• No results found

ADVISEURS VOOR LEEFRUIMTE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ADVISEURS VOOR LEEFRUIMTE"

Copied!
108
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

LEEFRUIMTE

(2)
(3)

Jutphaas - Wijkersloot

bestemmingsplan

identificatie

identificatiecode;

NUMRO.0356.BPJW2017-VA03

projectnummer:

035600.20150579

opdrachtleider:

drs. W.Kraaijeveld

aangesloten bij:

liiBüE BNSP

planstatus

datum:

02-08-2016 04-01-2017 06-11-2017 22-02-2018

status:

concept voorontwerp ontwerp vastgesteld

Delftseplein 27b postbus 150 3000 AD Rotterdam T: 010-2018 555 E-mail: info@rho.nl

R

Rho

ADVISEURS VOOR

LEEFRUIMTE

(4)
(5)

Toelichting

Hoofdstuk 1

1.1 1.2 1.3 1.4

Hoofdstuk 2

2.1 2.2 2.3

Hoofdstuk 3

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11

Hoofdstuk 4

4.1 4.2 4.3 4.4

Hoofdstuk 5

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6

Hoofdstuk 6

6.1 "

6.2

Inleiding

Waarom een nieuw bestemmingsplan?

De ligging van het plangebi Vigerende bestemmingsplannen Leeswijzer

Visie op het plangebied

Inleiding

Ruimtelijke en functionele hoofdstructuur Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Omgevingsaspecten

Inleiding

Verkeer, vervoer en parkeren Wegverkeerslawaai

Waterhuishouding Ecologie

Landschap, cultuurhistorie en archeologie Bedrijven en milieuhinder

Externe veiligheid Luchtkwaliteit Bodem

Planologisch relevante kabels en leidingen

Beleidskader

Inleiding Rijksbeleid

Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid

Juridische opzet

Wettelijk kader

Opzet van de bestemmingsregeling Toelichting op de inleidende regels Toelichting op de bestemmingen Toelichting op de algemene regels

Toelichting op de overgangsrecht en slotregels

Uitvoerbaarheid

ïconomische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7

7 7 8 8

9

9 9 13

15

15 15 16 16 19 22 30 31 34 36 37

39

39 39 40 43

57

57 57 58 59 62 63

65

65 65

Rho i mte 035600.20150579

(6)

Bijlage 1

Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7

Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Verkennend bodemonderzoek Juko-terrein Verkennend bodemonderzoek Vredebestlaan 23 Gebouwd erfgoed, historische landschappen Nota beantwoording inspraak

Nota beantwoording vooroverlegreacties

tho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(7)

Rho

ADVISEURS VOOR

LEEFRUIMTE

(8)
(9)

1.1 Waarom een nieuw bestemmingsplan?

De Wet ruimtelijke ordening bevat de opdracht om bestemmingsplannen actueel te houden, dat wil zeggen niet ouder dan 10 jaar. Het bestemmingsplan Jutphaas - Wijkersloot uit 2008 dient daarom geactualiseerd te worden. Het plangebied is daarbij iets uitgebreid, waardoor het inmiddels vastgestelde gemeentelijk beschermd dorpsgezicht voor Jutphaas geheel binnen de begrenzing van dit

bestemmingsplan valt.

Dit nieuwe bestemmingsplan heeft als doel om een eenduidige en samenhangende

juridisch-planologische regeling voor het plangebied tot stand te brengen. Het bestemmingsplan richt zich voornamelijk op beheer van de bestaande situatie en het vastleggen van de functionele en ruimtelijke structuur. Daarnaast worden enkele nieuwe elementen aan het plan toegevoegd, als gevolg van nieuwe wensen en initiatieven vanuit de omgeving.

In het plan zijn de wijzigingen in de wet- en regelgeving en het beleid van de verschillende overheden op het gebied van de ruimtelijke ordening, die zich in de loop van de tijd hebben voorgedaan, verwerkt.

Met dit bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij recent tot stand gekomen bestemmingsplannen binnen de gemeente Nieuwegein, om de uniformiteit van bestemmingen en regelgeving te bevorderen.

1.2 De ligging van het plangebied

Het plangebied van het bestemmingsplan Jutphaas - Wijkersloot wordt gevormd door de wijken Jutphaas en Wijkersloot en het beschermd dorpsgezicht Jutphaas. Bij het ontwerpbestemmingsplan Jutphaas-Wijkersloot is gekozen om het bedrijvengebied Herenstraat/Kruyderlaan uit dit

bestemmingsplan te halen. Hiervoor zal eerst een beheersverordening worden vastgesteld, waarna de bestemmingsprocedure zal worden hervat. Voor de samenhang is in de toelichting wel ingegaan op dit bedrijvengebied.

De grenzen van het gebied worden gevormd door:

• in het noorden: de Nedereindseweg, Monseigneur G.W. van Heukelumstraat en Buxtehudelaan;

• in het oosten: de Utrechtsestraatweg, Herenstraat, Hildo Kropstraat en Kruyderlaan;

• in het zuiden: de Noordstedeweg;

• in het westen: de A.C. Verhoefweg.

Figuur 1.1 duidt de ligging van het plangebied aan.

Khoadv eurs voor leef ruim 03500.20150579

(10)

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Het bestemmingsplan Jutphaas - Wijkersloot vervangt de volgende bestemmingsplannen:

Bestemmingsplan Jutphaas Wijkersloot 2006 Zuilenstein - Huis de Geer (deels) Sectorplan Standplaatsen

Vastgesteld 19 maart 2008 12 juli 2008 19 februari 2015

1.4 Leeswijzer

Dit bestemmingsplan bestaat uit twee gedeelten: de toelichting en de regels. Het eerste gedeelte betreft de toelichting van dit bestemmingsplan. Hierin wordt na de inleidende paragrafen van Hoofdstuk 1, in Hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de bestaande situatie en wordt de visie op het

plangebied gegeven. In Hoofdstuk 3 wordt getoetst aan de sectorale (omgevings)aspecten. Hoofdstuk 4 geeft de relevante beleidskaders weer. De juridische opzet van het plan wordt in Hoofdstuk 5

uiteengezet en ten slotte wordt in Hoofdstuk 6 de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid verantwoord.

De Regels behorende bij dit bestemmingsplan staan in het tweede deel. Naast toelichting en regels bestaat het bestemmingsplan uit een verbeelding.

Rho adviseurs voor leefruimte 03560 .201505,

(11)

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de bestaande ruimtelijke en functionele situatie van het plangebied beschreven.

2.2 Ruimtelijke en functionele hoofdstructuur

De gemeente Nieuwegein ligt centraal in Nederland, op korte afstand van de stad Utrecht en verder omringd door de gemeenten IJsselstein, Houten, Utrecht en Vianen. Nieuwegein is ontstaan door suburbanisatie: mensen vanuit de grote steden gingen verhuizen naar het omliggende platteland. In 1958 ontstond hierdoor het plan om tussen de gemeente Jutphaas en de gemeente Vreeswijk een groeikern te bouwen. Dit heeft ertoe geleid dat de twee gemeenten werden samengevoegd in één gemeente, namelijk gemeente Nieuwegein. In een relatief korte periode is het gebied waar nu gemeente Nieuwegein ligt, verandert van een landelijk- naar een stedelijk gebied (zie figuur 2.1).

Nieuwegein heeft een oppervlakte van 2.565 hectare. Met 61.869 inwoners op 1 maart 2017, behoort gemeente Nieuwegein tot de meest verstedelijkte gemeenten van provincie Utrecht. De bebouwing van de gemeente wordt ingesloten door infrastructuur: in het noorden door rijksweg A12, in het oosten door de A27, rijksweg A2 in het westen en in het zuiden door de Lek.

Figuur 2.1: Het plangebied in 1958 en het gebied in 1988 (bron: topotijdreis

Rho adviseurs voor teef ruimte 035600.20150579

(12)

Ligging en begrenzing

Het plangebied ligt centraal in de gemeente Nieuwegein. Het bestaat uit het oude bebouwingslint van het voormalige dorp Jutphaas en de uitbreidingswijk Wijkersloot. Ten noorden grenst het plangebied aan de woonwijk Zuilenstein. Tussen de wijken in ligt de Nedereindseweg. Ten oosten ligt het Merwedekanaal en De Doorslag (voorheen Hollandse IJssel). Aan het water liggen aanlegsteigers voor pleziervaart en een aantal horecagelegenheden. Het water scheidt het plangebied van Fort Jutphaas, het Henkelterrein en het bedrijventerrein Plettenburg. Ten zuiden van het plangebied ligt het stadscentrum van Nieuwegein met daartussenin De Noordstedeweg. Ten westen wordt de wijk Batau Zuid gescheiden van het plangebied door de A.C. Verhoefweg.

Functionele hoofdstructuur

Het plangebied bestaat grotendeels uit woongebied. Er zijn diverse typen woningen aanwezig, zoals vrijstaande villa's, geschakelde woningen en appartementen. Daarnaast zijn verschillende

niet-woonfuncties aanwezig, zoals scholen, horeca, sportzalen en winkelgebieden.

De horeca concentreert zich met name langs de Herenstraat. Langs de Herenstraat en Nedereindseweg liggen verspreid ook een aantal winkels. Daarnaast zijn in het plangebied twee planmatig gerealiseerde buurtwinkelcentra aanwezig: Nedereind en Makado.

Van oudsher komt in Jurtphaas - Wijkersloot ook bedrijvigheid voor. Dit is met name in het zuidoosten van de wijk, waar een bedrijventerrein ligt. Hierop liggen ook aanverwante functies zoals een

bouwmarkt en garagebedrijven. Wel transformeert het bedrijventerrein steeds meer naar een

woonfunctie. Het bedrijventerrein maakt geen onderdeel uit van het bestemmingsplan. Voor het gebied wordt een afzonderlijk bestemmingsplan voorbereid.

Een overzicht van de functies is weergegeven in figuur 2.2

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(13)

Bouwstijlen (woningen)

| | tot ±1900

~3 ±1900 tot ±1950

^ j ± 1950 tot ± 1970

~ 1 ± 1970 tot ± 1985

"Jl ± 1985 tot ± 2000

I ± 2000 tot nu Overige

I historisch lint l hoofdwegenstructuu I. trambaan I water

waardevol groen

Functies gebouwen

J culti a en ontspanning J bedrijven en groothandel

| detailhandel

_ [ kantoren en congresgebouwen

| maatschappelij Toegevoegde t ementen

i^C beeldbepalende plek en/of gebouv

B j bijzondere architectuur en/of stedenbouw

| particuliei kavelbel wving I hoogbouw (6+)

[ monumei

i beschermd dorpsgezicht

Figuur 2.2 Functies en woonbebouwing Jutphaas Wijkersloot (bron: Nota Ruimtelijke Kwaliteit) Ruimtelijke hoofdstructuur

Rho advise rs voor leefruimU 035i 1.20150579

(14)

Ruimtelijk bestaat het plangebied uit 2 delen. Aan de oostkant ligt de bebouwing van het oorspronkelijke dorp Jutphaas. Dit betreft lintbebouwing, gericht op de Herenstraat en h<

Merwedekanaal, die organisch is ontstaan. De bebouwing bestaat daardoor uit individuele panden, grotendeels opgebouwd uit twee lagen en afgedekt meteen kap. Aan weerszijden van de Rijnhuizerbrug is de bebouwing geschakeld. Verder naar het zuiden wordt de bebouwing steeds losser en gaat over in vrijstaande villa's.

Het deel van het plangebied ten westen van Jutphaas is planmatig gerealiseerd. Dit deel van het

plangebied bestaat uit gevarieerde buurten met afwisselend (geschakelde) eengezinswoningen en ruime appartementen in (hoogbouw)flats (zie figuur 2.3). Over het algemeen heeft de wijk de kenmerken van woonwijken uit de jaren '60: laagbouw in rechthoekige stroken met een open ruimtelijke structuur en enkele hoogbouwlocaties.

In het zuidoosten van het plangebied, tussen de Heren at en Kruyderlaan ligt een bedrijventerrein,, Vanwege de verschillende eig :naren hebben de bedrijfspercelen verschillende grootten. Dit gebied is vrij intensief bebouwd met bedi ïbebouwing, overwegenc opgericht in één tot twee bouwlagen en plat afgedekt.

Figuur 2.3: Impressie plangebied en omgeving

r/70 adviseurs voor leefruimte 035 20150579

(15)

2.3 Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

2.3.1 Algemene uitgangspunten

Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Dit houdt in dat de bestaande ruimtelijke en functionele situatie voorzien wordt van een passende bestemmingslegging. Voor het openbaar gebied betekent dit dat het groen, de watergangen en de wegen en straten als zodanig zijn bestemd.

Ook voorzieningen zijn specifiek bestemd: bijvoorbeeld als Maatschappelijk of Centrum, Gemengd etc.

Voor de woonpercelen vormen de geldende planologische rechten het uitgangspunt. Bij woonpercelen kunnen uitbreidingen plaatsvinden in de vorm van bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen en bijgebouwen) binnen bepaalde randvoorwaarden en andere toevoegingen zoals dakkapellen.

Op de verbeelding zijn bouwvlakken opgenomen binnen de bestemmingen. Binnen het bouwvlak mag het hoofdgebouw (= de woning exclusief bijbehorende bouwwerken) gebouwd worden. In de regels is verder voor bijbehorende bouwwerken bepaald welke afstanden tot zij- en achtererfgrenzen dienen te worden aangehouden.

Specifieke uitgangspunten

Ten aanzien van het vigerende bestemmingsplan plan zijn daarnaast een aantal onderwerpen aan dit bestemmingsplan toegevoegd:

• Met betrekking tot de mogelijkheden voor uitbreiding/erfbebouwing op het zij-, achter- en voorerf wordt zoveel mogelijk aangesloten op andere bestemmingsplannen in de gemeente Nieuwegein.

• De terminologie van de planregels is aangepast aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)endeSVBP2012.

• Verleende vrijstellingen en afwijkingen zijn op het kaartbeeld en in de regels verwerkt.

• Het paraplubestemmingsplan voor bestaande standplaatsen is verwerkt in de planregeling.

• Vanwege het vervallen van de stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de

parkeernormenbepaling) in de bouwverordening, wordt voor de parkeernormenbepaling in het bestemmingsplan verwezen naar de gemeentelijke parkeernota.

• Het bestemmingsplan is afgestemd op actueel gemeentelijk beleid ten aanzien van ruimtelijke/planologische aspecten waaronder de archeologische beleidskaart, het

Groenstructuurplan Nieuwegein en de regeling voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven.

• Nieuwe kantoren zijn niet meer toegestaan. Bestaande kantoren zijn gerespecteerd en mogelijk gemaakt met een specifieke maatbestemming.

• Woonfuncties binnen de bestemmingen Centrum en Gemengd worden - in tegenstelling tot de meeste vigerende regelingen - ook op de begane grond toegestaan, met uitzondering van de winkelcentra Makado en Nedereind. Binnen sommige vigerende bestemmingen zijn woonfuncties overigens al wel toegestaan op de begane grond. Hiervoor was dan de aanduiding 'wonen' opgenomen. In het voorliggende bestemmingsplan is dus binnen Centrum en Gemengd - 2 wonen algemeen toegestaan. De bestemming Gemengd - 3 is gegeven aan de percelen die in het vigerende bestemmingsplan de bestemming 'Kantoor' hadden. In aanvulling hierop is nu ook de functie dienstverlening mogelijk. Wonen is echter niet mogelijk binnen deze bestemming.

• Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet meer toegestaan. Bestaande bedrijfswoningen zijn gerespecteerd en mogelijk gemaakt met een specifieke functieaanduiding.

• Het gemeentelijk beschermd dorpsgezicht Jutphaas is in dit bestemmingsplan beschermd door middel van een specifieke dubbelbestemming.

• Monumenten en karakteristieke panden zijn in het bestemmingsplan aangeduid door middel van een specifieke bouwaanduiding. Voor niet monumentale panden is een beschermingsregime opgenomen.

iviseursvoor '.efruimte 035600^0150579

(16)

2.3.3 Transformatie naar wonen Bedrijvengebied Herenstraat / Kruyderlaan

Het bedrijvengebied Herenstraat/ Kruyderlaan zal op termijn steeds meer getransformeerd kunnen worden naar een woon/werkgebied. Hiervoor is in 2007 de notitie Kruyderlaan-Herenstraat door de raad vastgesteld. Deze notitie bevat een visie over hoe om te gaan met particuliere initiatieven om woningbouw te realiseren in het gebied en geeft daarbij richtlijnen mee aan initiatiefnemers. Het gebied is deels functioneel en visueel verouderd. Gebleken is dat in de afgelopen periode het lastig is om binnen deze kaders particuliere initiatieven te ontplooien. Daarom zijn geactualiseerde richtlijnen voor het gebied nodig. In het voorontwerpbestemmingsplanfase is bezien in hoeverre nieuwe richtlijnen voor het gebied opgesteld konden worden.

Op basis van onder andere de ingediende inspraakreacties voor het bedrijvengebied is voorlopig een pas op de plaats gemaakt. Het gebied is daarom uit de begrenzing van het plan gehaald. De gemeente gaat de mogelijkheden voor het gebied verder onderzoeken en waar nodig met de indieners bespreken. Voor het gebied zal in eerste instantie een beheersverordening worden opgesteld. Daarna zal de procedure van het (voor)ontwerpbestemmingsplan van het bedrijvengebied weer worden opgepakt. De

uiteindel jke besluitvorming van de (concept) spelregels voor particuliere initiatieven in dit gebied zal ook aan deze procedure worden gekoppeld.

Overige transformatiegebieden

Ook in het overige plangebied van Jutphaas-Wijkersloot zijn ontwikkellocaties voor wonen in beeld.

Deze locaties hadden in het voorontwerp bestemmingsplan de voorlopige bestemming

'Ontwikkellocatie wonen' gekregen. In het bestemmingsplan is voor de locaties gekozen voor de hierna beschreven bestemmingslegging:

• Vredebestlaan 23: bestemming Wonen zonder bouwvlak;

• Mondriaanlaan: de geldende bestemming Maatschappelijk is overgenomen;

• Jukoterrein, bestemming wonen, zonder bouwvlak;

• Kerkveld 63: ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor woningen. Deze is verwerkt in het bestemmingsplan;

8 Nedereindseweg 149: ter plaatse wordt het geldende bouwvlak met de bestemming Wonen weer opgenomen voor kadastrale perceel 12742.

• Hoek Herenstraat/Armensteeg: ter plaatse wordt de vigerende bestemming en het bouwvlak overgenomen door opname van de bestemming 'Centrum'. Tevens wordt de aanduiding 'karakteristiek - 3' opgenomen voor het bestaande pand.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(17)

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de omgevingsaspecten die van invloed zijn op het plangebied. Per aspect wordt eerst de algemene relatie met dit bestemmingsplan aangegeven.

Vervolgens wordt specifiek ingegaan op de situatie in het plangebied.

3.2 Verkeer, vervoer en parkeren

Verkeersstructuur Gemotoriseerd verkeer

Hoofdkenmerk van de verkeersstructuur in het plangebied is een rechthoekig patroon met een hiërarchisch systeem van wijk- en buurtwegen en woonstraten. In de loop van de tijd hebben aanpassingen van de wegenstructuur plaatsgevonden. Door het instellen van maatregelen als éénrichtingsverkeer en het aanbrengen van wegversmallingen is de functie als doorgaande

verkeersverbinding van de Nedereindseweg, de Herenstraat en de Mendes da Costalaan verdwenen.

De A.C. Verhoefweg in het westen van het plangebied betreft een gebiedsontsluitingsweg met een maximum snelheid van 70 km/u. De Noordstedeweg, Richterslaan en een gedeelte van de Sluyterslaan hebben een maximum snelheid van 50 km/ u. Alle overige wegen zijn erftoegangswegen met een maximum snelheid van 30 km/u

Langzaam verkeer

Door het plangebied lopen twee hoofdfietsroutes. De Herenstraat maakt deel uit van de noord-zuid gerichte hoofdfietsroute in de doorgaande verbinding tussen Vianen en IJsselstein via Nieuwegein naar Utrecht. Daarop sluit een oost-west lopende fietsroute aan via de Nedereindseweg richting Montfoort en De Meern. Als secundaire ontsluitende fietsroutes kunnen nog worden onderscheiden: de Mendes da Costalaan, de Sluyterslaan/Zwanenburgstraat, de Richterslaan/Hildo Kropstraat en de

Noordstedeweg.

Naast gebruik van het bestaande profiel in de woonstraten zijn fietssuggestiestroken aanwezig langs een aantal bredere doorgaande wegen. Aparte, vrijliggende fietspaden zijn onder andere aanwezig tussen de Mendes da Costalaan en de Noordstedeweg en in de groenzone aan de westzijde van het plangebied.

Openbaar vervoer

Door het plangebied loopt een aantal buslijnen die het plangebied ontsluiten. Deze buslijnen lopen via de Noordstedeweg, de Sluyterslaan en de Zwanenburgstraat. Westelijk langs het plangebied loopt de sneltramlijn. Direct ten noorden van de Richterslaan is de tramhalte Wijkersloot gelegen die als verzorgingsgebied een belangrijk deel van de wijk bedekt.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(18)

Parkeren

Het parkeren binnen het plangebied is op verschillende wijze vormgegeven. In de gebieden met laagbouw/woningen is hoofdzakelijk sprake van langsparkeren. De gebieden met zowel laagbouw als gestapelde woningen kennen parkeren in hofjes. Grotere parkeerterreinen met geconcentreerde parkeerplaatsen zijn te vinden bij de hoogbouw aan het Nijpelsplantsoen, het Wenckebachplantsoen en het Van Herwijnenplantsoen, bij de winkelcentra Nedereind en Makado en bij de sneltramhalte,

3.3 Wegverkeerslawaai

Toetsingskader

Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidshinder vanwege de weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen- of buitenstedelijke ligging. Toetsing in het kader van een bestemmingsplan aan de Wet geluidhinder is alleen aan de orde indien nieuwe geluidgevoelige bestemmingen - zoals woningen - mogelijk worden gemaakt.

Onderzoek en conclusie

Er worden geen nieuwe geluidsgevoelige ontwikkelingen, zoals woningen, mogelijk gemaakt in het plangebied. Tevens vinden er geen reconstructies van wegen plaats of worden nieuwe wegen aangelegd. Door het uitblijven van deze ontwikkelingen kan een toetsing aan de Wet geluidhinder achterwege blijven.

3.4 Waterhuishouding

Waterbeheer en watertoets

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van zowel het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden als Rijkswaterstaat. Beide instanties zijn verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en

waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van deze waterparagraaf wordt overleg gevoerd met de waterbeheerders over deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

• Kaderrichtlijn Water (KRW) Nationaal:

• Nationaal Waterplan (NW)

• Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)

• Waterwet Provinciaal:

• Provinciaal Waterplan

• Provinciale Structuurvisie

• Verordening Ruimte

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(19)

Waterschapsbeleid Waterkoers 2016-2021

Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden heeft haar ambities en langetermijnvisie vastgelegd in het waterbeheerplan Waterkoers 2016-2021 (http://www.waterschaponline.nl/hdsr/). De Waterkoers is een koersdocument om te sturen op hoofdlijnen met als overkoepelende doel 'Samen werken aan een veilige, gezonde en prettige leefomgeving'. In de Waterkoers wordt op een niet-planmatige manier over het waterschapswerk gesproken. Waterschapswerk is hierbij breder dan enkel beheer van water.

Water is een belangrijke pijler van een veilige, gezonde en prettige leefomgeving. Vanuit die

achtergrond werkt Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden samen met de ruimtelijke ordening aan bescherming tegen overstromingen, een gezond grond- en oppervlaktewatersysteem en het

zuiveren van afvalwater.

Ruimtelijke adaptatie

Het klimaat verandert: Hogere temperaturen, een sneller stijgende zeespiegel, nattere winters, heftigere buien en kans op drogere zomers. Daar moeten we ook, volgens het KNMI, in de toekomst in Nederland rekening mee houden. De verwachting van het KNMI is dat het klimaat in Nederland in 2050 ongeveer overeen zal komen met het huidige klimaat in Zuid-Frankrijk. Maar ook nu al is de

klimaatverandering merkbaar.

Extreme neerslag, droogte en hitte kunnen leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Dit geeft aanleiding om aanpassing van de inrichting van de bebouwde omgeving aan het veranderende klimaat te agenderen en aan te werken. Dit beleid is in 2015 vastgelegd in de Deltabeslissing voor Nederland. In de deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie heeft het Deltaprogramma voorstellen opgenomen om de ruimtelijke inrichting van Nederland klimaatbestendig en waterrobuust te maken. Alle overheden en marktpartijen zijn daar samen verantwoordelijk voor. De Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie heeft als doel:

• De bebouwde omgeving is in 2050 nog steeds aantrekkelijk om te leven;

• Uiterlijk in 2020 zijn ruimtelijke ingrepen klimaatbestendig opgebouwd en getoetst.

Nieuwegein heeft de landelijke en regionale Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie van het

Deltaprogramma ondertekend. Met de ondertekening gaan betrokkenen een inspanningsverplichting aan om ai in de periode van 2015 tot 2020 invulling te geven aan de opgave. Bij nieuwbouw,

herinrichting of renovatie worden al zoveel mogelijk maatregelen uitgevoerd die kostenneutraal of tegen geringe kosten uitgevoerd kunnen worden. Eind 2017 wordt een visie opgesteld.

Gemeentelijk beleid

Het Waterplan van Nieuwegein is in samenwerking met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en waterleidingbedrijf Vitens opgesteld en bestaat uit twee delen. In 2004 is de Watervisie Nieuwegein vastgesteld, de beleidsvisie op het waterbeheer van de gemeente. Vervolgens is het ingezette beleid van de Watervisie uitgewerkt naar concrete maatregelen op het gebied van de waterkwaliteit en het waterbeheer. In 2011 is de eerste uitvoeringsnota Waterplan 2006-2010 geëvalueerd. Op basis hiervan heeft het college van besloten om jaarlijks een jaarplan Water op te stellen. Door ieder jaar een nieuwe uitvoeringsnota op te stellen in plaats van voor meerdere jaren kan beter ingespeeld worden op nieuwe ontwikkelingen of nieuw beleid. De watervisie is nog steeds actueel en de Structuurvisie Nieuwegein 2030 voegt hier waardevolle nieuwe elementen aan toe. Samen met de watervisie uit 2004 vormt het jaarplan Water 2017 het Waterplan van Nieuwegein.

Met het waterbeleid en de maatregelen streeft de gemeente naar een watersysteem met voldoende capaciteit en een grote belevingswaarde. Dit betekent dat de waterkwaliteit van het oppervlaktewater goed is en dat er geen overlast meer ondervonden wordt. Daarnaast wil de gemeente ook de aandacht voor het thema water onder haar inwoners vergroten.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(20)

Huidige situatie Algemeen

Het plangebied omvat de wijken Jutphaas en Wijkersloot. Vanwege de ligging binnen de bebouwde kom van Nieuwegein is het plangebied grotendeels niet gekarteerd (figuur 3.1). Het noordoostelijke deel van het plangebied (langs de Herenstraat/Utrechtsestraatweg) bestaat uit klei met zware tussenlaag of ondergrond. Naast deze ondergrond bestaat de bodem in de directe omgeving uit klei op veen en lichte klei met homogeen profiel. In de omgeving komen met name grondwatertrappen III, VI en V voor (figuur 3.2).

BEBOi

■ 16 Lichte klei met homogeen profiel

■ 17 Klei met zware tussenlaag of ondergrond

■ 18 I lei op veen Figuur 3.1 Bodem plangebied (rode markering) en omgeving

I ffl = H <40 L 80-120

► IV = H >40 L 80-120 I V = H <40 L >120

VI = H 40-80 L >120 Figuur 3.2 Watertrappen plangebied (rode markering) en omgeving

Waterkwan titeit

Door het plangebied lopen primaire watergangen met een beschermingszone van 5 m. In de

noordoostelijke hoek van het plangebied (Utrechtsestraatweg) loopt ook een tertiaire watergang met een beschermingszone van 2 m. Binnen deze beschermingszones gelden beperkingen voor bouwen en aanleggen om onderhoud aan de watergangen mogelijk te houden.

Veiligheid en waterkeringen

Langs het Merwedekanaal en De Doorslag ligt een strook die dienst doet als waterkering. Binnen deze zones gelden beperkingen voor bouwen en aanleggen om te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(21)

Afvalwaterketen en riolering RjvaiwaierKeien en noienng

Het plangebied is aangesloten op de gemeentelijke riolering*:

Toekomstige situatie

Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de

waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer

waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse

verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

fl/atervergunning

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij de waterbeheerder (het waterschap of Rijkswaterstaat) vergunning te worden aangevraagd. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het

oppervlaktewater. Daarnaast dienen beschermingszones voor watergangen en waterkeringen in achtte worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van de waterbeheerder gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd.

Bij het afwegen van alle rivierkundige en/of veiligheidsbelangen voor het bepalen of een

watervergunning kan worden afgegeven, richt het waterschap zich in het rivierbed voornamelijk op de toetsing van de belangen/veiligheid van de primaire waterkeringen en Rijkswaterstaat op de

rivierkundige belangen op het gebied tussen de dijken.

Conclusie

Het bestemmingsplan heeft geen gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.

3.5 Ecologie Toetsingskader

De Wet natuurbescherming (Wnb) beschermt Nederlandse natuurgebieden en planten- en diersoorten.

De wet geldt sinds 1 januari 2017 en vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. De provincies bepalen voor hun gebied wat wel en niet mag in de natuur. En zij zorgen voor de vergunningen en ontheffingen. De Rijksoverheid blijft verantwoordelijk voor het beleid van grote wateren en internationaal beleid.

Ook gemeenten kunnen specifiek beleid opstellen ten aanzien van de bescherming van natuur. De gemeente Nieuwegein heeft door het vaststellen van het Groenstruurplan met bijbehorende kaart de eigen ecologische verbindingzones aangeduid. De voor Nieuwegein belangrijke natuurgebieden en ecologische verbindingen zijn in deze beleidsnota beschreven en worden vastgelegd en beschermd via bestemmings- en andere ruimtelijke plannen.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(22)

Bescherming van gebieden

In de Wnb worden twee gebieden onderscheiden:

1. Natura-2000 gebieden;

2. Natuurnetwerk Nederland (NNN).

ad. 1 Natura-2000 gebieden

Dit zijn gebieden die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden. Voor deze gebieden gelden zogenoemde instandhoudingsdoelstellingen voor de leefgebieden van vogelsoorten

(Vogelrichtlijn) en instandhoudingsdoelstellingen voor de natuurlijke habitats en habitats van soorten (Habitatrichtlijn).

Een bestemmin dat afzonderlijk of in c< = met re plannen of prDJecte ignificante gevolgen kan hebben voor een Natura 2( 00-gebii d, kan uitsluitend vastgesteld worden indien uit een passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat het plan, onderscheidenlijk het project de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zal aantasten. Tevens is er aantal uitzonderingen van toepassing.

ad. 2 Natuurnetwerk Nederland (NNN)

Gebieden die deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) zijn aangewezen in de provinciale verordening. Voor dit soort gebieden geldt het 'nee, tenzij' principe, wat inhoudt dat binnen deze gebieden in beginsel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden.

Bescherming van dieren en planten

Het is belangrijk voor de natuur dat er veel verschillende planten- en diersoorten zijn. Sommige soorten zijn kwetsbaar, zoals vleermuizen en mussen. Een goede natuurbescherming is belangrijk. Wanneer het met de natuur goed gaat, is er ook meer ruimte voor economische en andere maatschappelijke activiteiten

Groenstructuurplan Nieuwegein

De gemeente Nieuwegein heeft het groenbeleid vastgelegd in het Groenstructuurplan Nieuwegein 20: 7. Dit bi eid heeft de volgende doelen:

• Vastleggen wat het 'groene geraamte' van Nieuwegein is, welk groen vormt en ondersteunt de visueel en ecologisch samenhangende ruimtelijke structuur van Nieuwegein en ondersteunt de thema's uit de structuurvisie.

• Beschrijven welk beeld, welke uitstraling gewenst is bij de verschillende onderdelen van deze groenstructuur.

• Kaders en uitgangspunten geven voor veranderingen van het openbaar gebied, gericht op behoud en verdere ontwikkeling van een kwalitatief goede en goed beheer(s)bare groenstructuur, waarin alle benodigde en gewenste functies een plaats krijgen.

• De groenstructuurplankaart vervangt het 'overzicht kapvergunningplichtige gebieden' bij de eerstvolgende wijziging van de Bomenverordening.

In de nota zijn drie functies benoemd die de 'ruggengraat' vormen van het groene geraamte: de ecologische verbindingen, de natuur en de stapstenen. De lokale ecologische verbinding vormt een belangrijke schakel tussen de gebieden met de functie natuur (kerngebieden) in de gemeente

Nieuwegein en daarbuiten. Die verbinding is van belang om een gezond netwerk te krijgen, dat bestand is tegen ziekten en plagen. Dat gezonde netwerk heeft ook zijn uitstraling naar de stapstenen in het 'Netwerk' en het openbaar groen in Nieuwegein dat buiten het 'Netwerk' valt.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(23)

Onderzoek

Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Op ruim 8 km ten zuidwesten van het plangebied ligt het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied Uiterwaarden Lek.

Jutphaas-Wijkersloot kent zowel grootschalige als kleinschalige (snipper) groenstructuren, zie figuur 3.3, Deze zijn door de gemeente in kaart gebracht in het Groenstructuurplan Nieuwegein 2017. De

grootschalige groenstructuren fungeren als 'stapstenen' (gebruiksgroen met natuurwaarde) voor de wijk. Het overig gebruiksgroen bestaat uit kleine(re) parkjes, speelterreinen, groenstroken met wandelpaden, losloopgebieden voor honden en dergelijke. Het heeft vooral recreatieve waarde. De belangrijke groenvoorzieningen zijn specifiek aangeduid in dit bestemmingsplan.

LEGEND*:

Lckale ecologische vercindinq

• Lokale erologischt ./ertinding

■ T? ontwikkelen, groen ajn*e:ic

■ toi te leggen verfcMirgszor:

■MtjLr

•5:apstcneri (gjbrutecroen nel -s'uumaarde'

•OvciijgouUsgiutJi

- Ho wegen

■ Wijkweyen - Kanaal - SUdiwater - Cultuurhistorie - Aankledingsgrcen

Figuur 3.3 Ligging plangebied t.o.v. Groenstructuurplan Nieuwegein

Het bestemmingsplan is consoliderend van aard, er worden geen concrete ontwikkelingen voorzien.

Significant negatieve effecten zijn dan ook uitgesloten. De Wet natuurbescherming en het beleid van de provincie en gemeente staan de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.

Soortenbescherming

De huidige ecologische waarden zijn vastgesteld aan de hand van de gemeentebrede quickscan uit !011.

Flora

Uit de gemeentebrede quickscan blijkt dat onder andere de Brede Wespenorchis, Zwanenbloem en Tongvaren in het plangebied zijn gesignaleerd.

Vogels

In het plangebied komen de huismus en gierzwaluw voor. Deze soorten hebben verblijfplaatsen in gebouwen. Daarnaast zijn ook enkele keren de buizerd en roek waargenomen.

Rho adviseurs voor leefruimte 035 1201S0579

(24)

Zoogdieren

In het plangebied zijn zowel de laatvlieger als de gewone dwergvleermuis foeragerend waargenomen.

Ook is de gewone dwergvleermuis baltsend waargenomen. Het is mogelijk dat deze soorten verblijfplaatsen hebben in de bebouwing en oudere bomen in het plangebied.

Amfibieën

In het plangebied komen onder andere de vroedmeesterpad en gewone pad voor. Verder zijn er tijdens de gemeentebrede quickscan geen beschermde amfibieën in het plangebied waargenomen.

Vissen

De waterpartij van park Kokke Bogaard biedt leefgebied aan de bittervoorn. De aal en de kleine- en grote modderkruiper zijn niet in het plangebied gesignaleerd.

Conclusie

Het bestemmingsplan leidt niet tot negatieve effecten op beschermde natuurgebieden of beschermde soorten aangezien hetgeen nieuwe planologische ontwikkelingen mogelijk maakt. Er worden ook geen concrete ontwikkelingen voorzien. Het aspect ecologie vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoering van het plan.

3.6 Landschap, cultuurhistorie en archeologie Toetsingskader archeologie

De Nederlandse bodem zit vol met archeologische waarden. Met de ondertekening van het Europese verdrag van Valletta in 1992, een verdrag over behoud en beheer van het archeologische erfgoed, hebben de lidstaten zich tot doel gesteld het bodemarchief te beschermen. Met ingang van 1 september 2007 is het Verdrag van Valletta geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving door middel van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), waardoor het verdrag een juridisch fundament kreeg. Deze wijzigingswet heeft onder meer wijzigingen aangebracht in de Monumentenwet 1988. De Monumentenwet is op 1 juli 2016 deels (met een overgangstermijn tot de Omgevingswet) vervangen door de Erfgoedwet. Deze wet handelt over het aanwijzen van te beschermen cultureel erfgoed. Naast de Monumentenwet vervangt de Erfgoedwet ook andere wetten zoals de Wet tot behoud van

cultuurbezit. De Erfgoedwet kent een aantal nieuwe bepalingen. Het gaat om het vaststellen van een gemeentelijke erfgoedverordening en het bijhouden van een erfgoedregister. Ook dienen burgemeester en wethouders het voornemen om hun cultuurgoederen en verzamelingen te vervreemden bekend te maken. De Erfgoedwet bevat bovendien diverse veranderingen met lokale gevolgen, zoals de vervanging van de landelijke aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten door een rijksinstructie aan gemeenten. Onderdelen van de Monumentenwet 1988 die in 2021 naar de Omgevingswet overgaan, blijven van kracht tot die wet in werking treedt. De vuistregel voor de verdeling tussen de Erfgoedwet en de nieuwe Omgevingswet is:

• Roerend cultureel erfgoed en de aanwijzing van rijksmonumenten staat in de Erfgoedwet;

• De aanwijzing van ruimtelijk cultureel erfgoed (stads- en dorpsgezichten en cultuurlandschappen) en omgang met het cultureel erfgoed in de fysieke leefomgeving komt in de Omgevingswet.

Gemeentelijk archeologiebeleid

Om de gemeentelijke rol als beslissend bestuursorgaan adequaat te kunnen vervullen, is een gemeentelijk archeologiebeleid met een eigen (inhoudelijk en bestuurlijk) afwegingskader opgesteld.

De bij het beleid horende archeologische verwachtingskaart geeft op perceelsniveau inzicht in het voorkomen van bekende en te verwachten archeologische waarden. Daarnaast bevat de kaart een informatielaag met mogelijke diepteligging van de te verwachten archeologie en bodemverstoring. De archeologische verwachtingskaart vormt de basis voor een archeologische beleidskaart: aan de

verwachtingen worden voorschriften gekoppeld die inzichtelijk maken waar geen onderzoek nodig is en waar wel.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(25)

Deze beleidskaart vormt op zijn beurt de basis voor het aanpassen van bestemmingsplannen en bij de verlening van bouw- en aanlegvergunningen. Het archeologiebeleid van Nieuwegein onderscheidt tien verschillende waarden archeologie.

Onderzoek archeologie

Conform de beleidsadvieskaart gelden in het plangebied meerdere archeologische verwachtingen (figuur 3.4).

Voor het plangebied geldt grotendeels AWV 2. Dit houdt in dat bij bodemingrepen dieper dan 30 cm - Mv en plangebieden groter dan 500 m2 vroegtijdig inventariserend onderzoek nodig is. Voor het zuidoostelijke deel van het plangebied geldt AWV 6. Dit houdt in dat bij bodemingrepen dieper dan 150 cm -Mv en plangebieden groter dan 10.000 m2 vroegtijdig inventariserend onderzoek nodig is. Ook komt in het noordelijk deel van het plangebied AWV 1 voor. Dit houdt in dat bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -Mv vroegtijdig inventariserend onderzoek nodig is. Het noordoostelijk deel van het plangebied is volgens de beleidsadvieskaart een terrein van archeologische waarde. Ook hier geldt dat bij bodemingrepen dieper dan 30 cm - M v vroegtijdig inventariserend onderzoek nodig is. Tot slot is in het noordelijk deel van het plangebied een wettelij : beschermd monument gelegen waar

bodemingrepen niet zijn toegestaan. De verschillende archeologische waarden worden door middel van een passende dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' op de verbeelding weergegeven.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(26)

Archeologisch Waardevol Gebied (AWG)

^ ^ H AWG1: wettelijk beschermd archeologisch monifnent

AWG 2: terreinen van archeologische waarde

voorschriften in bestemmingsplan

geen bcdemingrepen toegestaan:

vergwning aanvragen bij de Rpsdenst voor het Oitureel Erfgoed (RCE)

bj bcdemingrepen dieper dan 30 cm -Mv. vroegtijdig inventariserend onderzoek

Archeologisch Waardevol Verwachtings- gebied (AWV)

^ ^ S AWV1

voorschriften in bestemmingsplan

b| boderringreper) dieper dan 30 cm -Mv: vroegtijdig inventariserend onderzoek

AWV 2

AWV 3

AWV 4

AWV 5

AWV 6

AWV 7

bj boderringrepen dieper dan 30 cm -Mv en plangebieden groter dan 500 nf:

vroegtijdig inventariserend onderzoek

b| boderringrepen dieper dan 150 cm -Mv en plangebieden groter dan £500 m2: vroegtijdig inventariserend onderzoek

b^boderm>grep€ndieperdan300cm44venptóngeb)edengrot«dan2500rrr vroegtijdig inventariserend onderzoek

b| boderringrepen dieper dan 30 cm -Mv en plangebieden groter dan 5.000 rrr.

vroegtijdig inventariserend onderzoek

bj boderring-epen dieper dan 150 cm -Mv en plangebieden groter dan 10.000 nP.

vroegte inventariserend onderzoek

b^ alle wat ibodemingre contact opnemen met Rijkswaterstaat

AWV 8 bjaltevtaterbcöerringrepencont3ctopnerr^rne<RakswatefS^

geen voorschiirteri

Figuur 3.4 Archeologische w a a r d e n plangebied (Bron: Beleidsadvieskaart Archeologie, g e m e e n t e Nieuwegein)

Toetsi skadei u l t u u r h i s t o r i e e n landschap Besluit ruimtelijke ordening

Per 1 ianuari 20 ; in het kader v in de lernis lumenten; Drg (l\ iet B ruiml ilijke ordening van =t Rijk opgenom< datgemeer lij het maken van bestemmingsplannen het aspect cultuurhistor expliciet moeten meewegen. Het besluit regelt dat de effecten van een initiatief op cultuurhi: orische waarden in een gebied inzichtelijk worden gemaakt en ruimtelijk worden afgewogen. Eventuele waarden kunnen, door middel van specifieke regels, worden vastgelegd in het plan.

Gemeentelijk beleid cultuurhistorie

Om adequaat invulling te kunnen geven aan de nieuwe taak van de gemeente om rekening te houden met binnen het bestemmingsplan aanwezige cultuurhistorische waarden, heeft de gemeente

Nieuwegein een cultuurhistorisch onderzoek laten uitvoeren (Jonge stad, oude kwaliteiten, Een interdisciplinaire studie naar het aardkundig, historisch-geografisch, historisch-bouwkundig en

stedenbouwkundig erfgoed in de gemeente Nieuwegein, RAAP, 2013). Het betreft een interdisciplinaire studie naar het aardkundig, historisch-geografisch, historisch-bouwkundig en stedenbouwkundig erfgoed in de gemeente Nieuwegein. Het onderzoek is gemeentebreed opgezet.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.201S057S

(27)

Hierdoor kunnen onder meer waardevolle structuren optimaal in beeld worden gebracht. Op basis van deze inventarisatie zal de gemeente haar cultuurhistorische beleid vormgeven en vaststellen.

Onderzoek cultuurhistorie en landschap

De onderstaande beschrijving is gebaseerd op het rapport 'Jonge stad, oude kwaliteiten',

Aardkundige elementen

In dit plangebied zijn geen aardkundige elementen aanwezig.

Historische geografie en landschap

De wijk Jutphaas - Wijkersloot is gebouwd in het zuidelijk deel van de middeleeuwse copeontginning Jutphaas. Het noorden van het plangebied ligt op de oost-west gerichte ontginningsas, de Jutphase Wetering, met daarlangs de Nedereindseweg. Vanaf de wetering werden naar beiden kanten lange rechte sloten gegraven die het gebied verdeelden in lange strookvormige percelen. Langs de Nedereindseweg werden boerderijen gebouwd, waardoor hier een bewoningslint ontstond. In het gebied ligt ook de oude kern van het dorp Jutphaas: het oude kerkhof en het Kerkveld. In de omgeving van de kerk raakte het lint meer verdicht dan elders, waardoor het karakter van een dorpsstraat ontstond.

De oostgrens van het plangebied ligt op het Merwedekanaal en de Doorslag, beiden van

twaalfde-eeuwse ouderdom. Hier ontstond al vanaf 1306, toen bij Jutphaas het veer werd vervangen door een brug, een bebouwingslint langs het kanaal dat zich tot in de 20e eeuw geleidelijk uitbreidde.

Het richtte zich op de passerende schippers en reizigers, met herbergen, bewoning en bedrijvigheid. Het bebouwingslint groeide uit ten noorden en zuiden van deze kern en is nog goed in de huidige stedelijke structuur herkenbaar. Langs de vaart lagen ook enkele buitenplaatsen. Het beukenbos ('Pastoorsbosje' in de volksmond) direct ten noorden van de katholieke kerk van Jutphaas was waarschijnlijk onderdeel van het vroegere Zwanenburg.

Net voor de verstedelijking werd het landschap bepaald door de middeleeuwse ontginningsstructuur, het kanaal en het bebouwingslint daarlangs. Tegenwoordig zijn het Kerkveld en het oude Kerkhof van Jutphaas nog goed herkenbaar. In het oude bebouwingslint langs het Merwedekanaal en De Doorslag is de op het water gerichte structuur en bebouwing van onder andere (vroegere) werkplaatsen en woningen nog duidelijk aanwezig.

Het is langs deze weg dat Napoleon zijn Route Napoleon NR 1 situeerde, die van Parijs naar Amsterdam leidde. Bij de huidige sluis in de Doorslag werd een brug aangelegd waarmee een directe verbinding langs het Merwedekanaal naar Vreeswijk (en verder zuidelijk) werd gerealiseerd. Deze route heeft Napoleon ook gebruikt toen hij zijn opwachting maakte in Amsterdam. Onderweg stopte hij nog bij buitenplaats Huis de Geer voor een overnachting.

Stedenbouwkundige ontwikkeling en bebouwingskarakteristiek

Het bestemmingsplangebied omvat een groot deel van het voormalige dorp Jutphaas, zoals zich dat ontwikkelde rond het Kerkveld (de middeleeuwse kern van het dorp met de oude dorpskerk), de eeuwenoude ontginningskade de Nedereindseweg en de lange weg langs de Vaartse Rijn

(Herenstraat-Utrechtsestraatweg). De Nedereindseweg vormt de noordgrens van het plangebied, de Noordstedeweg de zuidgrens. Dit is tegelijkertijd ook de zuidelijke begrenzing van de grote

uitbreidingswijk Wijkersloot, die vanaf de jaren vijftig ten zuiden van Jutphaas (in de toenmalige gemeente Jutphaas) in ontwikkeling werd gebracht. Deze wijk dateert dus van vóór het Structuurplan, dat Jutphaas en Vreeswijk zou verenigen tot Nieuwegein. In het gebied bevindt zich ook het eerste uitbreidingswijkje van Jutphaas, een bescheiden tuindorp uit de jaren 20 van de 20e eeuw

(Stormerdijkstraat).

Rho adviseurs voor leefruimte 035600*20150579

(28)

De oudste bebouwing bevindt zich op het oude kerkhof aan het Kerkveld. Het betreft een restant van de toren van de overigens gesloopte middeleeuwse kerk van Jutphaas. In deze oudste kern van Jutphaas zijn weinig historische gebouwen bewaard gebleven. Aan de westzijde bevinden zich nog enkele in oorsprong 19e-eeuwse en vroeg 20e-eeuwse huizen en aan de oostzijde van het Kerkveld staat het St.

-Elisabethshofje (Kerkveld 14-19), een complexje armenwoningen uit 1907, gebouwd in traditionele baksteenarchitectuur in opdracht van het R.K. Kerkbestuur Jutphaas. Een bijzondere, jonge toevoeging aan het Kerkveld is het buurthuis Jutphaas-Wijkersloot (Kerkveld 63), een gebouw in structuralistische trant naar ontwerp van Architectenatelier Arnhem uit 1977-1979. Het gebouw voegt zich qua schaal, materiaalgebruik en traditionele hoofdvormen goed in de historische context en het kleinschalige karakter van het Kerkveld. Het pand wordt echter op korte termijn gesloopt. Het transformeren van het pand blijkt financieel niet haalbaar. Er is een omgevingsvergunning verleend voor nieuwbouw van woningen.

De Nedereindseweg is de tweede hoofdstructuur, waarlangs vanaf de middeleeuwen een open lintbebouwing ontstond, merendeels bestaande uit boerderijen op ruime erven. Sommige van de nog bestaande boerderijen hebben nog bouwrestanten uit de 16e en 17e eeuw. Aan de zuidzijde van de weg, dus binnen het plangebied, ontbreken deze oude boerderijen. Eén van de oudste gebouwen is hier de Nederlands Hervormde kerk, een bakstenen zaalkerk met spitsboogvensters en dakruiter uit 1819-1820. Overigens bestaat de lintbebouwing aan de zuidzijde van de Nedereindseweg uit een mix van kleine en grote woningen uit de eerste helft van de 20e eeuw, het markante Verenigingsgebouw van de N.H. gemeente (Nedereindseweg 1) uit 1927 en veel nieuwbouw.

Langs de Herenstraat-Utrechtsestraatweg bevindt zich een bijna aaneengesloten bebouwingslint, dat in aanleg teruggaat tot de 17e eeuw. De bebouwing staat deels op vrij smalle, diepe percelen en laat van zuid naar noord een steeds sterkere verdichting zien. De één en tweelaags panden hebben kappen haaks op of evenwijdig aan de straat. De oudste panden hebben bouwrestanten uit de 16e of 17e eeuw, maar dit is door de vaak verbouwde voorgevels niet altijd goed te zien. Er is een markante afwisseling in woonhuizen van verschillende typen, woonwinkelhuizen, horecapanden en (voormalige)

bedrijfspanden. Gevels met voor de 19e en vroege 20e eeuw karakteristieke historiserende kenmerken, eenvoudige lijstgevels en een trapgevel bepalen het afwisselende straatbeeld. Meer naar het zuiden toe staan ook kleine villa's en middenstandswoningen uit het interbellum. Enkele van de markante panden zijn het hoekpand Herenstraat 18 (rijksmonument) en het naast gelegen 17e-eeuwse trapgevelhuis Herenstraat 19 (rijksmonument), de hereboerderij Huizen Nleuwenstein (Herenstraat 45,

rijksmonument), de oude Hoefsmederij op nr. 48 (rijksmonument), de wit geschilderde doktersvilla Herenstraat 49 en de hoofdonderwijzerswoning Herenstraat 50 uit 1883 (rijksmonument). De bijbehorende voormalige school staat aan de Schoolstraat. Andere belangrijke historische gebouwen langs de Herenstraat zijn onder meer de onderbouw van industriemolen van Stoomfabriek De Batavier uit 1888.

Een opvallende verschijning is het voormalige raadhuis van Jutphaas, Herenstraat 9, een pand uit 1910 naar een neonrenaissancistisch ontwerp van architect G.A. Ebbers. De lintbebouwing van de

Herenstraatweg gaat over in die van de Utrechtsestraatweg. Hier wordt het beeld sterk bepaald door het complex, dat tussen 1874 en 1939 in fasen verrees in opdracht van het RK kerkbestuur van Jutphaas en bestaat uit de imposante neogotische St.-Nicolaaskerk, de Nicolaasschool met onderwijzerswoning, het voormalige St.-Franciscusgesticht met klooster, bewaarschool en meisjesschool, een kosterswoning, een kerkhof en de pastorie. Deze verrees in 1939 naast het nadien afgebroken Huizen Zwanenburg, waarvan nog resteren: een gevelsteen in de huidige pastorie, de brug met toegangshek en twee ingegraven kanonslopen, die als schamppalen fungeren. Het huidige pastoorsbosje maakte waa cookond deel uit van deze buitenplaï

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20

(29)

Figuur 3.5: Voormalig raadhuis van Jutphaas, Herenstraat 9

In 1921 liet Woningbouwvereniging Jutphaas een arbeiderswijkje bouwen naar ontwerp van architect K.

van den Berg. Deze eerste uitbreiding van Jutphaas betreft een eenvoudig tuindorp met kleine geschakelde bakstenen woningen van verschillende typen en opvallend door de siermetselwerkdetails en de grote expressieve pannendaken. Kort na de Tweede Wereldoorlog werden ten westen van dit complex verschillende blokken geschakelde eengezinswoningen gebouwd, in een sobere

traditionalistische trant. In de jaren zestig werd begonnen aan de grote nieuwbouw wijk Wijkersloot.

Aanvankelijk gebeurde dit nog aan eenvoudige woonstraatjes met in lange rijen geschakelde eengezinswoningen, vlak achter het bebouwingslint van de Nedereindseweg. Rond 1967-1970 werd gebouwd aan het centrale deel van Wijkersloot. Hier verrees een modernistische buurt met hoog- en middelhoogbouw in een volledig open verkavelingstructuur, ingebed in een groene entourage met grote plantsoenen, tuinen en vijvers (Wenckebachplantsoen, Van Herwijnenplantsoen). Langs de Sluyterslaan, die deels als een soort parkway is ingericht met veel groen, bevindt zich een groot aantal

stempelstructuren, samengesteld uit zich telkens herhalende ensembles met galerijflats en blokken geschakelde eengezinswoningen (circa 1962-1966). Opvallend zijn de vier grote schijfvormige galerijflats aan het Nijpelsplantsoen uit 1969. Ook hier heeft de wijk door de vele plantsoenen een groen karakter.

Tussen en langs de flanken van de hoogbouwbuurten bevinden zich buurten met alleen grondgebonden geschakelde woningen. In het stratenpatroon en de oriëntatie van de bebouwing is de historische ontginningsstructuur van het gebied nagevolgd.

Figuur 3.6 St. -Elisabethshofje aan het Kerkveld

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(30)

Op enkele locaties in de woonwijk bevinden zich gebouwen met bijzondere functies, zoals scholen, een winkelcentrum en bedrijfspanden. Opmerkelijk wat betreft hun vormgeving zijn de Beatrixschool aan de Bendienlaan (1970), het winkelcentrum met portiekflats en maisonnettes aan de Israëlslaan (1965-1969) en een bedrijfsverzamelgebouw met bijzondere betonconstructie aan de Hildo Kr straat 37d (1968).

Aanwezige monumenten

In het plangebied bevinden zich de volgende rijks- en gemeentelijke monumenten:

• Doorslag, sluis (GM);

• Herenstraat 18, woonhuis-horeca (RM);

• Herenstraat 19, pand met trapgevel (RM);

• Herenstraat 37-38, pai id met in- en uitzwenkende lijstgevel (RM);

• Herenstraat 45, herenboerderij 'Huize Nieuwenstein'(GM);

• Herenstraat 48, hoefsmederij (RM);

• Herenstraat 50, hoofdonderwijzerswoning (RM);

• Herenstraat 66, 67, dubbel woonhuis (GM);

• Herenstraat 71a, molenrestant 'De Batavier' (Rm);

• Herenstraat 73-74, pand 'De Doorslag' (RM);

• Herenstraat 7, herenhuis (RM);

• Herenstraat 8, woonhuis (RM);

• Herenstraat 9, 9a, 9b, 9c, 9d, 9e, 9f, voormalig Raadhuis (RM);

• Herenstraat 10,11, winkel-woonhuizen (RM);

• Herenstraat 12, woonhuis (RM);

• Herenstraat 14, herenhuis 'Veellust' (RM);

• Kerkstraat 38-50/Schoolstraat 2, voormalige school (GM);

• Kerkveld 14-19, St.-Elisabethshofje (GM);

• Kerkveld 56, Algemene Begraafplaats met restant kerktoren (RM);

• Nedereindseweg 3, Ned. Herv. Kerk (RM).

• Utrechtsestraatweg 1, onderwijzerswoning (GM);

• Utrechtsestraatweg 4, 'De Lantaern' (RM);

• Utrechtsestraatweg 5, kosterswoning (GM);

• Utrechtsestraatweg 7, St. Nicolaaskerk (RM);

• Utrechtsestraatweg 7, RK begraafplaats (RM);

• Utrechtsestraatweg bij 8, hek, gevelsteen, brugleuningen en ingegraven kanonslopen (RM),.

De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid met een specifieke bouwaanduiding.

In bijlage 5 is daarnaast een overzicht gegeven van gebouwd erfgoed met karakteristieke of beeldbepalende waarden. Ook deze panden zijn op de verbeelding aangeduid met een specifieke bouwaanduiding.

Beschermd dorpsgezicht Jutphaas

Op 21 december 2011 heeft de gemeenteraad beslo el van Jutphaas aan te wijzen als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. In 2013 is de begrenzi van het gebied gedeeltelijk herzien. De begrenzing van het gebied is aangeduid op figuur 3.7.

Rho adviseurs voor leefruimte 03S600.201S0579

(31)

iBLL

Figuur 3.7 Begrenzing beschermd dorpsgezicht Jutphaas

De aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht is gebaseerd op de 'Cultuurhistorische verkenning Jutphaas Herenstraat - Utrechtsestraatweg' (BAAC rapport B-10.0266) en het bouwhistorisch onderzoek dat voor een deel van de panden met een hoge verwachtingswaarde is uitgevoerd. Hiermee werd informatie verzameld over de historie en ontwikkeling van de betreffende panden én zodoende ook over de ontwikkeling van Jutphaas.

Om de aanwezige cultuurhistorische waarden van het gebied te behouden, zijn in de cultuurhistorische verkenning de volgende maatregelen genoemd.

1. Maatregel 1: Bouwhistorisch onderzoek: Wanneer een onderdeel van het beschermd dorpsgezicht wordt gewijzigd, dient er bouwhistorisch onderzoek plaats te vinden. Zo kan op microniveau bepaald worden wat de monumentale, positieve en indifferente waarden van een object zijn. Door zowel het interieur als het exterieur te onderzoeken kunnen de cultuurhistorische waarden worden vastgelegd, en indien mogelijk behouden, door de waarden zo vroeg mogelijk in de planvorming te

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

(32)

betrekken. Gebouwen zonder hoge verwachting zijn veelal zodanig gewijzigd dat er weinig bouwhistorische elementen te vinden zullen zijn. Deze panden hoeven niet in een vroeg stadium bouwhistorisch te worden onderzocht.

2. Maatregel 2 Kleurhistorisch onderzoek: De monumenten binnen het beschermde dorpsgezicht dienen kleurhistorisch te worden onderzocht. Door middel van een kleurentrapje wordt zo de geschiedenis van het kleurgebruik op een monument in kaart gebracht. De resultaten van het kleurhistorisch onderzoek kunnen worden gebruikt als documentatie en voor reconstructie van de historische kleuren op monumenten waardoor het historische aanzicht hersteld kan worden.

3. Maatregel 3: Kap vorm en: De kapvormen in het plangebied zijn op dit moment zeer divers. Relatief veel van de traditionele kapconstructies hebben in het begin van de twintigste eeuw plaats gemaakt voor platte daken als gevolg van de schaalvergroting van het gebied. Om de historische ervaring niet verder te laten verdwijnen, is geadv 'd om in het beleid aandacht te besteden aan het dakenlandschap. Het verdwijnen van de historische dakvormen kan worden tegengegaan door in de planvorming rekening te houden met het historische aanzicht en de historische kapvormen zo veel mogelijk te handhaven en vergunningsaanvragen te toetsen op de instandhouding van het dakenlandschap.

4. Maatregel 4: Reclame en bewegwijzering: Uithangborden, gevelreclame en bewegwijzering verstoren op dit moment het aanzicht van het dorpsgezicht. Geadviseerd is om de afmetingen, het ontwerp en het kleurgebruik van reclame-uitingen en de plaatsing van de bewegwijzering te herzien en ondergeschikt te maken aan het historisch karakter van het plangebied.

5. Maatregel 5: voegwerk: Belangrijk is dat bij renovatie en/of restauratie van de gevels, de voegen niet opnieuw worden gevoegd. Dit tast het authentieke karakter en het aanzicht van de bebouwing aan en bovendien brengt het opnieuw voegen met moderne mortel schade aan.

Conform artikel 19 lid 1 van de Erfgoedverordening Nieuwegein 2010 moet een nieuw beschermend bestemmingsplan op worden gesteld voor het aangewezen beschermd dorpsgezicht. In het nieuwe bestemmingsplan zijn eisen met betrekking tot de bescherming van de huidige bebouwing, de inrichting van de openbare ruimte en het inpassen van nieuwe ontwikkelingen uitgewerkt en opgenomen. In het bestemmingsplan is hiervoor de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' opgenomen.

Werken en werkzaamheden zijn toegestaan, mits vooraf is getoetst aan het belang van de

instandhouding van het beschermd dorpsgezicht. Hiermee wordt voldaan aan de Erfgoedverordening Nieuwegein.

3.7 Bedrijven en milieuhinder

Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

• ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu wordt gegarandeerd;

• rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) is gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In dit bestemmingsplan is gebruikgemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerrein' die is opgenomen in bijlage 1 bij de regels. Een toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen in bijlage 1 bij de toelichting. In dit bestemmingsplan is uitgegaan van SBI-codes uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten uit 2008.

Rho adviseurs voor leefruimte 600.20

(33)

De richtafstanden uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten gelden ten opzichte van de gebiedstypen 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied'. Ten opzichte van milieugevoelige functies die zijn gelegen in gebieden met een andere typering kunnen kortere richtafstanden worden aangehouden.

Onderzoek

In Jutphaas-Wijkersloot is op enkele locaties nog sprake van een vrij sterke menging van bedrijven en wonen. Van oudsher komen verspreid tussen de woonbebouwing nog bedrijven voor, met name langs de oude linten van de Herenstraat en de Nedereindseweg en in Jutphaas. Dit levert in het algemeen geen knelpunten op, omdat het gaat om (ambachtelijke) bedrijven uit milieucategorie 2 of lager die weinig of geen hinder opleveren voor hun omgeving.

Een concentratie van bedrijven is gevestigd op het bedrijventerrein tussen de Herenstraat en de Kruyderlaan. Dit gebied valt echter buiten het plangebied.

Conclusie

In het bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen. Toekomstige bedrijven kunnen zich alleen binnen het gebied vestigen wanneer zij vallen binnen de toegestane milieucategorieën, dan wel in het kader van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan wordt aangetoond dat zij voldoen aan de gestelde voorwaarden.

3.8 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

• bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;

• vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag

gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Risicorelevante inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10"6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of

het een bestaande of nieuwe situatie betreft.

Het Bevi bevat geen norm voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied van de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde.

Rho adviseurs voor leefruimte 035600.20150579

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond van artikel 2.10 lid 2 van de Wabo wordt de aanvraag in dat geval mede aangemerkt als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel

omgevingsvergunning voor de activiteit ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’ waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo wordt

omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór

Dit besluit is niet van toepassing op vergunningsaanvragen en administratieve beroepen die na de vernietiging van een eerdere beslissing opnieuw in behandeling genomen worden door

Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In

U  kunt  bij  ons  een  verzoek  indienen  tot  inzage,  rectificatie,  beperking  of  verwijdering  van 

Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In

Geadviseerd wordt een voorwaarde in de vergunning op te nemen waarin wordt gesteld dat aanvrager zich dient te houden aan alle werkvoorschriften zoals deze onder het