• No results found

Inhoudsopgave. De operationele werking in 2012: drie pijlers. Deel I: Overzicht acties Deel II: Financieel overzicht 2012

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inhoudsopgave. De operationele werking in 2012: drie pijlers. Deel I: Overzicht acties Deel II: Financieel overzicht 2012"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaarverslag 2012

(2)

Expertisenetwerk School of Education Associatie KU Leuven

Dekenstraat 6, bus 4067 B-3000 Leuven

Inhoudsopgave

Inleiding De operationele werking in 2012: drie pijlers

Deel I: Overzicht acties 2012 Deel II: Financieel overzicht 2012

Epiloog: een visie op professionalisering van lerarenopleiders: work-in-progress

(3)

Inleiding: de operationele werking in 2012: drie pijlers

In overeenstemming met de bepalingen van het decreet op de lerarenopleiding, goedgekeurd door het Vlaamse Parlement in december 2006, werd in 2007 het expertisenetwerk ‘School of Education Associatie KU Leuven’ (hierna ENW SoE) opgericht.

De eerste beheersovereenkomst tussen de expertisenetwerken en de overheid werd afgerond eind augustus 2011. Na een overbruggingsperiode van september tot december 2011 sloten de expertisenetwerken/regionaal platform met de overheid een tweede beheersovereenkomst af. Deze nieuwe beheersovereenkomst startte op 1 januari 2012 en loopt nog tot eind december 2015. Met dit verslag wensen we te rapporteren over het eerste jaar onder deze nieuwe beheersovereenkomst.

Ondertussen bestaat het ENW SoE vijf jaar. We kunnen met trots stellen dat in de afgelopen jaren de werkzaamheden ten volle werden uitgebouwd en verfijnd. De activiteiten van het ENW SoE steunen op drie pijlers: (1) de projectwerking via competitieve en kernprojecten, (2) het initiëren en stimuleren van overleg via werkgroepen en (3) disseminatie- en vormingsinitiatieven.

De projecten zijn het kloppend hart van onze organisatie. Het is in projecten dat samenwerking tussen de partnerinstellingen concreet vorm krijgt, ervaringen worden uitgewisseld en nieuwe ideeën rijpen.

Belangrijk is het uitgangspunt dat deze projecten geen vrijblijvende oefeningen zijn, maar in operationele eindresultaten uitmonden. Het ondersteunen van de projectgroepen in het realiseren van deze doelstellingen is een belangrijke taak van de stafmedewerkers. Om te garanderen dat met de middelen die ons ter beschikking worden gesteld de ‘beste’ projecten van start gaan is een objectieve en kwaliteitsvolle selectieprocedure van groot belang. In de loop van de jaren werd de selectieprocedure voor deze projecten grondig bijgestuurd. Ondertussen is deze procedure bij onze partners reeds ruim verspreid en gekend.

In dit verslag zullen we stilstaan bij de projecten die afgerond werden in 2012, alsook de projecten die werden opgestart in dat jaar.

De eindresultaten van deze afgeronde projecten en de doelstellingen van de nog lopende projecten kan u terugvinden onder luik A in deel I.

Een tweede pijler is het initiëren en stimuleren van overleg. Binnen dit kader werden de afgelopen jaren een aantal werkgroepen opgericht. Vaak spelen deze werkgroepen in op een actueel thema waarrond de verschillende partners wensen samen te werken, zoals bijvoorbeeld de werkgroep ‘toekomst lerarenopleiding’. Werkgroepen kunnen ontstaan op initiatief van één of meerdere partners in het expertisenetwerk of op initiatief van de Overkoepelende Vergadering van ons expertisenetwerk. Bij de oprichting van een werkgroep wordt een specifieke taakstelling geformuleerd en worden ook concrete afspraken gemaakt. Elke werkgroep krijgt -waar mogelijk en nodig- inhoudelijke opvolging en

(4)

ondersteuning van een stafmedewerker. Sommige van deze werkgroepen zijn verbonden met of gegroeid uit een project en verzorgen ook navormingsmomenten.

Naast de eigen SoE-werkgroepen werden er ook over de expertisenetwerken heen een aantal werkgroepen opgestart. Binnen deze zgn. interENW werkgroepen (stage, vakdidactiek) wordt er gewerkt rond topics die relevant zijn voor alle lerarenopleidingen in Vlaanderen. Meer informatie hieromtrent kan u terugvinden in luik B onder deel I.

Hoe meer eindresultaten er kwamen, des te belangrijker het voor ons expertisenetwerk was om in te zetten op de disseminatie ervan, de derde pijler van onze werking. Professionalisering van lerarenopleiders beperkt zich immers niet tot het louter uitvoeren van projecten, maar ook tot het mee vormgeven en volgen van vormings- en disseminatie-initiatieven. Dit aanbod is de laatste jaren enorm gegroeid en gedifferentieerd. Omdat het een essentieel onderdeel vormt van onze werking verdient het ook een apart luik in dit verslag (zie C onder deel I).

Kortom, dit eindverslag van werkingsjaar 2012 bevat twee delen. Een eerste deel biedt een overzicht van de belangrijkste acties in 2012. Deel twee bevat een overzicht van de financiële inkomsten en uitgaven voor onze werking.

Het team van stafmedewerkers en de 21 partnerinstellingen wensen u alvast veel leesplezier!

(5)

Thomas More Antwerpen, Kempen en Mechelen

LUCA School of Arts

Hogeschool-Universiteit Brussel

Katholieke Hogeschool Limburg

Katholieke Hogeschool Leuven

Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen

GROEP T - Internationale Hogeschool Leuven

Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

Katholieke Hogeschool

Sint-Lieven KU Leuven

CVO LimLo Diepenbeek

CVO Technicum Noord Antwerpen

CVO VIVO Kortrijk

CVO VTI Leuven CVO VTI Brugge

CVO VTI Aalst CVO Lethas

Brussel

CVO Hoger Insituut

der Kempen Geel CVO Technische

Scholen Mechelen

(6)

DEEL I

Overzicht acties 2012

A. Projecten

Dat de projecten het kloppend hart vormen van onze organisatie blijkt ook uit het substantieel deel van de subsidie dat we hiervoor vrijmaken (70% van totaal budget). ENW SoE maakte de afgelopen jaren naast de middelen voor kernprojecten (30% van de subsidie) een groot deel van de projectgelden vrij voor competitieve projecten (40%).

Voor de competitieve projecten wordt een selectie- en opvolgingsprocedure gevolgd die nauw overeenkomt met de OOF (OnderwijsOntwikkelingsFonds)-projecten binnen de Associatie KU Leuven.

Ter optimalisering van deze procedure werd in 2009 een bevragingsronde georganiseerd bij lerarenopleiders en departementshoofden. Dit leverde heel wat bruikbare suggesties op die resulteerden in een aangepaste procedure.

Voor de selectie van de competitieve projecten mocht het ENW SoE voor 2012 voor de vijfde maal op rij rekenen op de zeer substantiële en erg gewaardeerde rol van het SoE-Comité. Het Comité bestaat uit volgende leden: Joost Lowyck (voorzitter Comité en Emeritus KU Leuven), Boudewijn Vercauteren (Emeritus directeur Diocesane Begeleiding Brugge), Dirk Smits (Onderzoekscoördinator HUB), Marc Ruysen (Emeritus directeur basisonderwijs Heilig Hartinstituut Heverlee), Lut Creemers (pedagogisch begeleider VSKO) en Geert Reynders (Emeritus afdelingshoofd lerarenopleiding KHLim), Bruno Sagaert (pedagogisch begeleider OVSG) en Katrijn Ballet (wetenschappelijk medewerker departement onderwijs).

De procedure start met een jaarlijkse oproep in september. Lerarenopleiders krijgen hierbij de kans om een intentieverklaring in te dienen en bij goedkeuring hiervan (na o.a. een visitatiegesprek) door het Comité SoE door te stromen naar de fase van het uitschrijven van een projectaanvraag. Een gedetailleerde beschrijving van deze selectieprocedure kan u in de basisdocumentatie van de afgelopen projectenrondes op de SoE-website terugvinden (www.schoolofeducation.eu).

De keuze voor een competitieve procedure voor onze projecten is tweeledig. Enerzijds beogen we op een objectieve en kwaliteitsvolle manier de ‘beste’ projecten te selecteren. Anderzijds merken we ook dat de procedure op zich eveneens een middel is tot professionalisering van lerarenopleiders. Men leert, weliswaar soms met vallen en opstaan, goede projectaanvragen schrijven en zo de grondslag te leggen voor stevig onderbouwde projecten. Door de samenwerking met andere partnerinstellingen wordt men daarenboven gedwongen om over het muurtje te kijken. Leren van elkaar en elkaars expertise bewust weten in te zetten, zijn hierbij essentieel. Dit was uiteraard initieel niet de hoofdreden voor de bovenstaande werkwijze, maar eerder een positief neveneffect ervan.

(7)

Naast competitieve projecten, faciliteren wij ook kernprojecten. Deze kernprojecten zijn ofwel in de beheersovereenkomst met de Vlaamse Overheid beschreven of zijn projecten waarvan het centrale belang voor de (strategische toekomst van de) lerarenopleidingen door de Overkoepelende Vergadering van het ENW SoE wordt erkend. Voor deze projecten werd een eigen selectieprocedure uitgewerkt.

Hiervoor worden naast het Comité SoE ook externe beoordelaars ingeschakeld. Aan de hand van de bundeling van alle commentaren wordt de indieners gevraagd hun voorstellen bij te schaven. Op die manier trachten we van bij de selectie een maximaal draagvlak te creëren om uiteindelijk te komen tot de goedkeuring van kwalitatief hoogstaande projecten.

De procedure van de competitieve projecten focust uitsluitend op thema’s die bottom-up groeien. Zo houden we de vinger aan de pols met wat leeft binnen de lerarenopleidingen.

Dit leverde projecten op met zeer actuele thematieken. Deze kunnen we op volgende wijze clusteren:

 Praktijkcomponent

 (Vak)didactiek

 Curriculumvernieuwing

 Kwaliteitszorg

 Professionalisering lerarenopleiders

 Assessment

 ICT/Multimedia

Hieronder wensen we de projecten (zowel kern als competitieve) die hetzij afgerond, hetzij opgestart werden in 2012 op basis van bovenstaande clustering even kort toe te lichten. In het geval van de afgeronde projecten brengen we daarbij telkens een aantal belangrijke realisaties naar voren.

Wanneer het relevant en mogelijk is, staan we ook stil bij een aantal beleidsaanbevelingen (kanttekeningen) die vanuit sommige projecten geformuleerd werden. Deze beleidsaanbevelingen zijn voornamelijk gericht op de optimalisering van het beleid binnen onze instellingen en de werking van ons expertisenetwerk, maar houden vaak ook suggesties in naar de overheid toe. Voor de opgestarte en nog lopende projecten staan we stil bij de doelstellingen en de reeds behaalde tussentijdse resultaten.

Een volledig overzicht van alle afgeronde en lopende projecten is eveneens te raadplegen op onze SoE- website http://www.schoolofeducation.eu/.

Praktijkcomponent

Kwaliteit in praktijk. Systematisering en optimalisering van kwaliteitszorg voor de praktijkcomponent in de lerarenopleiding.

Lerarenopleidingen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun onderwijs. Onder deze

kwaliteitszorg valt alleswat met het beleid en de beheersing van de kwaliteit van de opleiding te maken heeft, zoals het bepalen van kwaliteitsindicatoren, het vastleggen van succesfactoren en valkuilen, een zelfevaluatie, de contacten met het werkveld, studiegidsen en selectiecriteria. De praktijkcomponent van een lerarenopleiding is een belangrijk maar complex aspect van het opleiden van leraren. Hieronder

(8)

vallen alle activiteiten van de opleiding die gericht zijn op de onderwijspraktijk, van oefenmomenten binnen de opleidingsmuren, demonstratielessen met observatieopdrachten, tot de pre-service training (bv. stages) en zelfs in-service training (bv. LIO). Door de samenwerking met, en soms gedeeltelijke uitbesteding aan stage-instellingen is het moeilijk om de (complexiteit van de) praktijkcomponent in kaart te brengen. Dit weerhoudt vele lerarenopleidingen niet om de kwaliteit van de praktijkcomponent te evalueren, te bestendigen en te verbeteren. Toch gebeurt dit vaak op een niet systematische manier.

Dit project ging na wat de betrokken lerarenopleidingen doen qua kwaliteitszorg van de

praktijkcomponent, maar ook wat meer en beter kan om zo tot een gesystematiseerd beeld te komen van de huidige situatie in de partnerinstellingen. Na deze inventarisatie werd materiaal, vorming en advies ontwikkeld om de kwaliteitszorg van de praktijkcomponent te optimaliseren, binnen het

opgestelde referentiekader (zelf ontwikkeld screeningsinstrument “Qualishakers”). De diversiteit van de deelnemende lerarenopleidingen en het referentiekader garanderen dat materiaal, vorming en advies bruikbaar zijn voor de verschillende typen lerarenopleidingen. Dit project levert interessante resultaten (referentiekader, praktijkvoorbeelden…) op voor iedereen die betrokken is bij de praktijkcomponent binnen de verschillende lerarenopleidingen. De resultaten zijn onmisbaar voor iedereen die (al dan niet beleidsmatig) de kwaliteit van de praktijkcomponent wil borgen en verbeteren.

Eindresultaten:

Qualishakers: dit is een, op de PDCA cyclus gebaseerd, screeningsinstrument om de kwaliteitszorg van de praktijkcomponent in kaart te brengen en te optimaliseren. Qualishakers gaat uit van een vijfvoudige visie (zelfontwikkelingsperspectief, teamgericht, focusgericht, inspirerend en dynamisch). Deze

vijfvoudige visie wordt geëxpliciteerd in de Qualishakers-handleiding. Er werd een Qualishakers-USB stick ontwikkeld die zowel het screeningsinstrument, steekkaarten en handleiding met instructiefilmpjes bevat.

 Meer informatie: https://schoolofeducation.eu/projecten/kwaliteit-in-de-praktijk

 Partners: KAHO Sint-Lieven, KU Leuven, HUB, KHLim, CVO LimLo, CVO VIVO Kortrijk, CVO Lethas, CVO VTI Aalst

 Contactpersoon: daisy.michiels@kahosl.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Maximaliseren van stagebegeleiding door minimaliseren van fysieke aanwezigheid op de stagescholen

Doelstellingen:

- Het inventariseren van stagepraktijken op basis van een literatuurstudie, opgebouwde expertise uit diverse projecten, gesprekken met experten en een bevraging van

praktijkvoorbeelden bij opleidingen die al enige weg hebben afgelegd in het gericht afwegen van fysieke aanwezigheid op de werkvloer.

(9)

- Het ontwikkelen van een analysekader gekristalliseerd uit de inventarisatie en de literatuurstudie van waaruit bestaande praktijken kunnen worden geanalyseerd.

- Het ontwikkelen van drie transferabele scenario’s (stageopbouw, vormgeving en begeleiding) vanuit het analysekader en -instrument.

- Het formuleren van beleidsadviezen voor lerarenopleidingen.

Tussentijdse resultaten:

- Het ontwerpen van een analyse-instrument (wegwijzer) voor het analyseren van de huidige situatie, waarbij aan de hand van informatiefiches gerichte keuzes gemaakt kunnen worden voor de eigen stagepraktijk.

- Het uitwerken en valideren van drie transferabele scenario’s met een beperkte fysieke aanwezigheid op de stagescholen.

 Partners: KHLeuven, GROEP T, KU Leuven en CVO HIK

 Contactpersoon: marierose.polling@khleuven.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs (

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot halverwege 2013.

(Vak)didactiek/Curriculumvernieuwing

Een brug naar cultuur: onderzoek naar een vakoverschrijdende en geïntegreerde verankering van cultuur- en kunsteducatie in de lerarenopleiding BASO

Cultuur is een sociaal gedeeld betekenisfonds waaruit mensen putten wanneer ze denken, handelen of communiceren. Cultuur maakt de interactie tussen mensen onderling en tussen mensen en dingen mogelijk. Vanuit deze interactieve betekenis kan het begrip cultuur ook in een onderwijskundige context worden geplaatst. Het resulteert in de koppeling van het begrip cultuur aan het pedagogische denken en handelen van de leerkracht. Dit gebeurt door het begrip cultuur te verbinden aan de grondhouding en de basiscompetenties van elke leraar. Ondanks diverse inspanningen en initiatieven van verschillende partners in het onderwijsveld is een kwaliteitsvolle en breed gedragen inbedding van cultuur en kunst in het Vlaamse onderwijs tot nog toe niet gerealiseerd. Cultuur- en kunsteducatie in het secundair

onderwijs en in de lerarenopleiding BaSO blijft te vaak beperkt tot specifieke (soms geïsoleerde) vakken of initiatieven. Het is met andere woorden problematisch om op een vakoverschrijdende en

geïntegreerde wijze aan cultuur- en kunsteducatie te werken.

De onderzoeksgroep Brug naar Cultuur heeft een werkmodel voor de lerarenopleiding secundair onderwijs opgesteld, dat enerzijds voldoende theoretisch onderbouwd is, en anderzijds tegemoet wil komen aan de behoeften die in lerarenopleidingen en secundaire scholen leven met betrekking tot het brede begrip cultuureducatie. De resultaten van hun onderzoek kan je terugvinden in het inspirerend boek ‘Cultuur3’. In een eerste deel gaat men kort in op de resultaten van een behoefteanalyse die men

(10)

in het werkveld heeft uitgevoerd, en de inspiratiebronnen die geleid hebben tot de visie die men verdedigt. Vervolgens stelt men het werkmodel voor, dat bestaat uit een leerlijn cultuureducatie en een kwaliteitsinstrument om de plaats van cultuureducatie in de opleiding in kaart te brengen. Men doet dit aan de hand van concrete voorbeelden uit het werkveld. Bij dit boek hoort ook een e-tool waarin op een speelse wijze de resultaten van het onderzoek worden toegelicht. De e-tool bestaat uit een iSpring- presentatie en een video-streaming.

Eindresultaten:

Inspirerend boek ‘Cultuur3’, de e-tool ‘Brug naar Cultuur’

 Meer informatie: https://schoolofeducation.eu/kunst-en-cultuureducatie

 Partners: LUCA, CVO LimLo, KHLeuven en KHLim

 Contactpersoon: koenraad.hinnekint@luca-arts.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Wiskundige denkmethodes in het beroepsonderwijs

Een kerntaak van wiskundeonderwijs is het bijbrengen van wiskundige geletterdheid om in de

maatschappij naar behoren te kunnen functioneren. Voor het beroepsonderwijs ligt hierbij het accent op functionele rekenvaardigheid en wiskundige denkstrategieën ter ondersteuning van

probleemoplossend denken in concrete beroeps- en maatschappelijke contexten. Er werd echter vastgesteld dat hierover weinig didactisch materiaal voor handen is. Bovendien wordt in het meeste leermateriaal voor beroepsleerlingen nauwelijks aandacht besteed aan het ontwikkelen van inzicht en denkactiviteiten m.b.t. wiskundige doelen. Dit project wil deze lacune aanpakken door een aantal referentiekaders en inzichten rond enerzijds wiskundedidactiek en anderzijds het adequaat opleiden voor het beroepsonderwijs samen te brengen. Daarnaast heeft het project ook enkele concrete leermaterialen ontwikkeld.

Eindresultaten:

 Een visietekst op basis van het uitgewerkte referentiekader en de bijhorende analyse van onderwijspraktijken.

 Twee uitgewerkte inhoudelijk-didactische modules in het beroepsonderwijs inclusief cursus- en leermateriaal met observatie- en evaluatie-instrumenten:

o wiskundedoelen in PAV (ook voor ‘niet-wiskundige’ bachelors)

o verdiepende module wiskunde in de B-stroom (voor bachelors wiskunde)

 Nascholingsprogramma dat via PDCL, Posthogeschoolvorming Thomas More-Mechelen en KHLim-QUADRI wordt aangeboden.

 Een website waarop alle ontwikkelde materialen en secundaire literatuur wordt opgenomen.

 Meer informatie: www.onderwijswijsinberoeps.tk

 Partners: KHLeuven, CVO LimLo, Thomas More Mechelen en KHLim

 Contactpersonen: machteld.pensaert@khleuven.be en ruth.wouters@khleuven.be

(11)

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Competentiegerichte stembegeleiding bij studenten lerarenopleiding

Hoe kan je als lerarenopleiding het stemgebruik bij studenten vanuit een competentiegerichte invalshoek begeleiden en vormen?

De lerarenopleider staat garant voor een degelijke voorbereiding van studenten op een job in het onderwijs. Daarbij zullen ze steevast hun stem als werkinstrument gebruiken. Enerzijds weten we dat leraren als beroepssprekers een verhoogd risico lopen op stemproblemen en dat stemproblemen tijdens de lerarenopleiding vaak stemproblemen op de werkvloer voorafgaan. Anderzijds weten we ook dat een optimale stem binnen ieders bereik is. Maar heeft elke lerarenopleider zijn studenten daarvoor ook de nodige stemcompetenties bijgebracht? Wat betekent een optimale stem precies voor deze student?

Doelstellingen:

- Het ontwikkelen van een visie die stemgebruik door student-leraren vanuit een competentiegerichte invalshoek beschrijft, door koppeling met basiscompetenties van de beginnende leraar.

- Het opmaken van een stappenplan waarmee teams van lerarenopleiders vertrekkende van hun verscheidenheid de visie kunnen implementeren in hun opleiding.

- Het inventariseren van informatie en de ontwikkeling van oefenpakketten om aan competentiegerichte stembegeleiding van student-leraren te werken (screening, vorming en begeleiding).

- Het uitvoeren van een kortlopend empirisch onderwijsonderzoek om de onderzoeksoutput te consolideren en bij te sturen.

Tussentijdse resultaten:

- Visieontwikkeling: onwikkeling van een visietekst

- Beschijving van stemcompetenties op basis van literatuuronderzoek en praktijkervaring, gekoppeld aan de basiscompetenties van beginnende leraren

- Uitwerking van een actieplan om te sensibiliseren in de lerarenopleiding - Inventarisatie van good practices

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot eind 2013.

 Partners: KU Leuven, CVO Lethas, GROEP T en LUCA

 Contactpersoon: wivine.decoster@med.kuleuven.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

(12)

Vakdidactiek Natuurwetenschappen

Doelstellingen:

- Het mappen van (inter)nationale vakdidactische literatuur.

- Het inventariseren van praktijknoden en -voorbeelden natuurwetenschappen.

- Het ontwerpen van een blauwdruk vakdidactiek natuurwetenschappen bestaande uit vakdidactische beschrijving van interdisciplinaire verschijnselen en concepten en het onderzoekend leren van natuurwetenschappen.

- Het ontwerpen van cases van good practice als explicitatie van de blauwdruk.

- Het integreren van projectresultaten in het vakdidactische beleid van lerarenopleidingen.

Tussentijdse resultaten:

- Het mappen van (inter)nationale vakdidactische literatuur.

- Het inventariseren van praktijknoden en -voorbeelden natuurwetenschappen.

- Het ontwerpen van een blauwdruk vakdidactiek natuurwetenschappen bestaande uit vakdidactische beschrijving van interdisciplinaire verschijnselen en concepten en het onderzoekend leren van natuurwetenschappen.

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot eind 2013.

 Partners: KHLim, KHLeuven en Thomas More Kempen

 Contactpersonen: renaat.frans@khlim.be en filip.poncelet@khlim.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Vakdidactische praktijkgerichte reviews van onderzoek

Doelstellingen:

- Het ontwikkelen van een gedifferentieerd conceptueel-operationeel ontwerpkader voor het schrijven van praktijkgerichte reviews.

- Het uitschrijven van zes reviews volgens de richtlijnen van het ontwerpkader, gedifferentieerd naar onderwijsdomein en -niveau (basis- en secundair onderwijs).

- Het evalueren van de gerealiseerde reviews door twee review-boards met als doel de kwaliteit van het schrijfproces en de gerealiseerde output in kaart te brengen en gerichte bijsturing voor disseminatie mogelijk te maken.

- Het opzetten van disseminatie- en valorisatieactiviteiten zoals het organiseren van

vakdidactische studiedagen, het ontwikkelen van een interactieve website en het schrijven van publicaties.

- Het opstellen van een krachtig, haalbaar, duurzaam en operationeel toekomstscenario voor lerarenopleidingen.

Tussentijdse resultaten:

- Het ontwerpkader voor het schrijven van praktijkgerichte reviews is zo goed als rond - De eerste aanzet voor een aantal reviews ligt er eveneens (geschiedenis, wereldoriëntatie,

…)

(13)

- De website is volop in ontwikkeling

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot eind 2013.

 Partners: Thomas More Kempen, CVO LimLo, KaHo Sint-Lieven en KHLim

 Contactpersoon:job.de.meyere@khk.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Assessment

stERK naar het werkveld

De decretale basiscompetenties van de afgestudeerde bachelors lager onderwijs vereisen voor Frans niveau B1+ (voor de vaardigheden lezen en schrijven) en niveau B2 (voor de vaardigheden luisteren, mondelinge interactie en spreken) van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK). Tot nu toe bestaat er geen specifiek en betaalbaar meetinstrument om te testen of afstuderende leerkrachten Lager Onderwijs het niveau B1+ en B2 voor Frans behalen met als gevolg dat momenteel geen enkele hogeschool in Vlaanderen dit effectief evalueert.

Het project ontwikkelde een op het ERK gebaseerde en psychometrisch onderbouwde screening voor afstuderende studenten Bachelor in het onderwijs: Lager Onderwijs (BaLO). De test gaat na of de afstuderende studenten de decretaal vereiste ERK-niveaus voor Frans behalen. Daarnaast werd met de verschillende hogescholen gesproken over de gevolgen die idealiter aan deze test gegeven worden in het kader van diplomering.

Eindresultaten:

Uitstroomtest Frans (voor de vijf taalvaardigheden), gebaseerd op de ERK-niveaus B1, B1+ en B2 Eindrapport van het project

 Meer informatie: http://schoolofeducation.eu/projecten/sterk-naar-het-werkveld

 Partners: KHLeuven, KATHO, KHBO en HUB.

 Contactpersonen: liesbeth.martens@khleuven.be en elly.voets@khleuven.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: Lager Onderwijs

Uitzigt: uitstroomcompetenties van zij-instromers geïntegreerd toetsen

De huidige evaluatiecultuur en daaruit voortvloeiende belasting voor lectoren en studenten staat haaks op competentiegericht leren en evalueren. De taakbelasting van de talrijke kennis- en

vaardigheidstoetsen, stages en taken dompelt studenten in de doorstroomfase onder in

overlevingsstrategieën waar slechts oppervlakkig leren tot stand komt. Bij competentieleren horen

(14)

assessmentvormen waarin kennis, vaardigheden én attitudes ingezet moeten worden. Het aantal zij- instromers in de lerarenopleidingen groeit stelselmatig. Vanuit de EVC-instroomprocedure en de meer competentiegerichte curriculumopbouw groeit de behoefte aan een geëigend

assessmentinstrumentarium voor eindtoetsing dat beter aansluit bij alternatieve (verbredende en verdiepende) leertrajecten. Bovendien is het wenselijk dat in de evaluatie tegemoet gekomen wordt aan reeds verworven competenties en ervaringen van studenten voor wie leervragen/leercontext sterk afwijken van die van ‘reguliere’ studenten. Met het oog op kwaliteitsborging is het belangrijk dat studenten aan het einde van hun opleiding geconfronteerd worden met instellingsoverstijgende, leerwegonafhankelijke summatieve toetsing.

Dit project ontwikkelde een dergelijk geïntegreerd assessmentinstrument.

Eindresultaten:

Een assessmentinstrumentarium dat peilt naar de beheersing van de competenties, met achtergrond en handleiding

 Meer informatie: http://schoolofeducation.eu/projecten/competitieve-projecten/uitzigt

 Partners: KHLeuven, CVO VIVO Kortrijk en Thomas More Mechelen

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

WISTIL: Uitwerken van een Wiskundige In- en UitStapToets en een Individuele Leerlijn bij toekomstige leraren lager onderwijs uniform voor al de lerarenopleidingen in Vlaanderen

Het project WISTIL richt zich op de professionele bachelor: leraar lager onderwijs, waar het

opleidingsonderdeel wiskunde traditiegetrouw één van de grootste obstakels in de studieloopbaan van de student is.

Het onderwijsvisitatierapport van de VLHORA bevestigt dat de lerarenopleidingen onder grote veranderingsdruk staan door de gewijzigde instroom van studenten met een ASO-achtergrond naar studenten met een TSO- of BSO-achtergrond. Minister Smet formuleert in zijn beleidsnota dat overleg over de instroom- en uitstroomcompetenties noodzakelijk is om te bewaken dat deze competenties voldoende hoog blijven. In hetzelfde onderwijsvisitatierapport wordt aanbevolen om te komen tot gestandaardiseerde instaptoetsen over de opleidingen heen die een beeld geven van het beginniveau van aspirant-leraren.

De manier waarop de resultaten van instaptoetsen vertaald worden in haalbare aanpassingen van studietrajecten creëert problemen. Het is geen evidentie om voldoende hoge kwaliteitseisen met betrekking tot de basiskennisbeheersing als norm te hanteren en studenten op een positieve en rendabele manier te begeleiden, rekening houdend met hun grote beroepsmotivatie en talenten.

Eindresultaten:

Een gevalideerde instaptoets werd ontwikkeld die het niveau van de basiskennis wiskunde van de studenten weergeeft bij aanvang van de opleiding.

(15)

Op basis van deze resultaten kan de student aan de hand van de ontwikkelde digitale leerlijn zijn groei op vlak van basiskennis wiskunde op eigen tempo bijsturen. In dit oefenpakket krijgt de student onmiddellijk feedback en kan hij zelfstandig zijn kennis bijsturen.

Daarnaast werd in het project een uniforme uitstaptoets wiskunde voor alle lerarenopleidingen in Vlaanderen ontwikkeld waarin de minimale norm met betrekking tot de beheersing van basiskennis wiskunde werd vastgelegd.

 Meer informatie: http://schoolofeducation.eu/wistil

 Partners: KHLeuven, Thomas More Kempen, KHBO, KHLim en Thomas More Mechelen

 Contactpersoon: nadine.bongaerts@khleuven.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs

Professionalisering van lerarenopleiders

Docentenstages: Professionaliseren van lerarenopleiding en secundair onderwijs

De aandacht voor werkplekleren in het onderwijs als antwoord op de snelle evoluties in de huidige arbeidscontext en de nood aan flexibele en creatieve manieren om om te gaan met kennis, vertaalt zich niet in kansen voor docenten hoger onderwijs. Nochtans wijzen verschillende signalen op het belang van ervaring op de werkplek van studenten in opleiding. Er bestaat geen aparte opleiding voor beginnende docenten. Zij leren het vak meestal werkenderwijs en hebben soms een gebrek aan of slechts beperkte ervaring in het secundair onderwijs of met specifieke doelgroepen, ze hebben behoefte aan

praktijktoetsing van de eigen inzichten, …. Ook studenten, het werkveld en onderzoek wijzen op het belang van de ‘eigen’ ervaring voor een goede opleiding en (stage)begeleiding van studenten in de lerarenopleiding. Bestaande initiatieven zoals coaching, leernetwerken, co-teaching en

partnershipteaching, zijn niet zonder meer te vertalen naar werkplekleren voor docenten. Bovendien moeten ook allerlei organisatorische en financiële drempels weggewerkt worden.

Het project ging na hoe werkplekleren kan worden ingezet in het kader van de professionalisering van docenten in de lerarenopleidingen en het optimaliseren van het opleidingsaanbod.

Eindresultaten:

Modeltrajecten en een draaiboek met methodieken, begeleidingsinstrumenten en good practices.

 Meer informatie: https://schoolofeducation.eu/docentenstages

 Partners: Thomas More Mechelen, KHLeuven en Thomas More Kempen

 Contactpersoon: nele.dewitte@lessius.eu

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

(16)

Om de resultaten van onze School of Education projecten nog meer te valoriseren, bieden we sinds het academiejaar 2010-2011 onze afgeronde projecten de mogelijkheid om een ambassadeurstoelage aan te vragen. Deze toelage heeft tot doel één jaar financiële ondersteuning te bieden om projectresultaten te implementeren in instellingen binnen ons netwerk.

Het project ‘Docentenstages: professionaliseren van lerarenopleiding en secundair onderwijs’ is momenteel als ambassadeur aan de slag.

De liefde voor het vak. Op zoek naar een pedagogie(k) van het meesterschap

In tegenstelling tot de vaak gehoorde stelling dat leraarschap - naast de professionele deskundigheid - een ‘passie, gedrevenheid of liefde voor het vak’ veronderstelt die men niet kan leren of meten, gaat dit project uit van een omgekeerde hypothese: het wil dit fundamentele, maar schijnbaar ongrijpbare element zichtbaar en leerbaar maken. De passie en liefde voor het vak wordt in verband gebracht met de term ‘meesterschap’.

Meesterschap van de leraar is een dimensie die noch louter algemeen-pedagogisch, noch louter vakdidactisch of kennisgericht is, maar die precies een intermediair niveau aanduidt, m. n. een

‘vakpedagogische’ dimensie. Precies door de manier waarop leraren een aandachtige en concrete zorg tonen voor vakgerelateerde aspecten (bv. zorg dragen voor het materiaal, genieten van de schoonheid en zuiverheid van een wiskundige formule, aandacht besteden aan de taal, ...), lijkt deze ‘liefde voor het vak’ tevens een sterke pedagogische betekenis uit te dragen. Door zich om een vak of een ‘zaak’ te bekommeren, dient zich iets fundamenteel aan in de pedagogische functie van de leraar, waar de lerarenopleiding belang dient aan te hechten.

Het project wil deze dimensie introduceren in de lerarenopleiding door bruikbare materialen te ontwikkelen die aandacht voor ‘meesterschap’ mogelijk maakt.

Eindresultaten:

 Glossarium ‘leerkracht zijn’

 Website met een inspirerende lees-, kijk- en denkwijzer. Deze wijzers willen de aandacht richten op een figuur of een wijze van het pedagogisch meesterschap door een aantal inspirerende woorden of wijzen in woord en beeld te brengen om beginnende leerkrachten hun eigen leerkracht-zijn vorm te geven.

 Meer informatie: www.liefdevoorhetvak.be

 Partners: KHLim, CVO HIK, KU Leuven en Thomas More Kempen

 Contactpersoon: johan.ardui@khlim.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

(17)

Edurama: website ter ondersteuning en ontsluiting van onderzoek in de lerarenopleidingen

Doelstellingen:

- Het ontwikkelen van een beoordelings- en selectie-instrument van onderzoek met volgende deelaspecten:

 inhoudelijke focus van het onderzoek

 praktijkgerichtheid van het onderzoek (relevantie)

 wetenschappelijkheid van het onderzoek (kwaliteit)

 relevantie voor de doelgroep (in eerste instantie lerarenopleiders en leraren-in- opleiding)

- Het creëren van een digitaal platform (www.edurama.be). Het platform verzamelt in eerste instantie relevant onderzoeksmateriaal en stelt deze ter beschikking. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om rond onderwijsonderzoek informatie uit te wisselen en te bediscussiëren.

- Het tussentijds en finaal evalueren van

 de strategie voor het selecteren en publiceren van onderzoek

 het platform

- Het implementeren van een gerichte disseminatie- en valorisatiestrategie

- Het opstellen van een krachtig, haalbaar, duurzaam en operationeel toekomstscenario Tussentijdse resultaten:

Het beoordelings- en selectieinstrument zoals hierboven aangegeven is zo goed als rond. Ook de uitbouw van het digitaal platform krijgt al wat vorm, weliswaar nog in een prematuur stadium.

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot eind 2013.

 Partners: KATHO, Thomas More Kempen en KHLim

 Contactpersoon: kristof.vandekeere@katho.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Onderzoeksgeïnformeerd studiemateriaal

Doelstellingen:

- Het uitvoeren van een literatuurstudie in functie van het uitdiepen en verhelderen van het begrip ‘onderzoeksgeïnformeerd studiemateriaal’, rekening houdend met het Europees kwalificatiekader (bacheloropleidingen met inschalingniveau 6).

- Het ontwikkelen van een screeningsinstrument ‘onderzoeksgeïnfomeerd studiemateriaal’ met voldoende hoge interbeoordelaarsbetrouwbaarheid voor zelf ontwikkeld schriftelijk

cursusmateriaal met als doel de cursusontwikkelaar te oriënteren, te inspireren en niet te evalueren.

(18)

- Het uitvoeren van een representatieve steekproeftrekking rond zelf ontwikkeld schriftelijk cursusmateriaal binnen het expertisenetwerk SoE aan de hand van het screeningsinstrument.

- Het opstellen van een gebruikershandleiding voor enerzijds het praktisch gebruik van het screeningsinstrument en anderzijds de inventarisatie van ideeën om het proces van kwaliteitsverbetering van het studiemateriaal te ondersteunen.

- Disseminatie van het screeningsinstrument en de bijhorende gebruikershandleiding binnen en buiten de deelnemende instellingen aan dit project.

Tussentijdse resultaten:

Literatuurstudie werd zo goed als afgerond. Daarnaast is men volop bezig met de ontwikkeling van het screeningsinstrument.

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot eind 2013.

 Partners: GROEP T, CVO LimLo, Thomas More Kempen, HUB en KHLeuven

 Contactpersoon: jonathan.cops@groept.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

Ondernemerschap

Het Expertisenetwerk werkt mee aan een Europees project met als titel “Acknowledging and Developing Entrepreneurial Practice in Teacher Training (ADEPTT)” van het Lifelong Learning Programme van Leonardo da Vinci. Het ADEPTT-project beoogt een Europees strategisch model te ontwerpen om leraren, lerarenopleiders en leraren-in-opleiding ondernemerschapscompetenties bij te brengen.

Doelstellingen:

- Identificeren en selecteren van bestaande goede praktijken op basis van een theoretisch ontwikkeld raamwerk (gebaseerd op literatuurstudie en aanwezige expertise);

- Uitwerken van een opleidingsmodel en enkele gebruiksklare hulpmiddelen en technieken voor leraren(-opleiders) om direct in de praktijk te kunnen gebruiken en zodoende ondernemerschap aan te wakkeren bij lerarenopleiders en studenten.

Tussentijdse resultaten:

- Er werd een literatuurstudie uitgevoerd voor het inventariseren van goede praktijkvoorbeelden.

- Momenteel werken de Vlaamse partners (SoE, Syntra en HUB) een train-the-trainer-pakket uit rond ondernemerschapscompetenties voor de Vlaamse lerarenopleidingen, waarbij in de eerste plaats gefocust wordt op lager en secundair onderwijs.

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot najaar 2013.

 Partners: HUB Contactpersoon: Lotte.Brants@schoolofeducation.eu

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs

(19)

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs en aan universiteiten

ICT/Multimedia

De sociaal genetwerkte leraar

Om jongeren optimaal voor te bereiden op hun rol in de snel evoluerende informatiemaatschappij, dient het onderwijs zich hierop af te stemmen. Lerarenopleiders zijn echter onvoldoende vertrouwd met innovatieve ICT-tools, zoals populaire sociale netwerksites. Zo blijkt Facebook nagenoeg niet

geïntegreerd te zijn in de onderwijspraktijk van leraren en lerarenopleiders.

Sociale netwerken bieden heel wat mogelijkheden bij de ondersteuning van onderwijs. Zo kunnen lerarenopleiders en studenten samen rond bepaalde onderwerpen samenwerken via Facebook.

Facebook is bovendien een handige tool voor lerarenopleiders om internationale projecten op te zetten en netwerken uit te bouwen. Daarnaast kan Facebook ook ingezet worden in de realisatie van de tien functionele gehelen, zoals bv. de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen en de leraar als onderzoeker.

Het project bestudeert literatuuronderzoek en wetenschappelijk onderzoek naar de inzet van sociale netwerken ter ondersteuning van het informele leren. De onderzoeksresultaten worden gebruikt om een generieke ethisch-deontologische code voor het gebruik van sociale netwerken tussen

lerarenopleiders en hun studenten op te stellen. Daarnaast worden 25 pedagogisch-didactische fiches ontwikkeld voor het onderwijskundig gebruik van Facebook voor elk van de verschillende doelgroepen van de geïntegreerde lerarenopleiding (BaKO, BaLO en BaSO) en van de specifieke lerarenopleiding in CVO’s en de KU Leuven.

Eindresultaten:

Een modelprofiel in Facebook. Dit profiel fungeert als ‘best practice’ voor het gebruik van een sociaal leernetwerk in een educatieve context. Het profiel bevat alle ontworpen documenten.

 Meer informatie: https://www.facebook.com/sogele

 Partners: KHLim, CVO HIK, KU Leuven en KHLeuven

 Contactpersoon: valère.awouters@khlim.be

 Doelgroep: Opleiding Kleuteronderwijs Opleiding Lager onderwijs

Opleiding Secundair Onderwijs (BaSO, CVO, Universiteit)

(20)

ICT starterskit

Doelstellingen:

- Het in kaart brengen van ICT-startcompetenties, gedifferentieerd naar type lerarenopleiding en naar concrete ICT-eindcompetenties in de lerarenopleiding.

- Het inzoomen op twee fundamentele bouwstenen voor competent leren omgaan met ICT in het onderwijs, namelijk de technisch-instrumentele en procedurele vaardigheden en de sociaal- ethische capaciteiten.

- Het ontwikkelen van een online screeningsinstrument dat de ICT-vaardigheden en attitudes van instromende studenten meet.

- Het inbedden van gedifferentieerde, geautomatiseerde remediëringstrajecten in het screeningsinstrument.

Tussentijdse resultaten: men bouwt momenteel aan de starterskit. Dit project werd daarnaast ook genomineerd voor de E-award. Uitreiking van deze award is in maart 2013.

Dit project startte op in 2012 en loopt nog tot eind 2013.

 Partners: CVO VIVO Kortrijk, KHLim en KU Leuven

 Contactpersoon: karlien.dejaeger@cvovivo.be

 Doelgroep: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Specifieke lerarenopleidingen aan Centra voor Volwassenenonderwijs

B. Werkgroepen

Naast de projecten vormen de werkgroepen een andere belangrijke wijze van samenwerken.

Werkgroepen kunnen ontstaan op eigen initiatief van één of meerdere partners in het expertisenetwerk of op initiatief van de Overkoepelende Vergadering van ons expertisenetwerk. Bij de aanstelling van een werkgroep wordt een specifieke taakstelling geformuleerd en worden ook concrete afspraken gemaakt . Elke werkgroep krijgt -waar mogelijk en nodig- inhoudelijke opvolging en (logistieke) ondersteuning van een stafmedewerker.

Zoals reeds aangegeven in de inleiding hebben we naast SoE werkgroepen, ook een aantal werkgroepen waarbij alle expertisenetwerken/regionaal platform bij betrokken zijn.

Volgende werkgroepen waren in de loop van 2012 actief binnen het ENW SoE:

1. Werkgroep ‘Digitaal Leren’

De werkgroep ‘digitaal leren’ beoogt ‘leren van elkaar’ en samenwerking tussen alle lerarenopleidingen van de School of Education wat betreft de relatie tussen digitale middelen en onderwijs vanuit visie-, beleids-, ontwikkelings- en professionaliseringsperspectief.

(21)

De werkgroep ‘digitaal leren’ heeft als missie binnen de lerarenopleidingen een kritische denktank te zijn die focust op good practices en implementatie van e-leren in de brede betekenis van het woord. De meest relevante aspecten van het didactisch gebruik van een digitale leer-, onderwijs of werkomgeving komen daarbij aan bod, zoals het onderzoeken, ontwerpen, begeleiden en toetsen met behulp van bestaande en nieuwe media en hulpmiddelen. Gemeenschappelijk hierin is de samenwerking over alle instellingen van de School of Education heen. Het kernproject rond ‘blended learning in de lerarenopleiding’ is hiervan exemplarisch.

De werkgroep kan op veel interesse rekenen vanuit de instellingen omdat de leden ervan binnen hun instelling vaak alleen staan in hun taak om de implementatie van digitale middelen in de lerarenopleiding te verbeteren. Bovendien volgen de vernieuwingen zich zo snel op dat het bijna ondoenbaar is om alles bij te benen. Binnen de werkgroep vinden de leden anderen die met dezelfde of gelijkaardige hindernissen kampen en wordt in groep naar oplossingen gezocht.

Er werd met deze groep reeds werk gemaakt van een inspiratietekst met beleidsaanbevelingen rond digitale middelen en onderwijs in de lerarenopleiding met de nadruk op blended learning. Deze inspiratietekst kan u ook online raadplegen op http://schoolofeducation.eu/werkgroepen/werkgroep- digitaal-leren . Eind 2012 werd ook werk gemaakt van een opinietekst rond het gebruik van tablets in klas waarvan het resultaat binnenkort op diezelfde webstek terug te vinden zal zijn.

Gedurende de vergaderingen worden ook vaak nieuwe projecten of initiatieven rond het gebruik van digitale middelen voorgesteld en kritisch besproken. Uitwisseling tussen de deelnemers met ICT-nieuws uit hun eigen instellingen wordt als zeer positief beschouwd. Dit academiejaar organiseerde de werkgroep twee seminaries rond eigendom, auteursrecht en plagiaat (oktober 2011) en online begeleiding (mei 2012). Dit gebeurde op locatie in Leuven, viastreaming te volgen en aan te participeren door elke geïnteresseerde. Deze seminaries kunnen eveneens op de website van ENW SoE bekeken worden: https://schoolofeducation.eu/werkgroepen/werkgroep-digitaal-lerenMeer informatie over de verdere planning van deze werkgroep kan u opvragen bij els.castelein@schoolofeducation.eu .

2. Werkgroep ‘Evidence-based Education’

Omwille van het stijgend belang van Evidence-based Education (EBE) binnen de lerarenopleidingen werd in april 2009 de werkgroep EBE opgestart. De globale doelstelling van deze werkgroep is enerzijds het concept ‘EBE’ uit te klaren en concrete acties daarrond te ondernemen. Die acties bestaan erin om:

Relevante literatuur te verzamelen

Praktijkgericht onderzoek te stimuleren (ook buiten lerarenopleiding): zoeken naar extra middelen, lobbyen voor een structurele financiering van een pijler praktijkgericht onderzoek, naast fundamenteel en beleidsgericht onderzoek.

Praktijkonderzoek door docenten en studenten binnen de lerarenopleiding te stimuleren.

Twee concrete resultaten van de werkgroep in 2012 waren:

 Een artikel over over Evidence-based Education en het belang van de lerarenopleidingen daarin:

Maes, F., Clarebout, G., De Fraine, B., Smits, D., & Vanderhoeven, J. L. (2012). Evidence-based Education.

(22)

Over onderzoek en/in onderwijs in Vlaanderen. Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 33(1), 12-19. (dit artikel kan men opvragen bij frederik.maes@schoolofeducation.eu).

De organisatie van een zomerschool over praktijkgericht onderzoek. Meer informatie hieronder vindt men in deel C ‘Navormings- en disseminatie-initiatieven’.

3. Werkgroep ‘Internationalisering’

Ter ondersteuning van de internationale dimensie in de lerarenopleidingen heeft het ENW SoE een werkgroep opgericht rond deze thematiek die samenwerkt met de gelijknamige werkgroep van de Associatie KU Leuven. Er werd een informatiebrochure samengesteld in verband met opleidingsstages in en buiten Europa. Deze brochure richt zich tot de opleidingen en wil een wegwijzer zijn voor uitwisselingen vanaf 2010-2011. Thema’s zijn: financieringsmogelijkheden, organisaties die stages aanbieden, voorwaarden die bepaalde landen stellen, verzekeringen, opbouw van een dossier, e.d. Deze werkgroep werd in 2010-2011 slechts gedeeltelijk verder gezet ter verfijning van de brochure en om een algemeen referentiekader te ontwikkelen voor de organisatie van deze buitenlandse stages, bijvoorbeeld: het expliciteren van een visie en missie, een beschrijving van toewijzing en selectiecriteria, afspraken rond kwaliteitseisen, begeleiding en opvolging.

In 2012 sprak de werkgroep nieuwe leden aan en werd de taakstelling opnieuw bekeken. Zo werd er werk gemaakt van een Engelstalig contract voor buitenlandse stages, vrij te gebruiken door elke lerarenopleiding in Vlaanderen en terug te vinden op https://schoolofeducation.eu/werkgroep- internationalisering.

Meer informatie over de verdere planning van deze werkgroep kan worden opgevraagd bij els.castelein@schoolofeducation.eu.

4. Werkgroep ‘Banaba Buitengewoon onderwijs en zorg’

De werkgroep Banaba Buitengewoon onderwijs en Zorg vloeit voort uit de projectgroep ‘instroombeleid’

(zie deel I). Dit project werd afgerond in oktober 2010. Het bestaande samenwerkingsverband tussen de verschillende BanaBa-opleidingen van de Associatie KU Leuven en Karel de Grote Hogeschool kreeg via de opstart van de werkgroep de mogelijkheid om haar werkzaamheden voort te zetten.

In het afgelopen jaar werd er verder werk gemaakt van het onderzoek rond zij-instromers, zoals de masters (ortho)pedagogiek, bachelors toegepaste psychologie, ergotherapeuten, … . Daarnaast wil men de ontwikkelde competentiematrix vereenvoudigen en ook digitaliseren. Hiervoor werden reeds de nodige stappen ondernomen.

De werkgroep bekijkt ook welke internationale samenwerkingsverbanden er eventueel mogelijk zijn.

De vernieuwde competentiematrix, als ook de uitgebreidere stand van zaken van deze werkgroep kan worden opgevraagd bij ann.martin@schoolofeducation.eu .

(23)

5. Werkgroep ‘Lichamelijke opvoeding en bewegingsrecreatie’

Deze werkgroep startte op in september 2011.

Binnen deze werkgroep werd er het afgelopen jaar werk gemaakt van een eenvormig

competentieprofiel voor bewegingsrecreatie. Daarnaast ging men in overleg met alle betrokken partijen over de mogelijke schakelprogramma’s van de bachelor LO/BR naar de master lichamelijke opvoeding.

Er werd ook gewerkt aan een tekst rond de meerwaarde van de verankering van bewegingsrecreatie in een lerarenopleiding . Deze werd gepubliceerd in het vaktijdschrift BVLO. Het artikel kan worden opgevraagd bij ann.martin@schoolofeducation.eu .

6. Werkgroep ‘Toekomst lerarenopleidingen’

De discussienota ‘Leraren zijn excellent opgeleid’ van minister Smet nodigde uit om de lerarenopleidingen te herdenken en te versterken. Deze nota ging in het Vlaamse hoger onderwijs uiteraard niet ongemerkt voorbij en lokte heel wat reacties uit. De VLHORA werkgroep lerarenopleidingen startte met een denkoefening die uitmondde in een beroepsprofiel. Het Comité Professioneel Hoger Onderwijs van de Associatie KU Leuven formuleerde hierop haar bedenkingen.

Daarnaast reageerden ook de specifieke lerarenopleidingen (SLO’s) van de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO’s) en de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR).

Als expertisenetwerk School of Education Associatie KU Leuven gaan wij prat op het bundelen van de krachten van de verschillende soorten lerarenopleidingen van onze partnerinstellingen om zo te komen tot een verdere optimalisering van deze lerarenopleidingen. We kiezen er dus voor om elkaar te

versterken met groot respect voor elkaars eigenheid. Het is vanuit deze gedachte dat School of

Education een werkgroep opstartte in 2012 met als werkingstitel ‘toekomst lerarenopleidingen’. Het is de taak van deze werkgroep om te komen tot een gedragen voorstel over de toekomst van onze lerarenopleidingen. Hiertoe werd en wordt nog steeds werk gemaakt van een ontwerptekst waarin men een voorstel van een concreet samenwerkingsmodel waarbij de krachten van de verschillende lerarenopleidingen worden gebundeld op tafel legt. Meer informatie over deze werkgroep kan worden opgevraagd bij lotte.brants@schoolofeducation.eu .

7. Werkgroep wiskunde (-Ecuador)

In de nasleep van het project WIstil (zie boven) werd beslist om een werkgroep op te richten rond wiskundeonderwijs in de bachelor lager onderwijs. Deze werkgroep ging van start eind 2012. Deze werkgroep vormt eveneens het klankbord van een consortium van onderwijsinstellingen geleid door professoren van de faculteit Pedagogische en Psychologische Wetenschappen in samenwerking met VVOB ter ondersteuning van de lerarenopleiding (met bijzondere aandacht voor wiskundedidactiek) in Ecuador. Meer informatie kan worden opgevraagd bij els.castelein@schoolofeducation.eu

(24)

8. Werkgroep Stage Bachelor Lager Onderwijs

De werkgroep ‘stage bachelor lager onderwijs’ is opgericht in navolging van het piloottraject ‘stage’. In deze werkgroep wordt met verschillende partners nagedacht over een bepaalde thematiek m.b.t. de praktijkcomponent in de opleiding bachelor lager onderwijs. Ervaringsuitwisseling staat hierbij centraal.

De werkgroep komt tweemaal per academiejaar samen, telkens in een andere gastinstelling. Het thema van de bijeenkomst wordt gezamenlijk gekozen. De inhoudelijke input van de bijeenkomst wordt door de gastinstelling in samenwerking met de begeleidende stafmedewerkers uitgewerkt. De thema’s die in 2012 aan de orde kwamen waren ‘leren op de werkplek’ (op basis van het SoE-project dat daarover afgerond liep) en ‘hoe kunnen we studenten optimaal (als in kwaliteitsvol) begeleiden, gegeven de werkdruk die lerarenopleiders vandaag ervaren, de grote groepen waar ze voor staan en andere (praktische) beslommeringen (op basis van het SoE-kernproject ‘maximale stagebegeleiding door minimale fysieke aanwezigheid op de stagescholen’).

Volgende interENW werkgroepen waren actief in 2012:

1. InterENW-werkgroep Vakdidactiek

Begin september 2009 werd de interENW werkgroep vakdidactiek opgestart. Gezamenlijk werd hiermee in september 2010 de eerste zomerschool vakdidactisch onderzoek ‘het schoolvak doet er toe!’

georganiseerd. Met dezelfde werkgroep werd op 3 mei 2011 een vakdidactische beurs in Leuven georganiseerd. Alle projecten binnen lerarenopleidingen in Vlaanderen kregen hierbij de kans om hun vakdidactisch materiaal voor te stellen. In 2012 organiseerde deze werkgroep een studiedag (‘Dag van de Vakdidactiek’) over nijverheidstechnieken Meer informatie over deze werkgroep kan u opvragen bij frederik.maes@schoolofeducation.eu die SoE vertegenwoordigt in deze groep .

2. InterENW- werkgroep Stage

Begin september 2009 werd door de verschillende expertisenetwerken een gezamenlijke werkgroep geïnstalleerd, de zgn. 'Inter-ENW-werkgroep stages’. Deze groep werkte de voorbije 2 jaar aan volgende drie opdrachten: (1) opmaken, verspreiden en opvolgen van gemeenschappelijke documenten m.b.t een glossarium voor de praktijkcomponent en modelstageovereenkomsten; (2) voorbereiden van een standpunt van de lerarenopleidingen m.b.t. de problematiek van de stageaanvraagprocedures en (3) voorbereiden en opvolgen overleg in de taskforce geïnitieerd door de Vlaamse overheid vanaf 2011. De documenten van deze werkgroep kunnen worden opgevraagd bij lotte.brants@schoolofeducation.eu die SoE vertegenwoordigt in deze groep.

(25)

C. Navormings- en disseminatie-initiatieven

Zoals u reeds kon lezen in de inleiding trachten we als expertisenetwerk ook initiatieven te nemen die aansluiten bij de verspreiding en valorisatie van de projectresultaten. Daarbij hoort echter ook meer en meer navorming waarbij we een aanbod trachten te bieden dat specifiek ingaat op de noden van de lerarenopleiders. Zoals reeds aangegeven kregen navorming en disseminatie de laatste jaren steeds meer aandacht binnen ons expertisenetwerk. Met dit navormingsaanbod willen wij zeker niet in het vaarwater treden van het gekende en reeds goed ontwikkelde navormingsaanbod binnen de instellingen. We trachten echter een specifiek aanbod te bieden aansluitend bij onze werking, onze missie en de SoE-projecten zelf. Deze initiatieven staan in eerste instantie open voor alle leden van het ENW SoE, maar bieden in de meeste gevallen ook ruimte voor externen. We kunnen stellen dat deze initiatieven op een grote opkomst konden rekenen. Het aanbod kenmerkt zich enerzijds door (twee)jaarlijks terugkerende evenementen zoals de studiedag en de zomerschool en de infosessie, aangevuld met een steeds ruimer en groeiend luik aan navormingsinitiatieven aangepast aan de noden van lerarenopleiders. Vele van deze initiatieven werden het afgelopen jaar ook in samenwerking met de andere expertisenetwerken/regionaal platform uitgewerkt en ondersteund. Op deze manier trachten we onze krachten te bundelen en het gehele veld van de lerarenopleidingen te bereiken.

Een overzicht van alle afgelopen initiatieven met de presentaties kan men terugvinden op de SoE- website http://www.schoolofeducation.eu/

Een eerste greep uit ons aanbod: een zomerschool vakdidactisch onderzoek, een dag van de vakdidactiek georganiseerd in samenwerking met de andere expertisenetwerken/regionaal platform, onze jaarlijkse studiedag, seminaries rond digitaal leren, ...

Ter disseminatie worden ook alle beschikbare projectresultaten voor iedereen toegankelijk

gepubliceerd op onze website en worden zij voorgesteld tijdens allerlei info- en studiedagen. Daarnaast worden de projectrealisaties jaarlijks gepubliceerd in de SoE-brochure. In de loop van 2007-2012 publiceerden wij zo al drie brochures. Deze brochures kunnen ook gratis op onze website worden gedownload (https://schoolofeducation.eu/publicaties/school-of-education-brochures). In het voorjaar van 2013 verschijnt onze vierde brochure.

Nieuw het laatste jaar zijn de twee SoE-koffers of de ‘SoEtcases’. Deze koffers reizen rond bij onze lerarenopleidingen. De koffers verblijven gedurende twee weken in de lerarenkamer van een lerarenopleiding en reizen dan weer verder. Ze worden mee ingezet om de ontwikkelde materialen binnen School of Education-projecten en -werkgroepen ruimer bekend te maken.

In de koffer kan men allerlei materialen terugvinden. Met een aantal van deze materialen is het ook leuk om met een team van lerarenopleiders binnen de instelling aan de slag te gaan. Een aantal voorbeelden hiervan zijn op de steekkaarten in de koffer terug te vinden.

Hierbij een iets uitgebreider overzicht van de meest recente studie-/infodagen, workshops en navormingstrajecten van het afgelopen academiejaar:

(26)

1. Studiedag School of Education, 22 oktober 2012

Jaarlijks organiseert School of Education een studiedag. Dit is het forum bij uitstek voor de afgeronde en lopende projecten om hun (tussentijdse) resultaten voor te stellen en hierover met elkaar in gesprek/discussie te gaan. De studiedag in oktober 2012 was al de zesde studiedag die we organiseerden. Deze studiedag vond plaats in KATHO Kortrijk en had als titel ‘@Leraren(opleiding).

Belofte voor de toekomst’. Pr ogramma

Een 175-tal mensen namen deel aan deze studiedag. Voor de derde maal stelden we ons met deze studiedag ook open voor de andere expertisenetwerken en andere verwante externe organisaties.

Alle presentaties en teksten kunnen online bekeken worden: http://schoolofeducation.eu/studiedag- 2012/overzicht-presentaties .

2. Regionale navormingssessies ‘schrijven van een goede project- aanvraag’

In 2012 organiseerde het stafteam van ENW SoE drie regionale sessies rond het schrijven van goede projectaanvragen: één in Leuven, één in Diepenbeek en één in Torhout. Tijdens deze sessie stonden we stil bij volgende zaken:

Basisonderdelen van een SoE-projectaanvraag

Inzicht in de projectfasen

Het probleem ontrafelen: waartoe dient dit project?

Een wervend doel voor je project opstellen: achtergrond en technieken

Aan de slag met je eigen intentieverklaring/projectaanvraag: in kleine groepen krijg je begeleiding bij het verbeteren/verfijnen van je aanvraag.

De presentatie van deze opleiding kan u terugvinden via volgende link:

http://schoolofeducation.eu/navorming-schrijven-projectaanvragen .

3. Navorming projectmatig werken

Voor de derde maal organiseerde we dit jaar een navorming rond het werken in projecten. Ditmaal organiseerde we deze sessies in samenwerking met Propellor en de Associatie KU Leuven. Er werden twee sessies georganiseerd, één voor beginners en één voor gevorderden.Een 25-tal mensen namen aan deze sessies deel. Deze navorming is vooral gericht op mensen die een project willen opstarten of reeds meermalen hebben meegedraaid in een project.

4. Zomerschool praktijkgericht onderzoek-editie 2012

School of Education organiseerde in september 2012 een zomerschool over praktijkgericht onderzoek.

(27)

Deze zomerschool vond plaats van 5 tot 7 september 2012 in Leuven. De interesse was zeer groot.

Omdat de deelname beperkt werd tot 30 deelnemers moesten we heel wat geïnteresseerden teleurstellen.

De presentaties van de zomerschool vindt men terug op de website van ENW

SoE:http://schoolofeducation.eu/nieuwsenagenda/afgelopen-evenementen/zomerschool- praktijkgericht-onderzoek .

5. Dag van de vakdidactiek-april 2012

Op 24 april 2012 organiseerde de interENW- werkgroep vakdidactiek een ‘Dag van de Vakdidactiek’.

Deze dag stond in het teken van de nijverheidstechnieken onder de titel ‘IJveren voor Nijverheid’ en vond plaats in Diepenbeek. Er waren een 80tal inschrijvingen. De presentaties vindt men op http://www.uhasselt.be/novelle_vakdidactiek.

6. Masterclass lerarenopleiders

De verdere professionalisering van lerarenopleiders ligt in de kern van de opdracht van de

expertisenetwerken en dus ook van SoE. Daarom werd in de loop van 2012 gestart met de ontwikkeling van een masterclass voor lerarenopleiders. Hiermee wil SoE het voortouw nemen in het ontwikkelen van een opleiding van lerarenopleiders. Een aparte werkgroep nam deze taak op zich. Deze masterclass is een vormingstraject en bestaat uit drie componenten: drie tweedaagse thematische bijeenkomsten, een supervisietraject en een eigen project. De masterclass ging van start met de eerste tweedaagse op 10-11 januari 2013. Er zijn 31 deelnemers.

Het is de bedoeling om door middel van een kernproject dit initiatief verder uit te bouwen. Het kernproject heeft als opdracht dit vormingstraject opnieuw aan te bieden, te evalueren en te verankeren in samenwerking met de overige ENW’s/RP en VELOV.

7. Ambassadeursprojecten 2012

Om de resultaten van onze School of Education projecten nog meer te valoriseren, bieden we sinds het academiejaar 2010-2011 onze afgeronde projecten de mogelijkheid om een ambassadeurstoelage aan te vragen. Deze toelage heeft tot doel één jaar financiële ondersteuning te bieden om projectresultaten te implementeren in instellingen binnen ons netwerk. Voormalige projectmedewerkers krijgen zo de ruimte en de tijd om hun projectresultaten verder te verspreiden en te implementeren in de eerste plaats binnen het eigen expertisenetwerk, maar ook daarbuiten. In 2012 gingen voor het eerst 3 projecten als ‘ambassadeur’ van start:

 Open Explorerend Herbronnen in de lerarenopleiding

 De implementatie van videofeedback in de lerarenopleidingen Lichamelijke Opvoeding

 Een muzische grondhouding ondersteunen bij studenten: samen lukt het!

(28)

8. Seminaries digitaal leren

De werkgroep digitaal leren bouwt met deze seminaries stilaan een traditie op van vormingsmomenten rond digitale aspecten van leren. In het academiejaar werden 2 seminaries georganiseerd, één rond eigendom, auteursrecht en plagiaat (oktober 2011) en één rond online begeleiding (mei 2012). Men kon deze seminaries bijwonen in Leuven of via livestreaming. Opnames van de seminaries zijn terug te vinden en te herbekijken op https://schoolofeducation.eu/werkgroepen/werkgroep-digitaal-leren Voor 2013 staat in april een volgend seminarie geprogrammeerd rond multicampusonderwijs.

(29)

Epiloog: een visie op professionalisering van lerarenopleiders: ‘work in progress’

Dit verslag rapporteert over het eerste werkingsjaar van de tweede beheersovereenkomst van het expertisenetwerk ‘School of Education Associatie KU Leuven’, m.n. het jaar 2012.

Binnen ENW SoE willen wij werk maken van een duidelijke visie op professionalisering van lerarenopleiders. Wij zien deze professionalisering immers als één van onze kerntaken. Op de denkdagen 2012 werd hier samen met de stafmedewerkers en coördinatiecel reeds rond

gebrainstormd. Daarbij werd ook ruimer stil gestaan bij wat we verstaan onder een expertisenetwerk.

Om tot een gedragen visie te komen binnen ENW SoE hieromtrent, werden in 2012 de eerste stappen gezet om de krachtlijnen van deze visie vorm te geven. We vinden het proces om te komen tot een visie op de kerntaken van een expertisenetwerk even waardevol als het uiteindelijke product (een visietekst over onze werking), maar desalniettemin kan u hieronder de eerste uitgeschreven en gedragen

principes van deze visie terugvinden.

Visie op professionalisering van lerarenopleiders:

School of Education (SoE) is letterlijk een expertise + netwerk. Dat zijn dan ook de twee kernwoorden die het beste de werking van SoE karakteriseren.

Binnen SoE werken we aan de opbouw van expertise in functie van:

- professionalisering van lerarenopleiders enerzijds en

- onderwijsinnovatie en –verbetering binnen de lerarenopleidingen anderzijds.

Wat is professionalisering van lerarenopleiders?

Alle initiatieven om ervoor te zorgen dat lerarenopleiders groeien in hun professionele

deskundigheid/expertise duiden we aan met de term professionalisering. Men onderscheidt hierbij vier dimensies van professionalisering (Hargreaves, Kelchtermans). Professioneel leraaropleider zijn heeft niet alleen een technische dimensie (vakkennis, didactische vaardigheden), maar wordt ook gekenmerkt door een morele, politieke en emotionele dimensie. Deze laatste dimensies mogen niet buiten

beschouwing blijven. Of nog: wanneer men als lerarenopleider professioneel wil ontwikkelen zullen alle vier die dimensies meegenomen moeten worden.

Professionalisering is een levenslang, continu proces:

De gedachte dat onderwijskwaliteit staat of valt met de expertise en het engagement van leraren is stilaan gemeengoed geworden. Onderwijsinstellingen worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe opdrachten en uitdagingen. Professionele ontwikkeling dient dan ook integraal deel uit te maken van de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Deze vindt u op de volgende

Om een beeld van de subsidietoekenning te geven in relatie tot het totaal aan subsidies, hebben we in onderstaand overzicht de top-12 van de grootste subsidieontvangers (+ €

van reconstructie en economische zaken conform het collegeprogramma eenmalig afgedekt. Dit wordt eenmalig gedekt uit het overschot participatiebudget 2010. Vanaf 2012 wordt

De Hilt 4 ernstige gedragsproblemen met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen Azalealaan 38 Helmond 8 De Korenaer 4 ernstige gedragsproblemen met

visieontwikkeling 31-01-2013 projectgroep: projectplan doorgenomen, afspraken gemaakt over vervolgproces 19-02-2013 projectgroep: bespreking eerste (vertrouwelijk)

Financieel overzicht WMO beleidsplan per

vormen zelf geen reservoir; onder normale omstandigheden geen bron voor humane infecties Cricetidae 4119 Francisella tularensis Bacteria 1 4 1 3 Niet waarschijnlijk