• No results found

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP 1E MONTESSORISCHOOL DE WIELEWAAL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP 1E MONTESSORISCHOOL DE WIELEWAAL"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DEFINITIEF RAPPORT

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK

OP 1E MONTESSORISCHOOL DE WIELEWAAL

Plaats : Amsterdam

BRIN-nummer : 20TS

Onderzoeksnummer : 119350

Datum schoolbezoek : 22 juni 2010 Rapport vastgesteld te Utrecht op 30 september 2010

(2)
(3)

Inhoud

1 Onderzoek 5

2 Bevindingen 7

3 Conclusie 13

Bijlage 15

(4)
(5)

1 Onderzoek

Op 22 juni 2010 heeft de inspectie 1e Montessorischool De Wielewaal bezocht.

Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken.

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Daarnaast zijn enkele verplichtingen van de school in het kader van de naleving van wet- en regelgeving gecontroleerd, waaronder de onderwijstijd.

De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Indien tijdens het onderzoek echter blijkt dat er mogelijk sprake is van zwakke of zeer zwakke onderwijskwaliteit, dan zet de inspectie het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek, na overleg met het bevoegd gezag, om in een kwaliteitsonderzoek.

De inspectie heeft op een aantal basisscholen naast het vierjaarlijks onderzoek ook een themaonderzoek uitgevoerd.

Het beleid van de overheid is er op dit moment op gericht het niveau van de basisvaardigheden taal en rekenen te verbeteren. In dat kader voert de inspectie op scholen themaonderzoeken uit naar (aspecten van) het onderwijs in deze basisvaardigheden. In 2010 is dit onderzoek bij rekenen en wiskunde gericht op de kwaliteit van het automatiseren van basiskennis rekenen en wiskunde. Het doel is om op landelijk niveau een beeld te krijgen van het aanbod ten aanzien van het automatiseren van basiskennis rekenen en wiskunde.

1e Montessorischool De Wielewaal maakt deel uit van de landelijke steekproef van scholen voor dit onderzoek.

Om het onderzoek te kunnen uitvoeren heeft de inspectie gebruik gemaakt van een waarderingskader met indicatoren en criteria. De school heeft hiervan bij de afronding van het schoolbezoek een overzicht ontvangen. In dit rapport worden de bevindingen van het themaonderzoek op de school alleen op hoofdlijnen

weergegeven.

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op 1e Montessorischool De Wielewaal naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. Dit hoofdstuk beschrijft tevens kort de belangrijkste bevindingen van het

themaonderzoek automatiseren van basiskennis rekenen en wiskunde. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie.

Onderzoeksopzet

(6)

Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | 1e Montessorischool De Wielewaal | 22 juni 2010

pagina 6 van 16

Deze rapportage over het onderzoek is gebaseerd op:

• Een beperkte set indicatoren uit het Toezichtkader po/vo 2009 van de inspectie. Het toezichtkader is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

• Analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Schoolbezoek, waarbij:

• schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd;

• enkele groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg;

• gesprekken met de directie en de intern begeleider zijn gevoerd.

Het themaonderzoek automatiseren van basiskennis rekenen en wiskunde bestond uit de volgende activiteiten:

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Schoolbezoek, waarbij:

• in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van activiteiten rekenen en wiskunde. Deze groepsbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 3, 4, 5 en 7;

• schooldocumenten zijn bestudeerd;

• gesprekken met de directie, de intern begeleider en leraren zijn gevoerd.

(7)

2 Bevindingen

De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.

Uit dit overzicht valt op te maken dat op De Wielewaal de kwaliteit van het onderwijs voor de meeste onderzochte indicatoren op orde is. Zo zijn de eindopbrengsten van de school goed; deze liggen de afgelopen drie jaar (2010, 2009, 2008) ruim boven het niveau van de scholengroep. Ook de

tussenopbrengsten zijn over de hele linie voldoende. Verder volgt de school de vorderingen van leerlingen nauwgezet, waarbij ook de sociaal emotionele ontwikkeling wordt gevolgd. De opbrengsten op dit vlak kan de inspectie echter nog niet waarderen omdat de school daarvoor nog geen genormeerde toets gebruikt.

In de verslag gaat de inspectie allereerst in op de uitgangssituatie van de school en schetst zij beknopt een beeld van de schoolontwikkeling. Daarna worden de belangrijkste verbeterpunten toegelicht.

Uitgangssituatie en schoolontwikkeling

De Wielewaal heeft de afgelopen twee jaar te kampen gehad met veel tegenslag.

Een aantal leraren, waaronder de intern begeleider van de onderbouw, is uitgevallen vanwege ernstige ziekten. Daarnaast is de intern begeleider van de bovenbouw afwezig wegens zwangerschapsverlof. De uitval en ziekte van collega's heeft, naast de organisatorische rompslomp die dit met zich meebracht, een grote impact gehad op het team. Door het vertrek van de directeur,

halverwege het vorige schooljaar, kwam de stabiliteit en de continuïteit nog meer onder druk te staan. De leraren hebben er heel hard aan gewerkt om met elkaar de voortgang van het onderwijs zo goed en kwaad als het kon te borgen. Wel is een aantal ontwikkelpunten blijven liggen. Positief is dat de nieuwe directeur, die dit schooljaar is begonnen, het vertrouwen heeft van het team en de zaken

voortvarend oppakt. Zij wordt daarbij sinds kort ondersteund door een interim intern begeleider. In eerste instantie is prioriteit gegeven aan het vitaliseren van het Montessori onderwijs, dit in verband met de (her)visitatie van de Montessori Vereniging die onlangs heeft plaats gevonden. In 2008-2009 was de beoordeling negatief. De verbeterplannen die de directeur in samenwerking met het team heeft opgesteld, gaven de visitatiecommissie voldoende vertrouwen in de

schoolontwikkeling, hetgeen nu geresulteerd heeft in een positief advies. Het team is voornemens om het komende jaar de Montessori didactiek te versterken en zal daarbij in eerste instantie inzetten op de zelfstandigheid, vrije werkkeuze en de materialen.

(8)

Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | 1e Montessorischool De Wielewaal | 22 juni 2010

pagina 8 van 16

Verder wordt met behulp van de interim intern begeleider een inhaalslag gemaakt op het vlak van de zorg. De focus ligt daarbij op het formaliseren en vastleggen van beleid, zoals de procedures voor verlengen en versnellen van de

schoolloopbaan. Andere aandachtspunten zijn het opstellen van een zorgplan, eenduidige dossiervorming en uitvoering én registratie van de planmatig zorg. De directeur onderschrijft het belang om de verbeteringen in te bedden in een systeem van kwaliteitszorg. Bij haar komst bleken een aantal plannen te zijn blijven liggen of op achterstand te zijn geraakt. In januari 2011 start een nieuwe planperiode. Dit is een mooi moment om een beleidsplan op te stellen en dit jaarlijks uit te werken naar concrete jaarplannen. Deze plannen dienen enerzijds als sturingsinstrument en handvat voor de teamontwikkeling, anderzijds als ijkpunt voor de jaarlijkse evaluaties. Op bestuursniveau is al besloten tot de invoering van een instrument voor zelfevaluatie dat de ontwikkelingen op de school kan ondersteunen. De ontwikkeling is echter nu nog zo pril, dat de inspectie de kwaliteitszorg op een aantal punten als onvoldoende waardeert. Dit geldt ook voor de zorg. De verbeterpunten worden hieronder toegelicht.

Verbeterpunten

Ontwikkelingsperspectieven

Bij de beoordeling van de opbrengsten kijkt de inspectie ook of leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (eigen leerlijn) zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. Het gaat daarbij om leerlingen die naar verwachting het niveau van groep 8 niet zullen halen en om leerlingen die geïndiceerd zijn voor het speciaal onderwijs. Voor de Wielewaal gaat het om een enkele leerling. Om de resultaten van deze specifieke groep leerlingen te kunnen beoordelen is het nodig dat de school het ontwikkelingsperspectief vastlegt, in lijn hiermee de tussendoelen bepaalt en de tussendoelen in termen van beoogde opbrengsten vastlegt. Dit is nog een ontwikkelpunt voor de school en verklaart de onvoldoende op indicator 1.4.

(9)

Leerlingenzorg

De school heeft een overwegend goed presterende populatie die veel bagage van huis mee brengt. Er vallen ook relatief weinig leerlingen uit op de

basisvaardigheden taal, lezen en rekenen/wiskunde. Wel vraagt het

spellingsonderwijs om aandacht. Dit blijkt onder meer uit een trendanalyse die onlangs is uitgevoerd. Dit zal het komend jaar ook speerpunt voor verbetering zijn.

Leerlingen die onder het verwachte niveau presteren worden tijdens de

zogenaamde 'lesjes' individueel begeleid. Voor een deel van de leerlingen is deze aanpak niet toereikend en is meer planmatige zorg nodig, op basis van een handelingsplan. De schoolafspraak is dat dit in ieder geval gebeurd voor leerlingen die onder de zorglijn (D en E leerlingen) presteren. De inspectie heeft vastgesteld dat de meeste leraren ook handelingsplannen opstellen, maar dat de kwaliteit van de plannen nog te kort schiet. Zo wordt in veel van de plannen de beginsituatie in te algemene termen beschreven en ontbreekt een goede analyse van het

achterliggende probleem (indicator 8.2). Dit gaat ten koste van de doelgerichtheid en doelmatigheid (doe je de goede dingen en doe je ze goed). Verder vraagt de evaluatie om aandacht, de doelen van het handelingsplan zijn te weinig specifiek om ook goed de effecten te meten. Verder bestrijken de plannen in een aantal gevallen een te lange periode en/of worden niet afgesloten. Dit is de reden dat indicator 8.4 als onvoldoende is gewaardeerd. De inspectie merkt verder op dat de verantwoording van de geboden zorg nog te weinig zichtbaar is in de

klassenadministratie en de dossiers van de leerlingen. De leraren bieden de zorg wel, maar kunnen op basis van hun klassenadministratie onvoldoende aantonen wat er is aangeboden, wanneer en welke vorderingen zijn geboekt. Ook de dossiervorming schiet op dit punt te kort.

Kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg is onvoldoende tot ontwikkeling gekomen. De school heeft een meerjaren beleidsplan waarin de beleidsvoornemens voor de planperiode 2007- 2011 zijn beschreven. Concrete uitwerkingen in de vorm van jaarplannen en jaarverslagen ontbreken. Dit verklaart de onvoldoende op indicator 9.4. Daar is de eerder beschreven discontinuïteit mede debet aan.

Ook andere aspecten van de kwaliteitszorg vragen om ontwikkeling. Zo is de systematische evaluatie van het onderwijs onvoldoende tot ontwikkeling gekomen.

Conform de beleidscyclus zouden alle relevante kwaliteitsaspecten, eens in de vier jaar geëvalueerd zouden moeten worden, waaronder het leerstofaanbod, de leerlingenzorg en aspecten van het kwaliteitsbeleid. De school heeft zelf ook nog geen instrumentarium waarmee zij, in het kader van de zelfevaluatie, haar kwaliteit cyclisch kan bepalen (indicator 9.3). Deze evaluaties zijn belangrijk omdat er binnen school verschillen zichtbaar zijn in de handelwijze van leraren. Bij het huidige schoolbezoek (lesobservaties in het kader van het themaonderzoek automatiseren) constateert de inspectie ook verschillen in de uitvoering van de lessen en van de zorg. Dit is mede het gevolg van het feit dat schoolbrede afspraken onvoldoende worden geborgd (indicator 9.5).

(10)

Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | 1e Montessorischool De Wielewaal | 22 juni 2010

pagina 10 van 16

Naleving

Ten aanzien van de naleving van wettelijke voorschriften heeft de inspectie geconstateerd dat niet wordt voldaan aan onderstaand wetsartikel(en):

• De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8).

Themaonderzoek Automatische van basiskennsi rekenen en wiskunde

Inleiding

Bij het themaonderzoek zijn verschillende kwaliteitsaspecten van het onderwijs in het automatiseren van de basiskennis rekenen en wiskunde onderzocht, namelijk de leerresultaten, het leerstofaanbod, de tijd, het didactisch handelen, de

afstemming op verschillen tussen leerlingen, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg.

De inspectie is nagegaan waaruit het aanbod voor rekenen en wiskunde, specifiek voor het automatiseren van de basisvaardigheden bestaat, of de gerealiseerde leerinhouden dekkend zijn voor de kerndoelen en of de leerinhouden in de

verschillende leerjaren op elkaar aansluiten. In het verlengde hiervan is nagegaan of de school voldoende tijd besteedt aan automatiseren. In lesobservaties is gekeken naar de didactiek. De inspecteur is nagegaan of de leraren effectieve instructie ten aanzien van het automatiseren geven en hierbij doelgericht te werk gaan. Daarnaast is nagegaan of de leerkrachten zorg dragen voor interactieve werkvormen, het strategisch denken en leren stimuleren en samen met de kinderen reflecteren op de gebruikte oplossingsstrategieën.

Kinderen verschillen in de mate waarin zij de te onderscheiden basisvaardigheden beheersen. In het onderzoek is eveneens nagegaan of de leraren de ontwikkeling van de automatisering van basiskennis rekenen en wiskunde van de leerlingen systematisch volgen en of dit ook leidt tot doelgerichte differentiatie in de lessen of het bieden van specifieke ondersteuning.

Tot slot is nagegaan of de kwaliteitszorg van de school zo is ingericht dat de school de kwaliteit van het rekenonderwijs systematisch kan bewaken en verbeteren, en of er aandacht is voor de deskundigheidsontwikkeling van de leraren op het gebied van het reken-wiskundeonderwijs.

Bevindingen

Leerresultaten

De eindresultaten voor rekenen en wiskunde liggen de afgelopen drie jaar boven het niveau van de vergelijkbare scholen (scholengroep 1). Ook de

tussenopbrengsten voor rekenen en wiskunde zijn van voldoende niveau. Voor de school geven de opbrengsten geen aanleiding tot het nemen van maatregelen op het gebied van het automatiseren van basiskennis rekenen en wiskunde.

Kwaliteitszorg

(11)

Het reken- en wiskundeonderwijs heeft de afgelopen jaren geen specifieke aandacht gehad, ook niet qua professionalisering. Dit heeft volgens de school te maken met het feit dat de rekenresultaten in alle groepen voldoende tot goed zijn en de opbrengsten ook een voldoende stabiel beeld vertonen. De leerkrachten spannen zich ieder op hun eigen manier in om de kwaliteit van het rekenonderwijs hoog te houden. Er zijn echter geen schoolafspraken op dit punt. Ook hanteert de school voor het automatiseren van basiskennis nog geen specifieke

opbrengstdoelen afgestemd op de eigen leerlingenpopulatie.

Aanbod

De school beschikt over een reken-wiskundeaanbod dat dekkend is voor de kerndoelen. Het komend schooljaar wordt vanaf groep 5 een nieuwe editie van de methode ingevoerd. Aanvullend maken de leraren gebruik van de beschikbare Montessori materialen en van een ondersteunend programma op de computer. De school besteedt wekelijks voldoende tijd aan rekenen en wiskunde. Er zijn echter geen specifieke afspraken gemaakt over hoeveel tijd er dagelijks aan

automatiseren besteed wordt. Een deel van de leerkrachten besteedt aanvullend op de methode dagelijks even tijd aan automatiseren, maar dit is geen

schoolbeleid.

De school heeft voor de onderbouw een beredeneerd aanbod voor de

rekenvaardigheden. De leerkrachten van groep 1 en 2 maken bij de invulling van hun lessen, gebruik van de voorlopers van rekenmethodes. Uit de

groepsadministratie blijkt dat de leerkrachten systematisch aandacht besteden aan de voorbereidende rekenvaardigheden (tellen, getalbegrip, ordenen e.d.). Over de te realiseren tussendoelen (automatiseren) zijn ook concrete afspraken vastgelegd.

Met deze aanpak legt de school een goede 'rekenbasis' en is de doorgaande lijn naar groep 3 voldoende mate geborgd.

In de klas

In de groepen is sprake van specifieke aandacht voor automatiseren. In de rekenlessen reserveren de leerkrachten structureel tijd voor korte, (klassikale) oefenmomenten, waarbij de leerkrachten de aandacht van de leerlingen richten op óf nauwkeurigheid óf tempoverhoging óf verkorting van rekenhandelingen. Voor de leerlingen zijn de oefeningen bekend, dus de uitleg kost weinig tijd en is efficiënt.

De oefeningen worden kort nabesproken, waarbij ook de strategieën aan bod komen. Alle leerlingen doen mee aan de automatiseringsoefeningen. De leerkracht past de doelen aan het niveau van het kind aan.

Daarnaast maken de leerkrachten tijdens de les gebruik van de instructietafel om kinderen extra te begeleiden bij het automatiseren van de basisvaardigheden rekenen en wiskunde en geven zij leerlingen, als dit nodig is, extra tijd om te oefenen. De school beschikt over additionele materialen, die passen bij de eigen methodische aanpak. Kinderen die moeite hebben met automatiseren krijgen aangepaste verwerkingsstof, maar leerkrachten zien er ook op toe dat sterke rekenaars hun basisvaardigheden blijven onderhouden.

Zorg en begeleiding

(12)

Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | 1e Montessorischool De Wielewaal | 22 juni 2010

pagina 12 van 16

De beschikbare toetsgegevens (methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen) worden systematisch geëvalueerd en geanalyseerd. Op basis hiervan krijgen leerlingen extra instructie, of een meer uitdagend aanbod. Er zijn in de klas voor de zwakke rekenaars ondersteunende materialen beschikbaar gericht op automatiseren.

(13)

3 Conclusie

De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op De Wielewaal op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast.

Naleving wet en regelgeving

De geplande onderwijstijd voldoet niet aan de wettelijke vereisten. De school biedt op jaarbasis voldoende onderwijstijd, maar uit het jaaroverzicht (bijlage bij de schoolgids) blijkt dat de school meer dan de wettelijk toegestane 7 onvolledige schoolweken heeft gepland. Met de school is afgesproken dat de jaarplanning van het nieuwe schooljaar (2010-2011) voldoet aan de regelgeving op dit vlak.

In een aparte brief heeft de inspectie het bestuur de opdracht gegeven de wet alsnog na te leven.

(14)
(15)

Bijlage

Overzicht indicatoren en bevindingen.

Met de scores 1 tot en met 5 wordt tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren op de school zijn gerealiseerd:

1 slecht;

2 onvoldoende;

3 voldoende;

4 goed;

5 niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten).

Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten.

(De nummering van de indicatoren verwijst naar de nummering van de volledige set indicatoren uit het Toezichtkader po/vo 2009. Indicatoren die bij een

kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, zijn gemarkeerd met een asterisk*.)

Het kwaliteitsprofiel van 1e Montessorischool De Wielewaal Tabel 4.1 Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de

leerlingenpopulatie verwacht mag worden.

1 2 3 4 5 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

z

1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

z

1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen

zich naar hun mogelijkheden. z

1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een

niveau dat mag worden verwacht. z

Tabel 4.2 Kwaliteitsaspect 7a: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen.

1 2 3 4 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van

genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de

prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. z

(16)

Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | 1e Montessorischool De Wielewaal | 22 juni 2010

pagina 16 van 16

Tabel 4.3 Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg.

1 2 3 4 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben. z

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. z

8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. z

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. z

Tabel 4.4 Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg.

1 2 3 4 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. z

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. z 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. z 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. z 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. z 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit. z

Tabel 4.5 Wet- en regelgeving

ja nee N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie

gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en

13). z

N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en

12). z

N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de

verplichte onderdelen (WPO, art. 19). z

N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8). z

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het

1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het