• No results found

pagina 1van 5bcm0088-980327-11-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0088-9803.htm BESLUIT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "pagina 1van 5bcm0088-980327-11-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0088-9803.htm BESLUIT"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Betreft: zaaknr. 88 / Sligro - Koole Horecacombinatie

1. Op 4 februari 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen waarin is medegedeeld dat Sligro B.V. en Koole Horecacombinatie Zuidwest B.V. het voornemen hebben een concentratie als bedoeld in artikel 27 van de Mededingingswet aan te gaan. Van de melding is mededeling gedaan in de Staatscourant (no. 29) van 12 februari 1998. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. Daarop zijn schriftelijk reacties ontvangen.

I. DE PARTIJEN

2. Sligro B.V. (hierna: Sligro) is een besloten vennootschap. Sligro, eigendom van Sligro Beheer N.V., heeft de volgende dochterondernemingen: Van Hoeckel B.V., houdstermaatschappij van Van Hoeckel Grootverbruik B.V., Rosenberg Import B.V., Van der Velde Beheer B.V., houdstermaatschappij van Van der Velde B.V. en SRV-van Wijk B.V.Sligro is actief op het gebied van de groothandel in food en non-food, gericht op horeca, detailhandel en institutionele afnemers.

3. Koole Horecacombinatie Zuidwest B.V. (hierna Koole Horecacombinatie) is een besloten vennootschap actief op het gebied van de groothandel in food en non-food, gericht op de horeca en de levensmiddelendetailhandel.

II. DE GEMELDE OPERATIE

4. De gemelde operatie houdt in dat Sligro de bedrijfsactiviteiten van Koole Horecacombinatie overneemt.

III. TOEPASSELIJKHEID VAN DE MEDEDINGINGSWET

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4,

omschreven transactie heeft tot doel om Sligro de zeggenschap te laten verwerven over de bedrijfsactiviteiten van Koole Horecacombinatie. 6. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetcijfers blijkt dat de gemelde concentratie binnen het toepassingsbereik van de

Mededingingswet valt.

(2)

A. Relevante markten Relevante productmarkt

7. Partijen hebben aangegeven dat de markt die door de concentratie beïnvloed wordt, de markt is voor de groothandel in food en non-food. 8. De groothandel in food en non-food heeft verschillende categorieën afnemers: de detailhandel in levensmiddelen, horecabedrijven, institutionele en andere grootverbruikers en overig (kerstpakketten e.d.). Sligro levert aan de (kleinschalige) detailhandel in levensmiddelen, aan horecabedrijven en aan institutionele en andere grootverbruikers en is tevens actief in het als "overig" aangeduide marktsegment. Koole Horecacombinatie levert aan de detailhandel in levensmiddelen en aan horecabedrijven.

Sligro en Koole Horecacombinatie zijn beide actief als zelfbedieningsgroothandel en als bezorgingsgroothandel.

9. Volgens partijen noodzaakt de segmentatie aan de vraagzijde niet tot een verdere opsplitsing van de relevante markt in een markt voor de groothandel in food en non-food voor de levering aan horecabedrijven enerzijds en een markt voor de groothandel in food en non-food voor de levering aan de levensmiddelendetailhandel anderzijds. Een aantal

concurrenten is het met partijen eens dat beide vormen van dienstverlening gezien moeten worden als één markt, maar enkele andere concurrenten hebben hierover een andere opvatting naar voren gebracht.

10. Deze laatste concurrenten baseren dit onder meer op het feit, dat beide typen groothandel een ander assortiment kennen, een andere

distributiefrequentie en andere prijzen.

11. Voorts moet er volgens sommige concurrenten onderscheid gemaakt worden tussen de markt voor de zelfbedieningsgroothandel en de markt voor de bezorgingsgroothandel.

12. Voor de beoordeling van de vraag of de markt voor de groothandel in food en non-food verder moet worden opgesplitst, moet worden onderzocht in hoeverre de diensten, die de groothandelaren verlenen, voor de

afnemers onderling substitueerbaar zijn. Uit de van concurrenten verkregen informatie blijkt dat het verschil in dienstverlening van de groothandel aan de levensmiddelendetailhandel enerzijds en de horecabedrijven anderzijds zich met name voordoet bij de bezorging. Daarom moet in de eerste plaats onderzocht worden of er sprake is van een aparte markt voor de

bezorgingsgroothandel en een aparte markt voor de zelfbedieningsgroothandel.

13. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat de zelfbediening als groothandelsvorm zich onderscheidt van de bezorgingsgroothandel doordat sprake is van een andere vorm van dienstverlening. De zelfbediening is voordelig voor afnemers, die minder goed in staat zijn de vraag op lange termijn te voorspellen, die niet over de faciliteiten beschikken om gedurende een zekere tijd grote hoeveelheden in voorraad te houden en die om financiële redenen de voorkeur geven aan het veelvuldig aankopen van kleinere hoeveelheden.

14. In de praktijk blijkt dat er afnemers zijn, die alleen gebruik maken van de bezorgingsfaciliteiten, afnemers die alleen gebruik maken van de

(3)

beide diensten als complementair beschouwd moeten worden.

15. Uit de door Sligro verstrekte gegevens blijkt, dat de prijzen die Sligro toepast voor de producten die worden bezorgd, zijn afgeleid van de prijzen in de zelfbediening, waarbij een kostentoeslag voor de bezorging wordt berekend. Hoewel er, zoals onder punt 14 is opgemerkt, ook afnemers zijn, die uitsluitend van de bezorgingsdiensten dan wel uitsluitend van de zelfbedieningsfaciliteiten gebruik maken, zou het zo kunnen zijn dat de categorie afnemers die van beide diensten gebruik maakt ertoe leidt dat het gedrag van de groothandel ten aanzien van alle categorieën afnemers hetzelfde is en dat er daarom toch gesproken zou kunnen worden van één markt voor de zelfbedieningsgroothandel zowel als voor de

bezorgingsgroothandel.

16. In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of sprake is van twee afzonderlijke markten dan wel van één markt, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt.

17. Met betrekking tot de vraag of de markt(en) verder moet(en) worden opgesplitst in onderscheiden markten voor de levering aan detailhandelaren enerzijds en de levering aan horecabedrijven anderzijds, kan het volgende opgemerkt worden. Omdat de zelfbedieningsgroothandel voor deze beide categorieën afnemers dezelfde diensten aanbiedt en geen onderscheid maakt in bijvoorbeeld prijzen of andere leveringsvoorwaarden al naar gelang een afnemer behoort tot de ene of de andere categorie, kan ervan uitgegaan worden dat voor deze markt een verdere opsplitsing naar afnemerscategorie niet nodig is.

18. Als ervan uitgegaan zou worden dat sprake is van een afzonderlijke markt voor de bezorging, dan is het mogelijk dat een uitsplitsing naar de bezorging voor de levensmiddelendetailhandel en de bezorging voor de horeca wel nodig is. De door enkele concurrenten naar voren gebrachte argumenten dat beide typen groothandel een ander assortiment kennen, een andere distributiefrequentie en andere prijzen zouden ervoor kunnen pleiten dat inderdaad van afzonderlijke markten gesproken moet worden. 19. In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of sprake is van afzonderlijke markten, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt.

Relevante geografische markt

20. Sligro heeft een landelijk netwerk van vestigingen voor zowel

zelfbediening als wel bezorging. Koole Horecacombinatie heeft vestigingen uitsluitend in de provincie Zeeland. Sligro heeft geen vestigingen in

Zeeland, maar wel in Rotterdam, Roosendaal en Bergen op Zoom van waaruit afnemers in Zeeland worden bediend.

21. Voor de afnemers van de zelfbedieningsgroothandel geldt, dat zij in staat zijn in een betrekkelijk groot gebied hun aankopen te doen. Vanuit de afnemers in Zeeland bekeken is de geografische markt dus tenminste regionaal. Dit hoeft echter nog niet te betekenen dat de geografische markt voor de zelfbedieningsgroothandel op grond daarvan afgebakend moet worden als een regionale markt. Bijkomende overwegingen kunnen leiden tot de vaststelling dat de markt nationaal is.

22. Door de overlapping van de aantrekkingsgebieden van de

(4)

waardoor niet alleen sprake is van concurrentie uit naastbij gelegen regio's maar ook van (indirecte) concurrentie van groothandelsbedrijven in verder weg gelegen regio's.

23. In een dichtbevolkt en geografisch klein land als Nederland kunnen dergelijke overlappingen en kettingreactie-effecten zich voordoen.

Daarnaast zijn er op dit moment in Nederland verschillende (zelfbedienings-en bezorgings-) groothandelsbedrijv(zelfbedienings-en voor de lev(zelfbedienings-ensmiddel(zelfbedienings-endetailhandel en de horeca, die een nationale keten van vestigingen exploiteren. Deze groothandelsbedrijven leveren behalve aan afnemers met slechts één of enkele vestigingen ook aan afnemers met een nationale keten van vestigingen. Deze groothandelsbedrijven stellen belangrijke

concurrentieparameters zoals het assortiment, de kwaliteit, reclame en prijzen vast op nationaal niveau.

24. Aan de andere kant hebben enkele concurrenten naar voren gebracht dat er wel sprake is van een afzonderlijke markt voor Zeeland in verband met de minder toegankelijke transport-infrastructuur.

25. In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of sprake is van een afzonderlijke markt in Zeeland, al dan niet inclusief het

aantrekkingsbied vanuit de regio buiten Zeeland, dan wel van een nationale markt, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt.

B. Gevolgen van de concentratie

26. Op de nationale markt voor de groothandel in food en non-food voor de levensmiddelendetailhandel en de horeca is het gecombineerde

marktaandeel van de bij de voorgenomen concentratie betrokken partijen ruim beneden 15%.

27. Als ervan zou worden uitgegaan dat deze markt verder opgesplitst zou moeten worden, zou, gebaseerd op de van partijen afkomstige informatie, het geschatte gecombineerde marktaandeel van partijen op de kleinst mogelijke gezamenlijke markten, dat wil zeggen de markt voor voor de zelfbedieningsgroothandel voor afnemers in Zeeland, de markt voor de bezorgingsgroothandel aan levensmiddelendetailhandelsbedrijven in Zeeland en de markt voor de bezorgingsgroothandel aan horecabedrijven in Zeeland, respectievelijk 20%, 6,7% en 12,5% zijn. Van deze kleinst

mogelijk markten is geen eenduidige en objectieve informatie beschikbaar waaraan deze indicaties van marktaandelen kunnen worden getoetst. 28. Op grond hiervan kan geconcludeerd worden dat de voorgenomen concentratie niet leidt tot het ontstaan of de versterking van een

economische machtspositie die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

V. NEVENRESTRICTIES

29. Partijen hebben zich op het standpunt gesteld dat een

(5)

30. Met partijen kan worden aangenomen dat Sligro tot op zekere hoogte beschermd dient te worden tegen concurrerend handelen van aan de verkoopzijde van de gemelde operatie betrokken partijen en het

concurrentiebeding derhalve rechtstreeks verband houdt en noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de concentratie.

31. Het geografische toepassingsgebied en de activiteiten zijn in het concurrentiebeding niet ruimer gedefinieerd dan het werkgebied en de bedrijfsactiviteiten van Koole Horecacombinatie en derhalve gaat dit niet verder dan wat redelijkerwijs nodig kan worden geacht voor de

verwezenlijking van de concentratie.

32. De termijn van 4 jaar kan redelijkerwijs nodig worden geacht voor de verwezenlijking van de concentratie.

VI. CONCLUSIE

33. Na onderzoek van deze melding, is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt en hij geen reden heeft om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een

economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

34. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

35. Gelet op de overwegingen 29 tot en met 32 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover het concurrentiebeding een overeenkomst is als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet niet geldt voor deze overeenkomst.

Datum: 30.03.1998

w.g. A.W. Kist

directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

terug

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en een belang van 60% in Catering Partners Holland B.V.; zij zijn eveneens actief in de catering-branche.De activiteiten van Eurest laten zich als volgt omschrijven: het beheer

Na onderzoek van deze melding, is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het

Omdat zowel Neways als Detron niet actief zijn op de markt(en) voor productie en assemblage van transmissie- en switching-systemen ten behoeve van data- en

Ook het standpunt van partijen dat met betrekking tot logistieke activiteiten een onderscheid gemaakt moet worden tussen opslag van chemicaliën, opslag van minerale olie

In de toekomstige marktstructuur zal dit voor wat betreft de gebonden afnemers het geval blijven, doch voor de levering aan niet-gebonden afnemers zal de relevante geografische

leveringsovereenkomst overeenkomsten zijn als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet niet geldt voor deze

In het onderhavige geval behoeft de vraag niet beantwoord te worden of de geografische markt zich tot Nederland beperkt dan wel ruimer opgevat moet worden, aangezien het antwoord

Ten aanzien van weefselveredeling-producten worden door partijen de volgende markten onderscheiden waarop zij beiden actief zijn: anti- schuimmiddelen, anti-statische