• No results found

Vraag nr.8van 25 oktober 2000van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.8van 25 oktober 2000van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 8

van 25 oktober 2000

van de heer JOS DE MEYER

Onderwijs – Organieke en budgettaire omkadering Een klein jaar geleden heb ik een schriftelijke vraag gesteld over het spanningsveld tussen orga-nieke en budgettaire omkadering in het onderwijs (vraag nr. 57 van 26 januari 2000, Bulletin van V r a -gen en A n t w o o rden nr. 10 van 24 maart 2000, b l z . 822 – red.).

1. Ik had graag van de minister een volledig en correct beeld gekregen van de afwijkingen tus-sen de OFT's (organieke fulltime equivalenten) en de BFT's (budgettaire fulltime equivalenten) per net in het basis- en secundair onderwijs ge-relateerd aan de gegevens van maart 2000, zodat de meest recente evolutie kan worden ge-volgd.

2. Gezien de belangrijkheid van deze kloof tussen OFT's en BFT's, én de evolutie ervan, én de grote verschillen per net, kreeg ik ook graag een analyse per net van de verschillende oorzaken, zoals arbeidsherverdelende maatregelen, t e r b e-schikkingstelling (TBS) wegens ontstentenis be-t r e k k i n g, vervanging wegens ziekbe-teverlof, v e r-vanging wegens opdracht, verr-vanging wegens bevallingsverlof en andere.

Kan de minister deze beleidsrelevante informatie meedelen ?

Antwoord

In antwoord op de vraag van de Vlaamse volksver-tegenwoordiger van 26 januari 2000 werden hem de gegevens omtrent de afwijking tussen de orga-nieke en budgettaire omkadering in het basis- en secundair onderwijs van de maand maart voor de jaren 1997, 1998 en 1999 bezorgd. Eveneens kreeg hij een analyse van de verschillende oorzaken van deze afwijking per onderwijsnet.

Als b i j l a g e worden deze resultaten aangevuld met de meest recente gegevens van de maand maart 2000.

De globale afwijking voor 2000 bedraagt 12,38 % in het basisonderwijs en 11,66 % in het secundair o n d e r w i j s. De belangrijkste verklarende compo-nenten zijn/blijven de vervanging wegens ziekte-verlof en arbeidsherverdelende maatregelen (hoofdzakelijk TBS 55+). Ten opzichte van 1999

kent de eerste factor een (lichte) daling, de tweede factor stijgt.

Bij deze geaggregeerde beleidsinformatie wens ik nogmaals twee zaken te benadrukken :

1. gezien het exponentiële verloop van de instap van scholen in het Edisonproject – op basis waarvan deze gegevens worden berekend en ge-analyseerd – zijn de relevantie en bruikbaar-heid van de eerste afwijkingsresultaten lager dan bij de laatste(n). Een vergelijking van deze resultaten over de jaren heen dient derhalve met de nodige voorzichtigheid te gebeuren ; 2. (relevante) verschillen manifesteren zich niet

enkel tussen de niveaus en netten, maar ook tussen scholen (ook binnen hetzelfde net), o n-d e r w i j s v o r m e n , r e g i o ' s, . . . Zij hangen samen met allerlei factoren : bijvoorbeeld het ziekteverlof varieert naargelang de leeftijdsopbouw, de (in-stroom) leerlingenpopulatie, de schoolstructuur, ...

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In eerste instantie dient te worden opgemerkt dat de bodemsanering, zoals geregeld via de bepalin- gen van het bodemsaneringsdecreet, niet in aan- merking komt voor subsidies zoals

Met een dergelijk antwoord zijn de betrokken be- woners niet gediend, er wordt niet aangegeven in welke mate de administratie bereid is mee een op- lossing te zoeken voor dit

K TA 3 Hasselt met vestigingsplaats in Herk- d e - S t a d , waar van een ten dode opgegeven school met een eerste graad aanvankelijk een bloeiende zesjarige structuur werd

In het kader van deze sectorgewijze aanpak werd een interkabinettenwerkgroep opgericht onder mijn voorzitterschap, die is samengesteld uit verte- genwoordigers van alle leden van

Kind en Gezin heeft inderdaad in voorbereiding van zowel de geplande uitbreiding in 2000 met 1.500 plaatsen als de in het regeerakkoord voorop- gezette betekenisvolle

a) De exploitatiekosten voor een grootschalige in- stallatie bedragen gemiddeld genomen tussen 400 en 1.100 frank per IE per jaar (cijfers geba- seerd op een analyse van een

Als b i j l a g e vindt de Vlaamse volksvertegen- woordiger eveneens een overzicht van de dag- gemiddelden van de resultaten van de continue metingen gedurende de maand april

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Steve Stevaert, minister vice-p r e s i d e n t van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en