• No results found

en hun zorgverleners in Vlaamse woonzorgcentra dementie Impact van persoonsgerichte zorg via Dementia Care Mapping op het welbevinden van bewoners met

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "en hun zorgverleners in Vlaamse woonzorgcentra dementie Impact van persoonsgerichte zorg via Dementia Care Mapping op het welbevinden van bewoners met"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Impact van persoonsgerichte zorg via

Dementia Care Mapping op het welbevinden

van bewoners met

dementie

en hun zorgverleners

in Vlaamse woonzorgcentra

(2)

Overzicht

2

1. Dementia Care Mapping 2. Verloop van het onderzoek 3. Resultaten van het onderzoek 4. Valorisatie

5. Besluit

Ingrid Dreessen Dr. Nele Spruytte

(3)

Wat is DCM?

3

DEMENTIA CARE MAPPING

 Methode om persoonsgericht zorg voor personen met dementie te evalueren en te optimaliseren.

 Meetinstrument én proces

(4)

Wat is DCM?

MAPPEN =

Iets in kaart brengen

 Welbevinden van bewoners

 Door observatie

(5)

Verloop mapping

5

Mapper

= observator

Kijkt en luistert 6 uren:

 omgeving, geluid, drukte

 handelingen bij de bewoner

Focus: welbevinden van de persoon met dementie

(6)

Waarom meten?

DCM = hulpmiddel

 inzicht in de beleving van de zieke persoon

 spiegel voor zorgverleners

 zorg voor de bewoners aanpassen

Mate van dementie Eigen emoties benoemen Minder goed kunnen uiten

(7)

Wat registreert een mapper?

7

Participant Name Time 8:45 8:50 8:55 9:00 9:05 9:10 9:15 9:20 9:25 9:30 9:35 9:40 9:45 9:50

persoon X BCC F A D F F B P F B F F F P P

P1 ME +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1

persoon Y BCC F F F F F F A O F A F B F B

P2 ME +3 +1 +3 +3 +1 +1 +3 +1 +3 +1 +1 +3 +1 +1

Persoon Z BCC D F D T T T T T T T T T B

P3 ME -1 +1 +3 +3 +1 +1 +3 +3 +1 +1 +1 +1 +1

Persoon A BCC A T T D P N P N N N T V D T

P4 ME +1 +3 +1 +3 +1 +1 +3 +1 +1 +1

persoon L BCC F F F F B P P N U U N N U P

P5 ME +3 +1 +1 +1 +1 +1 +1 -1 -1 -1 -1 -1 +1

Persoon K BCC A S G G P N P B N N T V D F

P6 ME +1 +3 +1 +3 +1 +1 +1 +3 +1 +1 +1

DCM codering

(8)

Liefde

Wat registreert een mapper?

Persoonsondermijnende en persoonsversterkende acties noteren

Gehechtheid

Erbij horen

Identiteit

Zinvolle bezigheid Comfort

(9)

Analyse observaties

9

Stemming en betrokkenheid

(10)

Analyse observatie

2 2

6 4 0

29

0 0 0 0 0

43

0 10

0 0 2 0 2 0 0 0 0

0 10 20 30 40 50

A B C D E F G I J K L N O P R S T U V W X Y Z

% of Time

Behaviour Categories persoon X

Gedragscodes

(11)

Analyse observatie

11

Dagverloop met wijze waarop bewoner zorg ervaart

(12)

Wat willen we bereiken?

Persoonsgerichte zorg

- Zoveel mogelijk rekening houden met persoonlijke voorkeuren

P= NS + G + B + P + SP

NS Neurologische stoornis

G Gezondheid en fysieke conditie B Biografie en levensgeschiedenis P Persoonlijkheid

SP Sociale psychologie

- Respect voor de persoon

- Kwaliteitszorg verbeteren

- Voldoening van werk

(13)

Film praktijkvoorbeelden

13

(14)

Vraagstelling

1. Wat is het effect van DCM en persoonsgerichte zorg op de kwaliteit van zorg voor bewoners met dementie?

1. Wat is het effect van DCM en persoonsgerichte zorg op de kwaliteit van leven van bewoners met dementie?

3. Wat is het effect van Dementia Care Mapping op de houding van hulpverleners ten aanzien van

persoonsgerichte zorg voor bewoners met dementie?

4. Welke faciliterende en belemmerende factoren zijn er belangrijk bij de implementatie van een

zorgverbetertraject voor bewoners met dementie?

(15)

Aanpak

15

Quasi-experimenteel onderzoek

 13 verschillende WZC, 30 afdelingen

 19 experimentele groepen

 11 controlegroepen

Metingen bij bewoners:

 Leeftijd, verblijfsduur, ernst dementie, dagelijks functioneren

 Gedrag en welbevinden (DCM-mappings)

 Kwaliteit van leven (Qualidem)

Metingen bij personeelsleden: focusgroepen

 Voor verpleegkundigen/verzorgenden

 Voor paramedici

 Voor leidinggevenden

(16)

Aanpak

experimentele groep controlegroep

voormeting gegevens verzamelen gegevens verzamelen

mapping mapping

interventie:

feedback rapport opleiding

verbeteracties

nameting gegevens verzamelen gegevens verzamelen

mapping mapping

feedback feedback

rapport rapport

focusgroepen

valorisatie geprikkeld door dementie

(17)

Verwachting

17

De kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven zal hoger liggen en beter evolueren op de afdelingen met een vorming persoonsgerichte zorg en Dementia Care

Mapping dan op de afdelingen waar dit niet gebeurde.

We verwachten dat te kunnen zien in het gedrag en welbevinden van de bewoners.

(18)

Informatie over

deelnemende bewoners

18

 Situatie bij aanvang

– Geen significant verschil ernst dementie

– Bewoners controlegroep iets jonger en minder zorgafhankelijk voor transfers dan bewoners experimentele groep

 Analyse evolutie voor-na

– Bewoners controlegroep snellere achteruitgang ernst dementie dan bewoners experimentele groep

 Geen uitspraken mogelijk over oorzaak-gevolg

 Controle voor ernst dementie bij analyse impact DCM

(19)

19

DCM heeft ons geholpen

(20)

Impact DCM op kwaliteit van zorgverlening

 Welk gedrag stellen bewoners tijdens de mappings?

Wat zegt dat over de kwaliteit van zorgverlening?

 Welke persoonsondermijnende en persoons- versterkende interacties worden er gesteld in de omgang tussen hulpverleners en bewoners?

(21)

Overzicht gedragscodes DCM

21

(22)

Relatieve tijd meest voorkomende gedrag

 89% van de tijdsbesteding zit vervat in deze 10 gedragscodes

 Helft van de tijdsbesteding gaat naar eten en drinken, slapen en passieve

betrokkenheid

 Gelijklopend met internationale literatuur: meest voorkomende codes daar zijn A interactie, B passieve betrokkenheid, F eten en drinken, K stappen/staan en N slapen

(23)

23

65% 66% 64%

57%

13% 11% 12%

14%

5% 6% 10%

10%

16% 17% 14%

19%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

voormeting nameting voormeting nameting

experimentele groep controlegroep

neutraal

laag potentieel

matig potentieel

hoog potentieel

+ 1 % -7 %

Evolutie relatieve tijd

gedrag

(24)

groep meting DF t Value Adj P

controle voor-na 101 1,86 0,25

controle-experimentele voor 101 -0,30 0,99

controle-experimentele na 101 -2,57 0,06

experimentele voor-na 101 -0,43 0,97

interactie-effect groep*tijd?

NEE

F=2.97 p=0.088

Zijn die evoluties significant?

 Geen verschil voormeting – nameting

 Geen verschil controle – experimenteel bij aanvang

 Evolueert experimentele groep beter na zes maand dan controlegroep? Met 95% betrouwbaarheid : neen

(25)

25

Wat weten we over de

interacties?

(26)

Impact DCM op kwaliteit van leven van bewoners

 DCM-mappings: score voor stemming/betrokkenheid op zespuntenschaal

 Qualidem-vragenlijst: 39 items in 9 subschalen gescoord door onafhankelijke medewerkers week voorafgaand aan mappings

(27)

27

0 3,8

32,7

175,3

55,4

0 3,4 1,1

33,8

172,4

61,3

0,9

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200

-5 -3 -1 1 3 5

gemiddeld aantal minuten

experimentele groep

0,5 7,6

50,4

185,8

37,7

0

0 4,6

51,0

182,4

34,5

0

-5 -3 -1 1 3 5

controlegroep

voormeting nameting

Evolutie DCM-scores

stemming en betrokkenheid

(28)

Evolutie relatieve tijd

stemming en betrokkenheid

20,5% 22,1%

13,1% 13,0%

65,3% 64,4%

66,1% 66,6%

14,2% 13,5%

20,8% 20,5%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

voormeting nameting voormeting nameting experimentele groep controlegroep

tijd in negatieve stemming (-5,-3,-1) tijd in neutrale stemming (+1) tijd in positieve stemming (+3, +5)

+ 1,6 % - 0,1 %

(29)

Evolutie ononderbroken negatieve stemming

29

68%

56%

49% 46%

11%

19%

22%

19%

11%

10%

14% 22%

10% 15% 16% 14%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

voormeting nameting voormeting nameting

experimentele groep controlegroep

3 keer of meer 2 keer

1 keer 0 keer

(30)

Zijn die evoluties significant?

 Geen verschil voor- en nameting

 Bewoners experimentele groep hogere kwaliteit van leven bij aanvang en bij nameting dan bewoners controlegroep

 Geen bewijs dat experimentele groep beter evolueert na 6 maand:

p-waarden blijven ver boven aanvaardbaar betrouwbaarheidsniveau

relatieve tijd in positieve S/B

gemiddelde WIB- score

ononderbroken negatieve S/B groep meting DF t Value Adj Pa t Value Adj Pa t Value Adj Pa

controle voor-na 101 -0.21 0.99 -0.47 0.97 -0.39 0.98

controle-experimentele voor 101 -3.97 0.0008 -2.94 0.02 2.13 0.15 controle-experimentele na 101 -3.63 0.03 -3.32 0.01 1.73 0.32 experimentele voor-na 101 -1.49 0.45 -1.19 0.63 0.38 0.82

interactie-effect groep*tijd? NEE NEE NEE

F=0.59 p=0.44 F=0.13 p=0.72 F=0.06 p=0.81

(31)

 Nergens statistische verschillen

Impact DCM op kwaliteit van leven Qualidem

31

QUALIDEM

Herschaald 0-10

Experimentele groep Controlegroep

Voor Na Voor Na

Zich thuis voelen 7,66 7,73 7,71 8,18

Positief zelfbeeld 7,50 7,81 7,60 7,94

Sociale isolatie 7,32 7,62 6,94 7,09

Positief affect 7,27 7,16 6,68 6,42

Zorgrelatie 7,00 6,73 6,59 6,57

Sociale relaties 6,13 5,70 5,73 5,39

Negatief affect 6,03 6,00 5,65 5,86

Rusteloos gedrag 4,31 4,33 4,39 4,46

Iets om handen hebben 3,31 2,81 2,89 2,65

(32)

 Beperkte evidentie in goede richting: op afdelingen met DCM blijft er meer aandacht voor gedrag met een hoog potentieel voor positieve stemming/betrokkenheid

 Geen zichtbaar statistisch effect, ook niet bij bewoners zelf: geen verschil in welbevinden tussen beide groepen van afdelingen

 Verklaringen?

– Uitval bewoners – Korte opvolgingstijd

– Diversiteit tussen groepen

Andere factoren binnen medewerkers, team en woonzorgcentrum ook een invloed

Focusgroepen

Betekenis?

32

(33)

Mappings en feedback

‘Het heeft iedereen wakker geschud, men werd met de neus op de feiten gedrukt’

Vorming persoonsgerichte zorg:

‘Leerrijk, boeiend, goed gebracht’

Doorgevoerde veranderingen:

visie en attitude, interactie en communicatie met bewoners, teamwerking, infrastructuur

33

Inzichten focusgroepen

(34)

Feedback

(35)

Bevorderende – belemmerende factoren - Betrokkenheid en trekkersfiguren

- Open teamklimaat : feedback en leren

- Proces van tijd en dosering : klein beginnen

Wensen toekomstige vorming

35

Inzichten focusgroepen

(36)

Valorisatie

Training geprikkeld door dementie Begeleidingstrajecten

Reflectietool

(37)

Geprikkeld door dementie

37

(38)

Besluit

 Geen statistische evidentie voor de effectiviteit van DCM en persoonsgerichte zorg

 Wel impact in klinische zorgpraktijk

 Ontwikkeling bijkomende hulpmiddelen

 DCM als ondersteunende methodiek: vooral een proces van bewustwording van het eigen handelen en

aanknopingspunten voor concrete verbeteringen in interactie en communicatie

(39)

Besluit

39

Persoonsgerichte zorg is een proces dat voortdurend in beweging is.

(40)

KHLim Quadri

Ingrid Dreessen Tom Tuerlinckx

Dominique Manhaeve Sabine Verbeek

Hilde Vermeiren (ANAHATA)

LUCAS KU Leuven

Anja Declercq Nele Spruytte

Melanie Demaerschalk Liza van Eenoo

Bram Vermeulen

Teamwerk

Dank aan WZC, provincie, stuurgroep, logistieke diensten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De relatie (D) – die de invloed van de professionele rol op het omgaan met die rol aanduidt – lijkt wat ingewikkeld, maar gaat over praktische zaken zoals het zich eigen maken van

Ze pleit ook voor een betere communicatie tussen alle betrokken partijen in het woonzorgcentrum, met name tussen de bewoner, diens familie en alle verzorgende disciplines.

'Het is goed dat er steeds meer werk wordt gemaakt van het bespreekbaar maken en effectief opstellen van

De markt van de medische technologie is divers, bestaande uit meer dan een half miljoen soorten producten die in alle zorgdomeinen ingezet kunnen worden (variërend van

ervaren om de patiënt te verwijzen naar welzijn, paramedici, zelfzorg ondersteuning en andere informatie voor patiënten?. Huisartsen zijn nog wel eens bang dat persoonsgerichte

•Persoonsgerichte zorg, de patiënt centraal, eigen regie, samen

Tijdens de pilot wordt aandacht besteed aan de evalu- atie van de training om de definitieve training zo aansprekend mogelijk te maken. Met tijdig opgeven verzeker je je van

Onder discontinuïteit van zorg en ondersteuning wordt begrepen dat de mate van afwezigheid van het aantal ingeroosterde medewerkers ertoe leidt dat bepaalde aspecten van de