• No results found

Epiloog: een visie op professionalisering van lerarenopleiders: ‘work in progress’

Dit verslag rapporteert over het eerste werkingsjaar van de tweede beheersovereenkomst van het expertisenetwerk ‘School of Education Associatie KU Leuven’, m.n. het jaar 2012.

Binnen ENW SoE willen wij werk maken van een duidelijke visie op professionalisering van lerarenopleiders. Wij zien deze professionalisering immers als één van onze kerntaken. Op de denkdagen 2012 werd hier samen met de stafmedewerkers en coördinatiecel reeds rond

gebrainstormd. Daarbij werd ook ruimer stil gestaan bij wat we verstaan onder een expertisenetwerk.

Om tot een gedragen visie te komen binnen ENW SoE hieromtrent, werden in 2012 de eerste stappen gezet om de krachtlijnen van deze visie vorm te geven. We vinden het proces om te komen tot een visie op de kerntaken van een expertisenetwerk even waardevol als het uiteindelijke product (een visietekst over onze werking), maar desalniettemin kan u hieronder de eerste uitgeschreven en gedragen

principes van deze visie terugvinden.

Visie op professionalisering van lerarenopleiders:

School of Education (SoE) is letterlijk een expertise + netwerk. Dat zijn dan ook de twee kernwoorden die het beste de werking van SoE karakteriseren.

Binnen SoE werken we aan de opbouw van expertise in functie van:

- professionalisering van lerarenopleiders enerzijds en

- onderwijsinnovatie en –verbetering binnen de lerarenopleidingen anderzijds.

Wat is professionalisering van lerarenopleiders?

Alle initiatieven om ervoor te zorgen dat lerarenopleiders groeien in hun professionele

deskundigheid/expertise duiden we aan met de term professionalisering. Men onderscheidt hierbij vier dimensies van professionalisering (Hargreaves, Kelchtermans). Professioneel leraaropleider zijn heeft niet alleen een technische dimensie (vakkennis, didactische vaardigheden), maar wordt ook gekenmerkt door een morele, politieke en emotionele dimensie. Deze laatste dimensies mogen niet buiten

beschouwing blijven. Of nog: wanneer men als lerarenopleider professioneel wil ontwikkelen zullen alle vier die dimensies meegenomen moeten worden.

Professionalisering is een levenslang, continu proces:

De gedachte dat onderwijskwaliteit staat of valt met de expertise en het engagement van leraren is stilaan gemeengoed geworden. Onderwijsinstellingen worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe opdrachten en uitdagingen. Professionele ontwikkeling dient dan ook integraal deel uit te maken van de

loopbaan van lerarenopleiders. Als lerarenopleider dient men steeds te blijven zoeken om zich verder te ontwikkelen.

Waarom professionalisering?

Zoals hierboven staat aangegeven ligt professionalisering aan de basis van onderwijsvernieuwing.

Effectieve professionalisering leidt tot betere leerresultaten bij de studenten en daar is het uiteindelijk om te doen. Daarnaast zorgt het ook voor een meer gemotiveerde en tevreden lerarenopleider.

Professionalisering maakt van meer en minder ervaren lerarenopleiders experten.

Een ervaren lerarenopleider is niet noodzakelijk een expert:

Expertise ontwikkelen is alleen mogelijk als men de tijd en ruimte krijgt om opgedane ervaringen op de werkvloer op een positieve manier te verwerken. Men bouwt geen expertise op door alleen maar ervaringen op te doen. Een meer ervaren lerarenopleider is daarom ook nog geen expert. Met onze werking trachten we binnen SoE deze tijd en ruimte voor lerarenopleiders te creëren. Lerarenopleiders krijgen daarbij de kans om hun ervaringen door middel van projecten, werkgroepen of navormingstrajecten om te zetten in expertise.

Expertise bouwt men op samen met anderen:

Omdat geen twee breinen hetzelfde zijn en iedere lerarenopleider over andere competenties beschikt, is het essentieel om de opbouw van expertise samen met anderen te doen. Samen leren, kennis en ervaringen delen en verder uitbouwen is effectief: op die manier wordt er ook werk gemaakt van het samen construeren van visies en betekenissen.

Individuele professionalisering versus professionalisering in team:

Om goed onderwijs te kunnen blijven verzekeren, dienen de leden van schoolteams er over te waken dat hun individuele pedagogisch-didactische en inhoudelijke deskundigheid op peil blijft. Tegelijkertijd moeten ze ook als team – via adequate vormen van samenwerking en collegiale afstemming – hun collectieve verantwoordelijkheid blijven waarmaken (Kelchtermans).

Professionalisering on-the-job versus off-the-job:

Als lerarenopleider brengt men zeer veel tijd door al lesgevend. In deze lesmomenten liggen ook heel veel leerkansen. Professionalisering on-the-job moet het mogelijk maken dat men van elkaar leert op de werkplek zelf, bijvoorbeeld door peer observatie en coaching. Dat zou ook het argument dat men geen tijd heeft voor professionalisering enigszins moeten counteren. Professionalisering off-the-job kan anderzijds zeer effectief zijn omdat men uit zijn/haar comfortzone wordt gehaald en de blik door contact met externen verruimd kan worden. Voor sommige lerarenopleiders is het ook minder bedreigend om buiten de werkplek te werken aan de eigen professionele ontwikkeling. Daarnaast kan het inhuren van een externe expert de nodige en ontbrekende expertise binnen de eigen instelling juist aanleveren.

Wanneer is professionalisering effectief?

Effectieve professionalisering houdt rekening met volgende zaken:

- Doel van professionalisering: waarom doen we dit?

- Doelgroep: voor wie organiseren we dit?

- Kostprijs: hoeveel zal het ons kosten? (kan eventueel ook in tijd worden uitgedrukt) - Impact: welk verschil zal dit maken?

Als er binnen de onderwijsinstelling zelf geen draagvlak is voor de latere implementatie van de ontwikkelde expertise dan zal de professionalisering ook tot niets leiden.

Mogelijke gevolgen voor de werking/het aanbod van navormingsinitiatieven binnen ons expertisenetwerk:

Als expertisenetwerk wensen wij werk te maken van volgende zaken:

- Meer inzetten op professionalisering in team, dan enkel individuele professionalisering (bijvoorbeeld door het verplicht te maken dat mensen met minstens 2 van één schoolteam aanwezig zijn).

- Meer inzetten op transfer waarborgen van ontwikkelde expertise: opvolgen van wat er na een project/werkgroep/navormingsinitiatief effectief gedaan wordt met het geleerde op de

werkvloer zelf.

- Meer inzetten op interne professionaliseringstrajecten: door het faciliteren en ondersteunen van interne professionaliseringstrajecten binnen de partnerinstellingen (bijvoorbeeld

begeleiden van peerobservatie en coaching binnen de partnerinstellingen zelf) en zo ook de partnerinstellingen stimuleren in hun ontwikkeling tot lerende organisaties.

- Belang van draagvlak creatie voor projecten/werkgroepen/navormingsinitiatieven: bij de ontwikkeling van al onze initiateven dienen de instellingshoofden van de partnerinstellingen zoveel mogelijk betrokken te worden.

- Evalueren van navormingsinitiatieven: bij het evalueren van onze initiatieven dienen we ook te kijken naar de uiteindelijke impact van deze initiateven en deze ook trachten na te gaan.

Binnen ons expertisenetwerk maar ook in samenspraak met de andere expertisenetwerken wensen we bewust in te zetten op het creëren van een ruimte/structuur waarbinnen het als lerarenopleider mogelijk is om te netwerken met andere lerarenopleiders. Daar komt nog bij dat de belangstelling voor netwerken naadloos aansluit bij nieuwe inzichten over professionalisering. Informeel leren wordt steeds meer gezien als een belangrijke manier van professionaliseren naast het meer formele leren in een gerichte opleiding en het georganiseerde, non-formele leren in cursussen en trainingen. Veel van wat we leren, leren we immers al doende, in de praktijk, spontaan, min of meer toevallig. Heel vaak gebeurt dat samen met anderen: we kijken af, vragen hulp, krijgen feedback.

Ons expertisenetwerk wenst bewust tijd en ruimte vrij te maken voor netwerkleren. Netwerkleren is een vorm van informeel leren die in een bepaald sociaal verband plaatsvindt. Bood, Coenders en Van Luin (2010) beschrijven netwerkleren als leren dat wordt vormgegeven door professionals zelf, die daarbij verschillende disciplines en sectoren doorkruisen. Netwerkleren kan gezien worden als een persoonlijke en actieve manier van leren waarbij leraren bewust, gericht gebruikmaken van hun relaties.

Het gaat om het verbinden van elkaars praktijken, om samen oplossingen te zoeken voor zaken waar je op dat moment in je werk tegenaan loopt (De Laat & Coenders, 2011). Door anderen te betrekken bij je leervraag maak je gericht gebruik van elkaars kennis, ervaringen en zienswijzen. Juist voor leraren bieden netwerken hiermee mogelijkheden om van andere collega’s te leren, hoewel ze er tijdens hun werkzaamheden in de klas meestal alleen voor staan en dus maar weinig echt in teamverband werken (Wassink & Goes-Daniëls, 2011).

Literatuur

Bood, R., Coenders, M., & Luin, A. van (2010). Netwerkleren, omgaan met gemene problemen. Gouda:

Habiforum.

Coenders, M., & Laat, M.F. de (2010). Netwerkleren in het onderwijs: professionalisering in de praktijk.

MESO focus 78. Deventer: Kluwer.

Dekeyser, L., & Baert, H. (1999). Projectonderwijs: leren en werken in groep. Leuven: ACCO.

Goes-Daniëls, M., Delea, P., & Laat, M.F. de (2010). Onderzoek naar de succes- en faalfactoren bij het leernetwerk Consortium vmbo-mbo. Heerlen: Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum.

Laat, M.F. de (2008). Netwerkleren, een haalbaarheidsstudie naar de kansen voor netwerkleren als vorm van professionalisering voor leraren [Networked learning: A feasibility study on networked learning for teacher professional development]. Heerlen: Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum.

Laat, M.F. de, & Coenders, M. (2011). Communities of Practice en netwerkenleren. In: J. Kessels & R.

Poell (Eds.), Handboek human resource development: Organiseren van het leren (pp. 417- 428). Houten:

Bohn Stafleu van Logum.

Leenheer, P., & Schollaert, R. (2011). Spirals of Change. Educational change as a driving force for school improvement. Leuven: Lannoo Campus.

März, V., Snauwaert, I., Kelchtermans, G. (2012). Professionalisering in praktijk. Evaluatie van het professionaliseringsbeleid van basis- en secundaire scholen. Brussel: Vlaamse Overheid, departement onderwijs en vorming.

Wassink, H., & Goes-Daniëls, M. (2011). Een vliegende start voor netwerkleren. Opleiding en Ontwikkeling, 2, 45-50.

Contactgegevens

Expertisenetwerk ‘School of Education’ AssociatieKU Leuven Dekenstraat 6 - postbus 4067, 3000 Leuven

016 / 32 88 75

info@schoolofeducation.eu - www.schoolofeducation.eu

Of u kunt ook rechtstreeks contact opnemen met een medewerker van het ENW SoE

Wim Bergen (voorzitter)

Hertogstraat 178, 3001 Heverlee 016 / 37 56 05

wim.bergen@schoolofeducation.eu

Willy Brion (ondervoorzitter)

Campus Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel 014 / 56 23 22

willy.brion@schoolofeducation.eu

Johan Deklerck (beheerder)

Charles Deberiotstraat 36 - postbus 5205, 3000 Leuven 016 / 32 94 04

johan.deklerck@schoolofeducation.eu

Ann Martin (coördinator)

Dekenstraat 6 - postbus 4067, 3000 Leuven 016 / 32 88 76

ann.martin@schoolofeducation.eu

Lotte Brants (stafmedewerker)

Dekenstraat 6 - postbus 4067, 3000 Leuven 016 / 32 88 74

lotte.brants@schoolofeducation.eu

Els Castelein (stafmedewerker)

Dekenstraat 6 - postbus 4067, 3000 Leuven 016 / 32 88 73

els.castelein@schoolofeducation.eu

Eveline Declercq (administratieve medewerker) Dekenstraat 6 - postbus 4067, 3000 Leuven 016 / 32 88 75

eveline.declercq@schoolofeducation.eu

Frederik Maes (stafmedewerker) Xaverianenstraat 10, 8200 Brugge 050 / 30 51 43

frederik.maes@schoolofeducation.eu