande Lanotte dient zijn ontslag in. Het Paleis houdt zijn antwoord in beraad.

9 Maart. Alle partijen besluiten om toch maar voort te praten. Iedereen is bang voor verkiezingen.

12 Maart. De Koning degradeert Vande Lanotte tot Facteur. Albert II heeft besloten, naar het voorbeeld van zijn vader Leopold III, dat de monarchie een actievere rol moet spelen in de politiek.

13 Maart. De Belgische troepen worden teruggeroepen uit Afghanistan. Ze leggen loopgrachten aan rond het Lakense bastion. Een nieuwe achttiendaagse veldtocht begint.

De kranten koppen unaniem: NIEUWE DEADLINE VOOR DE N-VA !

1 aPril. Albert gooit zijn ultieme wapen in de strijd: PAPA ! Michel Daerden wordt ontboden op het Paleis. Hij moet een Kroen Boek en een Oewit Boek opstellen over de toekomst van België. Daerden krijgt de titel van Koninklijke Vinoficateur. In de troonzaal wordt een groot zatsel aangericht. Papa brengt er de sfeer in en de nodige likeur. Op You Tube dansen Laurent en Claire de French cancan, terwijl Albert salueert.

2 april. De beelden gaan de wereld rond. Het ver- trouwen in de NV België bereikt een absoluut diepte- punt. De Kroon wankelt. De Kerk wankelt. Het Kapi- taal wankelt. Bart De Wever wordt aangehouden, en beschuldigd van hoogverraad. De IJzertoren wordt gedy- namiteerd.

4 april. In allerijl worden blauwhelmen naar Brus- sel-Halle-Vilvoorde gestuurd om een corridor te ope- nen naar het zuiden van het land.

12 april. België wordt openbaar geveild op het Internet. De Chinezen doen het hoogste bod: België voert de renminbi in. Bart De Wever wordt publiek in kokende olie gefrituurd. Zijn laatste woorden:

‘Mijn Latijn was surrogaat, ik heb veel te lang gepraat.

Moge het ons in 2011 beter vergaan, lezer, dan in bovenstaande farce werd uitgebeeld!

Dit was 2011 !

(2)

De dingen dezer dagen 2

29 december 2010

Montesquieu

Even tussendoor toch verduidelijken wat er echt op het spel staat en daarvoor verla- ten we even de wereld van de politici en laten we Louis Verbeke aan het woord, de voorzit- ter van de Vlerick Leuven-Gent Management School. Die schreef een opiniebijdrage in De Tijd op 7 december en daar halen we graag volgende cruciale passage uit: “’Comment peut-on être persan’, luidt de beroemde quote van Montesquieu (‘Lettres Persanes’) die (beschaafd) ironiseerde over de naïeve en beledigende verstomming in de Parijse salons over ‘de Perziër’. Soms detecteer ik ook een variant in dit land: ‘Comment peut- on être Flamand?’, zeker als je een mondje Frans spreekt. Uiteraard gaat de Belgische discussie over geld. Maar onderschat de ide- ologie niet. De Belgische ideologie van de

‘natuurlijke’ suprematie van de Franse taal en cultuur, waarvan de Vlamingen afgesne- den worden indien ze hun zin krijgen (en die, menen ze, aan de basis lag van het Vlaamse succesverhaal). Daarnaast is er de socialis- tische ideologie ‘la théorie des besoins’, die het rijkere Vlaanderen tot solidariteit ver- plicht. Het is immers dankzij de Franstaligen dat België bestaat. Anders spraken we alle- maal Nederlands. Horresco referens. Wat een gruwelijke gedachte. Naties zijn werk- baar wanneer een ethos in voldoende mate wordt gedeeld. Het overleeft wanneer er in voldoende mate ter discussie wordt gesteld.

Het is dat gedeelde ethos dat legitimiteit ver- schaft, bijvoorbeeld wanneer een crisis tot besparen noopt. Kijk naar (enkele) super- rijke Amerikanen die ‘eisen’ meer belasting te betalen. Of naar de besparingsbereidheid in Nederland en Duitsland. Hier heet dat ‘de Vlamingen’ die (nog) meer moeten bijdragen.

of minder’. Misschien zou Montesquieu nu stellen: ‘Comment peut-on être Belge?’ Het antwoord heet grondwetsherziening, en de samenleving van twee ethossen. De erken- ning van verschillende waarheden maakt de ethoskeuze van de andere minder onrede- lijk, wanneer die andere er dan ook redelij- kerwijze de gevolgen van draagt.”

Op tafel ligt een dubbele vraag: overleeft de Belgische ideologie en kan de socialisti- sche ideologie zich in het hele land doorzet- ten. De krachten die een dubbel ‘ja’ willen afdwingen, zijn sterk en handig, maar werden nooit eerder verplicht zo diep in de eigen reserves te tasten. Hun tegenstanders zijn intussen echter moe gebeukt. Dat is geen prettige vaststelling voor een Vlaming om het nieuwe jaar in te stappen en hopelijk blijft de kater geen 365 dagen hangen.

Barslechte timing lijkt eigen aan het politieke bedrijf. Wie daar nog aan zou twijfelen verwijs ik naar het doorslaggevend argument dat Vlaams minister pre- sident Kris Peeters van onder zijn valhelm heeft geschud tijdens zijn klim op een Argentijnse berg. Maar ook de aan het regime verk(n)ochte media zijn in het- zelfde bedje ziek. Ze toeterden dat het geloof van de helft van de bevolking in de slaagkracht en efficiëntie van justitie en het politieapparaat zo goed als onge- schonden blijft.

Als realiteit hallucinant wordt

Om dat genre “juiste boodschappen op het verkeerde moment” te duiden, heb ik gezocht naar een woord dat de betekenis van

“hallucinant” onderuit haalt. Ik heb er geen gevonden. “Alle verbeelding tartend” komt in de buurt maar dat zijn drie woorden in plaats van een. Het zou de moeite lonen om, sinds de affaire Dutroux anno 1996, alle aan het licht gekomen blunders, tekortkomin- gen en schandalen in beide hoger genoemde sectoren bij elkaar te zoeken en op te som- men. Kwestie van even te wijzen op enkele

“kleine” afwijkingen op die slaagkracht en efficiëntie. Overigens volstaan de opgedoken nieuwste staaltjes tijdens een periode van niet eens twee weken, ruimschoots om dui- delijk te maken wat als “hallucinant” begre- pen dient te worden. Ik noem ze op in orde van belangrijkheid.

Het vast comité voor toezicht op poli- tiediensten, ook bekend als het comité P, liet weten dat de Leuvense recherche niet één, maar vier keer in anderhalf jaar tijd de kans heeft laten liggen om seriemoordenaar Ronald Janssen te verhoren en desgevallend op te pakken. Dat had de moord op Annick Van Uytsel niet meer kunnen verhinderen.

Wel die op Shana Appeltans en Kevin Paulus.

Wat er gebeurde met het veelzeggend infor- matierapport van een pientere “gewone”

politieman uit Herk-de-Stad steekt in rang- orde boven de andere blunders uit. Omdat er gewoon niets mee gedaan werd, behalve verticaal geklasseerd. Veel moest die mis- kleun echter niet onderdoen voor het feit dat de speurders maandenlang niet wisten dat er op het touw rond het lichaam van Annick twee haartjes van Janssen waren gevonden. Die informatie was “ergens blijven hangen”. Of dat “ergens” ooit nog concreet wordt gemaakt en of aan het ganse gamma klungelen binnen de Leuvense recherche ook nog namen én sancties zullen gekoppeld wor- den, blijft koffiedik kijken.

Bedankt

De tand des tijds vermaalt vele dingen tot bijna vergeten. Dat koffiedik kijken geldt dus ook voor het lot van de zeven gekende (!) gangsters die een maand geleden in Ander- lecht een hotel overvielen, maar nog altijd op vrije voeten rondlopen. Tenzij ze geklist zou- den zijn in de tijdsspanne tussen schrijven en verschijnen van deze bijdrage voor mensen met een goed hart en een slecht karakter.

De exponent achter het woord “gekende”

wint aan kracht voor wie weet dat de zeven boeven geregistreerd werden door de bewa- kingscamera’s van het hotel. En het dus een makkie was om hen te identificeren.

De hoteluitbater overhandigde de band- jes met bekwame spoed aan de politiemen- sen. Die bedankten en sindsdien bleef het stil. Daarom huurde de gedupeerde hotel- baas een privé detective in. Na een week kwam die al aanzetten met de namen van de criminelen. En met de adressen van enke- len onder hen. Ook die informatie werd aan de politie doorgespeeld.” Bedankt en we zien wat we kunnen doen”, luidde het laco- niek. Veel schijnt dat niet te zijn, zo te zien.

Als excuus werd het geheim van het onder-

zoek en andere bla bla bla uit de kast gehaald.

Mogelijk - of is het blijkbaar? - om te verdoe- zelen dat men al de nodige of onnodige tijd neemt vooraleer tot actie over te gaan, en om duidelijk te maken dat de politie niet tuk is op initiatieven van slachtoffers die de zaken vooruit willen helpen.

Dat ondervond ook de plastische chirurg die er, eveneens in Anderlecht, in slaagde om op eigen houtje een zoektocht naar de vier allochtone overvallers van zijn dochter succesvol af te ronden. De politie was daar niet eens aan begonnen. Dus patrouilleerde de chirurg met zijn dochter in de buurt tot het meisje in een groepje hangjongeren twee van haar aanranders herkende. Verwittigde politieagenten snelden toe en pakten het duo op. Een van hen mocht dadelijk, de ander iets later beschikken. De verbolgen vader diende klacht in... tegen de politie. En hij zoekt nu, naar eigen zeggen, samen met enkele vrien- den opnieuw naar de overvallers. Terwijl hij spijt heeft dat de vorige keer de politie er eerst was. En niet hijzelf en zijn vrienden.

Huivering

Die spijtbetuiging heeft geen nood aan nog een verduidelijkend tekeningetje, zo neem ik aan. Ik zal ook wel niet de enige zijn die begrip kan opbrengen voor het initiatief van zowel de hoteluitbater als de chirurg. Maar ik geef toe dat dit gepaard gaat met een lichte huivering. Zeker als ik doorheen de lezers- rubriek in de kranten struin en daar op lec- tuur stoot die nog weinig van de verbeel- ding vergt. De gelukwensen aan het adres van vooral de chirurg waren legio. “Ze zijn gewaarschuwd. Er lopen nog zulke vaders rond. Het moet gedaan zijn dat onze kin- deren niet veilig en ongestoord meer op straat kunnen”, aldus een Dilbekenaar. “Ik heb zelf een dochter van zestien en zou net op dezelfde manier reageren. Waar gaat het met dit land heen? Het crapuul en de mis- daad worden hier beloond”, stelt iemand uit Temse. “Hopelijk krijgt deze arts veel navol- ging. Laksheid zorgt er voor dat steeds meer mensen het recht in eigen handen nemen.

En de politici? Die slapen rustig verder. Een meetingske hier, een diner daar en tussen- door een mediaoptreden links en rechts”, aldus een briefschrijver uit Heist-op-den- Berg.

Dat kan volstaan om een in vele gees- ten sluipende trend te illustreren. De trend die op zijn beurt het bankroet illustreert van instellingen die er zijn om te doen wat al (te)veel in hun plaats wordt gedaan. Een gevaarlijke evolutie. En dat is, helaas, een gans ander geluid dan dat van de nepbood- schap als zou nog de helft van de Belgen gelo- ven in de “efficiënte en de slaagkracht” van justitie en politie.

D.Mol

De Belgische Ideologie

De kerstkalkoenen zijn verteerd. Straks nog even de Nieuwjaarskaters wegja- gen. ‘t Wordt tijd dat er nog eens aan een regering wordt gewerkt. Johan Vande Lanotte moet stilaan met resultaten komen. Liggen z’n kaarten goed? Jeroen Verelst verwoordt het in De Morgen (24 december) als volgt: “Het momentum om zo’n regering te vormen, mag dan misschien voorbij zijn. Maar het momen- tum om er géén te vormen, is ook voorbij.” Ligt wel in de lijn van wat we hier vorige week neerpenden.

In een interview met Humo geeft Bart De Wever toe moe te zijn, fysiek en mentaal op.

Logisch en ook heel menselijk. Waar vindt hij nog de spankracht om alert te blijven? Want toch maar ja zeggen lijkt, op korte termijn, zoveel comfortabeler dan weer de strijd aan te binden.

Antionio Maspes

Rik Van Cauwelaert blijft in Knack scherp voor JVDL: “Sinds zijn aanstelling als konink- lijk bemiddelaar heeft Johan Vande Lanotte het wereldrecord surplacen van Antonio Maspes met glans verbeterd.” Maar als het al de enige verdienste is dat Vande Lanotte rust heeft gebracht, dan heeft hij daarmee de psychologie van de onderhandelingen wel helemaal doen omslaan. Denk aan de ‘rustige vastheid’ van Herman Van Rompuy. Inhouds- loos, een scherm om de stilstand te maske- ren, maar hij kwam er wel mee weg. Het gaf hem een glans van staatsmanschap en hij ver- dween net op tijd, voor de naaktheid van de keizer echt zou beginnen opvallen. Vande Lanotte tapt uit hetzelfde vaatje en volgens peilingen (vooral belangrijk omdat ze een virtuele realiteit scheppen, waar politici ook echt in geloven, waardoor die realiteit met- een de facto minder virtueel wordt) vindt de Vlaming hem vandaag de meest betrouw- bare politicus.

“De beoordeling van de nota-Vande Lanotte wordt niet alleen een beoorde- ling van de inhoud, maar evenzeer van de figuur van de opsteller”, merkt Verelst op.

Zo’n man de volgende weken van antwoord dienen, vraagt moed en energie. Maar De Wever werd dus vakkundig murw gekookt en dat is vanuit Belgisch-behoudend oogpunt een grote verdienste van Vande Lanotte.

De strik werd vakkundig gespannen. “Het is veel moeilijker om ‘nee’ te zeggen tegen Vande Lanotte dan tegen di Rupo”, lenen we nog een juiste gedachte van Verelst. En als Vande Lanotte de N-VA kan verleiden tot het ja-woord op een communautair akkoord, dan moet die partij aan het brede publiek en de achterban natuurlijk uitleggen dat het over een echte ongeziene omvorming van het land gaat.

Dan zit de partij meteen opnieuw in het defensief wanneer de rest van het regeerak- koord op tafel komt.

Gaat de N-VA een goede staatshervor- ming - de officiële partijlijn in dat geval - afwijzen omdat ze moet inbinden voor de staatsfinanciën, het asielbeleid of de justi- tiehervorming? Neen, dan is “het vogeltje gevangen” en zal het “in z’n kooitje moe- ten hangen”.

Joke en de 107 andere belgen hebben hard gewerkt in Cancun

Huisjesmelkerij

Achteruitgang is beter dan stilstand, moe- ten ze in Brussel gedacht hebben.

In 2006 kreeg een niet EU burger toestem- ming tot gezinshereniging wanneer hij of zij kon bewijzen over voldoende woonruimte te beschikken. De woonkwaliteit moest boven- dien door het plaatselijke stads- of gemeente- bestuur gecontroleerd worden. Het was een wapen in de strijd tegen huisjesmelkerij en onmenselijke leefomstandigheden.

Tot een recent KB van onze regering van

‘uit de hand’ lopende zaken dit systeem volle- dig op de helling zette: weg met de gemeen- telijke controle! het volstaat een huurcontract of eigendomsbewijs voor te leggen van... ja, van wat eigenlijk?

De deur staat dus opnieuw open voor overvolle woningen, vuiligheid en veiligheids- risico’s...maar laat dat nu net het probleem van het stads- of gemeentebestuur zijn. Wan- neer zij zo’n ‘herenigd gezin’ uit een veel te klein, onveilig huis zetten, staan ze namelijk zelf in voor opvang en herhuisvesting. Alvast een onderwerp dat bij het volgende debat over asiel niet mag ontbreken.

(3)

3

De dingen dezer dagen

29 december 2010

Aan Kris Peeters Primaat

Basiskamp Puurs

Brief aan ...

Gij Hoogtewerker,

Hoe vergaat het u daarboven op de Aconcagua? Hebt gij de vele jaloerse echo’s uit de koepelzaal gehoord die u naar het hoofd werden geslingerd door oppositie- leden die geen troffel van een ijshouweel kunnen onderscheiden? Die het verschil niet kennen tussen de Vlaamse Ardennen en de Andes? Die gezien hun morfolo- gie niet eens in staat zouden zijn de duin- top van de Hoge Blekker in Koksijde te beklimmen?

Die veel liever saaie begrotingsbespre- kingen voeren, terwijl een Leider van Man- nen verkiest om te gaan uitwaaien op een ei zo na zevenduizender?

Zo’n Leider kan uiteraard niets dan mis- prijzen opbrengen voor een parlement dat de verlokking niet begrijpt van gletsjersple- ten, traversen, crevassen, steenlawines en sneeuwvallen, laat staan dat het intuïtief aanvoelt of een klimgeit zoals gij flexibele, vaste of stijve stijgijzers nodig heeft terwijl ge bij min 20° tegen een ijswand hangt te bengelen en intussen per satelliettelefoon 300.000 euro aan een stel aidswezen over- maakt. Ge kunt in het vervolg beter een paar van die typen meenemen als sherpa, dan voelen ze ook de media wat meer op zich gericht en leren ze het relatieve van de huidige rekenoefeningen wat beter besef- fen. Want, of de Vlaamse regering zich nu inspant om een begrotingsevenwicht te bereiken of niet, Vande Lanotte komt binnenkort toch weer met een nota voor de dag waarbij de Vlamingen de rekening gepresenteerd krijgen en opnieuw van voren af aan kunnen beginnen.

En eerlijk gezegd, wanneer wij in genoemde koepelzaal ook iedere week zouden geconfronteerd worden met een woeste trol uit de Limburgse mergelgrot- ten, die zelf de ene flater na de andere begaat en onlangs de vloek van Ataturk over zich heeft afgeroepen, dan zouden wij ook op tijd en stond uitkijken naar een verzetje.

Maar het moet wel wat straffere kost zijn dan die Aconcagua, waarvan iedereen weet dat het technisch een makkie is, een bult waar Sven Nijs met twee vingers in zijn neus achteruit op naar boven rijdt. Nu ge toch in de Andes vertoeft, maak meteen van de gelegenheid gebruikt om even ver- derop de Siula Grande eens te proberen.

In de Cordillera Huayhuash, da’s dialect voor om de hoek. De Engelsman Joe Simp-

son ging u voor in 1985 en inderdaad bijna het hoekje om. Kwam verkeerd neer tij- dens een noodafdaling, voelde zijn onder- been door zijn knieschijf dringen, schoof verder de ijswand af, viel dertig meter diep in een sneeuwkloof, had twee dagen nodig om naar buiten te krabbelen en nog eens twee om een vlakte vol zwerfkeien over te steken, en had dan nog het geluk dat zijn metgezel het basiskamp net niet had opge- broken. Hij heeft er een legendarisch boek en dito verfilming aan overgehouden, dus zal het volgens Sven Gatz ongetwijfeld wel een mediageile aap zijn geweest.

Enfin, Simpson heeft het overleefd, en we zagen hem zowaar vorige week in een documentaire op Canvas de Eiger beklim- men in de Zwitserse Alpen. Langs de noordzijde zowaar, ook wel de moord- zijde genoemd, een uitdaging waar gij als minister-president evenmin voor moogt terugdeinzen. ‘t Is bovendien dichter bij huis, en met het openbaar vervoer zijt ge dan nog juist op tijd terug om de laatste schimpscheuten op te vangen in het Vlaams Parlement.

Werk verder aan uw reputatie, en overwin de El Muerto op de grens tussen Argentinië en Chili, de Mount McKinley op Alaska (108 doden sinds 1932), om ver- volgens op 11 juli de kroon op het werk te zetten door zonder zuurstofflessen de K2 te bestormen in het Karakoram-gebergte vlakbij de grens tussen China en Pakistan.

De K2 is pas echt de Heilige Graal voor Bergbeklimmers, de ‘Killer Mountain’ bij uitstek met een sterftecijfer van 25 pro- cent, en enkel weggelegd voor echte Fland- riens. Schenk van op de K2 trouwens maar eens 300.000 euro aan de armen in eigen land, en decreteer dat dat Glazen Huis in het vervolg maar eens voor “eigen publiek”

geld moet inzamelen. Nah!

En als ge dat allemaal tot stand hebt gebracht, en ge u zelf voldoende beves- tigd hebt, ga dan op uw troon zitten in het Vlaams Parlement, en kom er dan ver- draaid niet meer af. Want ge moet wel degelijk aanwezig zijn wanneer de Orde- lijke Opdeling wordt uitgeroepen, en dat kan alleen wanneer de Vlaamse Instellin- gen gaan draaien op vol toerental, en vol- doende ernstig worden genomen. ‘t Is u vergeven voor één keer, maar wijk maar niet te vaak van uw kudde meer.

Preken tegen de islamkritiek

Binnen de platitudinale krijtlijnen van zo’n hofrede schijnt hare majesteit te willen zeg- gen dat de opgang van Geert Wilders’ Partij voor de Vrijheid, en van de “islamofobie” in het algemeen, voor polarisatie zorgt. Daar waar alle mensen in wezen ruwweg dezelfde behoeften en verzuchtingen kennen, schep- pen de waarschuwers tegen de islam (“islam- bashers”) kunstmatig scheidingsmuren. In die zin hebben de meeste waarnemers de koninklijke rede opgevat, ook Geert Wil- ders. In een eerste reactie twitterde hij dat de twaalf zopas opgepakte Somalische ter- reurverdachten “in Nederland zeker niet zochten naar wat ons verbindt”.

Maar er is een andere lezing mogelijk. De hele opzet van de islam zelf, eerder dan van de “islamofobie”, bestaat er juist in, “muren van vermeende tegenstellingen” tussen men- sen op te trekken. De muur tussen enerzijds Henk en Ingrid en anderzijds Ahmed en Aisja is immers niet het werk van de islamcritici maar van de islam zelf. Behalve wat opper- vlakkige bijzonderheden van taal en aard- rijkskundige herkomst is er tussen beide stel- len in wezen weinig verschil. Het is alleen de islam die afkondigt dat de eerste twee tot rechteloze ondergeschiktheid (dhimmitude) gedoemd zijn en na hun dood voor eeuwig naar de hel gaan, terwijl de laatste twee ooit de hemel en nu reeds de aarde moe- ten beërven.

Scheurmakers

Dat verschil is niet echt, het bestaat slechts in de verbeelding van de islamgelo- vigen, het is een “vermeende tegenstelling”.

Maar de islamwet bepaalt wel dat die inge- beelde tegenstelling heel tastbare gevolgen krijgt, namelijk allerlei ongelijkheden tussen moslim en niet-moslim. De gelovigen mati- gen zichzelf allerlei rechten aan die zij de ongelovigen ontzeggen. Deze eigengerech- tigheid die tot het zelfverklaarde wezen van de islam behoort, “trekt muren van ver- meende tegenstellingen” op. Zou de konin- gin namens het Nederlandse volk dáár soms op doelen?

Inmiddels blijft de omkering van schuld, met de islamcritici als gedoodverfde scheur- makers en de islamverbreiders als misbegre- pen slachtoffers, wel nog steeds de regel. De greep van islamkritische gedoogpartijen op de Deense en Nederlandse regering is nog veruit de gedemoniseerde uitzondering. Ook de overloop van linkse intellectuelen naar het alarmstandpunt jegens de islam en de verzaking van de multikulti luchtspiegeling door Angela Merkel blijven voorlopig slechts signalen van een mogelijk komende wende.

Vandaag is de machtsverhouding nog steeds dat grootmachten als de VS-regering en de VN- en EU-bureaucratieën elke islamkritiek

als een misdaad bejegenen. Ook de massa- media beoefenen niet meer dan wat repres- sieve tolerantie wanneer zij voor de vorm al eens een kritische bijdrage in hun kolom- men toelaten; hun hoofdlijn blijft echter het hooghouden van multikulti en pro-islamiti- sche sprookjes.

Een voorbeeld zijn de verenigde Vlaamse media in hun berichtgeving over twee recente pseudo-wetenschappelijke “bevin- dingen”. Ten eerste, dat Vlaamse scholieren de democratie weinig genegen zouden zijn omdat zij weinig geestdrift betonen voor de multicultuur. Wat men van Merkel wel moet tolereren, kan men bij kleine luiden nog steeds als een zorgwekkende afwijking verdacht maken. En ten tweede dat, vol- gens een studie van KUL- en UG-sociolo- gen, op statistische beginnersfouten door- prikt maar door Wim Swinnen in P-Magazine (21-12-2010) aangeprezen, “Marion Van San indertijd twijfelachtig werk afleverde door een verband te leggen tussen criminaliteit en etniciteit”.

Lotsbestemming

Swinnen verwijt aan ondermeer Van San en sinds kort ook aan Luckas Vander Taelen een “ongenuanceerd wij/zij-discours” en een retoriek die “enige grond in de realiteit mist”.

Tegenover zulke “xenofoben” stelt hij “dege- nen die iedereen op gelijke voet behandelen”.

Het is hem blijkbaar niet opgevallen dat alle hedendaagse islamcritici juist dit bij de islam als probleem aanwijzen, dat hij niét iedereen op gelijke voet behandelt. En dat de islam zelf juist de kampioen is van het wij/zij-discours, door de hele mensheid op te delen in twee groepen met ongelijke rechten en een tegen- gestelde lotsbestemming.

Het vermoeden dat dit aan Swinnen “blijk- baar niet opgevallen is”, is niet eens sarcas- tisch bedoeld. Terwijl sommige campagne- leiders tegen de islamkritiek, zoals een Guy Verhofstadt, een Johan Leman of een Yves Desmet, geredelijk van doelbewuste leu- gens kunnen verdacht worden, is er daar- naast een hele meute meelopers die hun praatjes oprecht geslikt heeft. Wie zich graag moreel superieur voelt door op te komen tegen “haat” of “discriminatie”, zou zich logi- scherwijze tegen de islam moeten keren, aangezien die deze waarden openlijk belijdt.

Maar een omvangrijke kudde onaandachtige schaapjes slaagt er niet in om deze basisfei- ten in het islamdossier op te merken, en laat zich door de overheidspropaganda bij de neus leiden. Zij vertonen het eerder lach- wekkende gedrag, in hun zalige ondeskundig- heid de belerende wijsneus te gaan uithan- gen tegenover mensen die het islamdossier wél grondig kennen.

Koenraad elst In een onmiskenbare toespeling op samenlevingsproblemen met de islam ver- klaarde koningin Beatrix in haar kersttoespraak 2010: “Het gevaar bestaat dat het gemeenschappelijke wordt verzwegen en verschillen worden uitvergroot.

Dan worden muren van vermeende tegenstellingen opgetrokken en verharden standpunten.”

Echo’s uit de Koepelzaal

Parlementair gedruis

Eerst waren ze akkoord of zagen er geen graten in en toen plots - het leek wel op commando van een paar ‘bevriende journa- listen’ was het kot (veel) te klein! Natuur- lijk hoort het niet dat een premier afwezig is als de begroting van zijn regering door het parlement wordt besproken (en nadien for- meel goedgekeurd), daar kan geen twijfel over bestaan. Maar het gedruis dat de afge- lopen week gemaakt werd in de Vlaamse

Parochieraad, zo nog rap rap voor ze alle- maal met welverdiende vakantie vertrok- ken, klonk toch op zijn minst een tikkeltje vals besnaard!

Geslijm

Terwijl op Studio Brussel ene ons verder onbekende (en dat willen we graag zo hou- den) Tomas de Soete via de satelliettelefoon in duet met de geviseerde minister-president zelve de ene banaliteit na het andere cliché aaneen slijmde (‘een wild plan’, ‘een hele uit- daging’, ‘een fantastisch plan’, ‘razend spor- tief’ - bweuk...), brachten de dames en heren vertegenwoordigers van het allerminst soe- vereine volk zichzelf sprongetjesgewijs aan het gefingeerde kookpunt, de een al wat beter geïnspireerd dan de ander. Voorzit- ter Peumans, helaas alweer geheel zichzelf, stuurde een boze brief en vond het ‘niet leuk’

terwijl rood Janneke Roegiers de geit en de kool poogde te sparen en wat femelde over

‘een bijzonder foute timing’.

Flapdrol

Marijke Dillen verving Filip Dewinter (die met een ooroperatie in het ziekenhuis verbleef) en had het - overigens niet ten onrechte - over ‘een marionettenparlement’.

Maar de Brusselse blauwe flapdrol Sven Gatz

ging helemaal uit de bol: ‘Schandalig dat de minister-president wel zijn reclamepraatjes kan doen op de radio. Hij is een mediageile primaat. Van apen die hoog klimmen, ziet men gauw de blote billen.’ Dan vonden we - voor één keer, hij moet daar geen gewoonte van maken! - N-VA-minister Muyters iets correcter en meer ter zake. Hij kon ‘alleen maar vaststellen dat de minister-president zonder aanwezig te zijn, erg aanwezig is.’

De publicitaire stunt van Peeters mag dus alleszins geslaagd heten, al was Carl Deca- luwé (CD&V) ook niet echt mals over zijn partijgenoot: ‘Hij zet het parlement te kak- ken’!

De ‘Vlaamse Klim- en Bergsportfederatie’

was alvast niet te spreken over de klimmende Gatz-apen en nodigde alle parlementsleden uit voor een kliminitiatie om ‘het wederzijds respect tussen onze klimmers en de leden van uw instelling te vergroten’.

Niveau

Een en ander zou trouwens de indruk wek- ken dat het kookte en stormde in de koepel- zaal maar niets is minder waar: de oppositie- banken waren wel bijzonder schaars gevuld!

Het was dus voor een halfleeg forum dat Gatz nog een cabaretnummertje in petto had: een soortement parodie op een of andere tv-quiz met een zelfgemaakt (?) versje voor Lieten (die de taak had Peeters te ver- vangen in het alles bijeen erg makke begro-

tingsdebat): ‘Kris Peeters vindt zijn Vlaamse begroting niet zo erg, hij beklimt liever een Argentijnse berg. Op wie zal de oppositie nu dan moeten schieten? Ze zit daar al te blinken, viceminister-president Ingrid Lieten.

Maar wat weet u over deze Vlaamse rege- ring?’, declameerde de VLD-fractieleider.

Uitstekend gebriefd riepen daarop wat libe- rale parlementsleden trefwoorden: ‘kaas- schaaf’, ‘belastingen’, ‘stilstand’, ‘ermee leren leven’ en ‘wachtlijsten’. Een kindertuin had er niks tegen...

Eind goed, al goed?

Bij een eerste (poging tot) stemming was de meerderheid niet in aantal en verliet de oppositie uit protest de vergaderzaal. Maar donderdag lukte het dan toch, met 64 ja- stemmen en één onthouding. De Vlaamse regering voorziet voor volgend jaar een begroting in evenwicht, in tegenstelling tot de twee vorige jaren. Dat gebeurt ‘dank- zij’ de besparing van 367 miljoen euro, via de reeds aangehaalde ‘kaasschaafmethode’, waarmee men lineaire bezuinigingen bedoelt (die echter hun limieten bereikt hebben).

Daarmee is Vlaanderen de enige regio in Het Edel Land (en samen met Beieren zelfs in Europa) die nu al een begroting in evenwicht kan voorleggen. La Lieten voegde er zelfs aan toe dat zulks ervoor zorgt ‘dat Vlaanderen sterk genoeg staat voor een grondige staats- hervorming’. We zijn benieuwd!

Alkoholische Verzen

De Vlaamse Seniorenkring Roese- lare heeft maandag onze hofdichter te gast. In het feestelijk kader van een nieuwjaarsviering geeft hij daar zijn Alkoholische Verzen ten beste, een pit- tige bloemlezing over drinken en zijn verschillende randverschijnselen. Het poëtisch nieuwjaarsfestijn heeft plaats op maandag 3 januari 2011 om 14.30 uur in zaal Don Bosco, ‘s Gravenstraat 14, Roeselare. Lezers die belangstelling hebben, kunnen terecht bij voorzitter Jef Hendryckx: tel. 051/24.15.11

(4)

De dingen dezer dagen 4

29 december 2010

Roddels uit de Wetstraat

Asielspanning

Sommige praatbarakkers liepen er zwaar gestresseerd bij vorige week, want zij wer- den maar liefst drie dagen op de werkvloer verwacht, en dat op de koopjesdagen voor Kerstmis. Aan het einde van het jaar ston- den twee wetsontwerpen aan de agenda.

Het ene was het klassieke ‘diverse bepalin- gen’ en het andere een begrotingswijziging.

In het oog sprongen in beide ontwerpen de bepalingen om zo’n dikke 32 miljoen euro te voorzien om de gemaakte extra kosten - de leeflonen - in het kader van het asielbeleid ten aanzien van de OCMW’s op te vangen.

Zeg maar: om de put te dichten. Het was Filip de Man van het VB die scherp en met cijfers en analyses uit de hoek kwam om de asielcrisis in het algemeen en het gevoerde asielbeleid in het bijzonder te hekelen. Daar- bij sneerde hij vooral naar de N-VA die in 2008 reeds de nieuwe regularisatiegolf van Leterme steunde. Nu klagen over de asiel- crisis, maar eerst het signaal geven dat er massaal zal geregulariseerd worden, vond hij niet kunnen. Het werd dus een geanimeerd debat met voors en tegens. En meer dan ooit bleek dat een duidelijk en efficiënt beleid ter zake nog niet voor morgen is. Meer nog: dat een dossier als dit niet in het Parlement te regelen is als er geen echte regering is. De PS laat dat nooit toe...

Hallo, Brulboei?

Wie in heel het dagenlange debat niet te horen was, was de Oostendse brulboei Zean-Marie. Hij, die vroeger zo driftig met éénlijners en andere algemeenheden de vloer aanveegde met ministers en andere regimeslaven, was nu nog enkel aanwezig om te stemmen. Zijn bobijntje is duidelijk af nu hij eenzaam en verlaten en op de laatste

rij van het halfrond de hoop nog alleen maar zit te vergroten. Bovendien wil zijn madam hem dezer dagen definitief dumpen en is men hem in zijn partij ook liever kwijt dan rijk. Men wil er zelfs van zijn naam af zijn. Ja, het kan verkeren. From hero to zero, het moet zeer doen.

Filibusteren

Tijdens zo’n lange ‘debatten’ brengen de vertegenwoordigers van de partijen heel hun argumentenarsenaal in stelling om hun betoog te stofferen en ook om hun politieke analyses kracht bij te zetten. Toen Gerolf Annemans goed op dreef was, werd hij plots en tot ieders verbazing onderbroken door nieuweling Koenraad Degroote van de N-VA die de lange debatten klaarblijkelijk al meer dan beu was. Hij vroeg zich af of Annemans wilde filibusteren of zo met zijn lange tus- senkomst.

Annemans bleef rustig kalm, keek door- dringend naar de man en zei: “Jonge vriend, u kunt er niets aan doen wegens uw gebrek aan ervaring, maar er zitten mensen in de zaal die kunnen zeggen wat echt filibuste- ren betekent. Dan gaat u vandaag niet meer naar huis. Als mijn explicatie u een beetje hindert, ga dan naar buiten en drink gerust een koffietje.” Koenraad was wellicht van zijn melk toen hij besefte wat filibusteren dan wél moest zijn en kroop maar stilletjes in zijn bank weg. Ja, wellicht is er in Denter- gem zwaar gefilibusterd als een gemeente- raad langer dan een uur heeft geduurd...

Vroeger en morgen

Ondertussen werden in de ‘sekscommis- sie’ ook kardinaal Danneels en aartsbisschop Léonard ontvangen. Godfried van Kanegem demonstreerde er zijn ondertussen legen- darische Olympische discipline van para- plu-opentrekken en zijn primaatschap als wereldrecordhouder handen-wassen-in- onschuld. Léonard daarentegen bleef zich-

zelf door ongezouten zijn mening te zeggen, ook al fronsten vriend en vijand meer dan eens de wenkbrauwen. Maar feit was wel dat de kerkelijke leiders de voorbije weken blijk hadden gegeven dat ze een en ander hebben begrepen en dat er intern werk zal gemaakt worden van structuren en maatre- gelen die zoveel onheil in de toekomst moe- ten afblokken.

Bovendien erkennen zij de doorslagge- vende voorrang die aan Justitie moet gege- ven worden aangaande het behandelen van klachten van seksueel misbruik. De komst van de nieuwe bisschop van Antwerpen, Johan Bonny, en de aartsbisschop was in die zin wel erg verhelderend en hoopgevend.

Niet hartelijk

De sfeer was verre van hartelijk omdat sommige commissieleden echt niet besef- fen dat ze niet in een onderzoekscommissie zitten, maar in een gewone commissie die informatie moet inwinnen over feiten en toe- standen, en pas daarna een advies moet leve- ren aan de wetgevende macht. René Landuyt van de sossen en vooral de groene azijnpis- ser Stefaan Van Hecke wanen zich rechters in een soort tribunaal waarin de kerk hoe dan ook moet boeten en haar structuren in hun zin moet aanpassen. Maar ook de blauwe Carine van Cauter is onbillijk. Als bij het afra- telen van een mantra hamert zij op schade- vergoedingen die de kerk zou moeten beta- len, zonder daarbij te nuanceren. Bovendien beschikt zij niet over de gave van de bondig- heid en verdrinkt ze haar vragen in ellenlange grammaticale constructies zonder punten en komma’s. En dan willen we niet in herhaling vallen over de nefaste houding van de vrou- welijke PS-furies Déom en Lalieux...

Communautaire bloedinzameling

Geregeld hebben er bloedinzamelingen plaats in het parlement. Praatbarakkers en hun medewerkers, maar ook bodes en diens- personeel kunnen zich dan vrijwillig melden voor deze geste aan de medemens. Tijdens een personeelsvergadering echter klaagden de Franstalige personeelsleden van de Kamer over de gebrekkige tweetaligheid van het personeel van het Rode Kruis Vlaanderen.

Ze spreken onvoldoende Frans, menen zij.

Twee dingen hierbij. Ten eerste. Het Fransta- lig personeel van de Kamer vergeet hier wel- licht hoezeer velen van hen moeite hebben met het behoorlijk gebruik van het Neder- lands. Ten tweede. We stellen voor dat vol- gend jaar eens een Rode Kruisafdeling uit Wallonië bloed komt inzamelen. We zullen dan wel zien en vooral horen wat we zullen zien en horen. Lees verder op blz. 14 Krijgt u ook het apenzuur wanneer de schijnheilige kop van Sa Majesté

ongevraagd uw kerstavond bederft met zijn achterbakse clichés en zijn zout- loze praatjes? Die haaks staan op zijn eigen gedrag en dat van zijn familie- leden die meestal het verstand van een zeepbel combineren met de roof- zucht van een gier. Maar die oubollige conferences, nog vervelender dan die van Hoste, Geubbels en Agnew, mogen ons niet doen vergeten dat ach- ter de grootvaderkop een machtscentrum staat dat tot alles in staat is om de macht uit te oefenen, Vlamingen te discrimineren en de Vlaamse belas- tingbetaler te pluimen.

Sa Majesté

Het Prinske

(vrij naar Willy Vandersteen)

Albert Félix en nog wat dure namen, is geboren op 6 juni 1934 als derde en laatste kind van koning “Léopold Trois”. Hij krijgt de voornaam van zijn juist verongelukte of vermoorde grootvader. Die stond er in 1930 op dat het oudere broertje van de nieuwe prins de naam kreeg van zijn bewonderde jonggestorven broer Baudouin. Albert ver- liest zijn moeder als hij nauwelijks 14 maan- den is en dus schrijft een onkritische pers tot vandaag dat hij daar zijn hele leven onder geleden heeft. In de werkelijkheid gedraagt Astrid zich niet anders dan alle koninginnen van haar tijd. De bekende foto van Astrid met Baudouin en Joséphine Charlotte tus- sen het publiek is geposeerd. Kroonprins Leopold en Astrid zien er geen graten in om in de achttien maanden tussen januari 1932 en juni 1933 nauwelijks zes maanden thuis te zijn. Voor de rest gaan ze zonder kinderen op plezierreis naar Azië en Kongo.

De opvoeding van de Saksen-Coburgers (officieel heten ze “de Belgique”) is drama- tisch: zonder diepgang, meestal met privé- leraars, aangepast aan hun muizenverstand en hun olifantenego. En natuurlijk meestal in het Frans, tot het enige (aangetrouwde) lid van de familie dat ooit gewerkt heeft, in 1990 zijn kinderen naar Sint-Jan-Berchmans zendt voor een normale opleiding.

“Les princes royaux” kiezen uiteraard in mei 1940 het hazenpad, zij het dat zij in tegenstelling tot de twee miljoen vluchtende landgenoten wel in een comfortabele auto zitten, van kasteel naar kasteel trekken en zelfs in Spanje arriveren. Ze eten zeker geen boterham minder tijdens de vier jaar van de Duitse bezetting en krijgen een nieuwe

“maman” die als kleindochter van een visver- koopster er alles aan doet om haar Vlaamse

achtergrond te vergeten al kan ze in per- fect Oostends schelden. Liliane Baels heeft de schoonheid, de geldzucht, de hermelijn- koorts met de stiefmoeder van Sneeuwwitje gemeen, maar niet het slechte karakter, want ze is volgens alle bronnen een uitstekende moeder voor de kinderen van “Léo”.

Na de invasie wordt de familie naar Duitsland gevoerd en beleeft daar (zoals honderdduizenden Vlamingen in eigen land) vreselijk angstige momenten tijdens een geallieerd bombardement. Albert heeft daar, naar verluidt, een angst voor kleine ruimtes aan overgehouden en is altijd wat ongemakkelijk in een lift. Na de oorlog begint de Zwitserse ballingschap met wat herdersuurtjes in een rijkelui(s) school. Maar een echte en geregelde stu- die is niet nodig. Albert is wat vlugger van begrip dan slome Japie, zijn oudere broer.

Hij pikt beter het Nederlands op bij zijn Mechelse leraar Willy Weemaes.

Hij is zestien als hij met pa en de rest van de bende naar huis weerkeert, naar een land dat hij in feite van toeten nog blazen kent.

Heeft hij echt geleden onder de afloop van de koningskwestie? Waarschijnlijk niet, want pa kan zich voortaan wijden aan zijn hob- by’s: reizen, fotograferen en vrouwen en is dus minder thuis om zijn zonen te intimide- ren. Maar de jongelui hebben één les ont- houden die tot heden in de praktijk gebracht wordt. Het gevaar voor het profitariaat van Laken komt uit het zuiden en dus hebben de Waalse socialisten altijd recht op een voet- stuk. Wat de nikkers uit het noorden wil- len, heeft minder belang zolang de koloniale bazen van het zuiden maar hun zin krijgen.

De prins zwoegt

Oudere broer zit nu ongemakkelijk op de troon en heeft het zwaar. Jongere broer

noemt hem altijd “patron”; tenminste als vader Leopold het niet hoort. Officieel is Albert nu kroonprins, maar Boudewijn zal ook wel eens trouwen en dus steekt het niet zo nauw. Albert mag wat meevaren met mijnenvegers en krijgt natuurlijk de rang van marineofficier. Hij leert bij de zee- macht zelfs nog wat extra Nederlands. De knappe prins maakt in zijn marine-uniform veel meer indruk op foto’s op koekjesdozen dan de oudere slungel in zijn belachelijk gene- raalspakje. Mensen hebben bijna meelij met die koning die volgens hen geen deuk in een pakje margarine kan slaan: een vergissing, want in werkelijkheid is B. een verwoede jager en een uitstekende schutter.

De broertjes hebben een paar eigenschap- pen gemeen. Niemand heeft ooit een van hen betrapt op de lectuur van een boek.

Cultuurmensen zoals zij hebben vooral een zwak voor razendsnelle auto’s en bij Albert komen er nog motoren bij. Hij wordt na een autopanne zelfs lid van de VAB. “Patron”

begint eens uit te kijken hoe Coburg junior aangenaam kan bezig gehouden worden. Het Rode Kruis is een mooi begin en het voor- beeld van de Nederlandse handelsreiziger Bernhard strekt ook tot aanbeveling. Dus leidt de prins voortaan de handelsmissies naar het buitenland: zo’n vier per jaar. Hij doet dat goed. “Men” vertelt dat hij alle dos- siers grondig instudeert. Zou kunnen, maar in dit land moet een vorst eerst in de crypte van Laken liggen vooraleer iets van de waar- heid doorsijpelt. We geloven de vleiers ech- ter op hun woord als ze vertellen dat de prins tijdens een Japanse reis meer van een bepaald product kent dan de fabrieksbazen:

Honda-motoren.

Een aangenaam tussendoortje is het huwe- lijk met een Romeinse schone die hostess speelt voor de betere bezoekers aan de Italiaanse hoofdstad. Ze is de achterklein- dochter van Theo Mosselman, een schatrijke Brusselse bankier en senator die ondanks zijn geld niet kon verbergen wat het beroep van zijn voorvaderen was en die er daarom

“du Chenoy” aanplakte. Als kind volgde ik met familie indertijd het hele huwelijk op televisie, burgerlijk gesloten door de wind- buil Cooremans en kerkelijk door kardinaal Van Roey. Het koninklijk zootje en hun hele nobiljonse entourage vinden zelfs één enkel woord Nederlands overbodig. Het dame- tje mag voortaan mee op plezierreis, maar moet na een tijdje toch afhaken: drie kinde- ren op drie jaar tijd.

De oudste wordt Philippe genoemd; Filips

“pour les Flamands” tot het veel jaren later in het paleis daagt dat Vlamingen bij die naam eerder aan Filips II dan aan grote vorsten als Filips de Goede of de Schone denken. Dan eerst valt de s weg. Maar alle dagen hetzelfde menu past niet voor een kroonprins en dus zoekt en vindt hij in 1966 een nieuwer groen blaadje met als gevolg een niet erkende doch- ter. Best grappig: de bastaard is de enige van de vier kinderen die op het eerste gezicht geen DNA-test nodig heeft, want zij lijkt het meest op haar vader.

Le valet du roi

En dan loopt het natuurlijk scheef op Bel- védère (in de achtertuin van Laken) waar het paar nog altijd woont. Uiteindelijk ver- blijven de vroegere tortels ieder in een vleu- gel. Ik ontmoet in de jaren ‘70 iemand die op het paleis werkt. “Le valet du roi” noe- men ze hem in Vilvoorde, hoewel hij een zui- vere Vlaming is en hij vertelt dat “den baas”

(authentiek) en Fabi inmiddels al wat bijge- leerd hebben en hem altijd in het Neder- lands aanspreken. Op zeker ogenblik gaat het gerucht dat “den baas” zijn broer en schoonzuster op de vingers heeft getikt omdat zij zelfs de schijn niet meer ophou- den. Ze komen naar iedere plechtigheid met hun eigen auto. Dat kan niet meer en bij de volgende feestelijkheid in Laken ziet mijn kennis dat het koppel inderdaad maar één wagen gebruikt: zij zit naast de chauffeur vooraan en hij zit achteraan.

Maar zelfs in die brave jaren is mijn ken- nis geschokt door het gedrag van een tien- jarig ettertje waarin men de schoft herkent die hij later wordt. Regels bestaan niet voor het jongste prinsje dat lomp en ongecontro- leerd het personeel afblaft en pest. Wan- neer hij door zijn onbeheerst gedrag weer eens met zijn fietsje op zijn gezicht valt, moet mijn kennis hem al buigend rechttrekken en iedere keer beleefd vragen “of Monseig- neur zich niet pijn heeft gedaan? Kan ik iets voor Monseigneur doen?”. Inmiddels jeuken zijn handen om dat rotjoch een oplawaai te geven. Maar zijn kinderen opvoeden, hen wat manieren leren, zich buiten een paar verplichte fotosessies op vraag van de pers- voorlichter met hen bezig houden is teveel gevraagd voor de huidige Sa Majesté. In zijn kersttoespraak van 1994 roept hij de bur- gers op de gezinswaarden in ere te houden.

Hij weet alleszins hoe het niet moet.

(wordt vervolgd) Jan neckers

(5)

Op de praatstoel

29 december 2010

5

“Leven in twee werelden - Belgische collaborateurs en de diaspora na de Tweede Wereldoorlog”. Een titel die niet onopgemerkt blijft: collaboratie en repressie zijn nu eenmaal onderwerpen die in dit land zeer gevoelig blijven.

Vluchten voor naoorlogse repressie

Onvoorstelbaar veel Vlaamse mannen en vrouwen kregen na de oorlog af te reke- nen met wat toen de Belgische gerechtig- heid was. Zij waren “collaborateurs”! De meeste waren al dan niet noodgedwongen hier gebleven en ondergingen dan maar de Belgische “justice de rois nègres” zoals een Franstalig Belgische staatsman de Belgische repressie ooit omschreef. Anderen wisten tijdig te ontkomen naar een ver buitenland en werden burgers van hun nieuw vaderland.

Zij leerden leven in twee werelden, een vaak zo goed als onbekende leefomgeving en hun feitelijk vaderland waar ze geboren waren, waar velen met idealisme voor geageerd had- den en dat ze moesten proberen te verge- ten. Individuele vluchtverhalen zoals dat van Leon Degrelle in Spanje of de verhalen van Verschaeve, Daels, Verbelen en Servaes in Oostenrijk waren gekend, maar een over- zicht van die diaspora ontbrak.

De Vlaamse historici Frans-Jos Verdoodt en Frank Seberechts probeerden met hun boek met die veel zeggende titel “Leven in twee werelden” die geschiedenis te recon- strueren. Het eerste tastbaar resultaat van hun inspanning, een stevige brok zakelijke informatie die echter niet zo gemakkelijk leest. Het werd een opsomming van zoveel mogelijk “dossiers” in zoveel mogelijk lan- den die meer dan eens verbaasd doen opkij- ken, maar vooral nog meer vragen losmaken.

Zij verzamelden bij manier van spreken de grondstof voor verder en vooral diepgaan- der onderzoek zodat dit deel van de Vlaamse geschiedenis binnen België niet helemaal ver- wordt tot een voetnoot in geschiedenisboe- ken.

“Leven in twee werelden” met als ondertitel “Belgische collaborateurs en de diaspora van de Tweede wereld- oorlog” kwam eerder al ter sprake in ‘t Pal- lieterke (1). Frans-Jos Verdoodt was graag bereid om ons nog bijkomende informatie te verstrekken.

‘t Pallieterke: Was er sprake van een operatie Odessa of iets anders dat vooral het Belgische daglicht niet mocht zien?

Was er ergens een geheim secretariaat waar de kandidaat vluchteling terecht kon voor bijvoorbeeld valse papieren. Of voor mogelijke contactpersonen in dat nieuwe vaderland?

Frans-Jos Verdoodt: Van een operatie Odessa of iets in die zin was geen sprake. Er was ook geen centraal aanspreekpunt waar men “terecht” kon. Het moest allemaal via- via gebeuren met natuurlijk het risico dat de gerechtelijke diensten een en ander op het spoor kwamen. Een duizendtal individu- ele mannen en vrouwen verkozen het onze- kere in dat vaak onbekende land boven het meer dan waarschijnlijke pijnlijke lot dat hen hier in België te wachten stond. Ze konden in Vlaanderen nogal eens terecht bij individu- ele geestelijken, vooral kloosterlingen. Som- migen onder hen speelden al voor de oor- log een rol in de Vlaamse beweging, anderen zoals de Gentse jezuïet Maurice Claeys-Bou- aert ageerden gewoon van uit hun roeping als kloosterling. Sommigen beperkten zich tot hulp hier ter plaatse, anderen hielpen via hun kontakten met medebroeders in verre landen om de nieuwkomers daar bij hun aan- komst op te vangen. Het ging hier telkens om individuele geestelijken, de kerk als instituut liet deze kelk bewust aan zich voorbijgaan.

‘t Pallieterke: Over hoeveel mensen gaat uw verhaal?

FJV.: In het archief van Leo Poppe (zie kader) vonden we een duizendtal namen. Een aantal van hen hebben we tijdens herhaalde- lijke persoonlijke bezoeken aan de diaspora vooral in Zuid-Amerika meermaals zelf ont- moet en gesproken. Vele onder hen komen in het boek aan bod. Van de rest, ongeveer 750 namen dus, ontbreekt vooralsnog elk spoor.

‘t Pallieterke: Om dat verhaal te ver- volledigen zou u moeten kunnen reke- nen op overgebleven families of vrienden in Vlaanderen of elders om u te infor- meren.

FJV.: Ja, maar wij weten goed dat dit niet zo vanzelfsprekend is. Nu hebben we onze informatie uit één geschreven bron, het archief van Leo Poppe. Daar zijn we dus wetenschappelijk zeker van. Voor nog

andere gevallen zijn we volledig afhankelijk van verwanten of vrienden en die zijn niet altijd bereid om die familieverhalen weer naar boven te brengen. De collaboratie en de daaropvolgende repressie veroorzaakten in veel families vaak een niet meer te over- bruggen menselijke breuk.

‘t Pallieterke: Het valt op dat de auteurs hun uiterste best doen om zich niet te laten verleiden tot gekleurd woordge- bruik. Dat moet niet zo gemakkelijk zijn als in het boek bijvoorbeeld ook het dra- matische gebeuren met uw eigen vader Severien Verdoodt ter sprake komt.

FJV.: Wij hebben ons inderdaad van bij de eerste letter de strengst mogelijke afstande- lijkheid opgelegd. Dat was ook nodig om de opdracht die we ons stelden tot een weten- schappelijk verantwoord resultaat te kun- nen brengen. Het boek verkoopt blijkbaar goed, zwaar weerwerk is er tot nu toe niet geweest, hooguit detailkritiek onder meer op het gebruik van het woord “collabora- teur”.

‘t Pallieterke: Vluchten moet hoe dan ook in die tijd een dure zaak geweest zijn.

FJV.: Zonder voldoende eigen fondsen, zonder familie of vrienden die wilden bij- springen moest men er niet aan beginnen.

Minder gegoeden kwamen er dus niet aan te pas. Men moest niet alleen genoeg geld- middelen hebben, men moest ook weten

waar men naartoe kon of wilde. Men moest daar kontakten hebben, men moest zo snel mogelijk de taal van het nieuwe vaderland spreken. Men moest ook aanvaarden dat men zich daar in dat andere land zou moe- ten “inburgeren” en dat in de letterlijke zin van dat woord dat pas veel later werd uitge- vonden. En het moest allemaal snel en vooral discreet gebeuren.

***

Wat die kostprijs betreft, lezen we in het boek dat voor het oversmokkelen van vluch- telingen vanuit Duitsland naar België tot in Brussel tot 8000 Belgische frank (van toen) kon oplopen.(1) “De vraag rest, zo schrijven de auteurs, wie van de kandidaten zo gauw zowat een half jaarloon kan ophoesten om geholpen te worden.” (blz. 44)

Het valt ook op dat in nogal wat van de vermelde gevallen de betrokkenen het in hun nieuwe heimat opvallend goed gedaan heb- ben. Ook de illustraties in het boek geven nogal eens een beeld van welstellende bur- gers. Dit is uiteraard geen verwijt, alleen een vaststelling.

***

FJV.: Er zijn er inderdaad die daar een suc- cesvol nieuw bestaan opbouwden, maar het was zeker niet alleen een kwestie van zake- lijke aanpak of centen, men moest zich ook zelf willen aanpassen. Er zijn er overigens die niet slaagden. Een man als Leo Poppe bij- voorbeeld was absoluut niet geschikt om ook zakelijk een nieuw bestaan te kunnen opbou- wen, hij bleef al te zeer hangen in zijn poli- tiek Vlaams verleden en dat in de meest tra- ditionele zin van het woord.

Het archief van Leo Poppe

Leo Poppe (1911-1997), een meer dan bekende naam in de geschiedenis van het Vlaamse nationalisme, bleef in zijn nieuwe Zuid-Amerikaanse heimat niet bij de pakken zitten. Hij organiseerde, publiceerde het tijdschrift De Schakel, gaf taallessen, probeerde Vlaamse vluchtelingen samen te brengen en samen te houden Dit resulteerde in een vrij omvang- rijk archief dat na zijn dood in 1997 dreigde verloren te geraken.

Met de daadwerkelijke hulp van een Belgische diplomaat ter plaatse werd het archief in een loods ergens in de Argentijnse hoofdstad terug gevonden. Een bekende Vlaamse ondernemer liet het archief met eigen middelen daar ophalen. Dezelfde man liet het nadien op zijn kosten naar Vlaanderen overbrengen. Meer bepaald naar het ADVN in Antwer- pen, waar het nu wetenschappelijk bewerkt kan worden.

De laatste brief van Leo Poppe

Beste Pallieterke,

Wanneer ik in 1945 uit België gevlucht ben, dacht ik voor enkele jaren onder te dui- ken in Parijs en dan terug te keren. Maar na een halve eeuw, krijgen we nog geen amnes- tie. Met vrouw en kinderen zijn we dan naar Argentinië gekomen, één van de zeldzame landen waar ze geen moeilijke vragen stelden.

Onze kleine gemeenschap Vlamingen heeft, elk jaar minder talrijk, tot vandaag stand- gehouden. Jawel, Vlaanderen en de Nederlanden zijn ver, maar geen dag, geen uur gaan hier voorbij zonder dat onze gedachten daar vertoeven.

De dag dat hier ‘t Pallieterke komt is een hoogdag, een feestdag, want Vlaanderen is dan in al het nieuws en de nieuwtjes weer heel nabij. Als we ‘t Pallieterke lezen zijn we voor enkele uren weer thuis.

We kunnen de vrienden van ‘t Pallieterke niet genoeg danken. Ballingschap is bitter.

Wie dit hier neerschrijft heeft zich wel aangepast, maar Vlaanderen is altijd nabij. En god- dank, heel dicht nabij de dag dat de post ‘t Pallieterke brengt.

Dank, beste vrienden daar aan de onvergetelijke Schelde, dank.

Leo PoPPe Buenos Aires, 30 maart 1995

‘t Pallieterke: Heeft Brussel niet zeer bewust sommige betrokkenen laten gaan?

FJV.: Zonder omwegen, zeer zeker! En dat geldt niet alleen voor iemand zoals Degrelle.

Ook anderen was men in Brussel wellicht lie- ver kwijt dan rijk.

‘t Pallieterke: Kan dat gestaafd wor- den met bewijzen?

FJV.: Zonder twijfel, alleen zijn de repres- siedossiers nog altijd niet vrij gegeven.

‘t Pallieterke: Zijn er nog veel overle- venden?

FJV.: Enkele tientallen, de groep sterft onverbiddelijk uit. Positief is wel dat nogal wat Spaanssprekende kleinkinderen van Vlaamse vluchtelingen vandaag zeer bewust Nederlands leren. De aanwezigheid van Vlaamse bedrijven op de Zuid-Amerikaanse markt is daarbij een sterke stimulans.

***

Mocht er een herdruk komen van dit boek, dan is dit thema zeker een goed onder- werp voor een bijkomend hoofdstuk. Zo’n heruitgave kan ook handig zijn om de voet- noten voor iedereen leesbaar en dus ook bruikbaarder af te drukken. Nog een ander moeilijk punt: de conclusie van de auteurs had toch wel een betere plaats verdiend dan waar die nu terecht kwam.

Marc Platel.

(1) ‘t Pallieterke nr. 21 van 26/5/2010 Frank Seberechts / Frans-Jos Ver- doodt, Leven in twee werelden, 234 blz., 2009, uitg. Davidsfonds.

Augustus 1936

Decemberdroefheid

21 december is de kortste dag van ‘t jaar. Vandaar...

Ik voel me, nu de dagen kort zijn, droef te moede.

Je kent dat wel: de bomen zonder blaren, gladde wegen.

Het ‘s ochtends wakker worden in het donker, ‘t staat me tegen en ‘k ben voor onheil dat er niet is op mijn hoede.

De Sint is weg, de boot naar Spanje in gedoken en al zijn zwarte pieten heeft hij in de boot genomen.

Een kerstman uit Amerika is in zijn plaats gekomen met vreemde liedjes over Christmas, English spoken.

Ik voel me triest te moede als de dagen korten

en van de weeromstuit de rokken en de jurken lengen.

Daarom schrijf ik dit vers met stoten en met horten en kan ik het niet laten er wat traantjes bij te plengen.

Dat zou nochtans niet mogen, want mijn blad wordt vochtig.

Ach, snikkend snak ik naar de lente en naar een regering, al ben ik voor dat laatste duchtig achterdochtig,

want ik kan moeilijk kiezen tussen cholera en tering...

Hector van Oevelen

Van onze hofdichter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We willen een serieuze gesprekspartner worden voor zuivelondernemingen om zo de problematiek onder de aandacht te brengen en oplossingen aan te dragen.. We willen meer waardering

Hoewel de schandalen van de jaren ’70 de eerste aanzet waren voor wetenschappelijk onderzoek naar de betrekkingen, zou uiteindelijk het einde van de Koude

Hoewel er, zoals hiervoor geschetst, op dit moment een forse personele capaciteit bij de Nederlandse politie voorhanden is, vooral voor opspo- ringstaken, is uiteraard nog niet

Vanaf de jaren negentig werd deze schaling vooral mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op het gebied van litho- grafie, de stap waarbij de zeer kleine structuren worden afgebeeld

Het gemiddelde totale aantal sprinkhanen is in het eerste jaar nog niet significant verschillend tussen de behandelingen (grote standaardfout), maar in het tweede jaar na plaggen

Er is nog geen eerder onderzoek verricht waarin de relatie tussen het voldoen aan groepsnormen en volgerschap wordt onderzocht waarbij het schenden van maatschappelijke normen

Zorg inst ituut Neder land is tot de e indconc lus ie gekomen dat de behande l ing van vo lwassenen met progress ief f ibroserende interst it ië le longz iekten (PF-ILD, inc

Op grond van deze overwegingen wordt aangenomen dat in de situatie waarin de stikstof vrijkomt door mineralisatie van organische stof en er nagewassen geteeld worden er