• No results found

Verkort zonder tekort?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verkort zonder tekort?"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verkort zonder tekort?

De geschiktheid van de verkorte Token Test

Amal Khalil

22 april 2019

(2)

1

Verkort zonder tekort?

De geschiktheid van de verkorte Token Test

Masterthesis afasiologie

Auteur: Amal Khalil Studentnummer: S2830329

E-mailadres: a.khalil.1@student.rug.nl Masteropleiding: neurolinguïstiek

Organisatie: Rijksuniversiteit Groningen Begeleider: dr. R. Jonkers

(3)

2

Verklaring Masterscriptie Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen

Naam student: Amal Khalil Studentnummer: S2830329

Masteropleiding – programma: taalwetenschappen - neurolinguïstiek

Titel scriptie: verkort zonder tekort? De geschiktheid van de verkorte Token Test Naam scriptiebegeleider: Roel Jonkers

Hierbij verklaar ik ondubbelzinnig dat de door mij ingeleverde scriptie gebaseerd is op eigen werk en de vrucht is van een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Ik verklaar dat ik geen gebruik heb gemaakt van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding; dat ik geen vertalingen of parafraseringen van tekstgedeelten van anderen als onderdeel van mijn eigen betoog heb ingezet; dat ik de tekst van deze scriptie of een vergelijkbare tekst niet heb ingediend voor opdrachten van andere opleidingsonderdelen.

Datum: 23– 01 – 2019 Plaats: Almere

(4)

3 VOORWOORD

Voor u ligt mijn scriptie voor de master neurolinguïstiek. Het taalverwerkingsproces en alle problemen die daarbij kunnen ontstaan, zijn zaken die mij altijd al hebben geïntrigeerd. Een tweetalige opvoeding heeft bijgedragen aan de verwondering hoe taal in de hersenen verwerkt wordt en hoe dat allesbehalve vanzelfsprekend is. Mijn voorkeur voor onderzoekend en analytisch werken en mijn interesse in het klinische werkveld, hebben ervoor gezorgd dat ik mijn verwondering om wilde zetten in kennis. Ik merkte al in het eerst jaar van mijn logopedie-opleiding dat het onderwerp afasie mij het meest interesseerde. Het was dan ook geen moeilijke keus voor welk vak ik mijn masterscriptie zou gaan schrijven.

Ik liep mijn masterstage bij revalidatiecentrum Reade waar ik ook mijn scriptieonderwerp aan te danken heb. Op mijn stageplek werden namelijk de scores op de verkorte Token Test en de Comprehensive Aphasia Test (CAT-NL) van de mensen met afasie vastgelegd. Mijn interesse was al snel gewekt, aangezien er nog geen Nederlandse normering is van de verkorte Token Test en er geen uniformiteit is in welke versie van de Token Test afgenomen dient te worden in de diagnostische fase van afasie. In het huidige onderzoek wordt daarom onderzocht of de verkorte Token Test een geschikte versie is van de Token Test om in de diagnostische fase van afasie af te nemen. De testscores van de verkorte Token Test en de CAT-NL, afgenomen bij mensen met afasie in revalidatiecentrum Reade, zijn voor dit onderzoek gebruikt. Een ander revalidatiecentrum in Nederland heeft ook testscores van de verkorte Token Test en de CAT-NL voor dit onderzoek aangeleverd, maar het heeft verzocht anoniem te willen blijven.

Ik wil verschillende mensen bedanken voor hun bijdrage aan deze masterthesis. Allereerst wil ik mijn scriptiebegeleider dr. Roel Jonkers bedanken voor de goede begeleiding door middel van gerichte feedback, input en de snelheid waarmee hij antwoord op mails en vragen. Ik wil ook mijn stagebegeleider Laurien Sietsma (klinisch linguïst en logopedist) bedanken voor het meedenken en voor het laten zien wat het vak van een klinisch linguïst inhoudt en wat voor toevoegende waarde het heeft. Ik wil daarnaast de klinisch linguïst uit het andere revalidatiecentrum bedanken, die in haar vrije tijd de extra testscores heeft aangeleverd om zo meer kwaliteit aan dit onderzoek te leveren. Ten slotte wil ik al mijn vrienden en familie bedanken voor al hun steun en geduld.

U bent hierbij uitgenodigd om mijn scriptie te lezen, hopelijk zal het bijdragen aan logopedisch-klinische vraagstukken.

Amal Khalil

(5)

4 SAMENVATTING

De Token Test (De Renzi & Vignolo, 1962) wordt vaak gebruikt in de diagnostische fase van afasie, om een afasie en de ernst daarvan vast te stellen. De Renzi en Faglioni ontwierpen in 1978 een verkorte versie van de Token Test die in verschillende talen is vertaald. De verkorte Token Test (VTT) bestaat uit 36 items, waarmee in ongeveer 20 minuten tijd vast te stellen is of er sprake is van afasie en in welke mate. De Nederlandse vertaling van de verkorte Token Test (Bastiaanse, Raaijmakers, Satoer & Visch-Brink, 2015) van De Renzi en Faglioni (1978) wordt daarom ook vaak gebruikt in Nederland, maar nog niet zo vaak als de uitgebreidere en langere versie van Orgass (1976). De Token Test van Orgass wordt ook in de Akense Afasietest (AAT) gebruikt (Graetz, De Bleser & Willmes, 1992), een afasietest die tot een aantal jaren geleden de meest gangbare diagnostische test in Nederland was. Logopedisten beweren dat de Token Test uit de AAT vaker wordt gebruikt dan de VTT, voornamelijk doordat er geen Nederlandse normering is van de VTT en doordat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de geschiktheid van de VTT (Dusseldorp, 2018). De verkorte Token Test heeft echter een aantal voordelen ten opzichte van de Token Test uit de AAT. Ten eerste betekent het feit dat de test minder items heeft, dat afname ervan minder belastend is voor personen met afasie, vanwege de kortere afnameduur. De VTT is ook gemakkelijker om af te nemen doordat een scoreblad en de tokens slechts tot de benodigdheden behoren, terwijl bij de Token Test uit de AAT ook drie testbladen benodigd zijn om de tokens op te plaatsen. Op het scoreblad staat alle benodigde informatie wat betreft afnamevoorwaarden weergegeven. Bovendien maakt de VTT gebruik van onder andere zwarte tokens in plaats van blauwe tokens, om het kleuronderscheid te vergemakkelijken. Er wordt bij de Token Test uit de AAT gebruik gemaakt van onder andere blauwe en groene tokens, waardoor de kleuronderscheid moeilijker zou zijn (Paci, Lorenzini, Fioravanti, Poli & Lombardi, 2015). Daarnaast is de scoring van de VTT lichtelijk anders dan de Token Test uit de AAT, waardoor een score van een halve punt op een item mogelijk is na een correct antwoord na herhaling van het item. Hierdoor is de totaalscore van de VTT specifieker dan die van andere Token Tests, wat leidt tot een nauwkeurigere ernstschaal. Met name voor de ernstschaal ‘restafasie’ is een nauwkeurige, sensitieve score vereist om het te kunnen vaststellen. Bovendien is het bij de VTT mogelijk om de ernstschaal rechtstreeks uit de ruwe totaalscore te bepalen, iets wat bij de andere Token Tests niet mogelijk is. Al met al is vast te stellen dat de verkorte Token Test meer voordelen heeft dan de Token Test uit de AAT. In de huidige studie wordt daarom onderzocht hoe geschikt en betrouwbaar de verkorte Token Test is in de diagnostische fase van afasie. De geschiktheid van de VTT wordt onderzocht door de correlatie te bepalen tussen de totaalscores van de VTT en de totaalscores van bepaalde onderdelen voor het mondelinge taalbegrip en taalproductie uit de CAT-NL, de huidige gouden standaard in de diagnostische fase van afasie (Berns et al., 2015). Er zijn voor dit onderzoek de scores van 19 personen met afasie gebruikt. De totaalscores van de VTT, de totaalscores van het subdomein ‘begrip van gesproken taal’ van de CAT-NL, de totaalscores van het subdomein ‘benoemen’ en de totaalscores van de onderdelen ‘lijnen delen’, ‘mondeling taalbegrip: zinnen’ en ‘mondeling taalbegrip: paragrafen’ van de CAT-NL zijn voor het bepalen van deze correlatie gebruikt. Uit de resultaten blijkt een significante en matige correlatie tussen de totaalscores van de VTT en de totaalscores van de genoemde onderdelen, behalve voor het onderdeel ‘lijnen delen’. De ernstindelingen van de VTT en de ernstindelingen van het subdomein begrip van gesproken taal en van het subdomein benoemen uit de CAT-NL komen ook overeen. De huidige studie toont aan dat de verkorte Token Test een geschikte en betrouwbare versie lijkt van de Token Test om in de diagnostische fase van afasie af te nemen. Een Nederlandse normering van de VTT die bijna afgerond is (Van den Berg, 2018), zal hier nog meer aan bijdragen. Er volgen naar aanleiding van dit onderzoek ten slotte een aantal aanbevelingen en suggesties voor vervolgonderzoek.

(6)

5

INHOUDSOPGAVE

INTRODUCTIE ... 6

Diagnostiek bij afasie ... 6

Versies van de Token Tests ... 7

Token Test en vervolgonderzoek in de diagnostische fase van afasie ... 10

Huidige studie ... 12 METHODE ... 15 Participanten ... 15 Materialen ... 16 Procedure ... 20 Scoring ... 20 RESULTATEN ... 24 Kwantitatieve analyse ... 25 Kwalitatieve analyse ... 29 DISCUSSIE ... 30 REFERENTIES ... 35 APPENDIX I ... 37

(7)

6 INTRODUCTIE

Taal is een belangrijk element in ons leven. Vaak staan we er niet bij stil en wordt het vaak als vanzelfsprekend beschouwd dat er talige componenten een rol spelen bij het voeren van een gesprek. Om goed lopende zinnen te kunnen maken tijdens zo’n gesprek en alles wat gezegd wordt te kunnen begrijpen, moeten die talige componenten wel voldoende intact zijn. Een ander aspect van taal dat misschien niet zo vanzelfsprekend is maar waarbij evengoed een voldoende taalvermogen genoodzaakt is, is het begrijpen van afbeeldingen en cijfers. Om afbeeldingen en cijfers namelijk betekenis te geven, moeten ze in de hersenen eerst omgezet worden in taal. Volgens het model van Ellis en Young (1988), zijn er ruwweg gezien negen systemen betrokken bij het verwerken van taal: het auditieve analyse systeem, visuele analyse systeem, auditieve input lexicon, visuele input lexicon, het systeem voor grafeemniveau, het systeem voor foneemniveau en centraal van dit alles staat het semantisch systeem. Het model van Ellis en Young laat zien dat er verschillende taalroutes mogelijk zijn om te kunnen luisteren, lezen, schrijven of spreken, indien alle taalroutes nog intact zijn. Volgens Ellis en Young kan een taalroute of een gedeelte daarvan verstoord zijn. Er kunnen ook meerdere taalroutes tegelijkertijd verstoord zijn. Wanneer er zo’n verstoring optreedt naar aanleiding van niet aangeboren hersenletsel (nah) zoals door een cerebrovasculair accident (CVA), dan wordt er gesproken van afasie. Een CVA kan veroorzaakt worden door een bloeding waarbij er gesproken wordt van een hemorragische CVA (hCVA), of door een infarct (vernauwing of verstopping van een (slag)ader in de hersenen), hetgeen een niet bloedige (ischemisch) CVA (iCVA) wordt genoemd. Bastiaanse (2010) beschrijft een afasie als een verworven taalstoornis die veroorzaakt is door focaal hersenletsel (zoals een CVA, trauma, tumor of infectie) en die ontstaat nadat de taal verworven is. Wanneer er bij afasie problemen ontstaan in één of meerdere van de taalsystemen kan dit zich uiten op verschillende linguïstische niveaus: fonologisch, semantisch, syntactisch en/of pragmatisch (Nouwens, Dippel, Visch-Brink & de Lau, 2013). In overeenstemming met de fasering die de Nederlandse Hartstichting beschrijft (Commissie CVA-revalidatie, 2001), worden in de NAIS (2015) drie fasen van afasie onderscheiden. Volgens die fasering spreekt men van de ‘acute fase’ in de eerste twee weken na ontstaan van het hersenletsel. De ‘revalidatiefase’ is tot zes maanden na ontstaan van het hersenletsel en na zes maanden spreekt men van de ‘chronische fase’.

Diagnostiek bij afasie

Voor het opzetten van een goede afasiebehandeling is onder andere goede diagnostiek vereist waaruit de aard en ernst van de afasie duidelijk worden door middel van objectivering. Een logopedist of een klinisch linguïst voert deze objectivering uit. Het is gebleken dat de juiste, passende interventie in de vorm van intensieve training op stoornisniveau gedurende de acute en revalidatiefase, zorgt voor optimaal herstel wat betreft de talige componenten (Brady, Kelly, Godwin & Enderby, 2012; Berns et al., 2015). Afgezien van het feit dat een vroege diagnose en interventie zorgen voor een beter herstel van de communicatieve vaardigheden van mensen met afasie, gepaard gaand met een betere kwaliteit van leven van die personen, wordt ook de kans op een depressie verkleind (Mazzoni, Vista, Geri & Avila, 1995). Het is namelijk gebleken dat de kwaliteit van leven van mensen met afasie samenhangt met onder andere hun communicatieve mogelijkheden (Hilari, Wiggins & Roy, 2003). Vroege logopedische interventie kan hierbij helpen, wat ook is gebleken uit verschillende onderzoeken. Gepaste, vroege logopedische interventie zorgt namelijk voor een beter herstel van de taalproblemen ten opzichte van geen logopedische interventie (Robey, 1994; Robert & Mariën, 2006; Links, Feiken & Bastiaanse, 1996; Berns et al., 2015).

Volgens de Logopedische Richtlijn voor Afasie (Berns et al., 2015) dient voor een adequate en snelle diagnostiek van de afasie een Token Test (TT) ongeveer drie weken na ontstaan van de afasie afgenomen te worden, ongeacht de verdenking van een lichte, matige of ernstige afasie. Een Token Test toont aan of er sprake is van een afasie en in welke mate. Daarna wordt de aard van de afasie onderzocht door middel van ander diagnostisch materiaal. Eén van de diagnostische materialen om de aard van de

(8)

7 afasie vast te stellen, is de Comprehensive Aphasia Test (CAT-NL) van Visch-Brink, Vandenborre, De Smet en Mariën (2014).

Er kunnen naast een afasie nog andere complicaties optreden, die de diagnostiek van afasie en het herstel bemoeilijken. Mensen die afasie hebben, hebben vaak daarnaast nog een apraxie. Een apraxie houdt in dat het bewust uitvoeren van handelingen moeizaam gaat of helemaal niet lukt. Zo kan een spraakapraxie gepaard gaan met een afasie, wat ervoor zorgt dat mensen moeizaam tot helemaal niet bepaalde woorden kunnen uitspreken. Spraakapraxie kan het afnemen van een diagnostisch materiaal zoals de CAT-NL bemoeilijken. Er dient hier dus rekening mee gehouden te worden tijdens de testafname.

Afasie kan ook gepaard gaan met een agnosie. Dat houdt het onvermogen in om bepaalde dingen als beelden, geluiden, vormen, geuren en kleuren te herkennen. Een agnosie kan de afname van een Token Test bemoeilijken indien weinig tot geen kleuren en/of vormen herkend worden. Een diagnostisch instrument zoals de CAT-NL kan ook door een agnosie bemoeilijkt worden indien afbeeldingen niet meer worden herkend.

Daarnaast kan een afasie gepaard gaan met een neglect, waarbij vaak één zijde uit het gezichtsveld vergeten en verwaarloosd wordt. Een hemianopsie kan tevens tegelijkertijd met een afasie voorkomen, hierbij is een bepaald gedeelte van de visus verloren gegaan, waardoor het waarnemen van bepaalde hoeken niet meer mogelijk is. Een neglect of hemianopsie kan de afname van diagnostische instrumenten zoals de Token Test en de CAT-NL bemoeilijken, indien bepaalde zijdes van een testblad moeilijk tot helemaal niet gezien worden. Goede differentiaaldiagnose is van belang om te weten welke stoornis (het dominantst) aanwezig is, zodat het niet de diagnostische fase van afasie kan beïnvloeden.

Versies van de Token Tests

Een Token Test speelt een grote rol in de diagnostiek van afasie, aangezien deze al drie weken na ontstaan van de afasie afgenomen dient te worden om een afasie en de ernst daarvan te bepalen (Berns et al., 2015). In 1962 is de eerste Token Test ontwikkeld door De Renzi en Vignolo. De Token Test van De Renzi en Vignolo omvat 61 items en was oorspronkelijk bedoeld als begripstest. De ontwikkeling van de test is gebaseerd op vijf criteria waaraan een goede test volgens hen moet voldoen. Zo is er gestreefd om de test zo kort mogelijk te maken en zonder benodigd apparatuur of extra printmateriaal bij de testafname. Daarnaast zijn de opdrachten zo kort mogelijk geformuleerd zodat ze gemakkelijk te onthouden zijn, ongeacht de leeftijd en IQ van de proefpersoon. De opdrachten bevatten ten slotte acceptabele variaties van moeilijkheidsgraad op linguïstisch niveau. Er wordt daarmee bedoeld dat de moeilijkheidsgraad varieert op semantisch niveau, zonder de interpretatie van de opdracht te bemoeilijken of te vergemakkelijken door toevoeging van context. De proefpersoon moet op die manier de betekenis van de opdracht afleiden, gebaseerd op slechts zijn taalbegrip. De Renzi en Vignolo beweren dat gedaan te hebben door relationele situaties te beperken, dat wil zeggen een situatie waarin een bepaalde relatie het taalbegrip kan faciliteren. Een dokter die een patiënt vraagt om de tong uit te steken is bijvoorbeeld logischer voor een patiënt dan wanneer een chauffeur dat doet. De Renzi en Vignolo hebben ook de invloed van concept-visualisaties en ideationele praxis beperkt door met figuren te werken die niet te associëren zijn met een handeling en die een abstractere concept hebben (vormen zoals cirkels en rechthoeken). Ten slotte hebben ze het afleiden van betekenis uit de context beperkt, door de opdrachten zo te formuleren dat een betekenis van een woord niet af te leiden is van een voorgaand of achtereenvolgend woord. Op die manier wordt het de proefpersonen onmogelijk gemaakt om de betekenis van een woord af te leiden van iets anders dan het woord zelf. Wanneer de proefpersoon één van de drie kernwoorden niet begrijpt, is dat ook gelijk terug te zien in het antwoord, mits de proefpersoon niet gokt. De drie kernwoorden bestaan uit een vorm (cirkel of rechthoek), een grootte (groot of klein) en een kleur (rood, blauw, groen, geel of wit). Als er in een item bijvoorbeeld wordt gevraagd om de grote, rode rechthoek aan te raken, dan zal de proefpersoon alle drie de woorden goed moeten begrijpen om het juiste figuur aan te wijzen. Geen enkel van de drie kernwoorden verraadt iets over de betekenis van de andere twee kernwoorden. De moeilijkheidsgraad van de reeksen loopt op naarmate de test vordert. Dat is te merken aan de zinslengte en doordat een zin meerdere

(9)

8 handelingen omvat. Voorafgaand aan de testafname dient het begrip van de vormen en de gebruikte kleuren getest te worden. Een agnosie met betrekking tot vormen en kleuren moeten voorafgaand aan de test ook uitgesloten worden.

In Figuur 1 is te zien dat de materialen behorende bij de test bestaan uit 20 verschillende tokens (fiches) die in te delen zijn in vier categorieën, bestaande uit vijf grote rechthoeken, vijf kleine rechthoeken, vijf grote cirkels en vijf kleine cirkels. De tokens uit elke categorie hebben allemaal een andere kleur, namelijk rood, blauw, groen, geel of wit. De test wordt mondeling aangeboden en is verder op te delen in vijf verschillende onderdelen, waarbij de persoon met afasie (PMA) gevraagd wordt om een handeling te verrichten met één of meerdere tokens. De vijf testonderdelen hebben een oplopende moeilijkheidsgraad. De mondeling aangeboden opdrachten in de eerste vier testonderdelen zijn wat grammatica en syntaxis betreft relatief eenvoudiger dan het laatste testonderdeel. De tokens worden zo voor de persoon met afasie neergelegd dat de rechthoeken eerst voor de PMA liggen en daarachter de cirkels. Wanneer alle tokens voor een onderdeel benodigd zijn, worden ze zo opgesteld dat eerst de kleine rechthoeken voor de PMA liggen met daarachter de grote rechthoeken, vervolgens de kleine cirkels en ten slotte de grote cirkels. Er is geen vaste positionering van kleur. Dit wordt onwillekeurig gedaan. Voor het laatste onderdeel van de Token Test (onderdeel vijf) is het wel van belang dat het gele token naast het groene token ligt om item zeven van onderdeel vijf uit te kunnen voeren: “leg de groene rechthoek weg van de gele rechthoek”. In Figuur 1 is een schematisch voorbeeld te zien van een mogelijke positionering van de tokens voor de onderdelen twee en vier (De Renzi & Vignolo, 1962).

Figuur 1. Mogelijke opstelling van alle tokens voor onderdelen twee en vier van de Token Test van De Renzi en

Vignolo (1962). R=rood, B=blauw, G=groen, Y=geel, W=wit. Kleuren zijn onwillekeurig verdeeld. Aangepast van “The Token Test: a sensitive test to detect receptive disturbances in aphasics”, door De Renzi, E., & Vignolo, L.A., 1962, Brains, 85, p. 665-678.

(10)

9 Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de scores op de Token Test van De Renzi en Vignolo sterk correleren met scores van tests die zowel receptieve als expressieve taalvaardigheden van personen met afasie meten (Graetz, De Bleser & Willmes, 1992). Er blijken bovendien naast talige componenten ook niet-talige componenten zoals het geheugen, een rol te spelen bij de prestaties op de Token Test (Lesser, 1976). De intentie dat de Token Test als specifieke begripstest zou moeten dienen, lijkt dus niet op te gaan. Uit onderzoek bleek echter dat de Token Test wel een afasie kan vaststellen. De Token Test van De Renzi en Vignolo (hierna ‘eerste Token Test’ te noemen) heeft een uitstekende validiteit: 91 tot 93 procent van de mensen met een afasie wordt namelijk door middel van de eerste Token Test juist geclassificeerd als afatisch, terwijl slechts vijf procent van de mensen zonder afasie onterecht als afatisch wordt geclassificeerd. De eerste Token Test blijkt dus goed vast te kunnen stellen of er sprake is van een afasie, maar de precieze werking blijft echter onduidelijk (Bastiaanse, 2010; Graetz et al., 1992; De Renzi & Faglioni, 1978; Hartje, Kerschensteiner, Poeck & Orgass, 1973).

Na de eerste Token Test zijn er meerdere versies en vertalingen verschenen van de Token Test, die meer overeenkomsten dan verschillen vertonen met de originele vorm van de Token Test van De Renzi en Vignolo. Zo zijn er in sommige versies aanpassingen gedaan in de tokens wat vorm of kleur betreft omdat een benaming zoals ‘vierkant’ hoger frequent blijkt te zijn dan een benaming als ‘rechthoek’ en omdat kleuren als blauw en groen te veel op elkaar zouden lijken en daardoor moeilijker te onderscheiden zouden zijn (Paci, Lorenzini, Fioravanti, Poli & Lombardi, 2015).

Eén van de opvolgers van de eerste Token Test is de Token Test van Orgass (1976) die ook in de Akense Afasie Test (AAT) wordt gebruikt. Volgens Graetz en collega’s (1992) is de Token Test uit de Nederlandse AAT de meest gebruikte versie van de Token Test in Nederland. De Token Test uit de AAT omvat 50 items met tevens oplopende moeilijkheidsgraad. De 50 items zijn onderverdeeld in vijf onderdelen, ieder bestaand uit tien items. De Token Test uit de AAT maakt ook gebruik van 20 tokens die te verdelen zijn in vier categorieën, namelijk vijf grote rechthoeken, vijf kleine rechthoeken, vijf grote cirkels en vijf kleine cirkels. De 20 tokens zijn ook in deze versie, net als de eerste versie van de Token Test, te verdelen in de kleuren rood, blauw, groen, geel en wit. Er horen drie testbladen bij deze versie van de Token Test waarop de gekleurde tokens staan afgebeeld, één testblad voor de opdrachten met alle tokens en twee testbladen voor de opdrachten met alleen de grote tokens. De testbladen worden per opdrachtenreeks afgewisseld. Zo kan een testblad waarbij eerst enkelvoudige opdrachten worden gegeven, bij een volgende opdrachtenreeks gebruikt worden om samengestelde opdrachten uit te voeren. De opdrachten worden mondeling aangeboden. De totaalscore op de Token Test wordt bepaald door het aantal fout (foutscore): bij een score van nul is de test dus foutloos gedaan. De foutscore kan omgezet worden tot een percentielscore, een t-waarde en een stanine. Aan de hand van de stanines is de ernst van de afasie te bepalen. De stanines lopen op een schaal van één tot en met negen, waarbij stanine één tot en met drie een zware afasie indiceren, stanine vier en vijf duiden op een matig-ernstige afasie, stanine zes en zeven geven een lichte afasie aan en stanine acht en negen indiceren een minimale tot geen afasie (Graetz et al., 1992).

In 1978 is door De Renzi en Faglioni een verkorte versie van de Token Test (VTT) uitgebracht. Deze is voor het Nederlands in 2015 bewerkt door Bastiaanse, Raaijmakers, Satoer en Visch-Brink. De VTT is naast de Token Test uit de AAT ook een veelgebruikte versie in Nederland (Dusseldorp, 2018). De VTT heeft in totaal 36 items die onderverdeeld zijn in zes reeksen. De eerste reeks bestaat uit zeven items, de reeksen twee t/m vijf bestaan uit vier items en de laatste reeks bestaat uit dertien items. Alvorens de VTT af te nemen, dient ook bij deze versie eerst nagegaan te worden of de persoon met afasie de vormen en kleuren goed begrijpt. Voor het uitvoeren van de items zijn 20 tokens nodig, onderverdeeld in vier categorieën. In tegenstelling tot de Token Test van Orgass (1976) en de Token Test van De Renzi en Vignolo (1962), wordt bij de VTT gebruik gemaakt van vierkanten in plaats van rechthoeken. Vierkanten blijken hoger frequent te zijn dan rechthoeken (Paci et al., 2015). Op die manier wordt het probleem beperkt dat het begrip van vormen een belemmerde factor speelt in het begrijpen en uitvoeren van de opdrachten. De 20 tokens bestaan uit vijf grote vierkanten, vijf kleine vierkanten, vijf grote cirkels en vijf kleine cirkels. De vijf tokens uit elke categorie hebben vijf verschillende kleuren en wel de kleuren rood, zwart, groen, geel en wit. De blauwe tokens uit de Token Test van de AAT zijn bij de VTT vervangen door zwarte tokens, omdat de kleuren blauw en groen

(11)

10 moeilijker te onderscheiden schijnen te zijn dan zwart en groen (Paci et al., 2015). Het benodigd aantal en soort tokens varieert per reeks. De testleider zorgt ervoor dat de benodigde tokens voor elke reeks klaarliggen, hiervoor is in tegenstelling tot de andere versies van de Token Tests geen testblad nodig waarop de tokens afgebeeld staan. Op het scoreformulier staat aangegeven welke tokens er per reeks benodigd zijn, hoe ze geplaatst dienen te worden en wat de instructies per reeksgroep zijn. De items bestaan uit opdrachten die de persoon met afasie met behulp van de tokens moet uitvoeren. De moeilijkheidsgraad van de reeksen loopt ook bij de VTT op naarmate de test vordert. Dat is te merken aan de zinslengte en doordat een zin soms meerdere handelingen omvat. De afkapvoorwaarde en regels met betrekking tot het herhalen van een item staan heel handig op het scoreformulier vermeld, in tegenstelling tot de Token Test uit de AAT. De VTT verschilt ook wat puntentoekenning betreft met de andere Token Tests. Zo wordt er bij de VTT naast één punt voor een goed antwoord en nul punten voor een fout antwoord, ook een halve punt toegekend voor een goed antwoord na herhaling (De Renzi & Faglioni, 1978). Daarnaast wordt de totaalscore van de VTT bepaald aan de hand van het aantal goede antwoorden in plaats van een foutscore. De ernstscore is gelijk te bepalen uit deze ruwe totaalscore in tegenstelling tot de Token Test uit de AAT.

De Token Test App is de meest recente versie van de verkorte Token Test, ontwikkeld door Bastiaanse, Raaijmakers en Satoer (2016). De Token Test App is een digitale bewerking van de verkorte Token Test van De Renzi en Faglioni (1978). De digitale versie is beschikbaar voor de iPad en andere tablets. Er zijn versies voor meerdere talen ontwikkeld. Voor het huidige onderzoek wordt de Token Test App verder niet gebruikt, aangezien de verkorte Token Test en de Token Test van Orgass (1976) op dit moment de meest gebruikte Token Tests zijn in Nederland, worden alleen deze twee versies van de Token Test met elkaar vergeleken om aanbevelingen te doen over welke versie van de Token Test het geschiktst is in aanvulling op de CAT-NL, die op dit moment in Nederland de gangbare diagnostische test is.

Token Test en vervolgonderzoek in de diagnostische fase van afasie

In het artikel van Dusseldorp, Fransen, Raven-Takken, Van Ewijk en Veldkamp (2018) wordt vermeld dat veel logopedisten een Token Test gebruiken bij de diagnostiek van afasie. De auteurs van dat artikel hebben onderzoek gedaan naar welke Token Tests in Nederland worden gebruikt en in hoeverre onderzoek is gedaan naar die versies voor het vaststellen van het wel of niet hebben van een afasie en de ernst daarvan. Uit datzelfde onderzoek volgt het advies om de Token Test uit de AAT te gebruiken bij het vaststellen van een afasie en de ernst daarvan. De aanbeveling van Van Dusseldorp en collega’s is gebaseerd op hun bevindingen dat er een matige tot hoge correlatie blijkt te zijn tussen de scores van de Token Test uit de AAT en de onderdelen naspreken, benoemen, schrijftaal en taalbegrip van de AAT. Daarmee is volgens Van Dusseldorp en collega’s bewezen dat de Token Test uit de AAT (Orgass, 1976) de geschiktste versie is voor het vaststellen van een afasie en de ernst daarvan.

De Nederlandse AAT is een bewerkte versie van de Duitse Aachener Aphasie Test (Huber, Poeck Weniger & Willmes, 1983). De AAT is in 1992 ontwikkeld om zowel een standaard als een niet-standaard afasie vast te stellen en nader te onderzoeken, bij mensen waarbij een verworven taalstoornis klinisch vermoed of vastgesteld is. De Token Test van de AAT is het onderdeel waarmee de diagnose afasie vastgesteld kan worden. De AAT is inmiddels verouderd en dient niet meer als standaard voor de diagnostische fase van een afasie. Volgens de Logopedische richtlijn “Diagnostiek en behandeling van afasie bij volwassenen” (Berns et al., 2015) is de Comprehensive Aphasia Test (CAT-NL) sinds 2015 de gouden standaard bij diagnostiek van afasie. De AAT en de bijbehorende Token Test zullen hierdoor steeds minder voor handen zijn. Het gebruiken van de Token Test uit de AAT en een advies op basis van een correlatie daartussen zou daarom niet zo geschikt zijn.

De NL is in 2014 door Visch-Brink en collega’s ontwikkeld als opvolger van de AAT. De CAT-NL wordt gebruikt bij het onderzoeken van de mogelijkheden van een persoon met afasie wat betreft de taaldomeinen taalbegrip en taalproductie. De twee genoemde taaldomeinen worden in kaart gebracht aan de hand van subdomeinen. De subdomeinen ‘begrip van gesproken taal’ en ‘begrip van geschreven taal’ (hierna geschreven taalbegrip te noemen) hebben betrekking op het taalbegrip. De

(12)

11 subdomeinen ‘nazeggen’, ‘benoemen’, ‘schrijven’ en ‘hardop lezen’ beschrijven de taalproductie. De CAT-NL heeft daarnaast een cognitieve screening bestaande uit de onderdelen ‘lijnen delen’, ‘semantisch geheugen’, ‘woordvloeiendheid’, ‘herkenningsgeheugen’, ‘ideationele praxis’ en ‘rekenen’. De cognitieve screening dient voor de andere onderdelen van de CAT-NL afgenomen te worden om na te gaan of er sprake is van cognitieve problemen die de testresultaten kunnen beïnvloeden. In de logopedische richtlijn van Berns en collega’s (2015) wordt geadviseerd om de CAT-NL bij een lichte of matige afasie ongeveer drie weken na ontstaan van een afasie af te nemen en ongeveer na drie maanden bij een ernstige afasie.

Op basis van de scores op de CAT-NL kan niet de diagnose afasie worden gesteld, of de ernst daarvan. Wel kan op basis van de scores op de subtests van de CAT-NL de ernst van de verworven taalstoornis weergegeven worden per taaldomein (taalbegrip en taalproductie) en per subdomein (gesproken taalbegrip, geschreven taalbegrip, nazeggen, benoemen, schrijven en hardop lezen) (Visch-Brink, Van den Borre, De Smet & Mariën, 2014). De CAT-NL wordt dus na het vaststellen van een afasie gebruikt om de stoornis uit te diepen. Om die reden wordt in de richtlijn voor afasie aanbevolen om de Token Test zo snel mogelijk na het ontstaan van de afasie af te nemen, aangezien een Token Test wel snel een afasie en de ernst daarvan vast kan stellen (Berns et al., 2015).

Afgezien van het feit dat de AAT een verouderde test is om een advies van af te laten hangen, is een verkorte versie van de Token Test waarbij de testafname slechts 20 minuten bedraagt (De Renzi & Faglioni, 1978) een geschiktere optie. De verkorte Token Test van De Renzi en Faglioni (1978) zou daarom ook minder belastend moeten zijn voor mensen met afasie, wat volgens de Logopedische Richtlijn voor Afasie (Berns et al., 2015) van belang is. De persoon met afasie dient volgens de afasierichtlijn zo min mogelijk belast te worden met onnodig lange en herhaalde tests. Het aantal items van de verkorte Token Test is niet het enige verschil met die van de Token Test uit de AAT. De tests verschillen ook iets wat scoring betreft, zoals eerder genoemd. Een andere scoring leidt dan ook tot een andere ernstindeling bij de verkorte Token Test. De ernstschaal volgt bij de VTT rechtstreeks uit de ruwe score. Bij een totaalscore van 0-16 is er sprake van een ernstige afasie, een totaalscore van 17-24 wijst op een matig-ernstige afasie, een score van 25-28 indiceert een lichte afasie en bij een score van 29-36 is er sprake van een restafasie. De cut-off score van de VTT ligt bij een totaalscore van 29, hetgeen betekent dat er sprake is van een afasie (Berns et al., 2015). De ernstschaal van de VTT is hierdoor niet zo omslachtig als die van de Token Test uit de AAT, waarbij eerst een aantal tussenstappen moet worden gedaan om de ruwe score om te kunnen zetten naar een ernstschaal.

Er zijn derhalve een aantal voordelen aan de VTT (afnameduur, scoring en actualiteit), maar voordat de VTT afzonderlijk en in plaats van de oorspronkelijke Token Test wordt afgenomen om afasie en de ernst ervan te bepalen, moet eerst bepaald worden of er een indeling plaatsvindt die uitgaat van dezelfde ernstindeling. De CAT-NL heeft een ernstindeling maar is volgens de afasierichtlijn (Berns et al., 2015) niet geschikt om toe te passen in de acute fase bij een ernstige afasie. Bij de VTT zou dit daarentegen wel kunnen. Om de juiste diagnostische instrumenten te gebruiken bij afasie is het van belang dat de scores op die diagnostische instrumenten correleren wat ernstindeling betreft. De ernstindeling van een VTT zou zo veel mogelijk overeen moeten komen met die van de CAT-NL, aangezien de ernst van de afasie een belangrijke rol speelt bij vervolgonderzoek.

De verkorte Token Test heeft echter ook een paar minpunten volgens Dusseldorp en collega’s (2018). Naast een tekort aan onderzoek naar de geschiktheid van de VTT, wordt het argument genoemd dat er geen Nederlandse normering voor de VTT bekend is en dat het daarom geen geschikte versie van de Token Test is om af te nemen (Dusseldorp et al., 2018). De huidige normering van de VTT is namelijk verouderd en gebaseerd op een Italiaanse populatie. Er wordt daarom momenteel onderzoek gedaan naar een normering voor de hedendaagse Nederlandse populatie. Van den Berg (2018) heeft recentelijk onderzoek gedaan naar een nieuwe normering van de VTT van De Renzi en Faglioni (1978) en dat is bijna afgerond. Uit het onderzoek van Van den Berg (2018) blijkt dat een nieuwe cut-off score toegepast zou moeten worden, namelijk 30.5 in plaats van 29, zoals deze oorspronkelijk wordt toegepast. De grenswaarden van de ernstindeling zijn daardoor ook opgeschoven, waardoor er een nieuwe ernstindeling zou gelden, geen afasie bij een score van 30,5 – 36, een lichte afasie bij een score van 21,5-30, een matige afasie bij een score van 21-17,5, een ernstige afasie bij een score van 10-17 en een

(13)

12 zeer ernstige afasie bij een score van 0-9,5 (Van den Berg, 2018). Echter, deze normeringen zijn nog niet definitief en zouden in april 2019 pas vastgesteld worden, maar tot nu toe is hier nog niets over gepubliceerd. De gegevens uit het onderzoek van Van den Berg (2018) worden momenteel nog gebruikt om uitgebreider onderzoek te doen hiernaar en mogen nog niet gebruikt worden als definitieve normering en richtlijn.

Huidige studie

In de huidige studie wordt onderzocht of de VTT een geschikte en passende versie van de Token Test is om de diagnose afasie en de ernst daarvan vast te stellen. De CAT-NL heeft als standaardtest namelijk geen Token Test en omdat al in een vroeg stadium bepaald moet worden of iemand afasie heeft, is het van belang dat er onderzocht wordt of de hele Token Test moet worden afgenomen, of dat de verkorte versie van de Token Test ook voldoende is om de afasie en de ernst daarvan vast te stellen. Dat wordt onderzocht door de correlatie te bepalen tussen de totaalscores van de VTT en de totaalscores van het subdomein ‘begrip van gesproken taal’ en tussen de totaalscores van de VTT en de totaalscores van het subdomein ‘benoemen’ van de CAT-NL. Beide tests worden afgenomen bij 19 mensen met afasie die in de revalidatiefase van afasie zitten. Er wordt ook onderzocht of de ernstindeling van de VTT correleert met de ernstindeling van het subdomein ‘begrip van gesproken taal’ en van het subdomein ‘benoemen’ uit de CAT-NL. Dat wordt gedaan door de ernstindelingen te coderen door een cijfer aan elke categorie te koppelen. Met behulp van die codering kan er een statistische analyse worden verricht. In Tabel 4 zijn de coderingen bij de ernstindelingen te zien. Op die manier wordt onderzocht of de VTT naast het vaststellen van een afasie en de ernst daarvan, ook iets kan zeggen over het auditief taalbegrip (hierna mondeling taalbegrip te noemen, omdat dit de term is die gehanteerd wordt in de CAT-NL). De items van de VTT worden namelijk mondeling aangeboden, zonder visuele ondersteuning in de vorm van bijvoorbeeld afbeeldingen of geschreven woorden of zinnen. Wel zijn er tokens die dienen als visuele ondersteuning voor het mondeling aangeboden stuk.

In dit onderzoek zullen een aantal vergelijkbare termen worden gebruikt met betrekking tot de ernstindeling. De definities van de termen die in dit onderzoek worden gehanteerd, zullen nu eerst nader worden toegelicht. Allereerst gaat het bij een ‘ernstindeling’ om de manier waarop de testscores ingedeeld worden in categorieën en welke benamingen daarbij aan de categorieën worden gekoppeld. Wanneer er gesproken wordt van een bepaalde ‘ernstschaal’ wordt een categorie bedoeld die gekoppeld is aan bepaalde scores, dus bijvoorbeeld de categorie ‘lichte afasie’ bij een score van 25 – 28. Een ‘ernstscore’ is een score die binnen een bepaalde ernstschaal valt en waaruit dus de categorie licht, matig of ernstig volgt.

De normering van de VTT van De Renzi en Faglioni (1978) wordt in dit onderzoek gebruikt om de correlatie te bepalen tussen de ernstindeling van de VTT en die van het subdomein ‘begrip van gesproken taal’ (hierna ‘subdomein mondeling taalbegrip’ te noemen) en van het subdomein ‘benoemen’ uit de CAT-NL, aangezien de nieuwe normering van Van den Berg (2018) nog niet afgerond is. Er wordt in het huidige onderzoek wel gebruik gemaakt van de nieuwe voorgestelde ernstindeling van de VTT (Van den Berg, 2018) om een schatting te maken van hoe die correlatie zal zijn als de ernstindeling iets zou veranderen. Voor de vergelijking van de ernstindelingen wordt dus naast de gangbare ernstindeling van de VTT, ook de ernstindeling gebruikt van het subdomein voor mondeling taalbegrip en van het subdomein benoemen uit de CAT-NL. De scores op het subdomein mondeling taalbegrip van de CAT-NL zijn te verdelen volgens een ernstindeling waarbij een ernstige stoornis hoort bij een score van 40 of lager, een matig-ernstige stoornis bij een score van 41-49 en een lichte stoornis bij een score van 50-55 (Visch-Brink et al., 2014). De scores op het subdomein benoemen van de CAT-NL zijn om te zetten volgens een ernstindeling waarbij een ernstige stoornis hoor bij een score van 18 of lager, een matig-ernstige stoornis bij een score van 19 – 44 en een lichte stoornis bij een score van 45 – 58 (Visch-Brink et al., 2014).

De onderdelen van de CAT-NL behorende bij het subdomein mondeling taalbegrip, worden bijna allemaal auditief aangeboden in combinatie met een uitgebreidere vorm van visuele ondersteuning, bijvoorbeeld door middel van afbeeldingen of geschreven woorden of zinnen. Het is

(14)

13 onder andere afhankelijk van waar de stoornis ligt bij de persoon met afasie, gebaseerd op het model van Ellis en Young (1988), of zo’n visuele ondersteuning het interpreteren van het mondeling aangeboden taalbegrip vergemakkelijkt of juist bemoeilijkt. Er is daarom voor dit onderzoek onderzocht welke onderdelen van de CAT-NL op meest vergelijkbare wijze worden aangeboden als de items van de VTT, om te kunnen onderzoeken of het mondelinge taalbegrip invloed heeft op de resultaten van de VTT.

Het subdomein ‘benoemen’ van de CAT-NL is als subdomein van de taalproductie de tegenhanger van het subdomein voor mondeling taalbegrip. Tot het subdomein ‘benoemen’ behoren de onderdelen 3 ‘woordvloeiendheid’, 17 ‘benoemen: zelfstandige naamwoorden’ en 18 ‘benoemen: werkwoorden’. Het onderdeel woordvloeiendheid bestaat uit een opnoemopdracht, waarbij zo veel mogelijk woorden binnen een bepaalde categorie en binnen een bepaalde tijd (één minuut) opgenoemd dienen te worden. De onderdelen voor zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, zijn onderdelen waarbij afbeeldingen benoemd moeten worden. De correlatie tussen de totaalscores van het subdomein benoemen en de totaalscores van de VTT wordt ook onderzocht. Als de totaalscores van de VTT en van het subdomein voor mondeling taalbegrip uit de CAT-NL wel met elkaar correleren maar indien de totaalscores van de VTT en van het subdomein benoemen uit de CAT-NL niet correleren, dan zou dit kunnen suggereren dat het mondelinge taalbegrip wel degelijk invloed heeft op de resultaten van de VTT. Wanneer de totaalscores van de VTT met de totaalscores van de subdomeinen voor zowel taalbegrip als taalproductie correleren, dan kan er alleen gesuggereerd worden dat de VTT de ernst van de afasie meet en niet op wat voor manier dat gebeurt.

Allereerst worden de totaalscores van de VTT afgezet tegen de totaalscores van het subdomein voor mondeling taalbegrip van de CAT-NL, omdat dit het hele mondelinge taalbegrip zou moeten dekken. Tot het subdomein mondeling taalbegrip behoren onderdeel 7 ‘mondeling taalbegrip: woorden’, onderdeel 9 ‘mondeling taalbegrip: zinnen’ en onderdeel 11 ‘mondeling taalbegrip: paragrafen’ van de CAT-NL (Visch-Brink et al., 2014). Omdat de ernst van een afasie te meten is met een Token Test, is de verwachting dat een lage score op de VTT samengaat met een lage score op het subdomein voor mondeling taalbegrip van de CAT-NL.

De ernstindeling van de VTT wordt ook vergeleken met de ernstindeling van het subdomein mondeling taalbegrip en van het subdomein benoemen uit de CAT-NL. Het vergelijken van de ernstindeling is gedaan door de ernstindeling van de VTT af te zetten tegen de ernstindeling van het subdomein voor mondeling taalbegrip en van het subdomein benoemen uit de CAT-NL, aangezien de afzonderlijke onderdelen van de CAT-NL geen ernstindeling hebben.

Eén onderdeel van de cognitieve screening van de CAT-NL is gericht op het vaststellen van aanwijzingen op mogelijke visuele problemen. De ernstscore van dat onderdeel wordt in dit onderzoek vergeleken met de ernstscore van de verkorte Token Test om te onderzoeken of het van belang is om een dergelijke visuele screening ook uit te voeren voordat de VTT wordt afgenomen. Onderdeel 1 ‘lijnen delen’ van de CAT-NL (hierna ‘onderdeel voor de ruimtelijke perceptie’ te noemen) is een test voor de ruimtelijke perceptie dat deel uit maakt van de cognitieve screening van de CAT-NL. In dit onderdeel moet de persoon met afasie drie horizontale lijnen precies door de helft delen door in het midden van elke lijn een verticale streep te zetten. Significante afwijkingen naar links kunnen duiden op een neglect ten aanzien van rechts en andersom kunnen significante afwijkingen naar rechts duiden op een linkszijdig neglect. In de handleiding van de CAT-NL (Visch-Brink et al., 2014) wordt geadviseerd om dit onderdeel eerst af te nemen omdat het van belang is om te weten of iemand een mogelijke visuele beperking1 zoals een neglect of een hemianopsie heeft, zodat daarmee rekening gehouden kan worden bij het afnemen van de overige taken en zodat het dus de resultaten niet kan beïnvloeden. Een persoon met afasie en een neglect kan bijvoorbeeld door de testleider op de zijde geattendeerd worden waarvoor een neglect bekend is en op die manier kan er voorkomen worden dat er iets anders getest wordt dan het taalvermogen. Vooral voor de onderdelen waarbij een reeks afbeeldingen wordt gebruikt, is dit van belang. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de onderdelen die ook voor dit onderzoek

1 In dit onderzoek worden visuele beperkingen als neglect of hemianopsie bedoeld, wanneer er gesproken wordt

(15)

14 zijn gebruikt en verderop in de inleiding nader toegelicht zullen worden: onderdeel 7 ‘mondeling taalbegrip: woorden’ en onderdeel 9 ‘mondeling taalbegrip: zinnen’ van de CAT-NL (Visch-Brink et al., 2014). Het is niet alleen voor de overige onderdelen van de CAT-NL van belang dat visuele problemen bekend zijn voordat die taken worden afgenomen, ook voor de VTT is dat van belang. Voor afname van de VTT moet er immers gebruik worden gemaakt van tokens waarbij het dus ook van belang is dat de visus in orde is zodat de totaalscore niet daardoor beïnvloed wordt. Nergens wordt echter geadviseerd om een screening voor de visus af te nemen alvorens het afnemen van de VTT bij een persoon met afasie. In dit onderzoek wordt daarom ook onderzocht hoe lage scores op het onderdeel voor de ruimtelijke perceptie de totaalscores van de VTT beïnvloeden, om te onderzoeken of een mogelijk visuele beperking gepaard gaat met een lage score op de VTT.

De correlatie onderzoeken tussen de totaalscores van het subdomein mondeling taalbegrip en de totaalscores van de VTT is in principe voldoende om te kunnen vaststellen of de VTT een geschikte versie is van de Token Test om voorafgaand aan de CAT-NL af te nemen. Echter, om te onderzoeken in hoeverre het mondelinge taalbegrip invloed heeft op de resultaten van de VTT, worden de correlaties tussen de scores van de afzonderlijke onderdelen van het subdomein voor mondeling taalbegrip en de VTT ook onderzocht.

Onderdeel 9 ‘mondeling taalbegrip: zinnen’ (hierna ‘mondeling zinsbegrip’ te noemen) van de CAT-NL is zoals de naam van het onderdeel al zegt, gericht op het begrijpen van gesproken zinnen. In dit onderdeel moet de juiste afbeelding gekozen worden bij de genoemde zin. Er kan gekozen worden tussen vier afbeeldingen, waarvan één goed antwoord en drie afleiders. De inhoudswoorden die gebruikt worden in de zinnen van dit onderdeel en de zinsconstructies zijn zo gekozen, dat ze de taalaspecten testen waarvan bekend is dat ze door personen met afasie als moeilijk worden ondervonden. De moeilijkheidsgraad van het onderdeel voor mondeling zinsbegrip uit de CAT-NL neemt toe naarmate de test vordert. Dat is te merken aan de zinslengte die toeneemt en de zinsconstructie die moeilijker wordt naarmate de test vordert. De totaalscores van de VTT worden in dit onderzoek afgezet tegen de totaalscores van het onderdeel voor mondeling zinsbegrip. Met behulp van die correlatie wordt getracht te onderzoeken of er een samenhang is tussen deze twee taken, gebaseerd op het linguïstisch niveau doordat er geen informatie gehaald kan worden uit een context maar alleen gebruik gemaakt kan worden van een syntactische analyse (Visch-Brink et al., 2014).

Wanneer de verkorte Token Test verder wordt vergeleken met de testonderdelen van het subdomein mondeling taalbegrip van de CAT-NL, is vast te stellen dat onderdeel 11 ‘mondeling taalbegrip: paragrafen’ (hierna ‘mondeling tekstbegrip’ te noemen) het meest overeenkomt met de VTT. De items van het onderdeel voor mondeling tekstbegrip van de CAT-NL worden net als de VTT mondeling aangeboden. De persoon met afasie wordt bij het onderdeel voor mondeling tekstbegrip gevraagd om een mondeling aangeboden stuk tekst van één alinea in grote lijnen te onthouden en daarover vier gesloten vragen te beantwoorden. Net als de VTT maakt het onderdeel voor mondeling tekstbegrip van de CAT-NL geen gebruik van uitgebreide visuele ondersteuning in de vorm van afbeeldingen, geschreven woorden of geschreven zinnen tijdens het aanbieden van de items. Het onderdeel voor mondeling tekstbegrip van de CAT-NL zou linguïstisch gezien niet moeilijker moeten zijn dan de VTT. Het onderdeel voor mondeling tekstbegrip zou wellicht meer beroep doen op het werkgeheugen dan de items van de VTT. De tokens van de VTT liggen namelijk tijdens het aanbieden van de tokens al op tafel en het gaat daarbij altijd om één zin per item, in tegenstelling tot een hele alinea bij het onderdeel voor mondeling tekstbegrip van de CAT-NL. In de handleiding van de CAT-NL (Visch-Brink et al., 2014) wordt uitgelegd dat er in dit onderdeel weliswaar veel mondelinge informatie in één keer aangeboden wordt, maar dat linguïstisch gezien de zinnen van de aangeboden stuk tekst niet zo complex zijn als bijvoorbeeld de zinnen van het onderdeel voor mondeling zinsbegrip van de CAT-NL. In de handleiding staat bovendien ook dat de context van een tekst veel houvast biedt voor de interpretatie, die een zin uit het onderdeel voor zinsbegrip niet heeft. Mensen met afasie kunnen daarom in sommige gevallen een stuk tekst beter begrijpen dan zinnen. Door die context kan er een informatieve lijn worden gevolgd van de opeenvolgende zinnen zonder dat er een specifieke syntactische analyse nodig is, wat wel voor op zich losstaande zinnen geldt (Visch-Brink et al., 2014). De totaalscores van de VTT worden afgezet tegen de totaalscores van het onderdeel voor mondeling

(16)

15 tekstbegrip van de CAT-NL. Met deze correlatie wordt getracht een vergelijking te maken tussen één begripstaak voor het mondelinge taalbegrip zonder visuele ondersteuning in de vorm van woorden, zinnen of afbeeldingen en één taak dat ook geen gebruik maakt van visuele ondersteuning in de vorm van woorden, zinnen of afbeeldingen maar waarvan de werking onbekend is.

Er wordt daarom in de huidige studie onderzoek gedaan naar de geschiktheid van de VTT in de diagnostische fase. Om een afasie en de ernst daarvan vast te stellen voor afname van een verdiepend diagnostisch instrument zoals de CAT-NL. Om dit te kunnen bepalen, worden de totaalscores en de ernstindeling van de VTT gecorreleerd aan de totaalscores en de ernstindeling van het subdomein voor mondeling taalbegrip en van het subdomein benoemen uit de CAT-NL. De totaalscores van de onderdelen voor, mondeling zinsbegrip, mondeling taalbegrip en het subdomein benoemen van de CAT-NL worden daarnaast ook afgezet tegen de totaalscores van de VTT, om te onderzoeken of scores binnen bepaalde domeinen een hogere of lagere correlatie laten zien. Op die manier wordt ook getracht aan te tonen of er aangenomen kan worden dat de VTT toch een test is voor het mondelinge taalbegrip.

METHODE

Participanten

Tussen september 2017 en december 2018 zijn de gegevens verzameld van 33 mensen met een mogelijke afasie. Deze mensen revalideerden in Revalidatiecentrum Reade en een ander revalidatiecentrum in Nederland. Van de verkregen data zijn alleen de data van de participanten gebruikt die buiten de cut-off scoorden op de verkorte Token Test en waarbij afname van de CAT-NL geïndiceerd en mogelijk was. Na de data met de genoemde inclusiecriteria te filteren, zijn hierdoor uiteindelijk de scores van 19 participanten gebruikt voor dit onderzoek. Bij deze 19 participanten was een vermoeden van een afasie na een cerebrovasculair accident (CVA), waarvoor een testafname met de VTT en de CAT-NL geïndiceerd was. Het kan hierbij gaan om een ischemisch cerebrovasculair accident (iCVA) of een hemorragisch cerebrovasculair accident (hCVA). De groep van 19 participanten bestaat uit acht vrouwen en elf mannen, met een leeftijd variërend tussen de 28 en 82 jaar (gemiddelde leeftijd van 54,8 jaar). De tijd tussen aanvang van de afasie en het afnemen van de taaltesten is gemiddeld één maand, dus het gaat om de revalidatiefase van afasie (Berns et al., 2015). In Tabel 1 staan deze gegevens per participant weergegeven.

(17)

16 Tabel 1

Gegevens van de participanten

Participant Geslacht Leeftijd in jaren

Diagnose Tijd post onset

in maanden

1 V 28 iCVA linker hemisfeer, ACM-gebied 1,5

2 M 58 hCVA intraduraal, linker hemisfeer 0,8

3 V 59 iCVA linker hemisfeer 1,1

4 M 59 hCVA intraduraal, linker hemisfeer 1,1

5 V 57 iCVA, linker hemisfeer 1,0

6 M 49 iCVA acm links. Eerder iCVA occipitaal rechts 1,0

7 M 55 iCVA linker hemisfeer 0,5

8 M 57 hCVA subduraal, traumatische epidurale en subdurale hCVA rechts en subarachnoïdale bloeding links

1,2

9 V 76 hCVA subarachnoïdaal, traumatisch 0,4

10 M 53 iCVA linker hemisfeer, a. cerebri media stroomgebied 0,6 11 V 53 hCVA, parenchymateuze bloeding pariëto-temporaal links

t.g.v. verkeersongeval

2,6 12 M 59 iCVA, cerebri media links op basis van een embolie in het

M2 segment van onbekende etiologie

1,4

13 M 60 iCVA links, media stroomgebied. 1,0

14 V 39 iCVA, groot media-infarct links en anterior links o.b.v. multiple M2 en A2 stops

1,0

15 M 47 Intracerebrale bloeding rechts temporaal 1,4

16 M 42 iCVA links 1,0

17 M 63 hCVA, grote parenchymateuze bloeding links fronto- pariëtaal door hypertensie

1,2 18 V 76 iCVA, hemorragische transformatie van semi infarct van de

a. cerebri posterior links, na infarct van a. posterior links en infarct subcorticaal rechts.

1,1

19 V 82 hCVA links 1,2

Opmerking. V = vrouw, M = man, ACM = arteriae cerebri mediae.

Materialen

De verkorte Token Test en de CAT-NL zijn in dit onderzoek gebruikt als testmateriaal, ten behoeve van diagnostiek in de onderzoeksfase bij vermoedens van afasie. De Nederlandse bewerking van de VTT van De Renzi en Faglioni (Bastiaanse et al., 2015) is allereerst afgenomen om een afasie en de ernst ervan te diagnosticeren (Berns et al., 2015). De VTT heeft in totaal 36 items die onderverdeeld zijn in zes reeksen. Voor het uitvoeren van de opdrachten zijn 20 tokens gebruikt die uit vier categorieën bestaan, namelijk vijf grote vierkanten, vijf kleine vierkanten, vijf grote cirkels en vijf kleine cirkels. De vijf tokens uit elke categorie hebben vijf verschillende kleuren, namelijk rood, zwart, groen, geel en wit. Het benodigde aantal en soort tokens varieert per reeks. Op het scoreformulier staat aangegeven welke tokens er per reeks benodigd zijn en wat de instructies per reeksgroep zijn.

(18)

17 De items bestaan uit opdrachten die de participant met behulp van de tokens moet uitvoeren. De moeilijkheidsgraad van de reeksen loopt op naarmate de test vordert. Dat is onder andere te merken aan de zinslengte, waarbij een mondeling aangeboden opdracht uit één zin bestaat die opdraagt om meerdere handelingen uit te voeren. Zaken als de afkapvoorwaarde en regels met betrekking tot herhalen, staan ook op het scoreformulier (De Renzi & Faglioni, 1978). In Tabel 2 zijn voorbeelditems van de VTT weergegeven.

De CAT-NL van Visch-Brink en collega’s (2014) is afgenomen om de ernst en aard van de afasie op functieniveau vast te stellen (Berns et al., 2015). De CAT-NL heeft in totaal 27 onderdelen die onderverdeeld zijn in drie domeinen: cognitieve screening, taalbegrip en taalproductie. De domeinen zijn verder onder te verdelen in subdomeinen: cognitie, begrip van gesproken taal, begrip van geschreven taal, nazeggen, benoemen, lezen en schrijven. Voor dit onderzoek zijn alleen de totaalscores van het subdomein mondeling taalbegrip en het subdomein ‘benoemen’ gebruikt. Voor het afnemen van de onderdelen zijn stimulusboek 1, stimulusboek 2, een scoreformulier en een responsformulier nodig. In Tabel 3 zijn van de onderdelen van de CAT-NL die in dit onderzoek worden gebruikt, voorbeelditems gegeven.

Onderdeel 1 voor de ruimtelijke perceptie van de CAT-NL bestaat uit drie items, waarbij de participant op een scoreformulier drie lijnen in twee gelijke helften moet delen. Onderdeel 9 voor het mondelinge zinsbegrip bestaat uit 16 items. Elk item omvat een zin die een handeling uitdrukt. Deze zinnen worden mondeling aangeboden, waarbij afbeeldingen uit stimulusboek 1 worden getoond. De participant dient de juiste afbeelding aan te wijzen, waarop de genoemde handeling staat afgebeeld. Onderdeel 11 voor het mondelinge tekstbegrip van de CAT-NL beslaat acht items die bestaan uit ja/nee vragen die gesteld worden na een kort verhaal dat door de testleider mondeling aangeboden wordt.

Onderdeel 3 voor de woordvloeiendheid bestaat uit een opnoemopdracht binnen een bepaalde categorie. De persoon met afasie moet hierbij zo snel mogelijk (binnen één minuut) en zo veel mogelijk woorden opnoemen, passend binnen een bepaalde categorie. De onderdelen voor de taalproductie van zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, zijn onderdelen waarbij afbeeldingen benoemd moeten worden. Op de afbeeldingen van het onderdeel voor zelfstandige naamwoorden zijn voorwerpen afgebeeld en bij het onderdeel voor werkwoorden zijn er handelingen afgebeeld. In Appendix I zijn van de voorbeelditems de bijbehorende afbeeldingen weergegeven.

(19)

18 Tabel 2

Voorbeelditems en opbouw van moeilijkheidsgraad van de VTT

Onderdeel Totaal aantal items Voorbeelditems (auditief aangeboden) Benodigde tokens Linguïstisch niveau

Reeks 1 7 1. Raak een cirkel aan

7. Raak een witte aan

Alle tokens

Enkelvoudige opdrachten met één variërend kernwoord per zin dat de vorm of kleur van de tokens aanduidt.

Reeks 2 4 1. Raak het gele vierkant aan

4. Raak het witte vierkant aan

Grote tokens

Enkelvoudige opdrachten met twee variërende kernwoorden per zin die de kleur en vorm van de tokens aanduiden.

Reeks 3 4 1. Raak de kleine witte cirkel aan

4. Raak de kleine zwarte cirkel Aan

Alle tokens

Enkelvoudige opdrachten met drie variërende

kernwoorden per zin die de grootte, kleur en vorm van de tokens aanduiden.

Reeks 4 4 1. Raak de rode cirkel en het

groene vierkant aan

4. Raak de witte cirkel en de rode cirkel aan

Grote tokens

Samengestelde opdrachten met twee variërende kernwoorden per zin die de kleur en vorm van de tokens aanduiden.

Reeks 5 4 1. Raak de grote witte cirkel en

het kleine groene vierkant aan 4. Raak het grote witte vierkant en de kleine groene cirkel aan

Alle tokens

Samengestelde opdrachten met drie variërende

kernwoorden per zin die de grootte, kleur en vorm van de tokens aanduiden.

Reeks 6 13 1. Leg de rode cirkel op het

groene vierkant

6. Als er een blauwe cirkel is, raak dan het rode vierkant aan

11. Raak de rode cirkel – nee – het witte vierkant aan 13. Raak zowel de gele cirkel als de zwarte cirkel aan

Grote tokens

Enkelvoudige en

samengestelde opdrachten met twee variërende kernwoorden per zin die de kleur en vorm van de tokens aanduiden. Complexere syntaxis door o.a. toevoeging van grammaticale partikels.

(20)

19 Tabel 3

Voorbeelditems van de onderdelen van de CAT-NL die in dit onderzoek zijn gebruikt

Opmerking. *In Appendix I is ter visualisatie het responsformulier weergegeven voor dit item

**In Appendix I zijn de afbeeldingen uit stimulusboek I weergegeven die bij de voorbeelditems horen. Cognitieve screening 1. Lijnen delen 3. Woordvloeiendheid 3 2

“Hier is uw blad. Kunt u alle lijnen in twee gelijke stukken verdelen?” *

1. “Kunt u nu in één minuut zoveel mogelijk dieren opnoemen?”

2. “Kunt u nu in één minuut zoveel mogelijk woorden opnoemen die met een ‘s’ beginnen?””

Taalbegrip 7. Mondeling taalbegrip: woorden 9. Mondeling taalbegrip: zinnen 11. Mondeling taalbegrip: paragrafen 15 16 2

1. Auditief aangeboden woord: “schip”** 13. Auditief aangeboden woord: “soort”** 1. Auditief aangeboden zin: “de vrouw drinkt”** 16. Auditief aangeboden zin: “de schoen onder het potlood is blauw”**

Kort bericht voorlezen:

“Marie en Louis zaten al meer dan drie uur in de trein. Ze waren moe en ze hadden er genoeg van. De trein was 45 minuten te laat. Er was geen eten of drinken meer te krijgen en de dame tegenover hen was aan het

snurken.”

a. Reisden Marie en Louis met de auto? b. Kwamen ze op tijd aan?

a. Reisden ze per trein?

b. Waren ze vroeg op de plaats van bestemming?

Taalproductie 17. Benoemen: zelfstandige naamwoorden 18. Benoemen: werkwoorden 24 5 1. Doelwoord: “sigaret”** 24. Doelwoord: “struisvogel”** 1. Doelwoord: “fietsen”** 5. Doelwoord: “likken”**

Domein Onderdeel Totaal aantal

items

(21)

20

Procedure

De participanten zijn getest volgens de aanbevelingen omtrent de diagnostische fase van afasie uit de logopedische richtlijn voor afasie (Berns et al., 2015). De verkorte Token Test is eerst bij de 19 participanten afgenomen, volgens de instructies van het Nederlands bewerkte scoreformulier (Bastiaanse et al., 2015) van De Renzi en Faglioni (1978). De logopedist legde de tokens bij elke reeks voor de participant klaar en las de opdrachten (items) op. Voor alle reeksen geldt hierbij dat elk item één keer herhaald mag worden binnen vijf seconden én bij een foute reactie. Voor de reeksen één tot en met vijf geldt de afbreekregel na vijf opeenvolgende fouten. Reeks zes dient altijd afgemaakt te worden. Alle reeksen van de VTT zijn voor dit onderzoek afgenomen, mits er geen sprake was van de afkapvoorwaarde. De afname van de VTT vond tijdens een logopedieconsult van 30 minuten plaats.

Indien er aan de hand van de verkorte Token Test een afasie is vastgesteld (cut-off score 29), is de CAT-NL ter vervolgonderzoek afgenomen volgens de normen van de bijbehorende handleiding van Visch-Brink en collega’s (2014). Alle testonderdelen zijn bij de participanten afgenomen, maar niet alle onderdelen zijn voor dit onderzoek afzonderlijk gebruikt. De afname van de CAT-NL vond ook in een logopedieconsult van 30 minuten plaats, verdeeld over gemiddeld vier consulten. Afhankelijk van de ernst van de afasie, heeft dit bij de ene participant langer geduurd dan bij de andere.

De onderzoeker, tevens logopedist, heeft voor dit onderzoek gedeeltelijk zelf de VTT en de CAT-NL afgenomen en ingevoerd bij Revalidatiecentrum Reade. Het andere gedeelte van de tests is afgenomen en ingevoerd door andere logopedisten werkzaam bij hetzelfde revalidatiecentrum en door logopedisten werkzaam bij een ander revalidatiecentrum in Nederland. De scores van de VTT en de CAT-NL zijn van elk onderdeel afzonderlijk vastgelegd in SNAP-survey.

Scoring

De verkorte Token Test en de CAT-NL zijn gescoord volgens de normen van de bijbehorende handleidingen (De Renzi & Faglioni, 1978; Visch-Brink et al., 2014). Zo is er op de VTT één punt toegekend aan een goed antwoord, een halve punt voor een goed antwoord na herhaling en nul punten bij een fout antwoord. De totaalscore van het subdomein voor mondeling taalbegrip van de CAT-NL is verkregen door de totaalscores van onderdeel 7 ‘mondeling taalbegrip: woorden’, onderdeel 9 ‘mondeling taalbegrip: zinnen’ en onderdeel 11 ‘mondeling taalbegrip: zinnen’ bij elkaar op te tellen.

Het surveyprogramma SNAP-survey is in dit onderzoek gebruikt om de scores van alle onderdelen van de verkorte Token Test en de CAT-NL vast te leggen en te ordenen. SNAP-survey is beveiligde software waarin online of papieren enquêtes kunnen worden gemaakt en in kunnen worden gevuld. Data kunnen ook in dit programma worden geanalyseerd (Snap Surveys Ltd., 2010-2018). Voor dit onderzoek is SNAP-survey echter alleen gebruikt om de scores in te voeren zodat een overzicht te verkrijgen is van alle ingevoerde scores. De ingevoerde data zijn dan voor elke test en deelnemer afzonderlijk te zien, per testonderdeel en per testitem. De statistische verwerking en analyse is verder gedaan met het statistiekprogramma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS).

De totaalscores zijn met elkaar vergeleken door de verkregen ruwe totaalscores van de VTT en van de genoemde onderdelen van de CAT-NL om te zetten naar percentages. De omzetting van de ruwe scores naar percentages is gedaan door de ruwe scores voorg elk onderdeel te delen door het maximaal aantal te behalen punten voor elk onderdeel. Voor het omzetten van de ruwe scores van de VTT betekent dit dat de ruwe scores zijn gedeeld door 36. De ruwe totaalscores van het subdomein voor mondeling taalbegrip zijn na optelling van de totaalscores van de onderdelen voor mondeling taalbegrip op woord-, zins- en tekstniveau (onderdeel 7, 9 en 11), gedeeld door het maximaal aantal te behalen punten voor het subdomein voor mondeling taalbegrip, namelijk gedeeld door 66.

De totaalscore van het subdomein ‘benoemen’ is verkregen door de totaalscores van onderdeel 3 ‘woordvloeiendheid’, onderdeel 17 ‘benoemen: zelfstandige naamwoorden’ en onderdeel 18 ‘benoemen: werkwoorden’, bij elkaar op te tellen. De totaalscores van de VTT en het subdomein benoemen zijn met elkaar vergeleken door ook hier de verkregen ruwe totaalscores van de VTT en van de genoemde onderdelen van de CAT-NL om te zetten naar percentages. De omzetting van de ruwe scores naar percentages is gedaan door de ruwe scores van elk onderdeel te delen door het maximaal

(22)

21 aantal te behalen punten van elk onderdeel. Zo is na optelling van de totaalscores van de onderdelen voor woordvloeiendheid, benoemen van zelfstandige naamwoorden en benoemen van werkwoorden (onderdeel 3, 17 en 18), gedeeld door het maximaal aantal te behalen punten voor het subdomein ‘benoemen’, namelijk gedeeld door 87.

Alleen de totaalscores van de onderdelen voor de ruimtelijke perceptie (onderdeel 1), voor het mondelinge zinsbegrip (onderdeel 9) en voor het mondelinge tekstbegrip (onderdeel 11) van de CAT-NL zijn afzonderlijk gebruikt in dit onderzoek. Voor het omzetten van de ruwe totaalscores van het onderdeel voor mondeling zinsbegrip is er gedeeld door het maximaal aantal punten (32), voor het onderdeel mondeling tekstbegrip is er gedeeld door 4 en voor het subdomein mondeling taalbegrip is er gedeeld door 66.

Voor het onderdeel voor ruimtelijke perceptie lag dit iets anders, omdat er een ruwe totaalscore van -6 (visuele afwijking tot 6 centimeter naar links) tot 6 (visuele afwijking tot 6 centimeter naar rechts) mogelijk is. Voor het omzetten van de ruwe totaalscores naar percentages is er bij het onderdeel voor ruimtelijke perceptie uitgegaan van 100% bij een score van 0 (geen visuele afwijkingen) en 0% bij een score van 6 of -6 (maximale visuele afwijking), op die manier is de rest van de ruwe scores van dit onderdeel omgerekend naar percentages.

De data worden eerst geanalyseerd middels een kwantitatieve analyse en vervolgens doormiddel van een kwalitatieve analyse. Voor de kwantitatieve analyse wordt de correlatie bepaald tussen de totaalscores van de VTT en de totaalscores van een aantal begripstaken van de CAT-NL. De totaalscores van de VTT worden hierbij eerst afgezet tegen de totaalscores van het subdomein voor mondeling taalbegrip van de CAT-NL.

De totaalscores van de VTT, van het subdomein voor mondeling taalbegrip en het subdomein benoemen uit de CAT-NL worden ook gebruikt om de correlatie te bepalen tussen de ernstindelingen van de VTT, die van het subdomein mondeling taalbegrip en van het subdomein benoemen uit de CAT-NL. De ruwe totaalscores van de VTT worden hiervoor omgezet naar een ernstscore volgens de ernstschaal van de normering van De Renzi en Faglioni (1978). Vervolgens worden de ruwe totaalscores van de VTT ook omgezet naar een ernstscore volgens de ernstschaal van de normering van Van den Berg (2018). De ernstscore wordt daarna gecodeerd voor een statistische analyse. Voor de normering van de VTT volgens De Renzi en Faglioni geldt de indeling restafasie bij een totaalscore van 29-36, lichte afasie bij een score van 25-28, matig tot ernstige afasie bij een score van 17-24 en een ernstige afasie bij een score van 0-16 (De Renzi en Faglioni, 1978).

De ruwe totaalscores van het subdomein mondeling taalbegrip van de CAT-NL worden voor het bepalen van de correlatie ook omgezet naar een ernstscore volgens de CAT-NL handleiding (Visch-Brink et al., 2014). Deze ernstscores worden verdeeld over drie categorieën, namelijk lichte afasie bij een score van 50-55, matig tot ernstige afasie bij een score van 41-49 en ernstige afasie bij een score gelijk aan of lager dan 40. De ernstschalen van de CAT-NL worden ook gecodeerd voor een statistische analyse. De ruwe totaalscores van de VTT worden ten slotte ook omgezet naar een ernstscore verdeeld over vijf categorieën volgens de mogelijk nieuwe normering van de VTT: geen afasie bij een totaalscore van 30,5 -36, een lichte afasie bij een score van 21,5-30, een matige afasie bij een score van 21-17,5, een ernstige afasie bij een score van 10-17 en een zeer ernstige afasie bij een score van 0 – 9,5 (Van den Berg, 2018).

Ten slotte worden ook deze ernstschalen gecodeerd voor een statistische analyse. In Tabel 4 staan deze ernstindelingen per test weergegeven met de bijbehorende coderingen voor een statistische analyse. De VTT-normering van De Renzi en Faglioni is hierbij als leidraad genomen. Elke ernstschaal wordt gekoppeld aan een cijfer. Zo heeft de VTT-normering van De Renzi en Faglioni vier categorieën en dus bestaat de bijhorende codering uit de cijfers 1 tot en met 4. De overeenkomende ernstschalen van de VTT-normering van Van den Berg en de CAT-NL hebben dezelfde codes gekregen als die van de VTT van De Renzi en Faglioni. De VTT-normering van Van den Berg heeft één categorie meer dan de VTT normering van De Renzi en Faglioni, namelijk de categorie ‘zeer ernstige afasie’. Dat heeft ertoe geleid dat die extra categorie ‘zeer ernstige afasie’ gecodeerd is met een 5. De ernstindeling van de CAT-NL heeft één categorie minder dan de VTT-normering van De Renzi en Faglioni. Er is namelijk geen categorie voor ‘restafasie’ bij de CAT-NL. Dat heeft ertoe geleid dat de codering voor de ernstindeling

(23)

22 van de CAT-NL van 2 tot en met 4 loopt, code 1 voor de categorie ‘restafasie’ is hierbij dus weggelaten. Op die manier wordt getracht een inschatting te maken in hoeverre een verandering in de ernstindeling van de VTT, invloed kan hebben op de correlatie tussen de ernstindeling van de VTT met het subdomein mondeling taalbegrip en met het subdomein benoemen van de CAT-NL.

Tabel 4

Indeling en statistische codering volgens de categorieën voor ernstschaal per test

Test Ernstindeling Ernstscore categorie codering VTT normering volgens De Renzi en Faglioni (1978) Restafasie Lichte afasie Matig-ernstige afasie Ernstige afasie 29 – 36 25 – 28 17 – 24 0 – 16 1 2 3 4 1 2 3 4 VTT mogelijk nieuwe normering volgens Van den

Berg (2018)

Geen afasie Lichte afasie Matige afasie Ernstige afasie Zeer ernstige afasie

30.5 – 36 21.5 – 30 21 – 17.5 10 – 17 0 – 9.5 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 CAT-NL subdomein mondeling taalbegrip Lichte afasie Matig-ernstige afasie Ernstige afasie 50 – 55 41 – 49 ≤ 40 1 2 3 2 3 4 CAT-NL subdomein benoemen Lichte afasie Matig-ernstige afasie Ernstige afasie 45 – 58 19 – 44 ≤ 18 1 2 3 2 3 4

Afgezien van de correlatie tussen de totaalscores van de VTT en de totaalscores van het subdomein mondeling taalbegrip en de totaalscores van het subdomein ‘benoemen’ uit de CAT-NL en afgezien van de correlatie tussen de ernstindelingen, worden daarnaast de totaalscores van de VTT gecorreleerd aan de afzonderlijke totaalscores van onderdeel 9 ‘mondeling taalbegrip: zinnen’ (mondeling zinsbegrip) en onderdeel 11 ‘mondeling taalbegrip: paragrafen’ (mondeling tekstbegrip) van de CAT-NL. De afzonderlijke onderdelen van de CAT-NL (onderdeel 1 voor de ruimtelijke perceptie, onderdeel 9 voor mondeling zinsbegrip en onderdeel 11 voor mondeling tekstbegrip) hebben geen ernstindeling. Wel horen er afkapwaardes bij de afzonderlijke onderdelen die aangeven of een totaalscore wel of niet onder de afkapscore valt. Een totaalscore die onder de afkapscore valt, is dus significant afwijkend in vergelijking met een totaalscore van mensen zonder afasie. Voor het onderzoeken in hoeverre de ruimtelijke perceptie invloed heeft op de resultaten van de VTT, is in de kwalitatieve analyse gebruik gemaakt van de afkapwaardes van het onderdeel voor de ruimtelijke perceptie van de CAT-NL.

Statistische verwerking

Vanwege de kleine groepsgrootte voor deze steekproef wordt eerst de Shapiro Wilk uitgevoerd om na te gaan of er sprake is van een normaalverdeling. Aangezien dit onderzoek slechts 19 participanten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij moeten nooit toelaten dat onze ervaringen het Woord van God uitleggen, maar in plaats daarvan, moet het Woord van God onze ervaringen beheersen. verhoevenmarc@skynet.be

Hoogste Koning, hier zijn wij om te gaan, U te volgen, want uw Geest vuurt ons aan.. Vol van passie, vol van kracht

[r]

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

• Het aantal wetten neemt sinds 1980 stelselmatig toe, en dat geldt ook voor ministeriële regelingen sinds 2005, het aantal AMvB’s neemt enigszins af sinds 2002. • In de jaren

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie