• No results found

Stageverslag Nederlandse Ambassade in Rabat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Nederlandse Ambassade in Rabat"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag Nederlandse Ambassade in

Rabat

Politieke Afdeling 5 Februari – 5 Augustus 2018

Karen Aukje Punter S2333422 MA Midden-Oosten Studies Goudriaankade 22-11 2516GM Den Haag 0653514216 Stagebegeleider: F.J. Huisingh Stagedocent: W.J. van Bekkum

(2)

2

Stageverslag Nederlandse Ambassade in

Rabat

Politieke Afdeling 5 Februari – 5 Augustus 2018

Versie 1: 07-08-2018 Door: K.A. Punter

k.a.punter@student.rug.nl

Goudriaankade 22-11 2516GM Den Haag +31 6 53514216

In opdracht van Rijksuniversiteit Groningen, MA Midden-Oosten Studies Begeleidend docent:

W.J. van Bekkum

w.j.van.bekkum@rug.nl

Begeleider op de ambassade: F.J. Huisingh

frank.huisingh@minbuza.nl +31 6 46998442

(3)

3

Voorwoord

Een belangrijke reden voor mij om de master Midden-Oosten Studies te volgen in Groningen en niet elders is de flexibiliteit die deze studie biedt. Een universitaire studie is altijd een onmisbare leerschool, die de student een groot aantal vaardigheden biedt, niet in de laatste plaats het vermogen tot kritisch en zelfstandig denken. Desondanks ontbreekt vaak de praktijk. Naast academische bedrevenheid vraagt vrijwel elke professionele functie toch ook praktische ervaring, iets wat de universiteit maar tot op zekere hoogte kan bieden. Een stage vult een dergelijk gat in ervaring perfect in. Het feit dat deze master daar ruimte voor biedt, heeft mij de kans gegeven stage te lopen bij de Nederlandse ambassade in Rabat, iets wat mij bij een andere studie waarschijnlijk niet gelukt was.

Naast het feit dat een stage enorm nuttig is als praktische voorbereiding op de arbeidsmarkt, heeft het mij inzicht geboden in mijn eigen kwaliteiten en in wat mij motiveert en drijft in een toekomstige baan. Zonder deze ervaring was ik waarschijnlijk in een eerste baan gerold, als dat al lukt was zonder stage-ervaring, die mij niet zou brengen wat ik zoek.

Naast werkervaring op een grote ambassade in een land met veel Nederlandse belangen, heeft deze stage me ook het privilege geboden het land Marokko te ontdekken. Elke buitenlandervaring is natuurlijk van grote waarde. Het brengt persoonlijke groei, zelfstandigheid, nieuwe vriendschappen en een vaardigheid tot overleven in allerhande omstandigheden zonder iets of iemand uit de vertrouwde omgeving. Zes maanden Marokko waren een beleving om nooit te vergeten. Het is een land met vele tegenstrijdigheden, het kent grote rijkdom, maar ook veel pijnlijke armoede, het is een land met ontzettend warme en gastvrije mensen, maar ook met mensen die niet schromen misbruik te maken van een ander. Marokko is niet het makkelijkste land om naar toe te verhuizen, toch voel je je er snel thuis. De cultuurverschillen zijn groot, ondanks dat het land zo dicht bij Europa ligt. Mijn stagewerkzaamheden hebben mij enorm veel geleerd, maar wonen in het land Marokko misschien nog wel meer. Mijn eerste les in Marokko was dat je nooit moet vragen waarom zaken gaan zoals ze gaan. Voor de meeste chaos is simpelweg geen verklaring. Een quote die perfect op het land aansluit is “the more you know, the more you realise you don’t know.”

Na dit voorwoord volgen vijf hoofstukken. Allereerst een inleiding over mijn motivatie voor het doen van een stage op een Nederlandse ambassade en het sollicitatieproces, vervolgens een hoofdstuk over de organisatie: de Nederlandse ambassade in Rabat met haar afdelingen en werkzaamheden, hierna volgt een samenvatting van mijn taken en bezigheden als stagiaire, het vierde hoofdstuk bevat een evaluatie van mijn stageperiode. Ten slotte volgt een korte conclusie.

Graag wil ik mijn collega’s op de politieke afdeling in Rabat enorm bedanken voor alles wat ze me hebben geleerd, maar ook voor alle gezelligheid. Mijn lokale collega’s hebben me enorm veel bijgebracht over het land Marokko, haar bevolking en de politieke situatie. Zonder deze duiding was mijn begrip over het land vele malen kleiner en simplistischer geweest. Zij brachten de nuance. Daarnaast hebben mijn Nederlandse collega’s me veel geleerd over de diplomatie, hun werk als diplomaat, netwerken, carrière maken en het overleven in een wildvreemd land.

(4)

4

Inhoud

Voorwoord ... 3

Inleiding ... 4

De Nederlandse Ambassade in Rabat ... 5

Mijn Rol binnen de Ambassade ... 6

Evaluatie ... 8

Conclusie ... 10

Inleiding

De master Midden-Oosten Studies aan de RUG biedt een semester aan waarin het mogelijk is een stage te doen. Deze flexibiliteit was voor mij een belangrijke reden om deze master te kiezen. Vanzelfsprekend heb ik er dus alles aan gedaan om een stage te vinden. Ik ben echter eerst begonnen met een tweede master, namelijk Public Administration aan de Universiteit Leiden. Dit omdat ik mij ervan bewust was dat Midden-Oosten Studies als enkele master wellicht een magere basis was om een stage, en later een baan, te vinden. Ik denk dat de combinatie van deze twee masters mijn zoektocht heeft bespoedigd.

Door mijn bachelor in International Relations was ik al langere tijd geïnteresseerd in het diplomatieke veld. Ik heb dit lange tijd als mijn enige serieuze carrièreoptie beschouwd. Achteraf heeft dit misschien mijn zoekveld verkleind, ik was vrijwel alleen geïnteresseerd in een stage op een ambassade of voor een andere overheidsinstelling. Hierdoor heb ik eigenlijk te weinig verder gekeken naar bijvoorbeeld Ngo’s of het bedrijfsleven. Als ik nu opnieuw zou moeten zoeken naar een stage had ik misschien mijn zoektocht verbreed.

Naast een typisch geval van path dependency werd ik ook aangetrokken door het competitieve van een stage bij de overheid. Met name bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken komen enorm veel stagesollicitanten binnen. Het ministerie is een vooraanstaande plek om werkervaring op te doen, dit was iets wat ik uiteraard graag op mijn CV wilde.

Ik heb lang getwijfeld of ik opnieuw naar het buitenland wilde. Na mijn eerste (fantastische) ervaring in 2015 voelde ik me eigenlijk voldaan. Ik wilde aan de ene kant graag stabiliteit behouden, maar aan de andere kant was ik ook klaar voor een nieuw avontuur. Avontuur vind je toch sneller in een vreemd land dan in het centrum van Den Haag. Ik merkte overigens ook al snel tijdens mijn sollicitatieproces dat de functies die gerelateerd waren aan het Midden-Oosten die zich in Den Haag bevonden onderhevig waren aan meer competitie dan de plaatsingen op de ambassades. Ik heb er daarom voor gekozen simpelweg te schrijven op elke overheidsstage die gelinkt was aan de MENA-regio en af te wachten waar het lot mij zou brengen.

Dit betekent dat ik zo’n tien brieven heb geschreven, waarna een periode van lang afwachten en veel afwijzingen volgde. Ik heb destijds niet gevraagd waarom ik afgewezen werd, dit had ik achteraf wel moeten doen. Op deze manier had ik misschien eerder een stage gevonden of in elk geval meer feedback gehad op mijn brief en cv. Alleen de ambassade in Oman gaf op eigen initiatief een duidelijke verklaring voor mijn afwijzing. Als sterk punt kwam de combinatie van mijn masters naar voren, als minder sterk punt dat ik niet voldoende benadrukte waarom ik specifiek op die plek wilde stagelopen.

(5)

5

Dezelfde feedback kreeg ik later ook in Rabat: ondanks dat ik een goede brief had geschreven was het zichtbaar dat de brief voor meerdere plekken was bedoeld.

Uiteindelijk ben ik op twee sollicitatiegesprekken uitgenodigd. Allereerst bij de ambassade in Rabat en vlak daarna bij de ambassade in Tunis. Het waren twee compleet verschillende gesprekken. Het gesprek met de ambassade in Marokko was enigszins formeel, het was een echt sollicitatiegesprek waarbij ik een enorm vragenvuur moest ondergaan. Naast standaardvragen over werkervaring en goede en minder goede kwaliteiten, lag de nadruk erg op de inhoud. Ik moest een duidelijk beeld schetsen van de Nederlandse belangen in Marokko en van Marokko’s interne politieke situatie. Eveneens werd mijn Frans (oppervlakkig) getest. De sollicitatie bij Tunis was gemoedelijker. Het was meer een gesprek van twee kanten dan een eenzijdig interview.

Ik had geen sterke voorkeur voor een van beide ambassades. In Marokko liggen veel meer Nederlandse belangen dan in Tunesië, dit pleit voor Marokko, maar Tunesië is een minder stabiel land waar op snel tempo veranderingen plaatsvinden. Een proces dat ik graag van dichtbij zou meemaken. De ambassade in Marokko bestond uit een groot team, ik was bang dat dit zou betekenen dat ik weinig verantwoordelijkheden zou krijgen, de ambassade in Tunesië is kleiner. De ambassade in Rabat was echter gewend met stagiaires te werken, dit gold niet voor de ambassade in Tunis. Het thuisfront had wel een sterke voorkeur voor Rabat, in verband met het idee dat Tunesië een stuk onveiliger is. Uiteindelijk belde Rabat als eerste om mij te feliciteren met mijn stageplaats en heb ik besloten deze kans aan te nemen.

De Nederlandse Ambassade in Rabat

De ambassade in Rabat (hierna: de ambassade) is de grootste Nederlandse ambassade in de MENA-regio. Er werken zo’n 60 mensen. De leiding van de ambassade ligt in de handen van mevrouw de ambassadeur Désirée Bonis (Chef de Poste) en Emiel de Bont (plaatsvervangend Chef de Poste). De politieke afdeling, waar ik werkzaam was, houdt zich bezig met Marokko’s interne politiek, maar ook met counter-terrorisme, migratie, publieksdiplomatie en mensenrechten. Zij houden zowel het Marokkaanse als het Nederlandse nieuws bij, organiseren politieke projecten, bezoeken en evenementen en zij communiceren alle relevante zaken naar Den Haag. Daarnaast is de politieke afdeling verantwoordelijk voor het spenderen van het ontwikkelingssamenwerkingsgeld. De Nederlandse ambassade krijgt jaarlijks drie geldpotjes die uitgegeven moeten worden aan projecten met verschillende doeleinden zoals mensenrechten of democratisering. Het vinden van projecten en de projectadministratie ligt in handen van de politieke afdeling.

De politieke afdeling wordt geleid door de Chef de Poste Désirée Bonis, daarna volgt de eerste secretaris en twee tweede secretarissen. Op de politieke afdeling is ook een lokale beleidsmedewerker aanwezig. Met dit team heb ik het meest samengewerkt. Daarnaast bestaat de politieke afdeling ook uit een politie-attaché met assistent en een defensieattaché die werkt vanuit Den Haag.

Daarnaast kent de ambassade een afdeling voor pers en cultuur. Deze afdeling bestaat uit slechts één medewerker met een eigen stagiair(e). Zij organiseren en financieren culturele projecten, staan in contact met de pers en onderhouden de sociale media van de ambassade.

Ten derde de economische afdeling die bestaat uit een uitgezonden diplomaat, een lokale medewerker, een secretaresse en een eigen stagiair(e). De economische afdeling houdt zich voornamelijk bezig met het stimuleren van Nederlandse bedrijvigheid in Marokko. Dit betreft voornamelijk water, infrastructuur, landbouw en energie. Tijdens mijn periode in Rabat was er zelfs een tweede stagiaire aanwezig die uitgezonden was vanuit Den Haag door de Rijksdienst voor

(6)

6

Ondernemen (RvO). Zij hield zich bezig met het ontwikkelen van een Orange Corner, een “incubator” voor Marokkaanse startups gefinancierd door Nederlandse bedrijven. Een erg interessant economisch project.

De vierde afdeling is de landbouwafdeling, die bestaat uit een uitgezonden diplomaat en twee lokale medewerkers. Deze afdeling werkt vanuit Rabat maar is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en stimuleren van de agrarische sector in bijna heel Noord-Afrika: Marokko, Algerije, Tunesië en Libië. De landbouwafdeling vormt een schakelfunctie tussen de Nederlandse landbouw- en tuinbouwsector, voedingsmiddelensector, agribusiness, visserijsector en hun counterparts in Marokko.

De vijfde afdeling is de consulaire afdeling. Deze wordt geleid door twee uitgezonden diplomaten en bestaat verder uit een groot aantal lokale krachten. Vaak zijn dit Nederlandse Marokkanen die terugverhuisd zijn naar Marokko. Dit is waarschijnlijk de grootste en drukste afdeling van de ambassade vanwege het grote aantal visumverzoeken dat ze moeten verwerken.

De zesde afdeling is Interne Zaken. Zij houden zich bezig met de financiële organisatie van de ambassade (zowel salaris als externe facturen), IT en personeelszaken. Ook bijvoorbeeld de schoonmakers, receptioniste en chauffeurs vallen onder deze afdeling.

Daarnaast zijn er nog twee losse afdelingen met elk hun eigen gebouw die op hun eigen manier aan de Nederlandse overheid en de ambassade gelinkt zijn. Allereerst de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Van het grote aantal Marokkanen dat naar Nederland gekomen is, is een deel terugverhuisd naar Marokko waar zij vaak nog toeslagen en pensioen ontvangen. De SVB controleert of dit allemaal op de correcte wijze gebeurt, door anti-fraude controles uit te voeren, maar ook door te adviseren en mensen te wijzen op welk geld zij recht hebben. Daarnaast is er het NIMAR, het onderwijsinstituut dat gelinkt is aan de Universiteit Leiden en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit instituut specialiseert zich in Marokkostudies en ontvangt jaarlijks vele uitwisselingsstudenten van Nederlandse universiteiten. Daarnaast organiseert het lezingen en faciliteert het onderzoekers die research doen naar Marokko.

Ten slotte zijn er op dit moment twee Nederlandse consulaten in Marokko, één in Casablanca en één in Nador. Er wordt op dit moment gezocht naar een derde consul voor een toekomstig consulaat in Tanger.

Mijn Rol binnen de Ambassade

De politieke afdeling houdt zich bezig met zeer diverse onderwerpen en het werk verschilt van dag tot dag. Eén collega houdt zich bezig met mensenrechten, een andere met migratie en weer een andere met counter-terrorisme. Het takenpakket van de stagiaire ligt dan ook niet vast, het verschilt van dag tot dag en van periode tot periode. Het hangt er maar net van af waar je op dat moment nodig bent. Het grote voordeel van zo’n grote afdeling (CdP, eerste secretaris, twee tweede secretarissen, lokale medewerker) is dat je door iedereen opgeroepen kan worden. Elke persoon geeft je andere taken die betrekking hebben op verschillende onderwerpen. De ene persoon geeft ook meer verantwoordelijkheid weg dan de andere. Het nadeel is dat er in rustigere periodes, bijvoorbeeld tijdens de Ramadan of de zomermaanden, er relatief weinig werk overblijft voor de stagiaire. Er is eigenlijk altijd wel iemand hoger in rang die tijd heeft een taak uit te voeren.

Ik heb mij de afgelopen zes maanden voornamelijk beziggehouden met projectmanagement. De politieke afdeling beheert drie fondsen: het mensenrechtenfonds (€500.000,-), het Shiraka fonds (€500.000,-) en het accountability fonds (€150.000,-). Dit geld moet op jaarbasis uitgegeven worden aan verschillende lokale projecten. De ambassade ondersteunt deze projecten alleen financieel, de

(7)

7

uitvoering ligt volledig in de handen van Ngo’s. Dit kan zowel grote organisaties zoals IOM betreffen als hele kleine lokale organisaties. Ik mocht vaak aanwezig zijn bij meetings met dergelijke organisaties om hun projectvoorstellen te bespreken. Dit was vaak erg interessant. De ambassade focust voor een groot deel op vrouwenrechtenprojecten, organisaties die op dit gebied werken hebben mij dan ook veel informatie verschaft over dit onderwerp. De beslissing om wel of geen geld te geven viel echter buiten mijn verantwoordelijkheid. Mijn grootste taak was het op orde maken van de administratie. Dit betekent het opstellen van contracten en interne documenten voor nieuwe projecten. Dit ging in overleg met ons financiële afdeling in Den Haag waar ik dus ook veel contact mee had. Dit contact verliep niet altijd zonder problemen, ik merkte dat dat voor mij een goede leerschool was: hoe krijg ik wat ik nodig heb van iemand die daar eigenlijk niet aan mee wil werken. Het opstellen en voltooien van dergelijke documenten was zeer tijdrovend, doordat elke stap langs vele lagen in de organisatie moest. Van de partner, naar het financiële departement, terug naar de partner. En dan wanneer de documenten voltooid zijn moeten er binnen de ambassade nogmaals drie mensen naar kijken. Het ging ook om een groot aantal projecten, in totaal heb ik voor ongeveer twaalf projecten de administratie geleverd. Daarnaast deed ik ook de jaarevaluatie van enkele lopende projecten.

Daarnaast was het mijn verantwoordelijkheid om wekelijks een agenda op te stellen voor de meeting met de afdeling. Dit overleg vond elke vrijdag plaats met de ambassadeur en de rest van de politieke afdeling. Hier werden alle lopende zaken besproken, maar ook eventuele interessante politieke ontwikkelingen binnen Marokko en/of Nederland. Dit is “where the magic happens.” Tijdens deze meetings was ik verantwoordelijk voor de notulen. Waar ik in het begin vaak moeite had met het begrijpen wat er werd besproken, het ging om erg veel afkortingen en lopende zaken waarvan ik niet op de hoogte was, kon ik het met der tijd steeds beter volgen en ook zelf wat bijdragen.

Ten derde heb ik tweemaal de kans gekregen een bericht te schrijven. Dit is een kort artikel dat binnen Buitenlandse Zaken gedeeld wordt. Het doel is om collega’s in Den Haag en op andere posten te informeren over belangrijke ontwikkelingen in Marokko of binnen de Marokkaanse buitenlandrelaties. Mijn eerste bericht ging over een nieuw aangenomen wet met betrekking tot vrouwenrechten in Marokko. Het was in feite een samenvatting over de stand van zaken wat betreft de positie van de vrouw. Het tweede bericht ging over een grote landelijke boycotactie. De berichten waren vooral gebaseerd op bestaande nieuwsartikelen, het Frans is hierbij onmisbaar, en gesprekken met mijn Marokkaanse collega’s. Daarnaast heb ik vele malen de berichten van mijn collega’s geredigeerd. Mijn schrijfvaardigheid werd ook in enkele andere gevallen gevraagd. Bijvoorbeeld ter voorbereiding op een Algemeen Overleg binnen de Tweede Kamer, of ter voorbereiding op een bezoek van bijvoorbeeld Minister Blok van Buitenlandse Zaken. Het doel is in dit geval om een zo volledig mogelijk dossier op te stellen zodat de minister zich goed kan voorbereiden op mogelijke vragen en voor gesprekken met Marokkaanse ministers. Dit betrof vaak korte updates over bepaalde onderwerpen zoals de Westelijke Sahara. Ten slotte heb ik een aantal keren een informatief stuk geschreven voor de politieke afdeling zelf. Bijvoorbeeld over de huidige staat van de Marokkaanse rechtsstaat en over migratieontwikkelingen. Ook was ik verantwoordelijk voor het bijhouden van het nieuws over de ontwikkelingen in het Rifgebied in een uitgebreid logboek.

Bovendien werd ik een aantal keer ingezet om te helpen bij verschillende evenementen. Helemaal in het begin van mijn stage heb ik bijgedragen aan een alumni-evenement. Dit evenement was bedoeld als netwerkborrel voor Marokkanen die ooit meegedaan hebben aan een van de projecten, cursussen of scholingen die georganiseerd zijn door de Nederlandse overheid. Het zijn over het algemeen hooggeplaatste personen die op hun beurt weer goed zijn voor het netwerk van de Nederlandse ambassade. Ik was hier verantwoordelijk voor het versturen van informatie en uitnodigingen, het maken en uitdelen van naamkaartjes en het in goede banen leiden van het netwerkevent zelf.

(8)

8

Het grootste evenement waar ik aan meegewerkt heb is koningsdag. Elke ambassade in Rabat geeft jaarlijks een grote receptie op zijn nationale feestdag. Voor Nederland is dit Koningsdag. Tijdens dit evenement verzamelen zich zo’n 800 mensen op de residentie van de ambassadeur. Het evenement wordt georganiseerd door Interne Zaken en alle stagiaires. Ik was verantwoordelijk voor de notulen van de Koningsdagmeetings en het regelen van Hollandse halalsnacks. Daarnaast heb ik op de dag zelf geholpen met het klaarmaken van het terrein en deed ik het deurbeleid.

Daarnaast werd mij regelmatig gevraagd naar meetings te gaan. Soms betrof dit een meeting van de Europese Unie over een bepaald onderwerp, maar vaak waren het meetings van Ngo’s. Zo ben ik vaak bij persconferenties van Amnesty International geweest en kwam ik regelmatig op bijeenkomsten over migratie. Ook ging ik naar gevoelige rechtszaken en kwam ik over de vloer bij organisaties die niet goed liggen bij de Marokkaanse overheid. Ten slotte mocht ik af en toe mee op projectbezoek. Dit houdt in dat we langsgaan bij de projecten die wij financieren om te kijken wat ze doen (en of het geld goed uitgegeven wordt), eenmaal mocht ik mee naar Nador om daar in de buurt op het platteland bij een vrouwenrechtenorganisatie langs te gaan. Dit heeft erg veel indruk op mij gemaakt.

Ten slotte waren er in de zes maanden dat ik op de ambassade aanwezig was erg veel bezoeken. Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok is langs geweest, maar ook Minister Harbers en vele andere hooggeplaatste Nederlandse vertegenwoordigers. Zoals ik hierboven heb beschreven werd mij hierbij af en toe gevraagd een bijdrage te leveren aan hun dossiers, maar ik was met name verantwoordelijk voor chauffeursschema’s die ervoor moesten zorgen dat iedereen elke keer op tijd op de juiste locatie aanwezig was.

Het NAVO-vlootbezoek was voor mij het evenement waarbij ik de meeste verantwoordelijkheid kreeg. Jaarlijks komen er een aantal NAVO-schepen naar Casablanca om een bezoek te brengen aan Marokko als bevriende staat. Dit jaar was de Nederlandse ambassade verantwoordelijk om dit te organiseren. Ik heb dit gedaan samen met de eerste secretaris en de defensieattaché. Ik was hierbij grotendeels verantwoordelijk voor het organiseren van een receptie en een lunch. Ik verstuurde de uitnodigingen en onderhield contact met uitgenodigde NAVO-lidstaten. Ik mocht hierbij ook mee naar inhoudelijke meetings over het bezoek in de haven van Casablanca en werd uitgenodigd op een lunch met alle defensieattachés van de NAVO-lidstaten in Rabat.

Evaluatie

Ik heb veel mogen leren bij de Nederlandse ambassade in Rabat. Ik kijk er dan ook met een goed gevoel op terug. Waar ik het meest tegen aanliep in de negatieve zin is dat ik vaak het gevoel had dat er voor mij niet genoeg te doen was. Het was een grote afdeling, een stagiair vervult dus al snel de taak van assistent. In rustige periodes, die in de aanloop naar Ramadan en de zomermaanden nou eenmaal nogal vaak voorkomen, is de stagiair niet altijd noodzakelijk. Daarnaast vond ik dat mijn stagebegeleider af en toe wat te voorzichtig met mij was, hij wilde graag voorkomen dat ik overwerkt of overweldigd werd, maar ik had af en toe het gevoel dat ik wel wat meer verantwoordelijkheid aankon. Ik had dit achteraf eerder moeten bespreken en misschien duidelijker moeten maken, anderzijds werd er ook vrij weinig meegedaan nadat ik het had besproken. De andere tweede secretaris gaf me gelukkig vaak wel veel verantwoordelijkheid, ze liet me bijvoorbeeld vaak alleen naar meetings en bijeenkomsten gaan, maar zij was door persoonlijke omstandigheden veel afwezig. Daarnaast bestond mijn werk voor een zeer groot deel uit projectenbeheer, dit is vooral administratief werk. Deze combinatie zorgde ervoor dat ik stage niet altijd even leuk en uitdagend vond. Voor mij is dit een enorm belangrijke les geweest: ik heb, om geïnspireerd en gemotiveerd te blijven, veel uitdaging en afwisseling nodig. Van tevoren had ik verwacht dat ik een kantoorbaan prettig zou vinden,

(9)

9

door deze stage heb ik me gerealiseerd dat ik een baan moet zoeken waarvoor ik regelmatig op pad mag.

In het verlengde hiervan vond ik het werk op de ambassade minder spannend dan verwacht. Het is voor de meeste mensen een gewone kantoorbaan die ook grotendeels vanuit Den Haag uitgevoerd had kunnen worden. De politieke verantwoordelijkheden liggen vrijwel alleen bij de CdP. Daarnaast was het beleid van de leiding op de ambassade om mensen zoveel mogelijk op kantoor te houden, men ging dus weinig naar buiten om mensen te ontmoeten.

Ondanks dat ik een goede tijd heb gehad in Rabat en enorm veel heb geleerd, ben ik wel enigszins gedesillusioneerd teruggekomen over het werk op een ambassade en het werk als diplomaat. Ik had dan ook soms het idee dat ik niet mijn volledige potentie kon laten zien of al mijn kwaliteiten kon benutten, ik had graag nog wat meer bijgedragen. Mijn bijdrage lag vooral in het bijhouden van de projectdossiers, dit kost veel tijd, mijn werkzaamheden hebben dan ook veel druk van de ketel van collega’s gehaald die dit anders allemaal zelf hadden moeten doen naast hun andere verantwoordelijkheden. Daarnaast was mijn feedback dat ik goed kan schrijven en redigeren, hier werd ik naar mate de tijd vorderde dan ook vaker voor ingezet.

Schrijven en redigeren heb ik zeker binnen mijn studie geleerd, al heb ik daar voornamelijk in het Engels geschreven, terwijl op de ambassade vooral Nederlandse schrijfvaardigheid werd gevraagd. Niet alleen mijn schrijfvaardigheid an sich kwam goed van pas, ook kritisch nadenken, snel kunnen analyseren en het vlug begrijpen van een nieuw onderwerp zijn belangrijke kwaliteiten gebleken. Ik merkte dat ik erg snel stukken kon schrijven doordat ik goed wist hoe ik bronnen moest vinden en snel doorhad hoe iets in elkaar stak. Ondanks dat veel onderwerpen op de politieke afdeling nieuw voor mij waren, zat ik snel overal in. Mijn studie heeft daar zeker aan bijgedragen.

Ik heb de afgelopen zes maanden vooral veel over mijzelf geleerd. Door regelmatig stagegesprekken te voeren heb ik veel nieuwe feedback mogen ontvangen. Hierin kwam naar voren dat ik rust uitstraal, stressbestendig ben en makkelijk mijn plek vindt binnen een team, ik ben prettig in de omgang en niet bang mijn mening te geven. Ik kan goed schrijven en redigeren en ben zeer betrouwbaar. Wanneer men mij iets vraagt, kunnen ze ervan uit gaan dat het afkomt en dat ik regelmatig updates geef over de stand van zaken. Anderzijds ben ik niet detailgericht, ik ben gevoelig voor slordigheidsfoutjes en ben geneigd mijn werk als afgerond te beschouwen zonder het eerst nog een keer grondig door te nemen. Daarnaast ben ik liever bezig met concrete opdrachten dan met meer abstracte projecten. Ideeën die mij vaag voorkomen laat ik graag links liggen.

Mijn eigen feedback naar mijzelf zou zijn dat ik eerder moet aangeven als ik ergens mee zit. Als ik eerder had aangegeven dat ik mij verveelde, had ik misschien een prettigere stageperiode gehad. Daarnaast heb ik geleerd dat ik veel afwisseling nodig heb in mijn werk, ik verveel me snel. Positief gezien zag ik dat ik erg snel ben in het uitvoeren van mijn taken. Ik ben zelfverzekerder uit deze stage gekomen, ik hoef niet snel te vrezen dat ik het niveau van een eerste baan niet aan kan. Ik ben zeer stressbestendig en niet snel overwerkt.

De belangrijkste vaardigheden die ik het afgelopen half jaar heb ontwikkeld zijn het schrijven en redigeren van korte berichten. Waar de academische wereld vaak lange uitgebreide stukken vraagt, moet het in de echte wereld vaak kort en bondig. Daarnaast ben ik begonnen met het ontwikkelen van netwerkvaardigheden. Ik ben hier zeker nog lang geen expert in, maar ik heb veel gesprekken gevoerd en bijeenkomsten gehad met vele verschillende mensen waardoor ik in ieder geval een begin heb gemaakt. Ik zou nog graag leren hoe je je netwerk effectief inzet en hoe je een netwerk onderhoudt. Verder heb ik veel geleerd van het projectenbeheer, zoals het beoordelen van projectvoorstellen, het

(10)

10

stellen van kritische vragen tijdens meetings met potentiële partners, het opstellen van contracten en het samenwerken met zowel andere interne afdelingen als externe organisaties. Ten slotte is mijn beheersing van de Franse taal enorm vooruitgegaan. Vrijwel alle communicatie was in het Frans en ik moest het Franstalige nieuws bijhouden.

Zoals ik hierboven heb benoemd kwamen vooral schrijfvaardigheid en kritisch denken naar voren als belangrijke vaardigheden die ik op de universiteit heb geleerd. Verder zou ik stage vooral omschrijven als een goede aanvulling op een studie. Ze sluiten eigenlijk maar weinig op elkaar aan, omdat de diepgang en theoretische manier van denken die op de universiteit worden ontwikkeld simpelweg niet gevraagd worden in het werkveld. Enerzijds focust de universiteit mijns inziens te weinig op de praktijk en op voorbereiding op het werkveld, anderzijds denk ik dat het werkveld, in dit geval de ambassade, veel meer zou kunnen bereiken met haar werknemers als ze zou focussen op hun academische specialiteiten. Op de ambassade worden mensen vooral generalistisch ingezet waardoor hun specifieke kwaliteiten niet altijd tot uiting komen. Ik denk bijvoorbeeld dat ik persoonlijk vanuit mijn studieachtergrond veel meer analyses had kunnen geven van bepaalde situaties, vaak blijven discussies en besprekingen echter aan het oppervlak.

Ik heb erg veel geluk gehad met mijn stagebegeleider, hij nam zijn taak serieus. Zo heb ik twee tussentijdse beoordelingen gehad en één afsluitende. Ik vond deze evaluaties zeer nuttig. Daarnaast was een groot voordeel van ons grote team dat ik met iedereen apart heb samengewerkt, daardoor heb ik van ze allemaal kunnen leren en had ik in feite meer dan één begeleider. Het enige waar ik tegen aanliep, was dat ik graag wat meer verantwoordelijkheid had gehad en dat dit mij niet werd toevertrouwd door mijn begeleider. Hij ging erg voorzichtig om met de stagiaires, dit was in mijn geval niet altijd nodig. Ik was graag meer in het diepe gegooid. Enerzijds zorgde deze aanpak ervoor dat ik me snel op mijn gemak voelde en niet bang was om vragen te stellen, anderzijds had ik waarschijnlijk nog meer kunnen leren als ik meer op eigen benen had mogen staan.

Het werk op de ambassade heeft me dus enigszins gedesillusioneerd achtergelaten. Ik heb mijn hele studie gedacht dat ik een baan bij de overheid wilde. Dit verklaart ook mijn keuze voor de master Public Administration. Ik ben hier echter voorlopig op terug gekomen. Ik heb het veel gehad over carrièrekeuzes met mijn collega’s op de ambassade en ze hebben me stuk voor stuk aangeraden eerst iets anders te gaan doen. Graag zou ik bijvoorbeeld een jaar bij een ngo willen werken, ik vond vaak de afstand tussen de ambassade en de grond te groot, een ngo staat dichterbij mensen. Het was zeer interessant om bezig te zijn met zoveel verschillende onderwerpen, maar daardoor bleef het vaak oppervlakkig. Desondanks vind ik de internationale en lokale politiek nog altijd erg interessant en haalde ik het meeste plezier uit de wekelijkse politieke meetings, dus wie weet solliciteer ik over een paar jaar alsnog voor het klasje.

Conclusie

Ik ben erg blij dat de master Midden-Oosten Studies aan de RUG haar studenten de kans biedt stage te lopen tijdens hun studie. Hierdoor heb ik stage mogen lopen op de Nederlandse ambassade in Rabat, een kans die ik niet had willen missen.

Ik heb op de ambassade mee mogen werken aan veel verschillende zaken. Mijn voornaamste taak was het bijhouden van de projectenportefeuille. Ik was dus vooral actief op administratief gebied. Het meeste plezier haalde ik uit de wekelijkse meetings met de politieke afdeling waarbij ik verantwoordelijk was voor de agenda’s en notulen. Hier werd de huidige politieke situatie besproken in Marokko en Nederland en de stand van de relatie tussen beide landen. Dit is wat mij het meest

(11)

11

interesseert en de reden waarom ik de bachelor International Relations en de master Midden-Oosten studies ben gaan doen.

Op stage heb ik geleerd wat mijn goede en minder goede kwaliteiten zijn. Zo ben ik niet erg detailgericht en houd ik niet van abstracties, maar bleek ik erg stressbestendig en een snelle werker. De vaardigheden die ik (verder) heb mogen ontwikkelen waren schrijven en redigeren en netwerken. Dit zijn zaken waar ik in mijn verdere carrière nog veel aan zal hebben. Daarnaast is mijn beheersing van de Franse taal enorm vooruitgegaan. Elke meeting was in het Frans, zowel extern als intern en ik heb veel in het Frans moeten lezen.

Helaas kan ik niet alleen maar positief op stage terugkijken. Ik vond het vaak niet erg uitdagend waardoor ik me af en toe flink verveelde. Ook vond ik het werk op de ambassade tegenvallen. Het bleek minder avontuurlijk dan ik van tevoren gedacht had en het werk is vaak oppervlakkig en zeer algemeen. Ik heb altijd gedacht dat ik een beleidsfunctie bij de overheid zou willen, maar ik moet hier voorlopig toch op terug komen. Ik heb dus vooral geleerd wat ik wel en niet zou willen in de toekomst. Iets wat ik voordat ik stage had gelopen blijkbaar toch niet zo duidelijk voor ogen had.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor deze beoordeling moet je, net als vorig studiejaar, laten zien dat je je bewust verder aan het ontwikkelen bent richting een onderzoekende, autonome en betekenisgerichte

elkaar komen!.. In het ondernemingsplan van Yalp staat duidelijk omschreven waar we met onze onderneming voor de komende jaren naar toe willen. Aan het begin van het jaar

Net als TenneT heeft Elia ambities om de Safety Culture Ladder door te vertalen naar partijen buiten de eigen organisatie, de contractors. “Onze leveranciers merkten natuurlijk

Ik vind het fijn te zien dat de mensen bij Rouveen Kaasspecialiteiten zoveel plezier in hun werk hebben, een mooi compliment voor het bedrijf?. En wat een fantastische kazen

Daarbij is het (vanuit de wet Veiligheid op school en wet Meldcode) een verplichting om leerlingen te monitoren op hun sociale veiligheidsbeleving, sociaal-emotionele

Met het Zelenko protocol (combinatie hydroxychloroquine, zink en azithromycine) werden een 1000-tal Covid gevallen genezen, meestal in enkele dagen, met een success rate van bijna

De training Interactief Online overleggen is voor iedereen die zijn online gesprekken effectief en doelgericht wil voeren.. Deze training is bedoeld voor professionals die

 De leerlingen worden ’s morgens opgehaald door de docent van de eerste les en door de docent van de laatste les naar buiten begeleid;..  In de hal bij A04 desinfecteren