• No results found

Begroting 2016 Zwolle d partnerschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Begroting 2016 Zwolle d partnerschap"

Copied!
235
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Begroting 2016

Zwolle

d partnerschap

(2)

1

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 1

Van perspectiefnota naar begroting ... 3

Introductie ... 8

Beleidsparagrafen ... 9

Beleidsparagraaf 1 Bestuur en dienstverlening ... 10

Beleidsparagraaf 2 Sociaal domein ... 13

Beleidsparagraaf 3 Bezuinigingen ... 16

Beleidsparagraaf 4 Investeringen ... 18

Programmabijdragen ... 23

Programma's 1 t/m 10 ... 24

Programma 1 Volkshuisvesting ... 25

Programma 2 Economie ... 32

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit ... 38

Programma 4 Groene leefomgeving en milieu ... 43

Programma 5 Ruimte en cultuurhistorie ... 55

Programma 6 Onderwijs ... 62

Programma 7 Veiligheid ... 68

Programma 8 Integraal beheer openbare ruimte ... 73

Programma 9 Cultuur ... 82

Programma 10 Sport ... 86

Sociaal domein 11 t/m 14 ... 92

Programma 11 Samenleving ... 93

Programma 12 Inwonersondersteuning ... 102

Programma 13 Opvang en bescherming ... 112

Programma 14 Inkomen... 122

De organisatie 15 t/m 19 ... 128

Programma 15 Raad en raadsgriffie ... 129

Programma 16 Bestuur en dienstverlening... 133

Programma 17A Exploitatie gronden ... 141

Programma 17B Vastgoedmanagement ... 144

Programma 18 Bedrijfsvoering ... 148

Programma 19 Financiering en algemene dekkingsmiddelen ... 154

(3)

2

Verplichte paragrafen ... 158

Paragraaf 1 Kapitaalgoederen ... 159

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risico's ... 166

Paragraaf 3 Verbonden partijen ... 173

Paragraaf 4 Lokale heffingen ... 191

Paragraaf 5 Financiering ... 194

Paragraaf 6 Grondbeleid ... 198

Financiële overzichten ... 207

Baten en lasten ... 208

Totaal baten en lasten programma's ... 210

Incidentele baten en lasten ... 212

Structurele reservetoevoegingen en onttrekkingen ... 213

Bijlagen ... 214

Specificatie uitkomsten meerjarenraming 2016/2019 ... 215

Vervangingsinvesteringen 2016 ... 219

Overzicht van de reserves en voorzieningen ... 221

Uitkomsten septembercirculaire bestedingsvoorstel ... 224

Definitie en toelichting op de financiële kengetallen ... 228

Omzetting indirecte kosten naar programma bedrijfsvoering ... 230

Lijst van afkortingen ... 231

(4)

3

Van perspectiefnota naar begroting

In onze stad zijn veel inwoners en ondernemers bezig om Zwolle tot een stad te maken waar je graag woont en werkt. Nu en in de toekomst. Met deze inspanningen investeren we in het versterken van de kracht van Zwolle. We zien dat onze stad in deze onzekere tijden verder is gegroeid. Ook in 2016 worden we uitgedaagd door ontwikkelingen die onze volle inzet vragen. Hoe kunnen we constructief meedenken in het vluchtelingenvraagstuk, hoe geven we een vervolg aan de transformatie van het sociaal domein.

Zwolle is voor onze inwoners en onze ondernemers, maar ook voor de regio en het land als geheel een waardevolle partner. Om die positie ook in de toekomst te houden en waar mogelijk uit te bouwen is het nodig om zorgvuldig om te blijven gaan met de kansen die we zien, krijgen en creëren. De staat van de stad anno 2015 sterkt ons in de overtuiging dat de lijn van behoedzaam, gedragen en zelfbewust (financieel) beleid een duurzame is. Kortom: we proberen door goed samen te werken en zuinig om te springen met onze middelen, zoveel mogelijk belangrijke zaken voor elkaar te krijgen.

Die lijn zetten we met deze begroting voort. In het voorjaar heeft u besloten tot een maatregelenpakket van € 11 mln. Daarnaast zien we in de septembercirculaire van het rijk een lichte groei van de rijksuitkering voor Zwolle. In combinatie leidt dit tot een redelijk stabiele financiële basis. Het vraagt wel dat we de voorgenomen maatregelen volgens planning uitvoeren. In deze

begroting vindt u een uitwerking van de plannen voor de bezuinigingen in de sportsector . Wij zijn onder de indruk van de creatieve en vernieuwende ideeën die de sportorganisaties aandragen. Die vinden we ook in het sociaal domein, op het terrein van

cultuurhistorie en beheer openbare ruimte. Dat sterkt ons in de overtuiging dat de kracht van Zwolle zichtbaar wordt in de uitvoering.

We blijven behoedzaam manoeuvreren, rekening houdend met reële risico’s in het rijksbeleid, zoals het nieuwe Besluit Begroting en Verantwoording en de risico’s bij de verdeling van de rijksmiddelen zoals de bijstandsbudgetten, beschermd wonen, jeugdwet.

Deze risico’s moeten we kunnen opvangen binnen de beschikbare middelen. In de afgelopen periode hebben we ingeteerd op de weerstandsreserves die gericht zijn op risico’s in het vastgestelde beleid. De weerstandsreserves brengen we met deze begroting weer naar het verplichte niveau. Het negatief NIEGG resultaten hebben we structureel verwerkt in de begroting

De gemeente is sinds begin dit jaar verantwoordelijk voor de zorgvragen en –vraagstukken binnen het sociaal domein. De eerste aanzetten van onze inzet op een innovatieve, maatwerkgerichte en betaalbare zorg krijgen vorm. De sociale wijkteams hebben daarin een cruciale rol. Het is nog te vroeg om met stelligheid conclusies te trekken, maar de eerste aanwijzingen dat we in de uitvoering op de goede weg zijn zien we; preventieve inzet in de frontlijn loont. We willen de bekostiging van de sociale wijkteams in 2016 en 2017 op hetzelfde niveau houden als in 2015. Dat kan gerealiseerd worden binnen de grenzen van het totaal

beschikbare budget sociaal domein. Dit geeft tevens de ruimte om de nodige ervaringen op te doen met de sociale wijkteams qua noodzakelijke omvang, gewenste effectiviteit en doelmatigheid. In 2016 zal met het oog hierop naast monitoring ook met andere gemeenten vergeleken worden.

Binnen het fysieke domein worden de fundamenten zichtbaar van een nieuwe manier van werken en kijken. Het gaat dan om de inzet op gezamenlijk optrekken, met oog voor alle belangen die spelen en met het streven naar betaalbare oplossingen We bereiden een Zwolse omgevingsvisie voor die gebaseerd op de eisen van de nieuwe Omgevingswet. Dat vraagt meer van ons dan een aanpassing van het huidige beleid. Daarom doen we met deze begroting een voorstel om het budget Ruimtelijke Plannen te verhogen.

Nu het project Ceintuurbaan afgerond kan worden, vinden wij dat we de gelegenheid moeten gebruiken om de oprit A28 aan te pakken. Zo zijn we een probleem in de stedelijke infrastructuur in de naaste toekomst voor.

Dankzij innovatief beheer van onze ondergrond, waarbij we “just in time’ riolen vervangen behoren we tot de gemeenten met de laagste rioleringsheffing. Veranderingen in het klimaat hebben een direct effect op de hoeveelheid water die onze riolen te verwerken krijgen. Om ook in de toekomst te beschikken over een kwalitatief goed rioolstelsel is het nodig de rioolheffing te verhogen.

In Zwolle hebben we de ‘magere jaren’ gebruikt om vanuit onze kracht de basis te versterken. Onze inwoners en ondernemers hebben elkaar en de gemeente veel meer dan daarvoor leren kennen als partners die vanuit eigen verantwoordelijkheid en expertise zaken mogelijk maken en zorgen wegnemen. Door iedereen wordt naar vermogen geïnvesteerd in de stad. En dat is ook nodig, om Zwolle de stad te laten zijn die we elkaar gunnen. De komende jaren houdt die inzet ook haar weerslag in de begroting van de gemeente. Nu we zien dat Zwolle zowel wat betreft sociaal als fysiek een stevig netwerk heeft gerealiseerd, moeten we rekenschap geven aan de kosten die noodzakelijk zijn bij de realisatie. En moeten we doorgaan met het onderhouden en intensiveren van onze relatienetwerken Dat hebben we eerder ook zo met elkaar afgesproken. Juist in deze dynamische tijden wordt van ons niet louter een visie gevraagd maar moeten we ook zorgdragen voor het praktisch mogelijk maken van alle

uitgezette lijnen. De gedegen en tegelijkertijd innovatieve wijze waarop Zwolle daarbij de afgelopen jaren steeds meer een landelijk voorbeeld is geworden, wijst erop dat we gezamenlijk bouwen aan een stad en een regio waar welzijn en welvaart elkaar krachtig versterken. Vanuit dat toekomstperspectief leggen we u graag deze begroting voor 2016 voor.

(5)

4 Financieel perspectief

Het algemeen beeld is dat de structurele begroting op orde is. Mede door hogere gemeentefondsuitkeringen (uitkomsten

septembercirculaire) ontstaat er ruimte om financieel technische budgetproblemen op te lossen. In deze begroting stellen wij u voor de NIEGG exploitatie structureel in de begroting te verwerken.

De incidentele bestedingsruimte is echter beperkt en de weerstandsreserves liggen beneden het afgesproken minimumniveau of dreigen daar onder te vallen. Door het structureel in de begroting verwerken van de NIEGG exploitatie kan de reserve NIEGG vervallen en ontstaat ruimte om de weerstandsreserves op peil te brengen en een geringe incidentele bestedingsruimte te creëren.

Hierdoor ontstaat een beter evenwicht tussen het structureel en incidenteel kader.

Structureel financieel perspectief

Door positieve ontwikkelingen vanuit het gemeentefonds en de rente is het resultaat ten opzichte van de PPN verder verbeterd.

Voor 2016 verwachten wij een voordelig begrotingsresultaat van € 4,3 mln. oplopend naar € 5,3 mln. in 2019. (Deze ruimte is exclusief de mogelijke ruimte via de buffer sociaal domein.)

Door het structureel verwerken van het nadelig NIEGG resultaat daalt de structurele begrotingsruimte naar € 2,1 mln. in 2016 respectievelijk € 3,1 mln. in 2019. De resterende begrotingsruimte parkeren wij voor directe risico’s in verband met voorgenomen wijzigingen in het rijksbeleid. Er zijn twee grote risico's die een direct beslag op de resterende begrotingsruimte kunnen leggen, te weten een tekort op de bijstandsuitkeringen en de voorgenomen herziening van de BBV-richtlijnen voor de grondexploitaties.

Herziening van de BBV-richtlijnen voor de grondexploitatie per 1 januari 2016: via de aanpassing van de richtlijnen wordt beoogd de transparantie en eenduidigheid en daarmee de onderlinge vergelijkbaarheid tussen gemeenten te verbeteren. Tevens wordt voor de rentetoerekening aansluiting gezocht bij de fiscaal toegestane verrekening geldend voor de vennootschapsbelasting.

Indien het voornemen wet wordt dan heeft dit een structureel nadelig effect op het renteresultaat van €1,3 mln., omdat alleen de werkelijk betaalde rente aan de grondexploitaties mag worden doorbelast. Het voorgenomen besluit is ter consultatie aan onder andere de VNG voorgelegd. Definitieve besluitvorming over de BBV-herziening wordt in de tweede helft van november verwacht. In de verplichte paragraaf grondbeleid gaan wij in op de overige gevolgen van de herziene richtlijnen.

In de voorliggende begroting zijn de bijstandsuitgaven en -inkomsten budgetneutraal verwerkt. Begin oktober is de voorlopige rijksbijdrage voor 2016 bekendgemaakt en blijkt uit een eerste globale indicatie dat een nadeel van ca. € 2 mln. dreigt.Wat hiervan de oorzaken zijn gaan we nader analyseren. Het tekort vangen wij in eerste instantie op uit de beschikbare begrotingsruimte, met als achtervang het extra weerstandsvermogen in de risicoreserve sociaal domein.

Een ander directe risico betreft de invoering van de vennootschapsbelasting voor gemeenten.

Tabel 1

Geactualiseerde structurele uitkomsten meerjarenraming 2016-2019

(bedragen x € 1 mln.) 2016 2017 2018 2019

Uitkomsten bij PPN 2016-2019 (incl. buffer € 5 mln. sociaal domein) 1,0 1,1 1,5 0,8

Mutatie meicirculaire 2015 0,5 -0,8 -0,6 -0,5

Lager rentepercentage op her te financieren leningen 0,5 0,8 0,9 0,9

Overige mutaties bij begroting 2016 0,9 1,9 2,1 1,4

Actuele uitkomsten bij begroting 2016 2,9 3,0 3,9 2,6

Uitkomst septembercirculaire + bijstelling pBBP 1,4 1,2 2,3 2,7

Totaalresultaat structurele begroting 2016 4,3 4,2 6,2 5,3

Voorstel:

Structureel oplossen NIEGG exploitatie -2,2 -2,2 -2,2 -2,2

Beschikbare ruimte voor opvang risico’s 2,1 2,0 4,0 3,1

De bezuinigingsopgave van € 11 mln. is volledig in het structureel beeld verwerkt, waarvan in 2018 nog € 0,6 mln. nader in te vullen. In het komende voorjaar komen wij met een concrete invulling van deze resterende opgave, evenals een nadere uitwerking van de eerder vastgestelde bezuinigingsrichtingen.

(bedragen x € 1 mln.) 2016 2017 2018 2019

Bezuinigingen/veranderopgave 3,9 8,1 11,0 11,0

De verschillen ten opzichte van de uitkomsten bij de PPN 2016-2019 zijn vooral het gevolg van de uitkomsten van de mei- en septembercirculaire en de diverse mutaties in de rente en afschrijvingslasten vanwege gewijzigde fasering investeringen en rentepercentages. De rentepercentages van de nieuw aan te trekken langlopende leningen ligt behoorlijk lager dan onze rekenrente van 3,5%. Wij vinden het verantwoord om de her te financieren leningen in de komende jaren tegen een lager percentage te ramen. Het rentevoordeel is € 0,5 mln. in 2016 oplopend naar € 0,9 mln. in 2018.

(6)

5

2016 2017 2018 2019

Her te financieren leningen 34 mln. 35 mln. 12 mln. 18 mln.

Bijgesteld rentepercentage 2,0% 2,5% 3,0% 3,5%

Huidige rekenrente 3,5% 3,5% 3,5% 3,5%

Lagere rente 1,5% 1,0% 0,5% 0,0%

Structureel voordeel p/jaar 510.000 350.000 60.000 0

Structureel cumulatief 510.000 860.000 920.000 920.000

De uitkomsten van de septembercirculaire zijn in bijlage 4 nader toegelicht. De voordelige uitkomsten van € 1,45 mln. In 2016 oplopend naar € 2,7 mln. in 2019 zijn in het financieel perspectief verwerkt, inclusief een positieve bijstelling vanwege lagere prijsinflatie

Concrete risicoposten:

In de weerstandsparagraaf wordt ingegaan op diverse risico’s en berekening van het benodigd weerstandsvermogen. Echter er zijn enkele reële risico’s die een direct beslag op de beschikbare begrotingsruimte kunnen leggen. De gevolgen van de herziening van de BBV-richtlijnen voor de grondexploitaties en de bijstandsuitkeringen hebben wij hiervoor al toegelicht.

Ingaande 2016 krijgen de gemeenten te maken met de invoering van de vennootschapsbelasting. De vertaling naar concrete uitvoering is landelijk nog in discussie, waardoor thans nog geen zicht bestaat op de budgettaire gevolgen. Zodra meer duiding komt over bovengenoemde risico’s zullen wij u daar nader over informeren.

Incidenteel financieel perspectief

De incidentele vrije bestedingsruimte is beperkt. Reservemiddelen waarop geen bestemming meer lag zijn afgeroomd en in 2015 in het berapresultaat verwerkt.

Door het structureel in de begroting verwerken van het nadelig NIEGG resultaat kan de reserve ‘toekomstig bouwrijp maken gronden’ vervallen. Deze reserve had als functie om het nadelig exploitatieresultaat op de NIEGG voor de eerste vier jaar op te vangen. Door het direct in de begroting verwerken van het exploitatieresultaat vervalt deze functie en kan de reserve worden opgeheven, vrijval € 8.350.000.

De vrijkomende middelen zetten wij, in lijn met het versterken van de financiële positie van de gemeente, in eerste instantie in om het weerstandsvermogen op peil te brengen, vervolgens stellen wij middelen beschikbaar voor ruimtelijke initiatieven,

participatieraad en bewegingsonderwijs en voegen wij € 0,5 mln. toe aan de reserve incidentele bestedingen om eventueel in de loop van 2016 noodzakelijke/gewenste bestedingen – in overleg met de raad - te kunnen doen.

Het stadsontwikkelfonds beschikt nog over een vrije bestedingsruimte van € 2,7 mln., waarvoor specifieke bestedingscriteria gelden.

Tabel 2

Incidenteel kader

(bedragen x € 1.000) 2016 Beschikbare middelen:

Reserve incidentele bestedingen 0

Vrijval reserve toekomstig bouwrijp maken gronden (NIEGG) 8.350

Toevoeging aan weerstandsreserves -7.440

Aanwending voor incidentele bestedingen 2016

Ruimtelijke initiatieven -100

Ondersteuning participatieraad -60

Bewegingsonderwijs -65

Dekking: vrijval budget huur onderwijsgebouwen 65

Restant toevoegen aan de reserve incidentele bestedingen 750

Het budget voor de ruimtelijke initiatieven is nodig om naast de voorbereiding op de Omgevingswet ruimte te hebben om andere initiatieven te begeleiden. Het gevolg van de Omgevingswet is dat er nu een omgevingsvisie moet worden opgesteld in plaats van een structuurvisie. De Omgevingsvisie heeft een bredere impact. Begin 2016 verwachten wij meer zicht te hebben op de overige gevolgen van de invoering van de Omgevingswet (2018). Eventuele budgettaire gevolgen nemen wij mee bij de behandeling van de Perspectiefnota.

Het werk voor de participatieraad vergt meer ondersteuning en inzet dan vooraf is ingeschat. Om de werkzaamheden van de raad adequaat uit te kunnen voeren stellen wij nu € 60.000 beschikbaar. Structurele inzet van middelen wegen wij bij de Perspectiefnota af.

(7)

6

Op de gebruikskostenvergoeding van 5 nieuwe gymzalen ontstaat een tekort van € 65.000. Dit tekort dekken wij uit de structurele vrijval van het budget huur onderwijsgebouwen. De totale vrijval is € 200.000, bij de Perspectiefnota komen wij met een voorstel om de resterende ruimte in te zetten voor verduurzaming van de onderwijsgebouwen.

In de reserve incidentele bestedingen zijn geen vrije middelen meer beschikbaar. Om te voorkomen dat er bij noodzakelijk geachte bestedingen – in de loop van 2016 – een beroep op de weerstandsreserves wordt gedaan voegen wij € 0,75 mln. toe aan deze reserve.

Versterken financiële positie c.q. weerstandsvermogen

In de Perspectiefnota 2016-2019 hebben wij aangegeven bij de begroting 2016 met een nadere invulling te komen hoe financiële meevallers ingezet kunnen worden voor het versterken van de financiële positie van de gemeente en voor investeringen in de stad.

Doordat de begroting continu in beweging is met mee- en tegenvallers en wij beperkte incidentele bestedingsruimte hebben streven wij naar een structureel voordelig begrotingsresultaat. Hierdoor creëren wij ruimte om ons weerstandsvermogen op peil te houden of extra aan te vullen en ontstaat ruimte voor investeringen.

Aanwending van voordelige resultaten wegen wij af door op de eerste plaats de weerstandsreserves op peil te brengen en vervolgens via integrale afweging beoordelen of een extra weerstandsreservering nodig is of dat de middelen ingezet worden voor knelpunten/investeringen/bestemmingsreserves.

Het weerstandsvermogen van de gemeente omvat de volgende reserves:

• Algemene concernreserve (algemeen)

• Algemene concernreserve (vastgoed)

• Risicoreserve sociaal domein.

Onderstaand geven wij per reserve de actuele stand, het minimaal benodigde bedrag op basis van actuele risico-inventarisatie en conform de afspraken uit de nota weerstandsvermogen.

Algemene concernreserve (algemeen deel)

In de reserve zit na verrekening van het voorjaarsmoment 10.480.000

Besluiten nadien:

Loonsuppletie zwembadpersoneel -210.000

Voordeel JGZ 337.000

Vrijval bedrag Muzerie, wel opname in risicoparagraaf 140.000

Asbestsanering ca Stadkamer -1.755.000

Berapresultaat 2015/2 -273.000

Resteert 8.719.000

Benodigd obv risico-inventarisatie 10.000.000

Tekort aan te vullen vanuit de incidentele middelen - 1.281.00

Algemene concernreserve (vastgoed) 0

In de reserve zit na verrekening van het voorjaarsmoment 11.200.000

Op basis van de tussentijdse analyse van de MPV worden op basis van bestaande uitgangspunten en exclusief de NIEGG exploitatie geen grote afwijkingen verwacht..

Wel zijn er risico’s met betrekking tot mogelijke overcapaciteit aan voorzieningen in de grondexploitatie Stadshagen. Ook de woningdifferentiatie en grondprijsbeleid zijn reële risico’s

Naar bovengenoemde risico’s lopen thans onderzoeken waarvan eind dit jaar de uitkomsten worden verwacht. Vooruitlopend op deze onderzoeken voegen wij thans € 6,15 mln. vanuit de vrijval van de reserve toekomstig bouwrijp maken gronden toe aan de algemene concernreserve als weerstandsvermogen voor vastgoed. Begin volgend jaar met de uitkomsten van het onderzoek, de nota van uitgangspunten voor de komende MPV en de gevolgen van de herziening van de BBV-richtlijnen zullen wij met

voorstellen komen over de dan gewenste hoogte van de weerstandsreserve voor vastgoed.

Risicoreserve sociaal domein

In de reserve zit na verrekening van het voorjaarsmoment 8.500.000

Minimaal benodigd obv risico-inventarisatie 5.000.000

Meer dan minimaal benodigd 3.500.000

(8)

7

Vanwege het nog niet beschikken over adequate uitvoeringsinformatie over de volle breedte van het sociaal domein voor het jaar 2015 en 2016 is bij de PPN behandeling besloten de risicoreserve te verhogen tot € 8,5 mln. Op basis van actuele risico-

inventarisatie is een minimum reserve nodig van € 5 mln. Echter er zijn enkele reële risico’s die wellicht in de jaarrekening tot een beroep op de reserve leiden. Daarbij valt te denken aan: budgetoverschrijdingen bij de jeugd GGZ en jeugd LVB, risico’s op de eigen bijdrage regeling, versnelde herziening indicatie PGB beschermd wonen en risico’s in de uitvoeringsorganisatie.

In afwachting van de eerste jaarrekening van het sociaal domein houden wij het surplus in de reserve. Het surplus zetten wij zo nodig in 2016 (deels) ook in voor het opvangen het tekort op de bijstandsuitkeringen.

Financieel-technische parameters/ uitgangspunten 2016-2019

In tabel 3 zijn de in meerjarenraming verwerkte financieel-technische parameters/ uitgangspunten opgenomen.

Tabel 3

Financieel technische parameters/uitgangspunten 2016-2019

2016 2017 2018 2019

Loonkosten (salarissen en werkgeverslasten) 1) 2,25% 2,0% 2,0% 2,0%

Index prijsstijging (pBBP) 2) 0,8% 1,2% 1,0% 1,0%

Index kleine subsidies 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Index subsidiecontracten -0,8% 1,8% 1,8% 1,8%

Inflatiecorrectie gemeentelijke tarieven 2) -0,25% 1,6% 1,5% 1,5%

Rente lang geld her te financieren leningen 2,0% 2,5% 3,0% 3,5%

Rente kort geld 1,5% 2,0% 2,0% 2,0%

Toename woningen (netto: jaar n-1) 400 400 400 500

Toename aantal inwoners (jaar n-1) 1.000 1.000 1.000 1.250

1) Inclusief doorwerking cao verplichtingen 2015 0,25%

2) In de september circulaire is aangegeven dat de pBBP voor 2016 uitkomt op 1,0% . in de begroting is rekening gehouden met 0,8%. De verrekening nemen we mee ingaande 2017. Deze aanpassing werkt ook door op de gemeentelijke tarieven.

De negatieve index voor subsidiecontracten en gemeentelijke tarieven is het gevolg van een na-ijleffect op de loonkosten in de jaren 2013 t/m 2015. Op basis van de vorig jaar afgesloten cao voor gemeenteambtenaren voor de periode 2013 t/m 2015 en de met ingang van 2015 lagere werkgeverslasten (m.n. pensioenpremies) vindt op nacalculatiebasis een correctie plaats over de in de jaren 2013 t/m 2015 te hoog bepaalde subsidie-index en gemeentelijke tarieven. Deze correctie verrekenen wij met ingang van het jaar 2016.

(9)

8

Introductie

De begroting 2016 is volgens de systematiek van de beleidscyclus de eerste uitwerking van de perspectiefnota 2016-2019. (PPN) Besluiten die bij de PPNbehandeling in juni 2015 zijn genomen over structurele en meerjarig incidentele bestedingen zijn in deze begroting verwerkt. De begroting 2016 bevat een incidenteel bestedingsvoorstel.

De begroting bestaat uit de volgende onderdelen:

• Kerngegevens

• Van perspectiefnota naar begroting .

Hierin schetsen wij ontwikkelingen die wij in 2016 verwachten en presenteren wij een bijgesteld financieel perspectief .

• Beleidsparagrafen

In beleidsparagrafen wordt een integraal beeld geschetst van hoofdthema's van beleid. Het thema duurzaamheid maakt integraal onderdeel uit van ons handelen. Dit behandelen we daarom in de beleidsparagraaf bestuur en dienstverlening. Als daartoe aanleiding is, is in diverse beleidsprogramma’s aandacht aan duurzaamheid besteed.

• Programma's

Conform het raadsbesluit van augustus 2015 is in het kader van het project “versterken sturend vermogen beleidscyclus”

programma 18 bedrijfsvoering toegevoegd. De overwegingen hierbij zijn het vergroten van de flexibiliteit en transparantie van de begroting. Het programma bedrijfsvoering omvat alle budgetten die met de bedrijfsvoering te maken hebben. De verplichte paragraaf bedrijfsvoering is hierdoor komen te vervallen.

Consequentie van de invoering van programma 18 is dat de budgetten van alle programma’s niet vergelijkbaar zijn met voorgaande jaren. Voorheen vormden (een deel van de) bedrijfsvoeringskosten onderdeel van de programmabudgetten.

• verplichte paragrafen

De paragraaf bedrijfsvoering is geïntegreerd in het programma 18

In samenspraak met de raad worden begin 2016 aan de hand van pilots verbetervoorstellen gedaan in het kader van “versterken sturend vermogen van de beleidscyclus”.

Evenals bij de jaarrekening is van deze begroting een digitale versie gemaakt die doorklikbaar is. Zie hiervoor de gemeentelijke website.

De positie van de begroting in de totale beleidscyclus is in onderstaan diagram weergegeven.

(10)

9

Beleidsparagrafen

(11)

10

Beleidsparagraaf 1 Bestuur en dienstverlening

In Zwolle is het goed wonen en werken. Dat wordt ook steeds zichtbaarder in het land. Dat woon- en werkklimaat willen wij ook in 2016 samen met inwoners, ondernemers en de regio verder versterken: met het programma Initiatiefrijk Zwolle, onze

dienstverlening aan inwoners en ondernemers, via de agenda duurzaamheid (en alle andere beleidsterreinen) en onze

samenwerking in regionaal verband. Deze brede inzetten ondersteunen wij via goed functionerende communicatiekanalen. Dit is geen onderdeel van een specifiek beleidsprogramma, maar een algemene lijn door alle programma's heen. Want de rol van de gemeente verandert. Onze inwoners, ondernemers en andere partners en wij als gemeente hebben elkaar leren kennen als partners die vanuit eigen verantwoordelijkheid en expertise zaken mogelijk maken en zorgen wegnemen. Wij willen faciliterend en dienstverlenend onze partners tegemoet treden, zowel in de stad als daar buiten.

Initiatiefrijk Zwolle

Onze inwoners doen steeds meer zelf én de overheid doet het samen met hen. Hoe stemmen we ons af op die veranderende werkelijkheid? Hoe kunnen we volop ruimte geven aan initiatieven en experimenten uit de stad en de 'binnenwereld' zo organiseren dat we faciliterend zijn en waarde toevoegen? Dat is waar het programma Initiatiefrijk Zwolle over gaat. Het doel van het

programma Initiatiefrijk Zwolle is om aan te sluiten bij de kracht van Zwolle, samen te werken met en aan de initiatieven uit de stad.

Dit betekent verandering van onze rol, mindset en gedrag, beleidsvorming, systemen, regels en procedures. In de verbinding met de samenleving werken we ook aan diversiteit in onze organisatie, de mate waarin we de samenleving weerspiegelen.

In programma 18 is verder uitgewerkt hoe wij hieraan invulling willen geven.

Dienstverlening en ‘passende regels’

In onze rol als gemeentelijke dienstverlener is het van belang dat inwoners en ondernemers ons makkelijk kunnen vinden en snel worden geholpen, in toenemende mate digitaal. En dat zij de ruimte krijgen voor het nemen van initiatieven en voor het opzetten en doorontwikkelen van ondernemingen. Dat vereist van ons inlevingsvermogen, passende regels en het leveren van maatwerk.

Recent hebt u de visie op dienstverlening ontvangen. Kernbegrippen daarin zijn gastvrij en op maat. Onze informatie, producten en diensten bieden we bij voorkeur digitaal aan. Om de digitale dienstverlening goed in te richten blijven de komende jaren nog de nodige inspanningen nodig. We doen dat zoveel mogelijk in samenwerking met andere partijen, met name via Dimpact, de coöperatie waarin ruim dertig gemeenten samenwerken. Naast het digitale kanaal houden we de dienstverlening op de kanalen balie en telefoon op niveau.

De uitgangspunten uit onze nieuwe visie op dienstverlening gelden voor een breed terrein waar de inwoners en ondernemers zaken met ons doen. In deze begroting worden die uitgangspunten in verschillende programma’s vertaald in concrete doelen en prestaties:

• programma 2 Economie: voortzetting van strategisch accountmanagement, zoals de Werkgeverstour door wethouders en versterkte aandacht voor MKB / starters / ZZP-ers. Het stimuleren en optimaliseren van het gebruik van digitale producten van gemeente en andere overheden.

• Programma 5: Ruimte en cultuurhistorie: hierin opgenomen de voorbereiding op de nieuwe Omgevingswet. Dat zal grote consequenties hebben voor bijvoorbeeld de gemeentelijke vergunningsprocessen. Centraal staan hierbij een meer uitnodigende overheid en een integrale manier van werken, meer ruimte voor initiatieven en lokaal maatwerk.

• programma 12 Inwonersondersteuning: verbeteren van de digitale vaardigheden van burgers zodat deze zich beter kunnen redden met de informatie en de producten die ook de overheid steeds meer digitaal aanbiedt. En informatie, advies en cliëntondersteuning WMO en tijdig afhandelen van aanvragen van maatwerkvoorzieningen.

• programma 14 Inkomensondersteuning: op peil houden van tijdigheid en accuratesse in dienstverlening bij het verstrekken van (bijzondere) bijstand en schulddienstverlening.

• programma 16 Bestuur en dienstverlening: in dit programma veel aandacht voor de concretisering van de nieuwe visie op dienstverlening “Gastvrij en op maat”. Dat vertaalt zich o.a. in doorontwikkeling van de digitale dienstverlening,

doorontwikkeling van het klantcontactcentrum (KCC) en haar dienstverlening voor de sociale wijkteams, voor het verminderen van regeldruk en administratieve lasten en in het project Zwolle Smart City.

Duurzaamheid

De agenda duurzaamheid, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 augustus 2015, is in het bijzonder de agenda voor een toekomstbestendige stad: wij richten ons op de lange termijn, toekomstbestendig. Dan gaat het niet alleen om energie en milieu, maar ook over duurzame ruimtelijke ontwikkeling en beheer, bedrijvigheid, participatie en sociale cohesie en financieel

rentmeesterschap.

Bij het begrip duurzaamheid gaat het om de toekomst van de stad en haar inwoners. Daarmee raakt het iedere inwoner en elk bedrijf. De keuzes die mensen vandaag maken hebben gevolgen voor de toekomst van Zwolle en kunnen daar in positieve of negatieve zin aan bijdragen. Het streven is door deze agenda duurzaamheid actuele keuzes van mensen te beïnvloeden. Daarmee worden twee belangrijke zaken over deze agenda duurzaamheid gezegd:

• Het doel is actueel, niet ver weg of vaag, de inzet is vandaag de beweging naar houdbare keuzes te stimuleren, particuliere initiatieven in wijken, op bedrijventerreinen en in het buitengebied aan te stichten, te ondersteunen of te versnellen, en aan te sluiten op actuele afwegingen in huishoudens en bedrijven. De blik is niet gericht op de verre toekomst, maar op nú.

(12)

11

• Het gaat om u en ik: elk mens maakt dagelijks keuzes. Daarmee is deze agenda duurzaamheid niet beperkt tot het faciliteren van voorlopers of het ondersteunen van trendsetters. De agenda richt zich op iedere inwoner of ondernemer die door middel van zijn of haar beslissingen van invloed is op Zwolle.

Gelet op het voorgaande, is de algemene doelstelling van de agenda duurzaamheid: ‘In Zwolle is duurzaamheid in 2020 de normaalste zaak van de wereld, omdat het voor inwoners, instellingen en bedrijven gemakkelijk is gebruik te maken van en bij te dragen aan een lokaal aanbod van duurzame producten, activiteiten en diensten. Dit leidt tot een gezonde leefstijl, sterke sociale infrastructuur, veerkrachtige economie en goede leefomgevingskwaliteit’. Met dit doel wordt tot uitdrukking gebracht dat het om een integrale aanpak gaat, gericht op het bereiken van resultaten in de tegenwoordige tijd. Uiteindelijk is de ambitie dat Zwolle steeds meer zelf in haar behoeften kan voorzien en klimaatneutraal is. Met deze agenda wordt ingezet op de randvoorwaarden van een toekomstbestendig Zwolle: er is een (groeiend) lokaal aanbod van duurzame producten, activiteiten en diensten; inwoners, instellingen en bedrijven kiezen ervoor van dit aanbod gebruik te maken of het te verrijken met een eigen aanbod; en ten slotte zijn er in de samenleving structuren actief die de match van lokale vraag en lokaal aanbod versterken.

Integraal betekent ook dat er geen apart programma isopgesteld voor dit onderwerp. Doelen en activiteiten zijn in de reguliere thematische programma’s belegd.

Regionale samenwerking

Samenwerkingsverbanden met andere (overheids-) organisaties zijn onmisbaar bij het realiseren van onze Zwolse en regionale opgaven. Daarom werken we samen in de Regio Zwolle en Zwolle Kampen Netwerkstad. Samenwerken is geen doel op zich voor Zwolle; er moet een duidelijke meerwaarde zijn (vermindering kwetsbaarheid, kwaliteitshandhaving of –verbetering,

kostenverlaging).

Regio Zwolle

De Regio Zwolle is een ‘coalition of the willing’, die met toenemend succes opereert op het terrein van landelijke positionering, economie, arbeidsmarkt, regiopromotie, kennis delen, plannen afstemmen. De succesvolle bestuurlijke samenwerking in de Regio Zwolle is in Den Haag, maar ook in andere delen van het land niet onopgemerkt gebleven.

Zwolle en 18 omliggende gemeenten, gelegen in vier provincies, werken sinds enkele jaren nauw samen, waarbij bewust is gekozen voor een organisatiestructuur die licht en flexibel is. Zwolle vervult in de regio (en de samenwerking) de centrumrol. Het regionale samenwerkingsverband heeft ruim 600.000 inwoners. Binnen (en overstijgend) het samenwerkingsverband zien we ook allerlei andere verbanden, zoals de Veiligheidsregio, convenant Jeugdzorg, havensamenwerking Meppel, Zwolle, Kampen, ambtelijke fusies van bijvoorbeeld Ommen / Hardenberg of Meppel / Westerveld en het Regionaal Platform Arbeidsmarkt. Dit alles past in de filosofie ‘schakelen op schalen’. In 2014 is er een gezamenlijk toekomstsymposium georganiseerd waaraan zo’n 200 partners hebben deelgenomen. Uitkomst was dat we samen goud in handen hebben en dat er alle reden is om samen verder door te ontwikkelen. In 2015 is er verder gewerkt aan de “Toekomstverkenning Regio Zwolle’. Het proces is nog volop gaande, aan de hand van drie lijnen:

1. Economische ontwikkeling 2. Sociale innovatie

3. Positionering en verbinding

Een eerste resultaat is dat de portefeuillehouders Economische Zaken van de regio Zwolle hun werkplan 2015-2020 gereed hebben. In toenemende mate zien we de werkzaamheden van Zwolle Kampen Netwerkstad zich verplaatsen naar de Regio Zwolle.

Zwolle Kampen Netwerkstad

Zwolle Kampen Netwerkstad is een stedelijk netwerk. Het is een licht samenwerkingsverband tussen Zwolle, Kampen en Overijssel.

Zwolle Kampen Netwerkstad is de afgelopen jaren succesvol geweest in het realiseren van een groot aantal projecten. De

realisatie van de Spoorzone, de voorgenomen elektrificatie en uitbreiding van de Kamperlijn en het gezamenlijke programma Beter Benutten zijn hiervan voorbeelden.

Binnen afzienbare tijd zal er naar onze verwachting een vloeiende overgang plaatsvinden van het realiseren van

samenwerkingsopgaven in Zwolle Kampen Netwerkstad-verband naar de Regio Zwolle en daarmee zal de programmatische samenwerking binnen Zwolle Kampen Netwerkstad geleidelijk worden afgeschaald, waarbij de belangen die Zwolle Kampen Netwerkstad heeft voor onze relatie in Den Haag behouden blijven of overgaan naar de Regio Zwolle. Zo is dat inmiddels al feitelijk gebeurd op economisch terrein. Het afschalen van Zwolle Kampen Netwerkstad betekent overigens niets voor onze goede

samenwerking met Kampen en Overijssel. Deze wordt in het grotere verband van de Regio Zwolle als natuurlijk en vanzelfsprekend gezien.

Financiën

Ten aanzien van de financiering van de Regio Zwolle is besloten dat iedere inliggende gemeente en provincie één euro per inwoner per jaar bijdraagt. Voor Zwolle betekent dit dat we voor 2016 ongeveer € 124.000 vrijmaken voor de Regio Zwolle.

In de afgelopen jaren bedroeg dit € 65.000 (€ 0,50 per inwoner voor de economische samenwerking) en € 35.000 voor bestuurlijke samenwerking. Totaal € 100.000.

In Zwolle Kampen Netwerkstad droegen de afgelopen jaren Zwolle, Kampen de provincie Overijssel jaarlijks € 74.000 bij. Met de afschaling is de verwachting dat de bijdrage van Zwolle, maar ook die van Kampen en Overijssel, zullen afnemen.

(13)

12 Communicatie

De samenleving verandert en daarmee ook onze rol en relatie met de stad. We kunnen en willen als gemeente niet langer dé vanzelfsprekende oplosser zijn van alle maatschappelijke problemen. Bewoners en organisaties pakken steeds vaker een actieve rol en nemen initiatief. Ze bedenken een oplossing en nodigen ons uit daaraan mee te werken. We nodigen op onze beurt Zwollenaren uit en brengen hen in de positie om nog meer zelfredzaam te worden. Daartoe geven we maximale openheid van zaken en zorgen we dat onze informatie begrijpelijk en gemakkelijk vindbaar is. We stimuleren Zwollenaren en anderen om onze informatie actief te gebruiken door die via de website en een open data portaal beschikbaar te stellen.

Digitale publieksinformatie

We communiceren zoveel mogelijk digitaal. De website werkt als toptakensite en biedt steeds de informatie waar op dat moment de meest vraag naar is. Daarbij werken we nauw samen met Zwolle Marketing om bezoekers waar mogelijk via één kanaal te informeren over wat er in Zwolle te doen is.

Sinds 2015 bieden wij de wekelijkse publieksinformatie digitaal aan via onze website en de digitale Wijzer in de Zwolle kiosk-app.

Alle officiële bekendmakingen en wettelijk verplichte publicaties worden via www.overheid.nl bekend gemaakt. Daarnaast maken we actief gebruik van social media als Facebook en Twitter, niet alleen om te informeren, maar ook voor interactie met inwoners.

Communicatie is maatwerk, dus in vorm en inhoud steeds op de doelgroep en situatie toegespitst. Met een gedifferentieerde aanpak zoeken we maximale aansluiting bij onze doelgroepen: online via website en social media, waar nodig ook via meer traditionele media en persoonlijke communicatie.

We breiden onze webcare verder uit in de organisatie en coachen medewerkers in de organisatie om zelf actief via social media en de website te communiceren over hun projecten.

(14)

13

Beleidsparagraaf 2 Sociaal domein

“Iedereen telt mee” is ons uitgangspunt. Daarom willen we dat iedereen kan meedoen in de Zwolse samenleving. Als gemeente zorgen we voor goede basisvoorzieningen, zodat iedereen kans heeft op goede scholing, werk en mogelijkheden om op andere manieren mee te doen. Mensen die hulp nodig hebben kunnen op ons rekenen. Daarbij gaan we altijd eerst uit van wat mensen (en soms ook familie, vrienden of buren) zelf kunnen. Als (voor korte of langere tijd) meer ondersteuning of gespecialiseerde zorg nodig is, dan zijn wij er ook voor mensen. Zorg en ondersteuningsvragen organiseren we dicht bij de mensen op wijk en/of buurtniveau.

Vanaf 1 januari 2015 zijn we als gemeente Zwolle verantwoordelijk voor een fors aantal taken in het sociale domein. Het gaat om:

Wmo, Participatiewet en Jeugdhulp. In 2015 is onze inzet vooral gericht op het verder vormgeven van de transitie. Zo is er volop inzet nodig om de PGB’s voor onze inwoners goed te regelen, ook het dossier Beschermd Wonen vraagt de nodige inzet. Maar ook de overige nieuwe taken, vragen deze permanente aandacht. Daarnaast wordt hard gewerkt aan het opzetten van een goede interne controle, een betrouwbare financiële sturing, monitoring (beleid/management)

Met de komst van de nieuwe taken hebben we ook een transformatie voor ogen. We moeten stappen zetten die leiden tot een maatschappelijke ondersteuning, die uitgaat van het perspectief van onze inwoners en ruimte geeft aan de professionals.

Transformatie betekent een verandering in houding en gedrag van onze inwoners, onze partners en niet in de laatste plaats van onszelf. Dit vraagt nadrukkelijk om een integrale aansturing, zowel inhoudelijk als financieel. Het gaat bij deze transformatie om:

• Het versterken en ondersteunen van de kracht van de stad vergroten van zelfredzaamheid en samenredzaamheid.

• Het doeltreffend en doelmatig inzetten van middelen sociaal domein (€ 186 mln.).

• Het mogelijk maken van een vernieuwing, zodat de verhouding overheid en samenleving door regelvrije en regelluwe gebieden te laten ontstaan.

Het realiseren van deze transformatie kunnen we alleen vormgeven in samenwerking met de partners in de stad. In 2016 zullen hierin de volgende stappen worden gezet en wordt intensief verder gewerkt aan het perspectief voor de jaren 2017 tot 2020.

Waar we rekening mee moeten houden is dat de teruggang in budget voor de gemeente Zwolle in de komende jaren nog groter zal/kan zijn dan begin 2015 berekend. Op basis van de september-circulaire 2015 verslechtert het financiële perspectief in een aantal gevallen waarbij de teruggang van het budget voor Jeugdzorg aanzienlijk is. In 2016 maar zeker in 2017 vraagt deze ontwikkeling om een versterkte beleidsombuiging. Ook van invloed op het meerjarenperspectief wordt het te ontwikkelen "objectief verdeelmodel beschermd wonen” vanaf 2017. Eerdere concepten lieten een substantiële teruggang voor de centrumgemeente Zwolle zien.

Waar werken we aan in 2016:

Sociale Wijkteams.

In oktober 2014 zijn de eerste sociale wijkteams in Zwolle gestart. Per januari 2015 zijn daar nog drie bij gekomen waarmee het aantal van vijf teams is gecompleteerd. Onze inwoners weten de sociale wijkteams inmiddels goed te vinden, en het lukt steeds beter om gewaardeerde ondersteuning te bieden, zoals die ook beoogd was. Wat daarbij niet helpt zijn de soms nog ontbrekende routines (een compleet nieuwe organisatie heeft tijd nodig om op gang te komen) en de grote hoeveelheid herbeoordelingen. De

"grote berg" aan herbeoordelingen zal naar verwachting in de eerste helft van 2016 afnemen. Dan zal ook de werking van de sociale verzekeringsbank verbeterd zijn, zodat de druk van die kant op de sociale wijkteams afneemt.

Ondanks al deze aanloopperikelen investeren we in de inhoudelijke en methodische ontwikkeling van de medewerkers van de sociale wijkteams. We doen dit in samenwerking met onze hogescholen VIAA en Windesheim en de ROC's Deltion en Landstede.

Om onze inwoners goed te kunnen ondersteunen en het beoogde integrale en innovatieve aanbod te bereiken is samenwerking met veel partijen/partners noodzakelijk. In 2016 zal daarbij bijzondere aandacht worden geschonken aan de onderwijsinstellingen en huisartsen in Zwolle. Deze partijen/partners hebben een belangrijk rol naar kinderen en jongeren die mogelijk extra

ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Doel is deze "toegangen" beter geïntegreerd en/of afgestemd te krijgen.

De sociale wijkteams worden bemenst met medewerkers van Travers, voormalig bureau Jeugdzorg Overijssel, de Kern, Mee en de gemeente Zwolle. Organisatorisch zijn de teams ondergebracht bij de gemeente Zwolle en worden de medewerkers van de vijf andere partners gedetacheerd. Deze constructie is beschouwd als een tijdelijke tot 1 januari 2017. In ieder geval is er de wens om dan te komen tot één werkgever waarbij tegelijkertijd voldoende perspectief en ruimte blijft bestaan voor door-ontwikkeling van de teams. Anders gezegd is het niet wenselijk de organisatorische vorm en inbedding te snel definitief te maken. Belangrijk is vast te stellen dat de sociale wijkteams niet los gezien worden van de inrichting van en bewegingen binnen het sociaal domein als geheel.

Meerjarig incidenteel budget SWT (2016, 2017).

In 2015 heeft binnen het sociaal domein, en in het bijzonder de sociale wijkteams, de continuïteit van zorg voorop gestaan.

Tegelijkertijd is daar waar mogelijk invulling gegeven aan "de beweging naar voren". In 2016 willen we nog meer met de sociale wijkteams via kortdurende ondersteuning, inzet van gespecialiseerde zorg en ondersteuning voorkomen. De sociale wijkteams kennen de bandbreedte en belastbaarheid van het gezin en weten welke interventie als eerste ingezet moet worden. Ook hebben de sociale wijkteams kennis van het sociale (steun) netwerk van een inwoner en van het professionele netwerk. Deze kennis zetten

(15)

14

zij in om met de inwoner tot één plan en één aanpak te komen. We zien op dit moment dat de hoeveelheid meldingen en de hoeveelheid her-indicaties al leiden tot minder verwijzingen naar gecontracteerde aanbieders.

Dit betekent dat we de bekostiging van de sociale wijkteams in 2016 en 2017 op hetzelfde niveau willen houden als in 2015. Deze kan gerealiseerd worden binnen de grenzen van het totaal beschikbare budget sociaal domein. Dit geeft tevens de ruimte om de nodige ervaringen op te doen met de sociale wijkteams qua noodzakelijke omvang, gewenste effectiviteit en doelmatigheid. In 2016 zal met het oog hierop naast monitoring ook met andere gemeenten vergeleken worden.

Verantwoorde en betaalbare ondersteuning en zorg.

Een belangrijk deel van onze inwoners heeft soms tijdelijk, soms permanent extra ondersteuning en/of hulp nodig. Met onze bestaande en nieuwe verantwoordelijkheden in het sociaal domein zijn we als gemeente van grote betekenis voor deze inwoners.

Van grote betekenis omdat mensen letterlijk worden geraakt in het eigen leven, de eigen leefomstandigheden en mogelijkheden.

Dat schept verplichtingen en dat vraagt om zorgvuldigheid, terwijl tegelijkertijd de beschikbare financiële middelen terug gelopen zijn en nog verder terug zullen lopen.

Daarom verantwoorde ondersteuning en zorg, allereerst verantwoord naar de inwoner maar ook verantwoord naar de kosten. Dat zal deels gaan over "lagere prijzen" maar vooral over "minder dure vormen". Overigens met de erkenning dat een deel van onze inwoners simpelweg zware hulp en ondersteuning nodig heeft, omdat zonder deze niet meer fatsoenlijk kan worden meegedaan in onze samenleving.

In het land en ook in onze stad zijn voorbeelden die laten zien dat er heel goede (integrale) alternatieven zijn voor dure vormen van ondersteuning en zorg. Het is in 2016 de opgave om met aanbieders te komen tot een aanzienlijke beweging die het ons mogelijk maakt om de forse teruggang in budget in 2017 mogelijk te maken. Voor ons als gemeente is het daarbij van groot belang dat de wijze(n) waarop wij bekostigen, deze beweging ondersteunt en op koers houdt.

De gewenste beweging houdt ook in dat informele ondersteuning en hulp, maatschappelijke en levensbeschouwelijke organisaties en gesubsidieerde algemene voorzieningen belangrijke aandacht en (her)waardering en betrokkenheid krijgen.

Arbeidsmarkt en inzet werkgelegenheid.

Het hebben van betaald werk is een zeer belangrijke voorwaarde om deel te (kunnen) nemen aan de samenleving. Om

verschillende redenen is dat niet voor iedereen gemakkelijk te bereiken. De instrumenten die er waren om dit alsnog te bereiken, zoals de WSW, houden op te bestaan en passen niet meer bij de huidige maatschappij. Daarom streven wij er naar om mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben zoveel mogelijk bij een reguliere werkgever aan de slag te laten gaan. Het is daarbij goed om te beseffen dat deze groep mensen niet allemaal dezelfde (start)kwalificaties hebben. Binnen gemeente Zwolle zijn wij sinds twee jaar gestart met het screenen van cliënten op hun arbeidspotentieel. Inzet is om de samenwerking met werkgevers nieuw vorm te geven. Daarbij hanteren we de volgende uitgangspunten:

• Het maatschappelijk resultaat staat centraal: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt mee laten doen en dan het liefst via een baan bij een reguliere werkgever.

• Werkgevers zo goed mogelijk in positie brengen en aansluiting te zoeken bij de aanwezige kwaliteit, als gemeente Zwolle ondersteunend en faciliterend zijn.

• We willen continueren en verder uitbouwen wat goed gaat, onder andere op re-integratie en beschut werken hebben we al duurzame vormen en instrumenten.

• We willen werken op basis van een flexibele organisatievorm, modulair opgebouwd, zodat we kunnen mee bewegen met o.a.

de opschaling van lokaal naar (sub)regionaal.

• Er sprake van afnemende financiële middelen. Onze bestedingen zullen in lijn moeten blijven met deze afname, compensatie uit "eigen middelen" is slechts beperkt mogelijk. Financiële ruimte is er (alleen) ten behoeve van knelpunten.

Op partnerschap gerichte gemeentelijke organisatie die innovatief en kostenbewust opereert.

Het overgrote deel van het gemeentelijk budget beschikbaar voor het sociaal domein wordt ingezet via partijen in de stad en in de regio. De verhouding tussen de gemeente Zwolle en die partijen kan gegeven het feit dat het gaat om zorg en/of ondersteuning aan inwoners die vaak (diep) ingrijpt in de persoonlijke omgeving, alleen goed functioneren wanneer er sprake is van

"partnerschap". Van de gemeente Zwolle als organisatie en de mensen die daar werken vraagt dit vorm te geven aan duurzaam partnerschap. Partnerschap tegen de achtergrond van afnemende financiële middelen legt extra druk, intern maar ook zeker extern. Van betekenis daarbij is ook het aantal partners, van groot tot klein waren dat er in 2015 meer dan 300. In 2016 zal dit onderwerp/vraagstuk daarom intensief aan de orde zijn.

Effectief maken van regionale samenwerkingsverbanden.

Onze gemeente participeert in meerdere regionale samenwerkingsverbanden, soms wettelijk voorgeschreven in andere gevallen een eigen initiatief. Op het terrein van economische samenwerking en de samenwerking op het terrein van arbeidsmarkt en werkgelegenheid is sprake van veel dynamiek en betrokkenheid. Deze samenwerking(en) omvat vergeleken met andere

samenwerkingsverbanden een groot aantal gemeenten. Er ligt een goede basis om de effectiviteit van deze samenwerking verder te vergroten.

De samenwerking op het terrein van de jeugdzorg IJselland is nog jong en (mee) ontstaan op basis van voorschrift van de rijksoverheid. Ten behoeve van de (administratieve) ondersteuning is er een bedrijfsvoeringsorganisatie opgericht, een nieuwe samenwerkingsvorm in de wet gemeenschappelijke regelingen. Ten behoeve van de (beleids)inhoud is er een niet geformaliseerde samenwerking die zowel ambtelijk als bestuurlijk vorm is gegeven. Met de ambtelijke regiocoördinatie wordt deze samenwerking ondersteund. Belangrijk gegeven is dat deze samenwerking, zowel de bedrijfsvoeringsorganisatie als de samenwerking op beleidsinhoud (verplicht) is aangegaan voor twee jaren. In 2016 zal moeten worden bepaald of en zo ja met welke inhoud en omvang, deze samenwerking wordt voortgezet. Kenmerkend van de samenwerking op dit moment is dat deze zich richt op alle

(16)

15

vormen van gecontracteerde jeugdzorg, zijnde 85% van de beschikbare budgetten. Het tekent zich af dat de

transformatiebeweging deze verhouding in ieder geval zal wijzigen richting lichte lokale vormen van ondersteuning en zorg.

Binnen de Wmo valt onderscheid te maken tussen "beschermd wonen" en de overige taken zoals "huishoudelijk hulp, hulpmiddelen, vervoer, dagbesteding en individuele begeleiding".

In geval van beschermd wonen is Zwolle centrumgemeente van een regio die loopt van Hardenberg tot Putten (IJssel-Vecht en Noord Veluwe). Waar eerder is gedacht dat dit dossier in de eerste decentralisatie-jaren "business as usual" zou zijn, is in 2015 het tegendeel gebleken. De effecten van de verdeling tussen regio's zijn nergens zo ingrijpen en wisselend geweest als bij beschermd wonen. Na ook voor Zwolle letterlijk schokkende bewegingen, tekent zich een structureel tekort af. Daar komt nog bij dat er alsnog een uitgesteld definitief verdeelmodel ontwikkeld wordt waarvan de uitkomsten onzeker zijn. Dit alles vraag om zorgvuldig

betrekken van alle regiogemeenten met als doel zoveel mogelijk gezamenlijke verantwoordelijkheid te nemen, ook financieel.

Er zijn stappen gezet om ook rond de lokale taken van de Wmo tot regionale samenwerking te komen, Zwolle heeft hierin geïnvesteerd en gecoördineerd. De belangrijkste thema's waren:

• Afstemmen verhouding met het zorgkantoor verantwoordelijk voor de Wlz.

• Gezamenlijk inkopen c.q. gezamenlijk ontwikkelen van een inkoopstrategie.

• Delen van kennis en inzichten t.b.v. de lokale beleidskeuzes.

• Inventariseren en afstemmen aanvullend vervoer.

Rond de afstemming met het Zorgkantoor ontstaat steeds meer samenwerking. Deze vindt vooralsnog plaats op ad-hoc basis.

Er zijn enkele sub-regionale samenwerkingsverbanden ontstaan rond gezamenlijke inkoop, vooralsnog maakt Zwolle hiervan geen deel uit. Wel zijn er ook hier waar nodig contacten.

Het delen van kennis en inzichten is op ambtelijk niveau in gang gekomen, in 2016 wordt gewerkt om deze te laten aansluiten bij de meer verankerde samenwerking op het terrein van de jeugdzorg.

Een inventarisatie t.a.v. aanvullend vervoer, gedaan in 2015 in samenwerking met de provincie Overijssel, zal bepalen of en zo ja hoe er in 2016 op dit onderwerp verder zal worden samengewerkt.

Sturings- en verantwoordingsinformatie sociaal domein, wettelijk verplicht en zelf gewenst.

Een goede werking van het sociaal domein in al zijn verantwoordelijkheidslagen, staat of valt met adequate (horizontale en verticale) sturings- en verantwoordingsinformatie. Deels ligt hier een wettelijke verplichting aan ten grondslag deels wordt de noodzaak en behoefte bepaald door de verschillende verantwoordelijkheidslagen in onze gemeente en in onze regionale samenwerkingsverbanden.

In 2015 is een begin gemaakt met een "monitor sociaal domein". In deze monitor zijn drie "schillen" te onderscheiden. De eerste schil betreft financiële informatie, de tweede schil betreft kwantitatieve informatie en de derde schil betreft kwalitatieve informatie gericht op beleidsindicatoren- outcome. Naast deze monitor is er binnen het sociaal domein nog sprake van "losse" monitors. In 2016 wordt enerzijds gewerkt aan integratie van de monitor(s) in de reguliere begrotings- en beleidscyclus en anderzijds tot een op doelgroep gelaagde uitwerking van de monitor(s).

Naast bovengenoemde monitor(s) wordt er in 2016 gewerkt aan de doorontwikkeling "inzicht in de kwaliteit van de stad". Daarbij moet gedacht worden aan het verder aanvullen van het "buurt voor buurt onderzoek" en het combineren van deze gegevensmet informatie van bijvoorbeeld de GGD. Een dergelijk inzicht in onze stad draagt bij aan gefundeerde politieke keuzes, een effectieve inzet van de beschikbare budgetten en uiteindelijk in een doeltreffende(r) ondersteuning en zorg voor onze inwoners die deze (tijdelijk) nodig hebben.

In 2015 heeft de rechtmatigheid van de bestedingen in het sociaal domein onder druk gestaan, overigens bij alle gemeenten in Nederland. Het is onze ambitie om deze rechtmatigheid in 2016 wel (weer) te realiseren.

(17)

16

Beleidsparagraaf 3 Bezuinigingen

Bij de PPN heeft de raad inhoudelijke en financieel ingestemd met een bezuinigingspakket voor de jaren 2016-2019. In onderstaand overzicht is dit financieel weergegeven.

Bezuinigingsvoorstellen

(bedragen x € 1.000) 2016 2017 2018 2019 S/I

Bezuinigingen

Toekomstbestendig

Beheer openbare ruimte 300 600 1.000 1.000 S

Sociaal

Sociaal domein inkoop collectief vervoer 500 500 500 500 S

Sociaal domein breed 5.500 6.500 6.500 S

Versnelling sociaal domein jeugd 600 I

Inzet via buffer sociaal domein (eenmalig) 1.300 I

Totaal sociaal domein breed 2.400 6.000 7.000 7.000

Sport 300 500 800 800 S

Inkoop Leerlingenvervoer 50 50 50 50 S

Ondernemend

Parkeren 640 640 640 640 S

Dienstverlening & communicatie 50 50 50 50 S

Levendig

Cultuur: anders & slimmer organiseren 90 180 570 570 S

Cultuur: zichtbaarheid kunst & cultuur 60 60 250 250 S

Totaal Bezuinigingen 3.890 8.080 10.360 10.360

Opgave 2400 7500 11000 11000

Verschil 1490 580 -640 -640

De besluiten die betrekking hebben op 2016 zijn verwerkt in de begroting.

Alleen de beoogde besparing ad €300.000 bij het programma sport had nog een nadere detaillering nodig. Deze wordt als volgt ingevuld:

• Aan Sportservice is kenbaar gemaakt dat er voor 2016 een taakstellende bezuiniging op de budgetten voor Sportservice Zwolle wordt doorgevoerd ad € 25.000.

• Optisport wordt flexibiliteit in de exploitatie en financiële speelruimte geboden om creatief met mensen en middelen om te gaan of om stimulerende maatregelen te nemen. Dit is vanaf 2016 is in te boeken tot een structureel bedrag van € 50.000.

• De buitensportverenigingen ontvangen een bijdrage voor klein dagelijks onderhoud voor de kleedkamers, hiervoor staat een bedrag van ongeveer € 75.252 op de begroting sport (2015). Door het uiteindelijk afschaffen van deze bijdrage komt genoemd bedrag beschikbaar om in te boeken. Dit doen we in twee termijnen. In 2016 wordt de bijdrage verlaagd naar de

daadwerkelijke materiaalkosten (€ 19.000). In 2017 wordt deze bijdrage volledig afgeschaft. De verenigingen zijn in de toekenningsbrief over 2015 al geïnformeerd over mogelijke maatregelen. Voor 2016 is derhalve een bezuiniging van € 56.025 in te boeken oplopend naar € 75.000 vanaf 2017.

• Swol 1894 ontvangt een subsidie voor de huur van het zwembad. Besloten is om deze subsidie in 3 termijnen af te bouwen.

Voor 2016 kan derhalve € 8.666 als bezuiniging worden ingeboekt.

• De Wandelsportvereniging ontvangt een subsidie voor de huur van de clubaccommodatie. Besloten is om deze subsidie in twee termijnen af te bouwen waardoor er voor 2016 € 2.500 als bezuiniging ingeboekt kan worden.

• Tot slot wordt voorgesteld de verhuurtarieven voor de sportaccommodaties met 20% te verhogen in 2016 in de wetenschap dat:

ο De huidige tarieven verre van kostendekkend zijn (5 – 25%)

ο De huurinkomsten t.g.v. de gemeente Zwolle op ongeveer € 600.000 liggen

ο De invulling van de totale opgave van € 800.000 overeen komt met meer dan een verdubbeling van de tarieven Met een verhoging van 20% voor 2016 (inclusief de jaarlijkse index en de al opgelegde verhoging van 2%) levert dit een bezuiniging op van ongeveer € 150.000.

(18)

17

De mogelijkheden die we voor 2017 en 2018 verder willen verkennen betreffen ouderensport, budget Sportservice Zwolle en onderhoud sportaccommodaties

Verwacht wordt dat vanaf 2017 de uitgaven van het sociaal domein in balans komen met rijksmiddelen. De transformatie zoals verwoord in de beleidsparagraaf sociaal domein en begin 2016 met de raad verkend wordt zal dan ook financieel resulaat laten zien. De besluitvorming hierover zal bij de PPN 2017-2020 plaatsvinden.

Voor 2018 staat nog een bedrag open van € 640.000. De raad heeft middels de PPN de zoekrichtingen bepaald. In het komende voorjaar komen wij met een concrete invulling van deze zoekrichtingen

De eerder afgesproken bezuinigingen op de bedrijfsvoering vormen vanaf 2016 een onderdeel van het programma 18 en zijn daarin verwerkt.

(19)

18

Beleidsparagraaf 4 Investeringen

Inleiding

In deze beleidsparagraaf wordt inzicht gegeven in het verloop van de investeringen in 2015 en 2016 en de gevolgen voor 2017- 2019. Deze paragraaf wordt steeds bij de begroting cq. jaarrekening geactualiseerd en geeft daarmee een voortschrijdend inzicht in het verloop van de investeringen.

Het gaat om de investeringen exclusief de investering in de grondexploitaties.

De investeringen worden in deze paragraaf integraal in beeld gebracht waarbij de toe- en afname van de investeringsomvang, het verloop in jaarschijven, de verhouding eigen middelen/derden etc. inzichtelijk wordt gemaakt .

Tevens gaan we in deze paragraaf in op het Stadsontwikkelfonds en besteden wij aandacht aan het EMUsaldo en de wet HOF.

De investeringen zijn onderverdeeld in:

A. Voorgenomen projecten waarvoor middelen zijn gereserveerd, maar waarover nog besluitvorming moet plaats vinden in de loop van 2015 of later (inclusief nog vrije middelen t.b.v bestedingsvoornemens in reserves)

B. Lopende projecten waarover t/m juli 2015 besluitvorming heeft plaats gevonden C. Vervangingsinvesteringen.

A Voorgenomen projecten PPN waarvoor nog besluitvorming plaats moet vinden

Toelichting op de voorgenomen investeringen 1. Binnenstad:

Dit uitvoeringsbudget is nodig om snel te kunnen inspelen op kansen en dient als hefboom voor ontwikkelingen van derden in de binnenstad. Van het budget binnenstad 2012-2015 . resteert nog €1.010.000. Dit bedrag is gereserveerd voor het Gasthuisplein. Besluitvorming hierover wordt verwacht in januari 2016.

De opgaven voor de binnenstad worden steeds meer bekeken vanuit een nieuwe ambitie en focus waarbij vooral wordt ingezet op kort cyclische processen en hot spots. In 2015 wordt deze nieuwe ambitie onderzocht en uitgewerkt in een visie. Dit betekent dat het programma voor 2015 en 2016 is aangepast. Het aangepaste programma kan in 2015 worden opgepakt vanuit de resterende beschikbare middelen. Voor 2016 is bij de PPN in 2015 €700.000 aan extra incidentele middelen beschikbaar gesteld voor o.a. de routering, Voorstraat, Grote Kerk en Broerenkwartier. Op basis van de visie zal in april 2016 bij de PPN een verdere invulling van het binnenstadprogramma voor 2017 en verder worden voorgelegd.

Voor de coördinatie, communicatie, projectleiding en begeleiding van nieuwe initiatieven was voor 2015 nog een planbegeleidingsbudget beschikbaar . Vanuit het coalitieakkoord is een onderzoek gestart naar de structurele lasten

waaronder de personele inzet, die met het programmamanagement binnenstad gemoeid zijn. Voor 2016 is de planbegeleiding binnen de bestaande middelen opgelost. In de PPN 2017-2020 zullen wij nader ingaan op het vervolg.

2. Spoorzone 1e tranche:

De raad heeft op 21 januari 2013 een krediet van € 4.2 mln. beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van zogenaamde no regret maatregelen in de reizigerstunnel zuidzijde (1e scope-interventie). Deze investering wordt gedekt uit de provinciale

ontwikkelingsbijdrage Spoorzone (1e en 2e tranche).

Vanuit de 1e tranche is nog een bijdrage van € 950.000 gereserveerd voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit voor gebied Noordzijde in aansluiting op reizigerstunnel. Met de provincie wordt nu overlegd over de inzet van deze middelen en de termijn waarop de uitvoering kan worden gestart.

Voorgenomen investeringen PPN (investeringsbedrag)

Gemeentelijke investering 2015/2016

Resterend 2017 – 2019

Externe middelen

Totaal Go / no go moment

Binnenstad uitvoeringsmaatregelen(1) 1.710.000 pm 1.710.000 2016

1e tranche Spoorzone (2) 950.000 950.000 2016

Campus windesheim looproute (3) 25.000 1.660.000 1.685.000 2015

N35 (4) 250.000 250.000 Afh. van prov.

Doorstroomassen(5) 343.000 235.000 578.000 Per deelproject

Onderwijshuisvestingsplan (6) 1.951.000 2.551.000 Begroting 2016 ev

Structurele gemeentelijke lasten van bovenstaande voorgenomen

investeringen (cumulatief) 2016 2017 2018 2019 2020

Onderwijshuisvestingsplan 45.000 175.000 286.000 320.000 336.000

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Los van deze PM-posten betekent dit dat de voorlopige inschatting inhoudt dat er voor € 25,8 miljoen aan investeringen benodigd zijn met daarnaast nog structurele middelen binnen

Aalst-Waalre Philipsvereniging van Gepensioneerden

€ 50.000,- is voor het krediet BaZ - wegenconstructieprogramma bestemd. Een deel van dit krediet wordt ingezet voor het project Emmastraat. Ter hoogte van de Schoorlsezeeweg

De regio heeft aan alle gemeenschappelijke regelingen in de regio Noord-Holland Noord een taakstelling opgelegd middels het doorvoeren van een nullijn voor 2016.. Dit houdt in dat

De doorbelaste lasten voor bedrijfsvoering bestaan uit de personeelslasten van de gemeenschappelijke diensten en overige gemeenschappelijke lasten die niet direct aan

Conform afspraak ontvangt Cocensus een bijdrage uit de opbrengsten dwanginvordering voor zover het aanmaningskosten en dwangbevelkosten betreft, van de opdrachtgevende

Voor de GHOR worden geen inhoudelijke beleidswijzigingen verwacht die relevant zijn om in de Begroting 2016 te worden opgenomen.. Voor algemene beleidsontwikkelingen wordt

Aan de gemeente Asten, Deurne, Helmond en Someren wordt dringend verzocht voor het jaar 2016 de prijsindex van het CBS te hanteren om de bibliotheek in staat te stellen het werk naar